EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32008R0181

Verordening (EG) nr. 181/2008 van de Commissie van 28 februari 2008 tot vaststelling van een aantal bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 718/1999 van de Raad betreffende het beleid ten aanzien van de capaciteit van de communautaire binnenvaartvloot, met het oog op de bevordering van het vervoer over de binnenwateren (Gecodificeerde versie) (Voor de EER relevante tekst)

PB L 56 van 29.2.2008, p. 8–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2008/181/oj

29.2.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 56/8


VERORDENING (EG) Nr. 181/2008 VAN DE COMMISSIE

van 28 februari 2008

tot vaststelling van een aantal bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 718/1999 van de Raad betreffende het beleid ten aanzien van de capaciteit van de communautaire binnenvaartvloot, met het oog op de bevordering van het vervoer over de binnenwateren

(Voor de EER relevante tekst)

(Gecodificeerde versie)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 718/1999 van de Raad van 29 maart 1999 betreffende het beleid ten aanzien van de capaciteit van de communautaire binnenvaartvloot, met het oog op de bevordering van het vervoer over de binnenwateren (1), en met name op artikel 9, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 805/1999 van de Commissie van 16 april 1999 tot vaststelling van een aantal bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 718/1999 van de Raad betreffende het beleid ten aanzien van de capaciteit van de communautaire binnenvaartvloot, met het oog op de bevordering van het vervoer over de binnenwateren (2), is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd (3). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze verordening te worden overgegaan.

(2)

De Commissie stelt op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 718/1999 bepalingen vast ter uitvoering van het in de genoemde verordening omschreven beleid inzake de capaciteit van de communautaire binnenvaartvloot.

(3)

De voor de speciale bijdragen vastgestelde tarieven en de gelijkwaardige tonnages dienen te worden gehandhaafd overeenkomstig de Verordeningen (EEG) nr. 1101/89 van de Raad (4), en (EEG) nr. 1102/89 van de Commissie (5), daar zij doeltreffend zijn gebleken.

(4)

Om de financiële solidariteit tussen de fondsen voor coördinatie en promotie van de binnenvaartvloten in de Gemeenschap te doen werken, lijkt het wenselijk dat de Commissie, samen met de fondsautoriteiten, aan het begin van elk jaar de in het reservefonds aanwezige middelen inventariseert en de rekeningen verevent in geval van een nieuwe saneringsactie.

(5)

Over de in deze verordening vervatte maatregelen is overleg gepleegd met de betrokken lidstaten en de organisaties die de binnenvaart op communautair niveau vertegenwoordigen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voorwerp

In deze verordening worden de in artikel 7 van Verordening (EG) nr. 718/1999 bedoelde hoogte van de speciale bijdragen, de „oud voor nieuw”-verhoudingen en de bepalingen ter uitvoering van het beleid inzake de capaciteit van de communautaire binnenvaartvloot vastgesteld.

Artikel 2

Speciale bijdragen

1.   De grootte van de speciale bijdragen voor de verschillende typen en categorieën schepen wordt op basis van 70 tot 115 % van de onderstaande tarieven bepaald:

a)

droge ladingschepen:

i)

motorvrachtschepen: 120 EUR/ton;

ii)

vrachtduwbakken: 60 EUR/ton;

iii)

sleepvrachtschepen: 43 EUR/ton;

b)

tankschepen:

i)

motortankschepen: 216 EUR/ton;

ii)

tankduwbakken: 108 EUR/ton;

iii)

sleeptankschepen: 39 EUR/ton;

c)

duwboten: 180 EUR/kW, met een lineaire verhoging tot 240 EUR/kW voor een motorvermogen van 1 000 kW of meer.

2.   Voor schepen met een laadvermogen van minder dan 450 t worden de maximumtarieven van de in lid 1 bedoelde speciale bijdragen verlaagd met 30 %.

Voor schepen met een laadvermogen van 450 tot 650 t worden de maximumtarieven van de speciale bijdragen verlaagd met 0,15 % voor elke ton dat het laadvermogen van het schip minder dan 650 t bedraagt.

Voor schepen met een laadvermogen van 650 tot 1 650 t worden de maximumtarieven van de speciale bijdragen lineair verhoogd van 100 tot 115 %; voor schepen met een laadvermogen van meer dan 1 650 t worden de maximumtarieven van de speciale bijdragen gehandhaafd op 115 %.

Artikel 3

Gelijkwaardige tonnage

1.   Indien een eigenaar een in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 718/1999 bedoeld schip in de vaart brengt en tonnage van een ander type binnenvaartuig voor de sloop aanbiedt, wordt de gelijkwaardige tonnage, binnen elk van beide hierna aangegeven scheepscategorieën, bepaald aan de hand van de volgende waarderingscoëfficiënten:

a)

droge ladingschepen:

i)

motorvrachtschepen van meer dan 650 t: 1,00;

ii)

vrachtduwbakken van meer dan 650 t: 0,50;

iii)

sleepvrachtschepen van meer dan 650 t: 0,36;

b)

tankschepen:

i)

motortankschepen van meer dan 650 t: 1,00;

ii)

tankduwbakken van meer dan 650 t: 0,50;

iii)

sleeptankschepen van meer dan 650 t: 0,18;

2.   Voor schepen met een laadvermogen van minder dan 450 t worden de in lid 1 bedoelde coëfficiënten verlaagd met 30 %. Voor schepen met een laadvermogen van 650 tot 450 t worden deze coëfficiënten verlaagd met 0,15 % voor elke ton dat het laadvermogen van het schip minder bedraagt dan 650 t. Voor schepen met een laadvermogen van 650 tot 1 650 t worden de coëfficiënten lineair verhoogd van 100 tot 115 %.

Artikel 4

„Oud voor nieuw”-verhoudingen

Voor het in de vaart brengen van schepen geldt de in artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 718/1999 vastgestelde voorwaarde:

1.

Voor droge ladingschepen wordt de verhouding vastgesteld op 0:1 (verhouding tussen de oude en de nieuwe tonnage).

2.

Voor tankschepen wordt de verhouding vastgesteld op 0:1.

3.

Voor duwboten wordt de verhouding vastgesteld op 0:1.

Artikel 5

Financiële solidariteit

1.   Om de in het reservefonds beschikbare middelen te inventariseren of met het oog op de in artikel 3, lid 6, van Verordening (EG) nr. 718/1999 bedoelde financiële solidariteit tussen de rekeningen van de verschillende fondsen, verstrekt elk fonds aan het begin van elk jaar de volgende gegevens aan de Commissie:

a)

de ontvangsten van het fonds in het voorgaande jaar, voorzover deze bestemd zijn voor de betaling van de sloopuitkeringen of voor maatregelen als voorzien in artikel 8 van Verordening (EG) nr. 718/1999 (Rdn);

b)

de in het voorgaande jaar aangegane financiële verplichtingen van het fonds die betrekking hebben op de sloopuitkeringen of op maatregelen als voorzien in artikel 8 van Verordening (EG) nr. 718/1999 (Pn);

c)

het surplus van het fonds op 1 januari van het voorgaande jaar, dat afkomstig is van de ontvangsten die bestemd zijn voor de betaling van de sloopuitkeringen of voor maatregelen als voorzien in artikel 8 van Verordening (EG) nr. 718/1999 (Sn).

2.   De Commissie bepaalt, in overleg met de autoriteiten van het fonds, aan de hand van de in lid 1 bedoelde gegevens:

a)

het totale bedrag van de in het voorgaande jaar door de fondsen aangegane financiële verplichtingen, voor de betaling van de sloopuitkeringen of voor maatregelen als voorzien in artikel 8 van Verordening (EG) nr. 718/1999 (Pt);

b)

het totale bedrag van de ontvangsten van alle fondsen in het voorgaande jaar (Rdt);

c)

het totale surplus van alle fondsen op 1 januari van het voorgaande jaar (St);

d)

de genormaliseerde jaarlijkse financiële verplichtingen (Pnn) van ieder fonds, berekend aan de hand van de volgende formule;

Pnn = (Pt/(Rdt + St)) × (Rdn + Sn);

e)

voor ieder fonds, het verschil tussen de jaarlijkse financiële verplichtingen (Pn) en de genormaliseerde jaarlijkse financiële verplichtingen (Pnn);

f)

de bedragen die ieder fonds met lagere jaarlijkse financiële verplichtingen dan de genormaliseerde jaarlijkse financiële verplichtingen (Pn < Pnn) uitkeert aan een fonds met hogere jaarlijkse financiële verplichtingen dan de genormaliseerde jaarlijkse financiële verplichtingen (Pn > Pnn).

3.   De in lid 2, onder f), bedoelde bedragen worden door ieder van de desbetreffende fondsen vóór 1 maart van het lopende jaar aan de overige fondsen uitgekeerd.

Artikel 6

Raadpleging

De Commissie wint voor alle aangelegenheden met betrekking tot het beleid inzake de capaciteit van de communautaire vloten het advies in van een groep, bestaande uit deskundigen van de beroepsorganisaties die de binnenvaart op communautair niveau vertegenwoordigen en van de betrokken lidstaten. De benaming van deze groep is „Groep Deskundigen — Beleid ten aanzien van de capaciteit en de promotie van de communautaire vloten”.

Artikel 7

Intrekking

Verordening (EG) nr. 805/1999 wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage II.

Artikel 8

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 februari 2008.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 90 van 2.4.1999, blz. 1.

(2)  PB L 102 van 17.4.1999, blz. 64. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 411/2003 (PB L 62 van 6.3.2003, blz. 18).

(3)  Zie bijlage I.

(4)  PB L 116 van 28.4.1989, blz. 25. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 742/98 van de Commissie (PB L 103 van 3.4.1998, blz. 3).

(5)  PB L 116 van 28.4.1989, blz. 30. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 812/1999 (PB L 103 van 20.4.1999, blz. 5).


BIJLAGE I

Ingetrokken verordening met lijst van de achtereenvolgende wijzigingen ervan

Verordening (EG) nr. 805/1999 van de Commissie

(PB L 102 van 17.4.1999, blz. 64)

Verordening (EG) nr. 1532/2000 van de Commissie

(PB L 175 van 14.7.2000, blz. 74)

Verordening (EG) nr. 997/2001 van de Commissie

(PB L 139 van 23.5.2001, blz. 11)

Verordening (EG) nr. 336/2002 van de Commissie

(PB L 53 van 23.2.2002, blz. 11)

Verordening (EG) nr. 411/2003 van de Commissie

(PB L 62 van 6.3.2003, blz. 18)


BIJLAGE II

Concordantietabel

Verordening (EG) nr. 805/1999

De onderhavige verordening

Artikel 1

Artikel 1

Artikel 2, lid 1, inleidende zin

Artikel 2, lid 1, inleidende zin

Artikel 2, lid 1, eerste streepje

Artikel 2, lid 1, onder a)

Artikel 2, lid 1, eerste streepje, eerste inspringende streepje

Artikel 2, lid 1, onder a), punt i)

Artikel 2, lid 1, eerste streepje, tweede inspringende streepje

Artikel 2, lid 1, onder a), punt ii)

Artikel 2, lid 1, eerste streepje, derde inspringende streepje

Artikel 2, lid 1, onder a), punt iii)

Artikel 2, lid 1, tweede streepje

Artikel 2, lid 1, onder b)

Artikel 2, lid 1, tweede streepje, eerste inspringende streepje

Artikel 2, lid 1, onder b), punt i)

Artikel 2, lid 1, tweede streepje, tweede inspringende streepje

Artikel 2, lid 1, onder b), punt ii)

Artikel 2, lid 1, tweede streepje, derde inspringende streepje

Artikel 2, lid 1, onder b), punt iii)

Artikel 2, lid 1, derde streepje

Artikel 2, lid 1, onder c)

Artikel 2, lid 2, eerste streepje

Artikel 2, lid 2, eerste alinea

Artikel 2, lid 2, tweede streepje

Artikel 2, lid 2, tweede alinea

Artikel 2, lid 2, derde streepje

Artikel 2, lid 2, derde alinea

Artikel 2, lid 3

Artikel 3, lid 1, inleidende zin

Artikel 3, lid 1, inleidende zin

Artikel 3, lid 1, eerste streepje

Artikel 3, lid 1, onder a)

Artikel 3, lid 1, eerste streepje, eerste inspringende streepje

Artikel 3, lid 1, onder a), punt i)

Artikel 3, lid 1, eerste streepje, tweede inspringende streepje

Artikel 3, lid 1, onder a), punt ii)

Artikel 3, lid 1, eerste streepje, derde inspringende streepje

Artikel 3, lid 1, onder a), punt iii)

Artikel 3, lid 1, tweede streepje

Artikel 3, lid 1, onder b)

Artikel 3, lid 1, tweede streepje, eerste inspringende streepje

Artikel 3, lid 1, onder b), punt i)

Artikel 3, lid 1, tweede streepje, tweede inspringende streepje

Artikel 3, lid 1, onder b), punt ii)

Artikel 3, lid 1, tweede streepje, derde inspringende streepje

Artikel 3, lid 1, onder b), punt iii)

Artikel 3, lid 2

Artikel 3, lid 2

Artikel 4

Artikel 4

Artikel 5, lid 1, inleidende zin

Artikel 5, lid 1, inleidende zin

Artikel 5, lid 1, eerste streepje

Artikel 5, lid 1, onder a)

Artikel 5, lid 1, tweede streepje

Artikel 5, lid 1, onder b)

Artikel 5, lid 1, derde streepje

Artikel 5, lid 1, onder c)

Artikel 5, lid 2, eerste streepje

Artikel 5, lid 2, onder a)

Artikel 5, lid 2, tweede streepje

Artikel 5, lid 2, onder b)

Artikel 5, lid 2, derde streepje

Artikel 5, lid 2, onder c)

Artikel 5, lid 2, vierde streepje

Artikel 5, lid 2, onder d)

Artikel 5, lid 2, vijfde streepje

Artikel 5, lid 2, onder e)

Artikel 5, lid 2, zesde streepje

Artikel 5, lid 2, onder f)

Artikel 5, lid 3

Artikel 5, lid 3

Artikel 6

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 7

Artikel 8

Bijlage I

Bijlage II


Top