EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52008PC0050

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening van een overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika, anderzijds, tot wijziging van de overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking

/* COM/2008/0050 def. */

52008PC0050




[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 4.2.2008

COM(2008) 50 definitief

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de ondertekening van een overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika, anderzijds, tot wijziging van de overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

De overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika, anderzijds, is op 11 oktober 1999 in Pretoria ondertekend en op 1 mei 2004 in werking getreden.

Krachtens de artikelen 18 en 103 moet de overeenkomst binnen vijf jaar na inwerkingtreding worden geëvalueerd. De partijen hebben in 2004 een evaluatie van de overeenkomst verricht en zijn in een gezamenlijke verklaring van de samenwerkingsraad van 23 november 2004 overeengekomen dat de samenwerking tussen Zuid-Afrika en de EU moet worden voortgezet en gediversifieerd op basis van de bestaande overeenkomst, die waar nodig wordt gewijzigd.

Op zijn bijeenkomst van 7 november 2005 heeft de Samenwerkingsraad de grote lijnen van de toekomstige herziening van de overeenkomst uitgetekend. Het gaat om verdere liberalisering van de handel, kleine wijzigingen van de titel ontwikkelingssamenwerking, bijwerking van de formulering van verschillende bepalingen betreffende economische samenwerking en samenwerking op andere gebieden en toevoeging van nieuwe bepalingen inzake onder meer terrorisme, het Internationaal Strafhof, massavernietigingswapens, huurlingen en handvuurwapens.

Op basis daarvan heeft de Commissie in juni 2006 een voorstel voor een onderhandelingsmandaat ingediend.

Op 17 november 2006 heeft de Raad een tweeledig besluit goedgekeurd, waarbij twee mandaten aan de Commissie werden verleend. Krachtens het ene mandaat werden aan de Commissie richtsnoeren verstrekt voor de herziening van de overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking op grond van artikel 106, lid 1, van die overeenkomst, dat de Samenwerkingsraad de bevoegdheid verleent besluiten te nemen ten aanzien van door een partij voorgestelde wijzigingen. Krachtens het andere mandaat werd machtiging verleend tot het openen van onderhandelingen tussen de Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika, anderzijds, om de overeenkomst te herzien wat betreft de politieke dimensie, alsmede wat betreft justitie, vrijheid en veiligheid.

In de loop van de onderhandelingen kwamen beide partijen echter met het oog op coherentie overeen af te zien van de "lichtere" procedure van artikel 106, lid 1, van de overeenkomst en te onderhandelen over één wijzigingsovereenkomst. Bijgevolg heeft de Commissie over deze overeenkomst onderhandeld op basis van de samengevoegde onderhandelingsrichtsnoeren die de Raad had aangenomen, en in overleg met de werkgroep ACS en de werkgroep Afrika, die de Raad overeenkomstig hun respectieve bevoegdheden had aangewezen als de speciale comités om hem in deze taak bij te staan. Voor aangelegenheden die vallen onder titel V (GBVB) van het EU-Verdrag heeft de Commissie de onderhandelingen samen met het voorzitterschap en met de hulp van het secretariaat-generaal/de hoge vertegenwoordiger gevoerd.

Van bij de aanvang van de onderhandelingen was het duidelijk dat alle handels- en handelsgerelateerde kwesties zouden worden besproken in het kader van de besprekingen over de toekomstige economische partnerschapsovereenkomst met de landen van zuidelijk Afrika. De onderhandelingen over de overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking die betrekking hadden op handel en handelsgerelateerde kwesties werden bijgevolg onmiddellijk geschorst in afwachting van de resultaten van de besprekingen over de economische partnerschapsovereenkomst.

Gedurende de onderhandelingen heeft de Commissie ervoor gezorgd dat naar behoren rekening werd gehouden met het proces voor de tenuitvoerlegging van het strategische partnerschap tussen Zuid-Afrika en de EU.

De onderhandelingen werden formeel geopend op 29 maart 2007 en werden tot tevredenheid van de Commissie op 10 oktober 2007 afgesloten. De Commissie dient bijgevolg het aangehechte ontwerpbesluit betreffende de ondertekening van de overeenkomst tot wijziging van de overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking in bij de Raad.

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de ondertekening van een overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika, anderzijds, tot wijziging van de overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name artikel 310, in samenhang met artikel 300, lid 2, eerste alinea, tweede zin, en artikel 300, lid 3), tweede alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika, anderzijds, is op 11 oktober 1999 in Pretoria ondertekend. Zij is op 26 april 2004 gesloten[1].

(2) Op 17 november 2006 heeft de Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen met de Republiek Zuid-Afrika te voeren over een overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika anderzijds, tot wijziging van de overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking.

(3) Deze onderhandelingen zijn tot tevredenheid van de Commissie afgerond.

(4) Onder voorbehoud van een sluiting op een later tijdstip moet de overeenkomst tot wijziging van de overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking thans namens de Europese Gemeenschap en haar lidstaten worden ondertekend,

BESLUIT:

Enig artikel

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de personen aan te wijzen die bevoegd zijn om namens de Gemeenschap de overeenkomst te ondertekenen tot wijziging van de overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika, anderzijds.

De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika, anderzijds, tot wijziging van de Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking

HET KONINKRIJK BELGIË,

DE REPUBLIEK BULGARIJE,

DE TSJECHISCHE REPUBLIEK,

HET KONINKRIJK DENEMARKEN,

DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND,

DE REPUBLIEK ESTLAND,

DE HELLEENSE REPUBLIEK,

HET KONINKRIJK SPANJE,

DE FRANSE REPUBLIEK,

IERLAND,

DE ITALIAANSE REPUBLIEK,

DE REPUBLIEK CYPRUS,

DE REPUBLIEK LETLAND,

DE REPUBLIEK LITOUWEN,

HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG,

DE REPUBLIEK HONGARIJE,

DE REPUBLIEK MALTA,

HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN,

DE REPUBLIEK OOSTENRIJK,

DE REPUBLIEK POLEN,

DE PORTUGESE REPUBLIEK,

DE REPUBLIEK ROEMENIË,

DE REPUBLIEK SLOVENIË,

DE SLOWAAKSE REPUBLIEK,

DE REPUBLIEK FINLAND,

HET KONINKRIJK ZWEDEN,

HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND,

Partijen bij het Verdrag tot oprichting van de EUROPESE GEMEENSCHAP,

Hierna "de lidstaten" genoemd, en

DE EUROPESE GEMEENSCHAP,

Hierna "de Gemeenschap" genoemd,

en

DE REPUBLIEK ZUID-AFRIKA,

hierna "de partijen" genoemd,

OVERWEGENDE HETGEEN VOLGT:

De overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika, anderzijds (hierna "de overeenkomst" genoemd), is op 11 oktober 1999 in Pretoria ondertekend en op 1 mei 2004 in werking getreden.

KRACHTENS de artikelen 18 en 103 moet de overeenkomst binnen vijf jaar na inwerkintreding worden herzien. De partijen hebben de overeenkomst in 2004 opnieuw bezien en zijn in een gezamenlijke verklaring van de Samenwerkingsraad van 23 november 2004 overeengekomen dat bepaalde wijzigingen in de overeenkomst noodzakelijk zijn.

De herzieningen van de bepalingen van de overeenkomst inzake liberalisering van de handel en handelsgerelateerde vraagstukken maakt deel uit van de onderhandelingen over een economische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en de landen van zuidelijk Afrika.

Het actieplan voor de tenuitvoerlegging van het strategisch partnerschap tussen de Republiek Zuid-Afrika en de Europese Unie is in onderling overleg tussen de partijen vastgesteld en voorziet in een uitbreiding van de samenwerking tussen de partijen op een groot aantal terreinen,

ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:

ARTIKEL 1

De overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1. In de preambule wordt de volgende zesde overweging toegevoegd:

"Erkennende dat alle componenten van het multilaterale ontwapenings- en non-proliferatieverdragssysteem cruciaal zijn en dat vorderingen moeten worden gemaakt bij de implementatie van alle daaruit voortvloeiende verplichtingen, wensen de partijen in de overeenkomst een clausule op te nemen waarmee zij op dit terrein kunnen overgaan tot samenwerking en een politieke dialoog."

2. Artikel 2, lid 1, wordt vervangen door:

"De eerbiediging van de democratische beginselen en fundamentele mensenrechten die zijn opgenomen in de universele verklaring van de rechten van de mens, en de eerbiediging van de rechtsstaat alsmede samenwerking bij ontwapening en de non-proliferatie van massavernietigingswapens als vastgesteld bij artikel 91A, leden 1 en 2, vormen de grondslag van het binnen- en buitenlands beleid van de Europese Unie en Zuid-Afrika en zijn een essentieel onderdeel van deze overeenkomst."

3. Artikel 55 wordt vervangen door:

" Artikel 55

Informat iemaatschappij: telecommunicatie- en informatietechnologie

1. De partijen komen overeen samen te werken aan de ontwikkeling van de informatiemaatschappij en de toepassing van informatie- en communicatietechnologieën (ICT) als instrumenten om de sociaaleconomische ontwikkeling in het informatietijdperk te bevorderen. Het doel van de samenwerking is:

1. de totstandbrenging van een geïntegreerde en ontwikkelingsgerichte informatiemaatschappij bevorderen;

2. steun voor de groei en ontwikkeling van de ICT-sector, met inbegrip van het midden- en kleinbedrijf;

3. steun voor samenwerking op dit gebied tussen de landen van Zuidelijk Afrika en meer in het algemeen op het niveau van het continent.

2. De samenwerking omvat dialoog, informatie-uitwisseling en eventuele technische bijstand bij verschillende aspecten van de opbouw van de informatiemaatschappij. Dit omvat:

4. beleid, regelgeving, innovatieve en geïntegreerde toepassingen en diensten, ontwikkeling van vaardigheden;

5. bevordering van de interactie tussen regelgevingsautoriteiten, overheidsinstanties, bedrijven en maatschappelijke organisaties;

6. nieuwe voorzieningen, ondermeer onderzoek- en onderwijsnetwerken die op de onderlinge aansluiting van netwerken en de interoperabiliteit van toepassingen zijn gericht;

7. bevordering en uitvoering van gezamenlijk onderzoek, technologische ontwikkeling voor projecten op het gebied van nieuwe technologieën betreffende de informatiemaatschappij;

In onderling overleg vastgestelde projecten die het resultaat zijn van interactie op bovengenoemde terreinen zouden via het programma ontwikkelingssamenwerking moeten worden uitgevoerd."

4. Artikel 57 wordt als volgt gewijzigd:

8. In lid 1 wordt de inleidende zin vervangen door:

"1. Het doel van de samenwerking op dit terrein is onder meer:"

9. Lid 2 wordt vervangen door:

"2. De samenwerking is specifiek gericht op:

10. steun voor de uitwerking van een passend energiebeleid, het regelgevend kader en de infrastructuur in Zuid-Afrika;

11. zorgen voor veiligheid van de energievoorziening in Zuid-Afrika door diversificatie van de energiebronnen;

12. verbetering van de technische, economische, ecologische en financiële prestaties van energiebedrijven, met name in de sectoren elektriciteit en vloeibare brandstoffen;

13. stimulering van capaciteitsopbouw met gebruikmaking van lokale expertise, met name door algemene en technische scholing;

14. ontwikkeling van nieuwe, duurzame energiebronnen en ondersteunende infrastructuur voor de energiebehoeften op nationaal en plattelandsniveau en de elektriciteitsvoorziening;

15. bevordering van het rationele energiegebruik in gebouwen en de industrie, met name door de bevordering van energie-efficiëntie;

16. bevordering van de wederzijdse overdracht en het gebruik van milieuvriendelijke en schonere energietechnologieën;

17. bevordering van de samenwerking bij de regelgeving in de energiesector in Zuidelijk Afrika;

18. stimulering van de regionale energiesamenwerking in Zuidelijk Afrika."

19. Het volgende lid wordt toegevoegd aan artikel 57:

"3. De samenwerking omvat Zuid-Afrikaanse werkzaamheden in het kader van het EU-energie-initiatief voor uitroeiing van de armoede en duurzame ontwikkeling, de doelstellingen van het uitvoeringsplan van Johannesburg en de VN-commissie voor duurzame ontwikkeling."

5. Artikel 58 wordt als volgt gewijzigd:

20. In lid 1, onder a), worden de woorden "gezondheids- en veiligheidsnormen" vervangen door "gezondheids-, veiligheids- en milieunormen".

21. In lid 1, onder b), worden de woorden "en voorheen achtergestelde gemeenschappen betreft" vervangen door "betreft, en moet ook voorheen achtergestelde gemeenschappen omvatten."

22. Aan lid 1 wordt het volgende punt d) toegevoegd:

"(d) steun voor beleidsmaatregelen en programma's die de plaatselijke verrijking van ertsen stimuleren en mogelijkheden voor samenwerking bij de ontwikkeling van de verrijking van ertsen creëren."

23. Lid 1, onder d), wordt lid 1, onder e).

24. In lid 2 worden achteraan de woorden "en het Afrikaans mijnbouwpartnerschap (African Mining Partnership - AMP)" toegevoegd.

6. Artikel 59 wordt als volgt gewijzigd:

25. In lid 1, onder b), worden de woorden "een duurzaam vervoersnetwerk" vervangen door "een veilig en duurzaam vervoersnetwerk".

26. In lid 2, onder c), worden de woorden "het lucht- en zeeverkeer" vervangen door "het lucht-, spoor- en zeeverkeer".

27. In lid 2 worden de volgende punten toegevoegd:

"(d) uitwisseling van informatie en verbetering van de samenwerking in verband met de respectieve beleidslijnen en praktijken inzake vervoersveiligheid, meer in het bijzonder in de sectoren zeevaart, luchtvaart en landtransport, met inbegrip van intermodale goederenstromen;

(e) harmonisatie van het vervoerbeleid en de regelgeving door een versterkte beleidsdialoog en de uitwisseling van regelgevings- en operationele knowhow met bevoegde instanties;

(f) ontwikkeling van partnerschappen op het gebied van wereldwijde satellietnavigatiesystemen, met inbegrip van onderzoek en technologische ontwikkeling, en toepassing van die systemen voor duurzame ontwikkeling."

7. Het volgende artikel wordt ingevoegd:

" Artikel 59bis

Zeevervoer

1. Met het oog op de ontwikkeling van hun maritieme industrie moedigen de partijen hun bevoegde autoriteiten, scheepvaartmaatschappijen, havens, relevante onderzoekinstellingen, universiteiten en hogescholen aan om samen te werken, onder meer op de volgende gebieden:

28. uitwisseling van standpunten betreffende hun activiteiten in het kader van internationale maritieme organisaties;

29. opstelling en verbetering van de wetgeving betreffende zeevervoer en marktbeheer;

30. bevordering van efficiënte vervoerdiensten voor de internationale zeevaart door doeltreffende exploitatie van de havens en vloten van de partijen;

31. waarborging van de veiligheid van de zeevaart en preventie van mariene verontreiniging;

32. bevordering van maritieme studie en opleiding, meer in het bijzonder de opleiding van zeevarenden;

33. uitwisseling van personeel, wetenschappelijke informatie en technologie;

34. versterkte inspanningen voor de verbetering van de maritieme veiligheid.

2. De partijen bevestigen hun grote gehechtheid aan de door hen geratificeerde internationale verdragen inzake de regelgeving voor gevaarlijke biologische, chemische en nucleaire materialen en komen overeen bilateraal en in multilateraal verband samen te werken op dit gebied.

3. De samenwerking in dit verband kan plaatsvinden via gezamenlijk ontwikkelde programma's voor capaciteitsopbouw betreffende veiligheid en het milieu."

8. Artikel 60 wordt als volgt gewijzigd:

35. Lid 1, onder c), wordt vervangen door:

"(c) de ontwikkeling van producten en markten, het menselijk potentieel en institutionele structuren te bevorderen;"

36. Lid 1, onder e), wordt vervangen door:

"(e) samen te werken bij het ontwikkelen en stimuleren van toerisme met een basis in de plaatselijke gemeenschappen;"

37. Lid 2, onder e), wordt vervangen door:

“(e) stimulering van de samenwerking op regionaal en continentaal niveau.”

9. Artikel 65 wordt als volgt gewijzigd:

38. In lid 1 worden de woorden "heeft plaats in een context van beleidsdialoog en partnerschap" vervangen door "vindt plaats in een context van beleidsdialoog, partnerschap en doeltreffende steun".

39. In lid 3 achteraan worden na het woord "bestrijden" de woorden "meer in het bijzonder de verwezenlijking van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling" toegevoegd.

10. Het volgende artikel wordt ingevoegd:

" Artikel 65bis

Millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling

De partijen bevestigen zich te willen inzetten voor de verwezenlijking van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling tegen de streefdatum van 2015. De partijen komen ook overeen om hun inspanningen te verdubbelen om hun verbintenissen in het kader van de Conferentie van Monterrey over ontwikkelingsfinanciering na te komen en de in het uitvoeringsplan van Johannesburg vastgestelde resultaten te halen. De partijen geven voorts uitdrukking aan hun steun voor de Afrikaanse Unie en haar sociaaleconomische programma, en zullen gezamenlijk de middelen voor de uitvoering daarvan mobiliseren."

11. Artikel 66 wordt als volgt gewijzigd:

40. Lid 1 wordt vervangen door:

"1. De terreinen van de ontwikkelingssamenwerking worden in overeenstemming met de desbetreffende samenwerkingsinstrumenten van de EU vastgesteld in onderling overeengekomen meerjarige programmeringsdocumenten."

41. In lid 2 worden de woorden "niet-gouvernementele ontwikkelingspartners en –actoren" vervangen door "niet-overheidsactoren".

42. In lid 3 wordt het woord "voormalige" geschrapt.

12. Artikel 67 wordt vervangen door:

" Artikel 67

Begunstigden

De voor financiële en technische bijstand in aanmerking komende samenwerkingspartners zijn nationale, provinciale en lokale overheden en overheidsinstanties, niet-overheidsactoren en regionale en internationale organisaties en instellingen."

13. Artikel 68 wordt als volgt gewijzigd:

43. In lid 2, onder c), worden de woorden "niet-gouvernementele partner" vervangen door "niet-overheidsactor".

44. In lid 4 wordt het woord "kan" vervangen door "zal".

14. Artikel 69 wordt als volgt gewijzigd:

45. In lid 1 worden de woorden "op basis van specifieke doelstellingen gekozen in overeenstemming met de in artikel 66 aangegeven prioriteiten" geschrapt.

46. Lid 2 wordt vervangen door: "de overeenkomsten en/of contracten betreffende afzonderlijke projecten en programma's omvatten een gedetailleerde omschrijving van de procedures en bepalingen betreffende de tenuitvoerlegging van en het toezicht op de ontwikkelingssamenwerking".

15. Artikel 71 wordt als volgt gewijzigd:

47. In lid 1 wordt het woord "financieringsvoorstel" vervangen door "jaarlijks actieplan".

48. In lid 2 wordt het woord "financieringsvoorstel" vervangen door "jaarlijks actieplan".

16. Artikel 73 wordt als volgt gewijzigd:

49. In lid 1 wordt na de woorden "Zuid-Afrika en de ACS-staten" de woorden "alsook landen en gebieden die in aanmerking komen overeenkomstig de EG-verordeningen inzake ontkoppeling van de hulp" ingevoegd.

50. In lid 2 wordt na de woorden "Zuid-Afrika of de ACS-staten" de woorden "alsook landen of gebieden die in aanmerking komen overeenkomstig de EG-verordeningen inzake ontkoppeling van de hulp" ingevoegd.

17. In artikel 76 wordt het woord "Samenwerkingsraad" vervangen door "EU-Raad van Ministers ".

18. In artikel 77 wordt het woord "Samenwerkingsraad" vervangen door "EU-Raad van Ministers".

19. Artikel 79 wordt als volgt gewijzigd:

51. In het kopje van het artikel wordt het woord "hoofdordonnateur" vervangen door "ordonnateur".

52. In de tekst van het artikel wordt het woord "hoofdordonnateur" vervangen door "ordonnateur".

20. In artikel 82, lid 2, wordt de eerste zin geschrapt.

21. Artikel 83 wordt vervangen door:

" Artikel 83

Wetenschap en technologie

1. De partijen sluiten wederzijds voordelige partnerschappen op het gebied van wetenschap en technologie, waarbij zij de samenwerking uit hoofde van de EU-kaderprogramma's bevorderen in het kader van de in november 1997 gesloten overeenkomst inzake samenwerking op het gebied van wetenschap en technologie, en in het kader van deze overeenkomst en andere relevante instrumenten. De partijen besteden bijzondere aandacht aan de aanwending van wetenschap en technologie ter ondersteuning van de duurzame groei en ontwikkeling van Zuid-Afrika in overeenstemming met de bepalingen van deze overeenkomst, en aan de voortgang van de maatregelen voor duurzame ontwikkeling wereldwijd en de versterking van de Afrikaanse capaciteiten op het gebied van wetenschap en technologie.

De partijen gaan regelmatig over tot dialoog om de prioriteiten voor de wetenschappelijke en technologische samenwerking gezamenlijk vast te stellen.

2. Het samenwerkingsverband omvat onder meer de toepassing van wetenschap en technologie voor armoedebestrijdingsprogramma's; uitwisseling op het gebied van wetenschappelijk en technologisch beleid; onderzoek- en innovatiepartnerschappen ter ondersteuning van economische samenwerking en het scheppen van werkgelegenheid; samenwerking bij wereldwijde programma's voor speerpuntonderzoek en wereldwijde onderzoekinfrastructuur; steun voor Afrikaanse wetenschappelijke en technologische programma's op continentaal en regionaal niveau; versterking van de multilaterale wetenschappelijke en technologische dialoog en partnerschappen; benutting van de synergie tussen multilaterale en bilaterale wetenschappelijke en technologische samenwerking; ontwikkeling van het menselijk potentieel en mondiale mobiliteit van onderzoekers; gecoördineerde en gerichte samenwerking op specifieke wetenschappelijke en technologische themagebieden die door de partijen gezamenlijk worden vastgesteld."

22. Artikel 84 wordt als volgt gewijzigd:

53. In lid 1 achteraan worden de woorden ", onder meer in het kader van de Verenigde Naties en andere multilaterale fora ." toegevoegd.

54. In lid 3 wordt na het woord "waterkwaliteitscontrole" het woord "luchtkwaliteit;" ingevoegd en worden de woorden "rond de vermindering van broeikasemissies" vervangen door "betreffende de oorzaken en gevolgen van de klimaatverandering."

23. Artikel 85 wordt vervangen door:

" Artikel 85

Cultu ur

1. Algemeen - beleidsdialoog

55. De patijen werken samen op cultureel gebied om wederzijds begrip en de kennis van de cultuur/culturen van Zuid-Afrika en de lidstaten van de Europese Unie te bevorderen.

56. De partijen streven ernaar een beleidsdialoog op cultureel gebied tot stand te brengen; in het bijzonder betreffende de versterking en ontwikkeling van een competitieve cultuurindustrie in Zuid-Afrika en de Europese Unie.

2. Culturele diversiteit en interculturele dialoog

De partijen werken samen in het kader van de relevante internationale fora (bijvoorbeeld UNESCO) om de bescherming en bevordering van de culturele diversiteit te verbeteren en de interculturele dialoog op internationaal niveau te stimuleren.

3. Culturele samenwerking en uitwisselingen

De partijen bevorderen de samenwerking bij culturele activiteiten, deelname aan evenementen en culturele uitwisselingen tussen cultuurondernemingen in Zuid-Afrika en de Europese Unie."

24. Artikel 86, lid 1, wordt vervangen door:

"1. De partijen gaan een dialoog aan op het gebied van werkgelegenheid en sociaal beleid. Deze dialoog betreft onder meer vraagstukken met betrekking tot sociale problemen in de samenleving na het apartheidstijdperk, armoedebestrijding, fatsoenlijk werk voor iedereen, sociale bescherming, werkloosheid, gelijkheid van vrouwen en mannen, geweld tegen vrouwen, rechten van kinderen, mensen met een handicap, ouderen, jongeren, arbeidsbetrekkingen, gezondheidzorg, veiligheid op het werk en bevolking."

25. Artikel 90 wordt vervangen door:

" Artikel 90

Samenwerking op het gebied van illegale drugs

1. De partijen werken binnen hun respectieve bevoegdheden samen aan een evenwichtige en geïntegreerde aanpak van het drugsprobleem. Het beleid en de maatregelen tegen drugs worden gericht op het verminderen van de levering van, de handel in en de vraag naar illegale drugs en de preventie van het misbruik van precursoren.

2. De partijen komen middelen overeen tot samenwerking om deze doelstellingen te bereiken. De maatregelen worden gebaseerd op de beginselen die zijn vastgesteld op de bijzondere zitting van de Algemene Vergadering van de VN over drugs in 1998 en de volledige naleving van de fundamentele mensenrechten.

26. Artikel 91 wordt als volgt gewijzigd:

57. De titel wordt vervangen door:

"Bescherming van persoonsgegevens"

58. Lid 1 wordt vervangen door:

"1. De partijen werken samen om de bescherming van persoonsgegevens op te trekken tot het niveau van de hoogste internationale normen, zoals onder meer de richtsnoeren voor de regulering van computerbestanden met persoonsgegevens, zoals gewijzigd door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 20 november 1990, en om de uitwisseling van gegevens overeenkomstig de nationale wetgeving te bevorderen, onder naleving van de hoogste internationale normen, met inbegrip van de bescherming van de fundamentele rechten."

59. Lid 3 wordt geschrapt.

27. De volgende artikelen worden ingevoegd:

"Art ikel 91bis

Massavernietigingswapens en overbrengingsmiddelen daarvoor

1. In het licht van de mogelijke gevaren voor de internationale veiligheid en stabiliteit komen de partijen overeen samen te werken aan en bij te dragen tot de versterking van het multilaterale ontwapenings- en non-proliferatiestelsel en in dat verband de proliferatie van alle massavernietigingswapens en hun overbrengingsmiddelen tegen te gaan door de volledige naleving en nationale tenuitvoerlegging van hun respectieve verplichtingen en verbintenissen op grond van de desbetreffende verdragen en overeenkomsten en andere relevante internationale verplichtingen.

2. De partijen komen voorts overeen samen te werken aan en bij te dragen tot deze doelstellingen door:

60. stappen te ondernemen voor de ondertekening, ratificatie of toetreding tot andere relevante internationale ontwapenings- en non-proliferatie-instrumenten, naargelang van het geval, en alle internationale juridisch bindende instrumenten volledig te implementeren en na te leven;

61. de vaststelling en/of handhaving van een doeltreffend systeem van nationale exportcontroles, door het toezicht op de export en de doorvoer van goederen die verband houden met massavernietigingswapens, met inbegrip van een controle op het eindgebruik als massavernietigingswapen van technologieën voor tweeërlei gebruik alsmede doeltreffende, onder meer strafrechtelijke, sancties tegen overtredingen van de exportcontroles.

3. De partijen komen overeen dat de leden 1 en 2 van dit artikel een essentieel onderdeel van de overeenkomst vormen. De partijen komen overeen dat ze een regelmatige politieke dialoog aangaan ter begeleiding en consolidatie van hun samenwerking op dit gebied in het kader van de beginselen die in de preambule zijn uiteengezet."

" Artikel 91ter

Terrorismebestrijding

1. De partijen veroordelen met klem alle daden, methoden en praktijken van terrorisme in alle vormen en uitingen als misdadig en ongerechtvaardigd, ongeacht waar en door wie zij worden begaan.

2. De partijen erkennen voorts nadrukkelijk dat terrorisme niet kan worden overwonnen zonder tegelijk de factoren die tot de verspreiding van het terrorisme leiden, bij de wortels aan te pakken. De partijen bevestigen vastberaden te zijn alomvattende actieprogramma's te ontwikkelen en uit te voeren om deze factoren uit te roeien. De partijen onderstrepen dat de strijd tegen het terrorisme moet worden gevoerd onder volledige naleving van het internationale recht, de mensenrechten en het vluchtelingenrecht, en dat alle maatregelen duidelijk op de rechtsstaat moeten gebaseerd zijn. De partijen beklemtonen dat doeltreffende maatregelen voor terrorismebestrijding en de mensenrechtenbescherming geen tegenstrijdige maar wel complementaire en wederzijds versterkende doelstellingen zijn.

3. De partijen beklemtonen het belang van de implementatie van de mondiale terrorismebestrijdingsstrategie van de VN en verklaren dat zij bereid zijn daaraan mee te werken. Zij blijven zich inzetten om zo spoedig mogelijk een overeenkomst over het alomvattend verdrag betreffende internationaal terrorisme te bereiken.

4. De partijen komen overeen samen te werken aan de preventie en bestraffing van terroristische daden overeenkomstig het Handvest van de Verenigde Naties en het internationale recht, relevante verdragen en instrumenten en in het kader van hun respectieve wet- en regelgeving. Zij doen dit meer in het bijzonder:

(a) in het kader van de tenuitvoerlegging van Resolutie 1373 (2001) van de VN-Veiligheidsraad en andere relevante VN-resoluties, en van de geldende internationale verdragen en instrumenten;

(b) door de uitwisseling van informatie over terroristische groeperingen en hun ondersteuningsnetwerken, in onderling overleg en overeenkomstig internationale en nationale wetgeving;

(c) door de uitwisseling van standpunten over middelen en methoden voor terrorismebestrijding, onder meer op technisch en opleidingsgebied, en door de uitwisseling van ervaringen bij terrorismepreventie."

" Artikel 91quater

Witwassen van geld en terrorismefinanciering

1. De partijen zijn het erover eens dat al het mogelijke moet worden gedaan en dat moet worden samengewerkt om te voorkomen dat hun financiële systemen worden gebruikt voor het witwassen van de opbrengsten uit criminele activiteiten in het algemeen en misdrijven in verband met illegale drugs en psychotrope stoffen in het bijzonder.

2. De samenwerking op dit gebied kan administratieve en technische bijstand omvatten voor de goede tenuitvoerlegging van voorschriften en de doeltreffende toepassing van passende normen en mechanismen voor de bestrijding van het witwassen van geld en van terrorismefinanciering overeenkomstig internationale normen en in het bijzonder de aanbevelingen van de financiële actiegroep (FATF)."

" Artikel 91quinquies

Bestrijding van georganiseerde misdaad

De partijen komen overeen samen te werken bij de bestrijding van georganiseerde en financiële misdaad, met inbegrip van corruptie. Die samenwerking is meer in het bijzonder gericht op de toepassing en bevordering van desbetreffende internationale normen en instrumenten, zoals het VN-Verdrag ter bestrijding van grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit en de aanvullende protocollen en het VN-Verdrag inzake bestrijding van corruptie."

" Artikel 91sexies

Handvuurwapens en lichte wapens

De partijen erkennen dat het illegaal fabriceren, opslaan, bezitten en verhandelen van handvuurwapens en lichte wapens en de excessieve accumulatie en ongecontroleerde verspreiding daarvan in belangrijke mate blijven bijdragen tot onstabiliteit en de bedreiging van veiligheid en duurzame ontwikkeling. De partijen komen daarom overeen nauw te blijven samenwerken aan de preventie, bestrijding en uitroeiing van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens met betrekking tot alle aspecten die in het VN-actieprogramma zijn vastgesteld, en de excessieve accumulatie van handvuurwapens en lichte wapens aan te pakken. De partijen komen overeen hun verplichtingen krachtens het internationale recht en de desbetreffende verdragen en hun verbintenissen in het kader van relevante multilaterale instrumenten nauwgezet na te komen en volledig ten uitvoer te leggen."

" Artikel 91septies

Huurlingen

De partijen verbinden zich ertoe een regelmatige politieke dialoog aan te gaan en samen te werken bij de preventie van activiteiten van huurlingen, overeenkomstig hun verplichtingen op grond van internationale verdragen en instrumenten en hun respectieve wet- en regelgeving."

" Artikel 91octies

Internationaal Strafhof

De partijen zijn vastbesloten een eind te maken aan de straffeloosheid en de internationale vrede en veiligheid alsook de blijvende eerbiediging van de handhaving van het internationale recht te bevorderen, en bevestigen hun steun voor het Internationale Strafhof en zijn werkzaamheden. De partijen komen voorts overeen samen te werken om de universaliteit en integriteit van het Statuut van Rome en de aanverwante instrumenten te bevorderen, en hun samenwerking met het Internationale Strafhof en zijn werkzaamheden te versterken."

" Artikel 91nonies

Samenwerking bij migratie

62. Migrati e vormt het onderwerp van een diepgaande politieke dialoog, waaruit blijkt welk belang de partijen aan dit onderwerp hechten.

De partijen bevestigen hun inzet voor de verplichtingen die krachtens het internationale migratierecht bestaan en die gericht zijn op de eerbiediging van de mensenrechten en de afschaffing van alle vormen van discriminatie, in het bijzonder op grond van oorsprong, geslacht, ras, taal of religie.

63. Teneinde de samenwerking tussen de partijen te versterken heeft de dialoog betrekking op een breed scala van onderwerpen, onder meer:

64. eerlijke behandeling van buitenlandse onderdanen die wettelijk op het grondgebied van de partijen verblijven, een integratiebeleid om die onderdanen vergelijkbare rechten en verplichtingen als die van de eigen burgers te verlenen, terugdringing van de discriminatie in het economische, sociale en culturele leven en ontwikkeling van beschermende maatregelen tegen racisme, vreemdelingenhaat en daarmee verband houdende intolerantie en gewelddadigheid;

65. de behandeling die EU-lidstaten wat betreft arbeidsomstandigheden, bezoldiging en ontslag toekennen aan Zuid-Afrikanen die legaal op hun grondgebied tewerkgesteld zijn, moet gelijk zijn aan die van hun eigen onderdanen. Evenzo verleent Zuid-Afrika een vergelijkbare, niet-discriminerende behandeling aan EU-werknemers die legaal op zijn grondgebied werken;

66. visumkwesties van wederzijds belang, onder meer vereenvoudiging van de toegangsprocedures voor Zuid-Afrikaanse onderdanen die de EU bezoeken en onderdanen van EU-lidstaten die Zuid-Afrika bezoeken;

67. beveiliging van reisdocumenten en identiteitskwesties;

68. verband tussen migratie en ontwikkeling, met inbegrip van:

69. - strategieën voor armoedebestrijding, verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden, het creëren van werkgelegenheid en het ontwikkelen van de daartoe vereiste vaardigheden,

70. - bevordering van de deelname van migranten aan de ontwikkeling van hun land van herkomst,

71. - samenwerking ter versterking van de capaciteit, in het bijzonder in de sectoren gezondheidszorg en onderwijs, om het negatieve effect van de brain drain op de duurzame ontwikkeling in Zuid-Afrika te compenseren,

72. - middelen om legale, snelle en rendabele overmakingen te vergemakkelijken;

73. ontwikkeling en tenuitvoerlegging van nationale wetgeving en praktijken inzake internationale bescherming, teneinde te voldoen aan de bepalingen van het VN-Verdrag betreffende de status van vluchtelingen en het protocol van 1967 daarbij en te zorgen voor naleving van het beginsel van niet-uitzetting;

74. vaststelling van een doeltreffend en preventief beleid tegen illegale immigratie, het smokkelen van migranten en de mensenhandel, met inbegrip van de bestrijding van netwerken van smokkelaars en mensenhandelaars en de bescherming van slachtoffers;

75. kwesties in verband met grenscontrole, met inbegrip van capaciteitsopbouw, opleiding, uitwisseling van goede praktijken en technische bijstand;

76. alle kwesties in verband met terugkeer en overname, met inbegrip van de noodzaak om de terugkeer op menselijke en waardige wijze te laten verlopen onder volledige naleving van de mensenrechten, en de bevordering van vrijwillige terugkeer.

77. In het kader van de samenwerking op het gebied van de preventie en de vermindering van illegale immigratie komen de partijen overeen hun illegale migranten over te nemen. Daartoe

78. aanvaarden de EU-lidstaten de terugkeer en overname van hun onderdanen die zich illegaal op het grondgebied van Zuid-Afrika bevinden, op verzoek van Zuid-Afrika en zonder verdere formaliteiten;

79. aanvaardt Zuid-Afrika de terugkeer en overname van zijn onderdanen die zich illegaal op het grondgebied van een EU-lidstaat bevinden, op verzoek van die lidstaat en zonder verdere formaliteiten.

De EU-lidstaten en Zuid-Afrika verstrekken hun onderdanen de nodige identiteitsdocumenten daartoe. De partijen komen overeen om in geval van twijfel over de nationaliteit of identiteit van een persoon, hun vermeende onderdaan/onderdanen te identificeren.

80. Op verzoek van de partijen worden onderhandelingen gestart om te goeder trouw en met inachtneming van de desbetreffende regels van het internationale recht een bilaterale overeenkomst betreffende de specifieke verplichtingen inzake de overname en terugkeer van de respectieve onderdanen te sluiten. Indien de partijen dit nodig achten, zou deze overeenkomst ook regelingen voor de overname van onderdanen van derde landen en staatlozen kunnen omvatten. De overeenkomst bevat nadere gegevens betreffende de categorieën personen die onder deze regelingen vallen en de procedures voor hun overname en terugkeer."

28. Artikel 94 wordt vervangen door:

" Artikel 94

Subsidies

Financi ële bijstand in de vorm van subsidies wordt gedekt door financiële middelen uit de communautaire begrotingslijnen voor ontwikkelings- en internationale samenwerkingsactiviteiten die onder het toepassingsgebied van die begrotingslijnen vallen. Voor de indiening en goedkeuring van aanvragen, de uitvoering en de controle en evaluatie geldt de procedure overeenkomstig de algemene voorwaarden voor de desbetreffende begrotingslijn."

29. In bijlage IV bij protocol 1 wordt de versie in de Zuid-Afrikaanse taal als volgt gewijzigd:

De woorden "Die uitvoerder van die produkte gedek deur hierdie dokument (doeanemagtiging No ...(1)) verklaar dat, uitgesonderd waar andersins duidelik aangedui, hierdie produkte van ... voorkeuroorsprong (2) is" worden vervangen door "Die uitvoerder van die produkte gedek deur hierdie dokument (doeanemagtigingsno. ...(1)) verklaar dat, behalwe waar duidelik anders aangedui word, hierdie produkte van ... voorkeuroorsprong (2) is".

ARTIKEL 2

Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op de maand waarin de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de noodzakelijke procedures.

Gedaan te Pretoria, […]

Voor de Europese Gemeenschap

Voor het Koninkrijk België

Voor de Republiek Zuid-Afrika

[1] PB L 127 van 29.4.2004, blz. 109.

Top