EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32005R1974
Commission Regulation (EC) No 1974/2005 of 2 December 2005 amending Annexes X and XI to Regulation (EC) No 999/2001 of the European Parliament and of the Council as regards national reference laboratories and specified risk material (Text with EEA relevance)
Verordening (EG) nr. 1974/2005 van de Commissie van 2 december 2005 tot wijziging van de bijlagen X en XI bij Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de nationale referentielaboratoria en gespecificeerd risicomateriaal (Voor de EER relevante tekst)
Verordening (EG) nr. 1974/2005 van de Commissie van 2 december 2005 tot wijziging van de bijlagen X en XI bij Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de nationale referentielaboratoria en gespecificeerd risicomateriaal (Voor de EER relevante tekst)
PB L 317 van 3.12.2005, p. 4–8
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(BG, RO, HR)
PB L 321M van 21.11.2006, p. 312–316
(MT)
In force
3.12.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 317/4 |
VERORDENING (EG) Nr. 1974/2005 VAN DE COMMISSIE
van 2 december 2005
tot wijziging van de bijlagen X en XI bij Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de nationale referentielaboratoria en gespecificeerd risicomateriaal
(Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (1), en met name op artikel 23, eerste alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EG) nr. 999/2001 bevat een lijst van aangewezen nationale referentielaboratoria voor overdraagbare spongiforme encefalopathieën (TSE's). |
(2) |
Enkele lidstaten hebben de Commissie wijzigingen in de naam of het adres van hun nationale referentielaboratoria meegedeeld, zodat die lijst moet worden geactualiseerd. |
(3) |
In Verordening (EG) nr. 999/2001 worden bepaalde weefsels van runderen als gespecificeerd risicomateriaal (SRM) aangemerkt en worden voorschriften voor de verwijdering ervan gegeven. |
(4) |
Volgens Verordening (EG) nr. 999/2001 is de uitvoer van SRM verboden en kan die uitvoer alleen worden toegestaan met het oog op uiteindelijke vernietiging. Bijlage XI bij die verordening bevat overgangsmaatregelen die toestaan dat karkassen, halve karkassen en voor- en achtervoeten, die geen ander SRM dan de wervelkolom bevatten, naar een andere lidstaat mogen worden gezonden, waar de wervelkolom overeenkomstig de communautaire wetgeving moet worden verwijderd. In geval van uitvoer naar derde landen is het niet zeker dat de bedoelde verwijdering plaatsvindt. Om redenen van voedselveiligheid dient die uitzondering dan ook niet te gelden voor de uitvoer van SRM naar derde landen. |
(5) |
In het advies van 9 december 1997 heeft de Wetenschappelijke Stuurgroep (WS) een lijst voorgesteld van SRM van runderen dat op grond van de relatieve infectiviteit van het weefsel, de diersoort en de leeftijd van het dier niet voor menselijke of dierlijke consumptie mag worden gebruikt. Dat advies is herzien en bijgewerkt door adviezen van de WS over het risico van boviene spongiforme encefalopathie (BSE) van februari 1998, het risico van blootstelling van mensen aan BSE via voedsel van december 1999, orale blootstelling van mensen aan de BSE-verwekker van april 2000 en de verdeling van de TSE-infectiviteit over weefsels van herkauwers van januari 2002. |
(6) |
De WS achtte het uiterst onwaarschijnlijk dat het centrale zenuwstelsel van runderen jonger dan 30 maanden aantoonbaar besmet is, ook al zijn die runderen als kalf aan infectie blootgesteld. Voorzichtigheid is echter geboden omdat enkele malen toch klinische tekenen van BSE bij jonge dieren zijn waargenomen; daarom deed de WS de aanbeveling om verschillende soorten SRM bij runderen van twaalf maanden of ouder te verwijderen. Op grond van die aanbeveling is besloten tot de beheersmaatregel om de leeftijdsgrens voor de verwijdering van bepaalde typen SRM bij runderen op twaalf maanden te stellen. |
(7) |
Verschillende factoren duiden op een gunstige trend in de BSE-epidemie en de situatie is de laatste jaren duidelijk verbeterd dankzij de ingevoerde risicobeperkingsmaatregelen, met name het totale voederverbod en de verwijdering en vernietiging van SRM. Voorts blijkt uit inspectieverslagen dat de toepassing van de BSE-voorschriften in de lidstaten is verbeterd. In verband met de gunstige ontwikkeling van de BSE-epidemie en nieuwe gegevens van studies naar de pathogenese van BSE die beschikbaar zijn gekomen, heeft de Europese Commissie de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) in oktober 2004 nogmaals opgedragen de leeftijdsgrens voor de verwijdering van SRM bij runderen te beoordelen. |
(8) |
De gemiddelde leeftijd van in de EU gemelde positieve BSE-gevallen is tussen 2001 en 2004 gestegen van 86 naar 108 maanden. Van de in totaal 6 520 BSE-gevallen die zijn aangetroffen onder de bijna 41 miljoen dieren die in totaal sinds 2001 zijn getest, waren er slechts vier bij runderen jonger dan 35 maanden. |
(9) |
In het advies van 28 april 2005 heeft de EFSA aangegeven dat volgens de huidige stand van de wetenschappelijke kennis de infectiviteit waarschijnlijk aantoonbaar is als omstreeks drie kwart van de incubatietijd is verstreken. |
(10) |
Er is dus een wetenschappelijke basis voor een herziening van de leeftijdsgrens voor de verwijdering van bepaalde typen SRM bij runderen, en met name de wervelkolom. Gezien de ontwikkeling van de infectiviteit in het centrale zenuwstelsel gedurende de incubatietijd, de leeftijdsopbouw van de positieve BSE-gevallen en de gedaalde blootstelling van na 1 januari 2001 geboren runderen kan de leeftijdsgrens voor verwijdering van de wervelkolom inclusief achterwortelganglia van runderen als SRM worden verhoogd tot 24 maanden. Deze leeftijdsgrens kan in het licht van de ontwikkeling van de BSE-epidemie worden herzien. |
(11) |
Verordening (EG) nr. 999/2001 moet dus dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(12) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlagen X en XI bij Verordening (EG) nr. 999/2001 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2006.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 2 december 2005.
Voor de Commissie
Markos KYPRIANOU
Lid van de Commissie
(1) PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1292/2005 van de Commissie (PB L 205 van 6.8.2005, blz. 3).
BIJLAGE
De bijlagen X en XI bij Verordening (EG) nr. 999/2001 worden als volgt gewijzigd:
1) |
In bijlage X, hoofdstuk A, komt punt 3 als volgt te luiden:
|
2) |
Bijlage XI, deel A, wordt als volgt gewijzigd:
|