This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52013DC0216
COMMUNICATION FROM THE COMMISSION TO THE EUROPEAN PARLIAMENT, THE COUNCIL, THE EUROPEAN ECONOMIC AND SOCIAL COMMITTEE AND THE COMMITTEE OF THE REGIONS An EU Strategy on adaptation to climate change
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Een EU-strategie voor aanpassing aan de klimaatverandering
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Een EU-strategie voor aanpassing aan de klimaatverandering
/* COM/2013/0216 final */
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Een EU-strategie voor aanpassing aan de klimaatverandering /* COM/2013/0216 final */
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET
EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET
COMITÉ VAN DE REGIO'S Een EU-strategie voor aanpassing aan de
klimaatverandering 1. Inleiding: omgaan met het
veranderende klimaat De gevolgen van de klimaatverandering worden
in Europa en in de rest van de wereld steeds sterker gevoeld. De gemiddelde
mondiale temperatuur, momenteel ongeveer 0,8 °C hoger dan het
pre-industriële niveau, blijft stijgen[1].
Sommige natuurlijke processen worden veranderd, neerslagpatronen veranderen, de
gletsjers smelten, de zeespiegel stijgt. Om de ernstigste risico’s van de
klimaatverandering en met name grootschalige onomkeerbare gevolgen te
vermijden, mag de opwarming van de aarde niet meer bedragen dan 2 °C boven
het pre-industriële niveau. Beperking van de klimaatverandering moet dan ook
een prioriteit van de wereldwijde gemeenschap blijven. Ongeacht het uiteindelijke opwarmingsscenario,
en hoe succesvol de inspanningen ter vermindering van de gevolgen van klimaatverandering
ook mogen zijn, de gevolgen van klimaatverandering zullen de komende decennia
blijven toenemen vanwege de vertraagde gevolgen van de uitstoot van
broeikasgassen in heden en verleden. Wij hebben dan ook geen andere keuze dan
aanpassingsmaatregelen te treffen, om het hoofd te bieden aan de
onvermijdelijke gevolgen van klimaatverandering en aan de economische,
ecologische en sociale kosten daarvan. Door prioriteit te geven aan coherente,
flexibele en participatieve benaderingen is het goedkoper om vroegtijdige en
geplande aanpassingsmaatregelen te nemen dan de prijs te betalen van het niet
doorvoeren van aanpassingen. Gezien de specifieke en uiteenlopende aard van
de gevolgen van de klimaatverandering binnen de EU moeten aanpassingsmaatregelen
op alle niveaus worden genomen, van lokaal tot regionaal en nationaal.
Daarnaast is er voor de Europese Unie een rol weggelegd op het gebied van het
verhelpen van kennis- en actielacunes en het aanvullen van deze inspanningen
door middel van de volgende EU-strategie. 2. Huidige en verwachte
gevolgen in de EU van de klimaatverandering In de afgelopen tien jaar (2002-2011) lag de
temperatuur van het Europese landoppervlakte gemiddeld 1,3 °C boven het pre-industriële
niveau[2],
wat betekent dat Europa sneller opwarmt dan het mondiale gemiddelde. Bepaalde
extreme weersomstandigheden komen vaker voor, waaronder hittegolven, bosbranden
en droogte in Zuid- en Midden-Europa. Voor Noord- en Noordoost-Europa liggen
heviger neerslag en overstromingen in het verschiet, en een verhoogd risico op
overstromingen aan en erosie van de kust. Een toename van het aantal van
dergelijke omstandigheden zal waarschijnlijk de omvang van rampen vergroten en
leiden tot aanzienlijke economische verliezen, problemen voor de volksgezondheid
en dodelijke slachtoffers. De gevolgen kunnen binnen de EU variëren,
afhankelijk van de klimatologische, geografische en sociaaleconomische
omstandigheden. Alle landen in de EU staan bloot aan klimaatverandering (zie
onderstaande figuur 1). Voor sommige regio’s is het risico echter groter dan
voor andere. Het Middellandse-Zeegebied, berggebieden, dichtbevolkte
riviervlakten, kustgebieden, perifere regio’s en het Noordpoolgebied zijn
bijzonder kwetsbaar. Daarnaast woont driekwart van de Europese bevolking in
stedelijke gebieden, die vaak minder goed tot aanpassing in staat zijn en
blootstaan aan hittegolven, overstromingen of zeespiegelstijgingen. Veel economische sectoren die rechtstreeks
afhankelijk zijn van de klimatologische omstandigheden worden al geconfronteerd
met de gevolgen van de klimaatverandering, zoals de landbouw, de bosbouw, het
strand- en sneeuwtoerisme, de gezondheidszorg en de visserij. Grote
nutsbedrijven zoals die voor energie en water worden ook getroffen. De
klimaatverandering heeft ook nadelige gevolgen voor ecosystemen en de diensten
die deze leveren: het versnelt de achteruitgang van de biodiversiteit en
vermindert het vermogen van ecosystemen om te dienen als buffer voor
natuurlijke uitersten. Klimaatverandering zal gevolgen hebben voor de
beschikbaarheid van elementaire natuurlijke hulpbronnen (water, bodem), hetgeen
in bepaalde gebieden zal leiden tot belangrijke veranderingen in omstandigheden
voor de landbouw en de industriële productie. De opwarming van de aarde kan kansen bieden
voor specifieke sectoren in bepaalde gebieden, zoals grotere gewasopbrengsten
en meer bosaanwas, meer waterkracht of een verminderde vraag naar energie voor
verwarming in het noorden van Europa[3].
Of dit tot regionale nettovoordelen zouden leiden, blijft echter heel onzeker. Figuur 1:
Voorspelde gevolgen van klimaatverandering en aanverwante risico's[4]. Gebaseerd op het
EMA-verslag over de effecten van klimaatverandering en de kwetsbaarheid in
Europa (2012)[5] Niets doen of uitstellen zou de cohesie binnen
de Europese Unie onder druk kunnen zetten. Naar verwachting zullen de gevolgen
van klimaatverandering ook leiden tot grotere sociale verschillen binnen de EU.
Wij zullen speciale aandacht moeten besteden aan sociale groepen en regio’s die
het meest blootstaan en al zijn benadeeld (bijvoorbeeld vanwege slechte
gezondheid, een laag inkomen, huisvestingsproblemen, of gebrek aan mobiliteit). De minimumkosten voor de EU als geheel voor
het niet aanpassen aan de klimaatverandering lopen naar schatting uiteen van
100 miljard euro per jaar in 2020 tot 250 miljard euro in
2050[6]. Tussen 1980 en 2011 bedroegen
de directe economische verliezen in de EU als gevolg van overstromingen meer
dan 90 miljard euro[7].
Dit bedrag zal naar verwachting stijgen: de jaarlijkse kosten van schade door
overstromingen worden geraamd op 20 miljard euro voor de jaren 2020,
en op 46 miljard euro voor de jaren 2050[8]. De sociale kosten die voortvloeien uit de
klimaatverandering kunnen ook aanzienlijk zijn. Door overstromingen werden in
de EU in de periode 1980-2011 meer dan 5,5 miljoen mensen getroffen en
lieten er meer dan 2 500 mensen het leven. Bij het achterwege laten
van verdere aanpassingsmaatregelen zouden daar tegen de jaren 2020 nog eens
26 000 gevallen van hittesterfte bij kunnen komen, en dit kan oplopen tot
89 000 tegen de jaren 2050[9]. Hoewel er geen allesomvattend overzicht
bestaat van de kosten van aanpassing in de EU, zullen de kosten van aanvullende
maatregelen ter bescherming tegen overstromingen in de jaren 2020 naar schatting
1,7 miljard euro per jaar bedragen, en 3,4 miljard euro per
jaar in de jaren 2050[10].
Dergelijke maatregelen kunnen zeer effectief zijn: met elke euro die aan
bescherming tegen overstromingen wordt besteed, wordt zes euro aan schadekosten
bespaard[11].
3. Het antwoord: een
aanpassingsstrategie voor de EU In het Witboek uit 2009 "Aanpassing aan
de klimaatverandering: naar een Europees kader voor actie" worden een
aantal maatregelen uiteengezet die grotendeels zijn uitgevoerd[12]. Een belangrijk concreet
resultaat was het webgebaseerde Europees Platform voor klimaataanpassing
(Climate-Adapt[13]),
dat in maart 2012 is opengesteld. Het platform biedt de meest recente gegevens
over de aanpassingsmaatregelen in de EU en verscheidene nuttige
beleidsondersteunende instrumenten. De EU is begonnen met de integratie van
aanpassing in verschillende van haar eigen beleidsinstrumenten en financiële
programma’s. Tot nu toe hebben 15 lidstaten een
aanpassingsstrategie[14];
andere zijn in voorbereiding. In een aantal gevallen zijn de strategieën door
actieplannen opgevolgd, en is er enige vooruitgang geboekt bij de integratie
van aanpassingsmaatregelen in sectoraal beleid. Aanpassing bevindt zich in de
meeste gevallen echter nog in een vroeg stadium; er zijn relatief weinig
concrete maatregelen in de praktijk. Sommige lidstaten hebben sectorspecifieke
plannen ontwikkeld, waaronder plannen om te reageren op hittegolven en
droogtes, maar slechts een derde heeft een uitgebreide
kwetsbaarheidsbeoordeling uitgevoerd om het beleid te ondersteunen. Bewaking en
evaluatie blijken bijzonder moeilijk te zijn, omdat er nauwelijks indicatoren
en bewakingsmethoden zijn ontwikkeld. Er zijn enkele voorbeelden van gezamenlijke
projecten tussen Europese landen of steden, waarvan sommige worden medegefinancierd
door de EU, bijvoorbeeld door het LIFE-programma. Met name het cohesiebeleid
financiert talrijke grensoverschrijdende, transnationale en interregionale
programma’s en projecten inzake aanpassing, onder andere in het kader van de
macroregionale strategieën van de EU in het Donau- en het Oostzeegebied.
Sommige steden hebben uitgebreide aanpassingsstrategieën of specifieke
actieplannen (bijvoorbeeld voor risicopreventie of overstromings- of
waterbeheer) aangenomen, of zijn daarmee bezig[15]. Voortbouwend op deze initiatieven zou het
nuttig zijn onze ervaringen te verdiepen en goede praktijken op het gebied van
de aanpassing aan de klimaatverandering systematisch uit te wisselen. Daarom is
het een goed moment om een aanpassingsstrategie te lanceren die het gehele
grondgebied van de EU bestrijkt, en die de beginselen van subsidiariteit en
evenredigheid respecteert, alsook de rechten die zijn verankerd in het Handvest
van de grondrechten van de Europese Unie. In de strategie wordt rekening gehouden met de
wereldwijde gevolgen van de klimaatverandering, zoals ontregeling van
aanvoerketens of verminderde toegang tot grondstoffen, energie en voedsel, en
de gevolgen daarvan voor de EU. De dialoog en samenwerking tussen de EU en haar
buurlanden en ontwikkelingslanden over aanpassingskwesties geschiedt in het
kader van het uitbreidings- en Europees nabuurschapsbeleid en het EU-beleid
inzake ontwikkelingssamenwerking. Onzekerheid over de ontwikkeling van de
broeikasgasemissies, de toekomstige gevolgen van de klimaatverandering en de
daarmee samenhangende aanpassingsbehoeften blijven een uitdaging voor
beleidsvorming op dit gebied. Onzekerheid mag echter niet worden gezien als een
reden om niets te doen. Het legt juist de nadruk op de noodzaak om win-win-,
goedkope en no-regretaanpassingsopties te vinden. Deze omvatten duurzaam
waterbeheer en systemen voor vroegtijdige waarschuwing. Ecosysteemgerichte
benaderingen zijn vaak in verschillende scenario’s kosteneffectief. Zij zijn
gemakkelijk toegankelijk en leveren talrijke voordelen op, zoals een verminderd
risico op overstromingen, minder bodemerosie, betere water- en luchtkwaliteit
en een kleiner hitte-eilandeffect. Aanpassingsmaatregelen zijn nauw verbonden aan
en moeten worden uitgevoerd in volledige synergie en coördinatie met het
risicobeheerbeleid dat de EU en de lidstaten aan het ontwikkelen zijn. Aanpassingsmaatregelen zullen nieuwe
marktkansen en werkgelegenheid scheppen in sectoren zoals agrarische
technologieën, het beheer van ecosystemen, de bouw, het waterbeheer en het
verzekeringwezen. Europese bedrijven, met inbegrip van kleine en middelgrote
bedrijven, kunnen een voortrekkersrol vervullen bij de ontwikkeling van
klimaatbestendige producten en diensten, en kunnen overal ter wereld inspelen
op zakelijke kansen. De aanpassingsstrategie, die in lijn is met de Europa
2020-strategie, zal de EU helpen met de omschakeling naar een koolstofarme en
klimaatbestendige economie, en zal bijdragen aan duurzame groei,
klimaatbestendige investeringen stimuleren en nieuwe banen scheppen. 4. Doelstellingen van de
strategie Het algemene doel van de aanpassingsstrategie van de EU is een bijdrage
te leveren tot een meer klimaatbestendig Europa. Daartoe
moet de paraatheid en capaciteit om te reageren op de gevolgen van de klimaatverandering
op lokaal, regionaal, nationaal en Europees niveau worden versterkt, een
coherente aanpak worden ontwikkeld, en de coördinatie worden verbeterd. 4.1. Bevordering van maatregelen
door de lidstaten Een van de grootste uitdagingen bij het
streven naar kosteneffectieve aanpassingsmaatregelen is het coördineren en
bewerkstelligen van samenhang tussen de verschillende niveaus van planning en
beheer. In het kader van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake
klimaatverandering zijn nationale aanpassingsstrategieën het aanbevolen
instrument op mondiaal niveau. Dit zijn belangrijke analytische instrumenten
die zijn ontworpen om prioriteiten te helpen vaststellen voor actie en
investeringen en deze met informatie te onderbouwen. Het is van bijzonder belang te zorgen voor
gezamenlijke benaderingen en voor volledige aansluiting tussen nationale
aanpassingsstrategieën en nationale risicobeheersplannen. Veel lidstaten zijn
dergelijke plannen op basis van algemene nationale risicobeoordelingen aan het
ontwikkelen als sectoroverschrijdende planningsinstrumenten voor een betere
preventie van en voorbereiding op rampen. De EU zal aanpassing financieel ondersteunen
via het voorgestelde instrument LIFE, dat ook een subprogramma klimaatactie
omvat. De Commissie zal gebruik maken van meerjarige werkprogramma’s om
strategische doelstellingen te definiëren en de thematische prioriteiten vast
te stellen. Prioriteit zal worden gegeven aan vlaggenschipprojecten op het
gebied van aanpassing die belangrijke sectoroverschrijdende, transregionale
en/of grensoverschrijdende kwesties aanpakken. Projecten met demonstratie- en
overdraagbaarheidspotentieel zullen worden aangemoedigd, samen met
aanpassingenbenaderingen op basis van groene infrastructuur en ecosystemen, en
projecten ter bevordering van innovatieve aanpassingstechnologieën. Dit omvat
zowel "harde" als "zachte" technologieën, zoals meer
klimaatbestendige bouwmaterialen of systemen voor vroegtijdige waarschuwing. De Commissie zal met het oog op EU-brede
samenwerking en samenhang de uitwisseling van goede praktijken tussen de
lidstaten, regio’s, steden en andere belanghebbenden ondersteunen. Zo werkt de
Commissie samen met de lidstaten aan het opstellen van richtsnoeren op basis
van goede praktijken op het gebied van rampenpreventie. Actieve betrokkenheid
van lokale en regionale overheden zal daarbij van essentieel belang zijn. Voortbouwend op het succes van het
proefproject "aanpassingsstrategieën voor Europese steden"[16] zal de Commissie stedelijke
aanpassingsstrategieën blijven stimuleren. Aanpassingsmaatregelen door steden
zullen met name worden ontwikkeld in coördinatie met andere
EU-beleidsmaatregelen volgens het model van het Convenant van burgemeesters,
een initiatief waarbij meer dan 4 000 lokale autoriteiten een vrijwillige
verbintenis zijn aangegaan om de kwaliteit van het leven in de stad te
verbeteren door de klimaat- en energiedoelstellingen van de EU na te streven. Actie 1: alle lidstaten aanmoedigen tot vaststelling van veelomvattende aanpassingsstrategieën De Commissie verstrekt richtsnoeren voor het formuleren van aanpassingsstrategieën. Zij zijn bedoeld om de lidstaten te helpen bij de ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van hun aanpassingsbeleid. Zij hebben betrekking op aspecten die ontbreken in bestaande aanpassingsstrategieën, zoals de grensoverschrijdende kwesties en de noodzaak van coherentie met nationale risicobeheersplannen voor rampen. Tegen 2014 zal de Commissie een scorebord aanpassingsparaatheid vaststellen met daarop de belangrijkste indicatoren om het niveau van paraatheid van lidstaten te meten. In 2017 zal de Commissie op basis van de door haar ontvangen verslagen zoals vastgesteld in de verordening betreffende het bewakingssysteem en het scorebord aanpassingsparaatheid evalueren of de in de lidstaten ondernomen actie voldoende is. Indien zij van mening is dat de vooruitgang in verhouding tot de dekking en de kwaliteit van de nationale strategieën onvoldoende is, zal de Commissie onverwijld een voorstel voor een juridisch bindend instrument in overweging nemen. Actie 2: verstrekking van LIFE-financiering ter ondersteuning van capaciteitsopbouw en intensivering van de aanpassingsmaatregelen in Europa (2013-2020). De Commissie zal aanpassing stimuleren, vooral in de volgende kwetsbare gebieden: - grensoverschrijdend beheer van overstromingen, het bevorderen van samenwerkingsovereenkomsten op basis van de EU-richtlijn over overstromingsrisico's; - grensoverschrijdend beheer van kustgebieden, met de nadruk op dichtbevolkte delta's en kuststeden; - integratie van de aanpassing aan klimaatverandering in de ruimtelijke ordening van stedelijke gebieden, het ontwerpen van gebouwen en het beheren van natuurlijke hulpbronnen; - berg- en eilandgebieden, met de nadruk op duurzame en klimaatbestendige landbouw, bosbouw en toerisme; - duurzaam beheer van water; de bestrijding van woestijnvorming en bosbranden in gebieden met verhoogd droogterisico. De Commissie zal de oprichting van kwetsbaarheidsanalyses en aanpassingsstrategieën ondersteunen, met inbegrip van die met een grensoverschrijdend karakter. De Commissie zal bewustmaking van aanpassing, inclusief indicatoren, risicocommunicatie en beheer bevorderen. Actie 3: Invoering van aanpassing in het kader van het Convenant van burgemeesters (2013/2014). De Commissie zal, op basis van het model van het "Convenant van burgemeesters"-initiatief, aanpassing in steden ondersteunen, met name door de bevordering van een vrijwillige verbintenis om lokale aanpassingsstrategieën en bewustmakingsactiviteiten uit te voeren. 4.2. Beter onderbouwde
besluitvorming De
kennis over aanpassing ten behoeve van de besluitvorming wordt beter: er is een
groeiend aantal onderzoeksprogramma’s, nationale en regionale
aanpassingsstrategieën en kwetsbaarheidsanalyses. Er zijn meer klimaatgegevens,
klimaatdiensten en webportalen beschikbaar[17].
Het 5e evaluatierapport van de IPCC zal in 2014 worden goedgekeurd.
Toch zijn er nog aanzienlijke kennislacunes. Een
stevige kennisbasis is ook van essentieel belang om innovatie te stimuleren en
de uitrol op de markt van innovatieve technologieën voor de aanpassing aan de
klimaatverandering te ondersteunen. In het toekomstige EU-programma voor
onderzoek en innovatie Horizon 2020 zal aanpassing aan de
klimaatverandering worden aangekaart in het kader van de prioriteit
"maatschappelijke uitdagingen", en door te investeren in wetenschap
op topniveau en innovatie te bevorderen. Actie 4: het overbruggen van de kenniskloof. De belangrijkste kennislacunes zijn: - informatie over schade en de kosten en baten van aanpassing; - analyses en risicobeoordelingen op regionaal en lokaal niveau; - kaders, modellen en instrumenten ter ondersteuning van de besluitvorming en ter beoordeling van de doeltreffendheid van de verschillende aanpassingsmaatregelen; - manieren om vroegere aanpassingsinspanningen te bewaken en evalueren. De Commissie zal zich in het kader van de uitvoering van de strategie samen met de lidstaten en belanghebbenden inspannen om deze kennislacunes nog beter in kaart te brengen en de relevante instrumenten en methodologieën te vinden om deze aan te pakken. De bevindingen zullen worden verwerkt in de programmering van Horizon 2020 (2014-2020), en zullen bijdragen aan de verbetering van de contacten tussen wetenschap, besluitvorming en bedrijfsleven. Zij zullen ook worden gebruikt om de beschikbare informatie over Climate-Adapt te verbeteren. De Commissie zal kwetsbaarheidsbeoordelingen voor de EU als geheel bevorderen, daarbij onder andere rekening houdend met het in 2013 op te stellen sectoroverschrijdende EU-overzicht van natuurlijke en door de mens veroorzaakte risico’s. Hierbij zal zij met name het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek ondersteunen bij het inschatten van de gevolgen van de klimaatverandering, en een grondige evaluatie uitvoeren van de gevolgen van wereldwijde klimaatverandering voor de EU. Deze zullen in de (in 2015 uit te brengen en door de Commissie en de hoge vertegenwoordiger goed te keuren) "geïntegreerde dreigings- en risicoanalyseverslagen" worden opgenomen. Actie 5: Climate-Adapt verder te ontwikkelen als centraal punt voor alle informatie over aanpassing in Europa. De Commissie en het EMA zullen zorgen voor een betere toegang tot de informatie en voor interactie tussen Climate-Adapt en andere relevante fora, met inbegrip van de nationale en lokale aanpassingsportalen (2013/2014). Er zal speciale aandacht worden besteed aan kosten-batenanalysen van verschillende beleidsgevallen en voor innoverende financiering, via nauwere samenwerking met de regionale en lokale overheden en met financiële instellingen. De opname van de toekomstige Copernicus[18]-klimaatdiensten zal in 2014 worden voorbereid. 4.3. EU-acties op het gebied van
klimaatbestendigheid: de bevordering van aanpassing in belangrijke kwetsbare
sectoren De integratie van aanpassingsmaatregelen in
het beleid en de programma’s van de EU als manier om EU-acties
"klimaatbestendig" te maken, is een van de prioriteiten en
verantwoordelijkheden van de Commissie. Aanpassing is al geïntegreerd in wetgeving
voor sectoren zoals mariene wateren[19],
bosbouw[20],
en vervoer[21];
en in belangrijke beleidsinstrumenten zoals die inzake binnenwateren[22], biodiversiteit[23] en migratie en mobiliteit[24]. (Zie het bij deze mededeling
gevoegde werkdocument van de diensten van de Commissie op het gebied van de
klimaatverandering, de aantasting van het milieu en migratie voor meer
informatie over het laatste onderwerp.) Daarnaast heeft de Commissie
wetgevingsvoorstellen gedaan voor de integratie van de aanpassing van
klimaatsverandering in de land- en bosbouw[25],
de maritieme ruimtelijke ordening en het geïntegreerde beheer van kustgebieden[26], energie[27], risicopreventie en
risicobeheer[28],
vervoer[29],
onderzoek, gezondheidszorg[30],
en het milieu[31].
Bij deze initiatieven om de aanpassing aan de
klimaatverandering in het EU-beleid te integreren krijgen energie en vervoer
voorrang. Binnen het gezondheidsbeleid zijn de meeste maatregelen en systemen
voor de gezondheid van mens, dier en plant reeds operationeel, maar zij moeten
worden aangepast aan ongeacht welke nieuwe uitdaging de klimaatverandering met
zich meebrengt. De drie bij deze mededeling gevoegde werkdocumenten van de
diensten van de Commissie over gezondheid, mariene en kustgebieden, en
infrastructuur zetten uiteen wat de Commissie momenteel op dit gebied
onderneemt. Komende beleidsinitiatieven, op gebieden als
invasieve uitheemse soorten (2013), groene infrastructuur (2013), land als
hulpmiddel (2014-2015), en een nieuwe strategie voor bossen (2013) zullen naar
verwachting ook rekening houden met aanpassing. Richtsnoeren inzake aanpassing
en beheer van kustgebieden zijn in voorbereiding (2014), en richtsnoeren inzake
aanpassing en het Natura 2000-netwerk zullen binnenkort worden bekendgemaakt
(2013). Infrastructuurprojecten, die worden gekenmerkt
door een lange levensduur en hoge kosten, moeten bestand zijn tegen de huidige
en toekomstige gevolgen van klimaatverandering. Voortbouwend op het nieuwe
mandaat om de gevolgen van klimaatverandering voor Eurocodes[32] te beoordelen, moeten wij bij
onze samenwerking met normalisatieorganisaties, financiële instellingen en
projectbeheerders analyseren in welke mate normen, technische specificaties,
codes en veiligheidsvoorschriften voor fysieke infrastructuur moeten worden
versterkt om het hoofd te bieden aan extreme gebeurtenissen en andere
klimaateffecten. Op het moment is de penetratiegraad van
rampenverzekering op de markten van de lidstaten over het algemeen laag[33]. Hierover is overleg met
belanghebbenden nodig, op basis van het groenboek betreffende de verzekering
tegen natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen. Actie 6: bevordering van de klimaatbestendigheid van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB), het cohesiebeleid en het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB). Als onderdeel van de strategie voor de verdere integratie van aanpassing in het kader van het GLB en het cohesiebeleid worden richtsnoeren aangeboden. Vergelijkbare richtsnoeren zullen in 2013 voor het GVB worden gepubliceerd. Zij zijn met name bedoeld voor beheersautoriteiten en andere belanghebbenden die betrokken zijn bij het ontwerpen, ontwikkelen en ten uitvoer leggen van het programma voor 2014-2020. De lidstaten en regio’s kunnen ook de middelen van het cohesiebeleid 2014-2020 en het GLB aanwenden om de kennislacunes aan te pakken, te investeren in de benodigde analyses, risicoanalyses en hulpmiddelen, en de capaciteiten voor aanpassing aan de klimaatverandering op te bouwen. Actie 7: zorgen voor een meer klimaatbestendige infrastructuur In 2013 zal de Commissie de Europese normalisatie-instellingen verzoeken de voor de industrie relevante normen op het gebied van energie, vervoer en gebouwen in kaart te brengen en normen op te sporen die herziening behoeven met het oog op een betere integratie van de aanpassingsoverwegingen. Met de strategie worden ook richtsnoeren verstrekt voor projectontwikkelaars die werken aan infrastructuur en fysieke activa, met het oog op het klimaatbestendig maken van kwetsbare investeringen. Voortbouwend op de resultaten van haar mededeling over groene infrastructuur zal de Commissie in 2013 nagaan of aanvullende richtsnoeren voor overheden en beleidsmakers, maatschappelijke organisaties, particuliere ondernemingen en organisaties voor natuurbehoud nodig zijn om te zorgen voor optimaal gebruik van op ecosystemen gebaseerde benaderingen voor aanpassing. Actie 8: bevordering van verzekeringen en andere financiële producten voor klimaatbestendige investeringen en zakelijke beslissingen. Het samen met deze strategie goedgekeurde groenboek betreffende de verzekering tegen natuurlijke en door de mens veroorzaakte rampen is een eerste stap om verzekeraars aan te sporen de manier te verbeteren waarop zij bijdragen tot het beheer van risico's in verband met klimaatverandering. Het is de bedoeling van de Commissie de marktpenetratie van verzekeringen tegen natuurrampen te verbeteren en zo goed mogelijk gebruik te maken van de mogelijkheden van verzekeringsprijsstelling en andere financiële producten voor bewustwording, preventie en mitigatie van risico's en voor langdurige klimaatbestendigheid van de investeringen en zakelijke beslissingen (2014-2015). 5. Governance, financiering en evaluatie 5.1. Een kader voor coördinatie De
Commissie zal het gemakkelijker maken om het beleid te coördineren en zal
streven naar samenwerking met de lidstaten via het bestaande Comité
klimaatverandering. Ook moeten de lidstaten voor het einde van 2013 nationale
contactpunten aanwijzen voor de coördinatie van de communicatie tussen hen en
de Commissie, en om een bijdrage te leveren aan bewustmakings- en rapportage-activiteiten. De
Commissie zal de belanghebbenden blijven raadplegen en met hen samenwerken om
ervoor te zorgen dat de strategie correct en tijdig wordt uitgevoerd. 5.2. Het financieren van
aanpassing Betere toegang tot financiering zal een
belangrijke factor zijn bij de opbouw van een klimaatbestendig Europa. Het
ontwerp voor een meerjarig financieel kader voor 2014‑2020 bevat een voorstel
om klimaatgerelateerde uitgaven[34]
te verhogen tot minstens 20 % van de EU-begroting. Het is strategisch
belangrijk dat dergelijke investeringen klimaatbestendig zijn. De Commissie
heeft aanpassing aan de klimaatverandering opgenomen in haar voorstellen voor
alle EU-financieringsprogramma’s voor 2014-2020. Zowel de Europese
structurele en beleggingsfondsen[35]
als Horizon 2020 en het LIFE-programma zullen de lidstaten, regio’s en steden
in belangrijke mate ondersteunen bij het investeren in programma’s en projecten
op het gebied van aanpassing, met name in het kader van de prioriteiten van
specifieke investeringen voor de aanpassing in het EFRO en het Cohesiefonds.
Bovendien bieden verscheidene EU-fondsen en
internationale financiële instellingen zoals de Europese Investeringsbank en de
Europese Bank voor wederopbouw en ontwikkeling ook steun voor
aanpassingsmaatregelen. De Commissie zal andere manieren onderzoeken
voor het opvangen van een deel van investeringsuitgaven voor aanpassing, zoals
uitgaven die worden medegefinancierd door de EU bij de beoordeling van de
stabiliteits- en convergentieprogramma’s[36]. Daarnaast zijn er speciale fondsen — ook op
nationaal niveau — en openbare financiële instellingen die
aanpassingsmaatregelen ondersteunen, bijvoorbeeld voor de bestrijding van
overstromingen en voor droogtebeheer. Climate-Adapt zal meer informatie gaan
verstrekken over potentiële financieringsbronnen. De lidstaten kunnen
ook de opbrengsten uit EU-ETS-veilingen gebruiken voor financiële steun voor
aanpassing[37].
Met het oog op een geslaagde uitvoering worden
autoriteiten in de lidstaten aangemoedigd synergieën tussen de verschillende
fondsstromen te ontwikkelen, met name tussen de EU-financiering en
steunprogramma’s, om het effect van investeringen te versterken en
financieringslacunes zo veel mogelijk te voorkomen. 5.3. Bewaking, evaluatie en
toetsing Bewaking
en evaluatie van het beleid voor de aanpassing aan de klimaatverandering is van
cruciaal belang. De nadruk ligt nog steeds op de gevolgen en niet op de
aanpassingsmaatregelen en de doeltreffendheid ervan. De Commissie zal met
financiering van LIFE en andere bronnen indicatoren ontwikkelen ter
ondersteuning van de evaluatie van aanpassingsinspanningen en de beoordeling
van zwakke plekken in de hele EU. De Commissie zal in 2017 verslag uitbrengen
aan het Europees Parlement en de Raad over de stand van de uitvoering van de
strategie en zal zo nodig de herziening daarvan voorstellen. Het verslag zal
worden gebaseerd op de informatie die door de lidstaten in het kader van de
verordening betreffende het bewakingssysteem[38]
is verstrekt over nationale aanpassingsstrategieën en –planning, de
jaarverslagen over de uitvoering van de programma’s die in de periode 2014-2020
worden gefinancierd door de Europese structurele en beleggingsfondsen, en het 5e
beoordelingsverslag van de Intergouvernementele Werkgroep inzake
klimaatverandering, dat in 2014 moet worden gepubliceerd. 6. Conclusie Deze strategie biedt een kader en mechanismen
om de paraatheid van de EU voor de huidige en toekomstige gevolgen van
klimaatverandering tot een nieuw niveau te brengen. Voorgesteld wordt dit te
doen door aanpassingsmaatregelen van lidstaten te stimuleren en te
ondersteunen, een basis te creëren voor een beter geïnformeerde besluitvorming
over aanpassing in de komende jaren, en de bestendigheid van belangrijke
economische en beleidssectoren voor de gevolgen van de klimaatverandering te
verbeteren. [1] EMA-verslag nr. 12/2012. Climate change, impacts and
vulnerability in Europe 2012 (De klimaatverandering, de effecten en de
kwetsbaarheid in Europa 2012). [2] Idem. [3] EMA-verslag over de aanpassing aan de klimaatverandering
in Europa, (moet nog in 2013 verschijnen). [4] Aantal tropische nachten en warme dagen; verandering in
jaarlijkse en zomerse neerslag (2071-2100 in vergelijking met 1961-1990); verandering
in brandgevaar; aantal personen dat door overstromingen wordt getroffen en
bruto toegevoegde waarde dat daardoor verloren gaat (2050). [5] Zie de effectbeoordeling (SWD(2013) 312, deel 2, punt
1.1.3.) voor gedetailleerde toelichting op elk van in deze figuur opgenomen
elementen. [6] EMA-rapport nr. 12/2012: Bij dergelijke schattingen is
onder meer rekening gehouden met de gevolgen van de klimaatverandering op
overstromingen (door rivieren), kustgebieden, energie voor koeling en
hittesterfte. Alle figuren van dit hoofdstuk zijn gebaseerd op hetzelfde
scenario (A1b), met gemiddelde tot hoge broeikasgasemissies en een bijbehorende
stijging van de temperaturen boven de 2 °C. [7] EMA-rapport nr. 12/2012. [8] Rojas, R., Feyen, L., en Watkiss, P. (2013). [9] Kovats et al. (2011). ClimateCost, zie de verwijzing in
het EMA-verslag nr. 12/2012. [10] Feyen, L. en Watkiss, P. (2011). [11] Idem. [12] COM(2009) 147 definitief. Zie de effectbeoordeling voor
een volledige evaluatie van de uitvoering. [13] http://climate-adapt.eea.europa.eu/ is toegespitst op de informatie op EU-niveau, met links naar nationale
maatregelen. Sommige lidstaten hebben nationale informatieplatforms opgezet. [14] Zie http://climate-adapt.eea.europa.eu/web/guest/adaptation-strategies [15] Aanpassing op stadsniveau is in detail geregeld in het
EMA-verslag "Stedelijke aanpassing aan klimaatverandering in Europa"
(EER 2012): http://www.eea.europa.eu/publications/urban-adaptation-to-climate-change [16] Zie http://eucities-adapt.eu/cms/ [17] Zoals gemeld aan Climate-Adapt. Bron: EMA-verslag over de
aanpassing aan de klimaatverandering in Europa, (moet nog in 2013 verschijnen) [18] Voorheen bekend als GMES (wereldwijde monitoring voor
milieu en veiligheid). [19] Richtlijn van de Raad 2008/56/EC en Verordening (EU) nr.
1255/2011. [20] Verordening (EG) nr. 2152/2003 [21] Besluit nr. 661/2010/EU [22] COM(2012) 673 final. [23] COM(2011) 244 definitief. [24] COM(2011) 743 definitief. [25] http://ec.europa.eu/agriculture/cap-post-2013/legal-proposals/index_en.htm [26] COM(2013) 133 final. [27] COM(2011) 665/3. [28] COM(2011) 934 definitief. [29] COM(2011) 650/2 definitief. [30] http://ec.europa.eu/governance/impact/planned_ia/docs/2013_sanco_002_eu_plant_health_law_en.pdf
[31] COM(2012) 628 final. [32] Eurocodes zijn een door het Europees Comité voor
Normalisatie ontwikkelde reeks geharmoniseerde technische regels voor het
structurele ontwerp van bouwwerken in de EU. [33] Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, Europese
Commissie (2012), Natural catastrophes: Risk relevance and insurance coverage
in the EU. [34] Daarmee worden zowel matiging van als aanpassing aan de
klimaatverandering bedoeld. [35] Het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), het
Cohesiefonds, het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Europees Landbouwfonds voor
Plattelandsontwikkeling (ELFPO) en het Europees Fonds voor maritieme zaken en
visserij (EFMZV). [36] Zoals uiteengezet in de recente blauwdruk voor een hechte
economische en monetaire Unie, COM (2012) 777 final. [37] Artikel 10, lid 3, onder a), van Richtlijn 2003/87/EG,
gewijzigd bij Richtlijn 2009/29/EG. [38] http://ec.europa.eu/clima/policies/g-gas/monitoring/