EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22004A0806(03)

Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Europees Ruimteagentschap

PB L 261 van 6.8.2004, p. 64–68 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/agree_internation/2004/578/oj

Related Council decision

22004A0806(03)

Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Europees Ruimteagentschap

Publicatieblad Nr. L 261 van 06/08/2004 blz. 0064 - 0068


Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Europees Ruimteagentschap

DE EUROPESE GEMEENSCHAP

en

HET EUROPEES RUIMTEAGENTSCHAP

(hierna «de partijen» genoemd),

Overwegende dat de Europese Gemeenschap en het Europees Ruimteagentschap van oordeel zijn dat een nauwere onderlinge samenwerking bevorderlijk zal zijn voor het vreedzaam gebruik van de ruimte, waardoor in belangrijke mate zal worden bijgedragen aan de Europese samenhang en de economische groei, en waardoor met de ruimte samenhangende activiteiten binnen een ruimer politiek, economisch, wetenschappelijk, ecologisch en maatschappelijk kader kunnen worden gebracht dat directer ten dienste van de Europese burger staat;

Overwegende dat beide partijen er vertrouwen in hebben dat een dergelijke samenwerking in een meerwaarde zal resulteren die de Europese burger ten goede zal komen;

Overwegende dat de partijen erkennen dat zij specifieke complementaire en wederzijds versterkende kwaliteiten hebben en zich ertoe hebben verbonden op een doeltreffende en voor beide partijen voordelige wijze samen te werken en hierbij nodeloos dubbel werk te vermijden;

Overwegende dat ruimtetechnologie een unieke en kritische technologie is geworden die de Gemeenschap de mogelijkheid geeft een groot aantal van haar beleidsdoelstellingen na te streven en te verwezenlijken, en met name die welke samenhangen met de informatiemaatschappij, met vervoer en milieubescherming;

Gelet op de verschillende door de Raad van de Europese Unie(1) en door de Raad van het Europees Ruimteagentschap(2) aangenomen resoluties, hebben die twee Raden de totstandbrenging van een kader voor samenwerking tussen de partijen bevorderd, zonder af te doen aan de respectieve onderscheiden taken en verantwoordelijkheden van beide partijen;

Overwegende dat Beschikking nr. 676/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een regelgevingskader voor het radiospectrumbeleid in de Europese Gemeenschap (Radiospectrumbeschikking) relevant is, aangezien ruimtesystemen en -toepassingen altijd van de beschikbaarheid van radiofrequenties afhankelijk zullen zijn,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1

Doel van de samenwerking

Met deze kaderovereenkomst wordt het volgende beoogd:

1. Een coherente en geleidelijke ontwikkeling van een globaal Europees ruimtebeleid. Specifiek is het de bedoeling van dit beleid de vraag naar diensten en toepassingen ter ondersteuning van het communautaire beleid waarbij ruimtesystemen worden gebruikt, te koppelen met het aanbod van de ruimtesystemen en infrastructuren die nodig zijn om aan die vraag te voldoen.

2. De totstandbrenging van een kaderstructuur waarmee wordt voorzien in passende operationele regelingen en een doeltreffende en wederzijds voordelige samenwerking tussen de partijen op het vlak van ruimteactiviteiten in overeenstemming met hun respectieve taken en verantwoordelijkheden, met inachtneming van hun institutionele en operationele kader. De samenwerking uit hoofde van de Kaderovereenkomst tussen de partijen is erop gericht:

a) Europa een onafhankelijke en kosteneffectieve toegang te verzekeren tot de ruimte en de ontwikkeling van andere terreinen van strategische betekenis, noodzakelijk voor een onafhankelijke benutting en toepassing van ruimtetechnologieën in Europa;

b) te verzekeren dat er bij het algemene Europees ruimtebeleid in het bijzonder met de algemene beleidslijnen van de Europese Gemeenschap rekening wordt gehouden;

c) het beleid van de Gemeenschap in verschillende sectoren te ondersteunen door gebruikmaking, waar toepasselijk, van ruimtetechnologieën en -infrastructuren, waar zulks aangewezen is, en door bevordering van het gebruik van ruimtesystemen ter ondersteuning van duurzame ontwikkeling, economische groei en werkgelegenheid;

d) het gebruik van expertise en beschikbare middelen te optimaliseren en bij te dragen aan een consolidering van de nauwe samenwerking tussen the Europese Gemeenschap en het ESA, en daarbij binnen een strategische partnerschap een koppeling tot stand te brengen tussen de vraag naar en het aanbod van ruimtesystemen;

e) te zorgen voor een grotere mate van coherentie en synergie tussen onderzoek en ontwikkeling, ten einde het gebruik te optimaliseren van de in Europa beschikbare middelen, met inbegrip van het netwerk van technische centra.

Artikel 2

Beginselen van de samenwerking

1. De samenwerking tussen de partijen vindt plaats tegen de achtergrond van de gemeenschappelijke doelstellingen als omschreven in artikel 1, met inachtneming van de respectieve taken en verantwoordelijkheden en de respectieve institutionele contexten en operationele kaderstructuren.

2. Elke partij neemt de besluiten die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst, als beschreven in artikel 4, zulks in overeenstemming met haar eigen interne procedures.

3. Indachtig de aard van ruimtetechnologieën en -infrastructuren, houden beide partijen, bij de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst, met hun eigen beveiligingsdimensie rekening.

Artikel 3

Terreinen van de samenwerking

1. De partijen hebben besloten dat er op de volgende specifieke gebieden zal worden samengewerkt:

Wetenschap

Technologie

Aardobservatie

Navigatie

Communicatie per satelliet

Menselijke ruimtevluchten en microzwaartekracht

Lanceerinrichtingen

Ruimtegerelateerd spectrumbeleid.

2. De partijen mogen nieuwe terreinen voor samenwerking aanwijzen en ontwikkelen.

Artikel 4

Uitvoering

1. Voor de uitvoering van deze overeenkomst neemt elke partij, in overeenstemming met haar eigen prerogatieven, juridische instrumenten en procedures, alle nodige maatregelen om het in artikel 1 genoemde doel van de samenwerking te kunnen bereiken.

2. Dergelijke maatregelen dienen ter bevordering van het gebruik van ruimteonderzoek, -ontwikkeling en -toepassingen in de openbare en particuliere sector, van de goedkeuring van wetgevings-, regelgevings- en normaliseringsmaatregelen in deze sector, en de financiering en uitvoering van gezamenlijke initiatieven overeenkomstig artikel 5.

3. Elke partij doet een beroep op de bevoegdheden en vaardigheden van de ander, wanneer een maatregel met het oog op het doel van de samenwerking noodzakelijk is, en verschaft de andere partij expertise en bijstand op de terreinen waarvoor zij specifieke bevoegdheid heeft.

Artikel 5

Gezamenlijke initiatieven

1. Behoudens het bepaalde in lid 3 kunnen de door de partijen te ontplooien gezamenlijke initiatieven, zonder hiertoe beperkt te zijn, de volgende vormen aannemen:

a) het beheer door het ESA van ruimtegerelateerde activiteiten van de Europese Gemeenschap, in overeenstemming met de regels van de Europese Gemeenschap,

b) de deelneming door de Europese Gemeenschap aan een optioneel programma van het Europees Ruimteagentschap, in overeenstemming met artikel V.I.b van het ESA-Verdrag;

c) de ontplooiing van activiteiten welke door beide partijen worden gecoördineerd, geïmplementeerd en gefinancierd;

d) de oprichting door de partijen van organen belast met initiatieven ter aanvulling van onderzoek- en ontwikkelingsactiviteiten, zoals dienstverlening, de vorming van personeel en het beheer van infrastructuren;

e) de uitvoering van studies, het organiseren van wetenschappelijke seminars, conferenties, symposia en workshops, de opleiding van wetenschappers en technische deskundigen, het uitwisselen of delen van apparatuur en materialen, de toegang tot faciliteiten, en de ondersteuning van bezoeken en uitwisselingen van wetenschappers, technici of andere specialisten.

2. Wanneer voor de uitvoering van een gezamenlijk initiatief een gedetailleerde definitie vereist is, wordt hierin voorzien met tussen de partijen overeen te komen specifieke regelingen. Waar van toepassing omvatten dergelijke specifieke regelingen ten minste het volgende:

a) de globale missiedefinitie;

b) een beschrijving van de doelstellingen;

c) een geconsolideerde reeks gebruikersvereisten;

d) een werkplan;

e) een passend beheersplan;

f) de rol van en de financiële implicaties voor de partijen;

g) een industrieel beleidsplan;

h) begrotingsaspecten;

i) regels voor de intellectuele eigendomsrechten en eigendomsregels, waaronder die betreffende de overdracht van eigendom, de uitvoeringbeginselen met inbegrip van stemrechten en de deelneming van derden.

Beide partijen werken zo spoedig mogelijk, in aanvulling op deze specifieke regelingen, de nodige leidende beginselen uit.

3. Eventuele financiële bijdragen van een der partijen in overeenstemming met een specifieke regeling vallen onder de op die partij van toepassing zijnde financiële bepalingen. Onder geen beding is de Europese Gemeenschap gehouden de in het ESA-Verdrag vervatte «geografische spreidings» -regel en met name bijlage V hiervan toe te passen. De regels betreffende financiële controle en audits bij de partij die tot de gezamenlijke initiatieven bijdraagt, of bij beide partijen in geval van een gezamenlijke bijdrage, moeten bij alle gezamenlijke activiteiten worden nageleefd.

Artikel 6

Raadpleging en informatie

1. De partijen raadplegen elkaar op gezette tijden teneinde hun activiteiten zo volledig mogelijk te coördineren. De ene partij stelt de andere steeds in kennis van eventuele initiatieven in het kader van haar eigen besluitvormingproces, op de in artikel 3 genoemde samenwerkingsgebieden, welke voor de andere partij van belang kunnen zijn.

2. De partijen zorgen, binnen het bestek van hun eigen regels, voor een uitwisseling van alle informatie waarover zij beschikken en die voor de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst vereist kan zijn.

3. Tenzij anders bepaald, onthullen de partijen niets van de in verband met deze overeenkomst uitgewisselde informatie aan personen die niet bij hen in dienst zijn of die niet officieel zijn gemachtigd met dergelijke informatie om te gaan; evenmin gebruiken zij deze informatie voor commerciële doeleinden. Wanneer dergelijke informatie wordt onthuld, gebeurt dit alleen voor zover noodzakelijk voor de uitvoering van deze overeenkomst, als aangegeven in artikel 1, en in strikte vertrouwelijkheid.

Artikel 7

Externe dimensie van de samenwerking

1. De partijen stellen elkaar in kennis van activiteiten met een internationale dimensie die voor de ander van belang kunnen zijn.

2. In voorkomend geval kan een partij, met betrekking tot zaken die haar internationale activiteiten betreffen, de andere partij raadplegen.

3. Wanneer eenmaal, in overeenstemming met artikel 5, een specifieke regeling tussen de partijen is overeengekomen, dragen de partijen, in overeenstemming met die specifieke regeling, gezamenlijk zorg voor de externe aspecten van deze gezamenlijke activiteit ten aanzien van derden.

Artikel 8

Coördinatie en vergemakkelijking van samenwerkingsactiviteiten

1. De coördinatie en vergemakkelijking van samenwerkingsactiviteiten in het kader van deze overeenkomst worden bewerkstelligd door middel van regelmatig plaatsvindende gezamenlijke en gelijktijdige zittingen van de Raad van de Europese Unie en de Raad van het ESA op ministerieel niveau ( «Ruimteraad» ).

2. Deze gezamenlijke en gelijktijdige vergaderingen hebben onder meer tot doel:

a) beleidslijnen te verschaffen ter ondersteuning van de doelstellingen van deze overeenkomst en om te kunnen vaststellen welke maatregelen vereist zijn;

b) aanbevelingen te doen, vooral met betrekking tot de voornaamste onderdelen van de specifieke regelingen;

c) de partijen te adviseren over manieren om de samenwerking in overeenstemming met de in deze overeenkomst aangegeven beginselen te verbeteren;

d) na te gaan hoe doeltreffend en efficiënt de overeenkomst functioneert.

3. Een secretariaat verleent bij deze gelijktijdige vergaderingen assistentie en werkt de uit de uitvoering van deze overeenkomst voortkomende initiatieven verder uit. Dit secretariaat implementeert de beleidslijnen welke door de gelijktijdige vergaderingen van de twee Raden worden verschaft. Het secretariaat stelt zijn eigen reglement van orde vast en is samengesteld uit ambtenaren van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en de ESA-executieve. De partijen verplichten zich ertoe, in overeenstemming met hun respectieve regels en procedures, een bijdrage te leveren tot de vereiste administratieve ondersteuning.

4. Onverlet de interne besluitvormingsprocedures van beide partijen overlegt het secretariaat op geregelde en informele basis met hooggeplaatste vertegenwoordigers van de lidstaten van de Europese Gemeenschap en van het Europees Ruimteagentschap, met het oogmerk tot gemeenschappelijke inzichten te komen in met de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst samenhangende vraagstukken.

Artikel 9

Uitwisseling van personeel

1. De partijen kunnen voor bepaalde perioden personeelsleden bij elkaar detacheren om expertise met elkaar te delen en tot een beter wederzijds begrip te komen.

2. De regels ter uitvoering van dit artikel worden opgesteld door de groep ambtenaren die, overeenkomstig artikel 8, tezamen het secretariaat uitmaken, en worden goedgekeurd in de vorm van een specifieke regeling uit hoofde van deze kaderovereenkomst.

Artikel 10

Public relations

1. De partijen verplichten zich tot een voorafgaande coördinatie van hun pr-, pers- en media-activiteiten met betrekking tot enige gezamenlijke openbare activiteiten in verband met onder deze overeenkomst vallende onderwerpen.

2. Bij alle relevante media-activiteiten wordt de rol van elke partij bij deze overeenkomst duidelijk omschreven en vermeld.

3. De gedetailleerde regelingen voor de implementatie van de in dit artikel bedoelde pr-activiteiten worden gezamenlijk goedgekeurd.

Artikel 11

Regeling van geschillen

1. Enige geschillen tussen de partijen in verband met de interpretatie of uitvoering van deze overeenkomst worden voor rechtstreekse onderhandelingen voorgelegd aan de groep ambtenaren die tezamen het secretariaat uitmaken.

2. Indien het niet mogelijk is het geschil in overeenstemming met lid 1 tot een oplossing te brengen, kan één van de partijen de andere in kennis stellen van de aanwijzing van een scheidsrechter. De andere partij wijst dan binnen een termijn van twee maanden haar eigen scheidsrechter aan. De twee scheidsrechters wijzen ten slotte binnen één maand een derde scheidsrechter aan.

3. De besluiten van de scheidsrechters worden bij meerderheid van stemmen genomen.

4. De uitspraak van het scheidsgerecht is voor de partijen definitief en bindend.

5. De bij het geschil betrokken partijen ondernemen de nodige stappen om de beslissingen van de scheidsrechters uit te voeren.

Artikel 12

Inwerkingtreding, duur, wijzigingen, beëindiging

1. Deze overeenkomst treedt in werking op de datum van de laatste schriftelijke mededeling waarbij de partijen elkaar in kennis stellen van het feit dat hun respectieve interne procedures, noodzakelijk voor de inwerkingtreding van deze overeenkomst, zijn voltooid.

2. Deze overeenkomst blijft, vanaf de datum van haar inwerkingtreding, vier jaar van kracht. Zij zal automatisch met verdere tijdvakken van vier jaar worden verlengd, tenzij een van de partijen de andere partij, ten minste één jaar voor het verstrijken van enige geldigheidsperiode van deze overeenkomst, schriftelijk op de hoogte stelt van haar voornemen haar te beëindigen.

Deze overeenkomst eindigt na verstrijken van een periode van twaalf maanden na de ontvangst van een schriftelijke kennisgeving van de ene partij aan de andere partij.

3. De beëindiging of afloop van deze overeenkomst is niet van invloed op de geldigheid van de in overeenstemming met artikel 5 door de partijen overeengekomen specifieke regelingen, welke onverminderd van kracht zullen blijven totdat aan de voorwaarden voor hun uitvoering of beëindiging is voldaan.

4. Deze overeenkomst kan alleen bij schriftelijke overeenstemming tussen de partijen worden gewijzigd.

5. Deze overeenkomst is niet bedoeld ter wijziging of vervanging van enige eerdere tussen de partijen gesloten overeenkomsten, welke, in overeenstemming met hun eigen voorwaarden en bepalingen, onverminderd van kracht blijven.

Artikel 13

Ondertekening en authenticiteit

Deze overeenkomst is in twee exemplaren opgesteld in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse, de Noorse en de Zweedse taal, waarbij al deze teksten gelijkelijk authentiek zijn.

Hecho en Bruselas, el veinticinco de noviembre del dos mil tres .

Undærdiget i Bruxelles den femogtyvende november to tusind og tre .

Geschehen zu Brüssel am fünfundzwanzigsten November zweitausendunddrei .

Έγινε στις Βρυξέλλες, στις είκοσι πέντε Νοεμβρίου δύο χιλιάδες τρία.

Done at Brussels on the twenty-fifth day of November in the year two thousand and three .

Fait à Bruxelles, le vingt-cinq novembre deux mille trois .

Fatto a Bruxelles, addì venticinque novembre duemilatre .

Gedaan te Brussel, de vijfentwintigste november tweeduizenddrie .

Utferdiget i Brussel den tjuefemte november totusenogtre .

Feito em Bruxelas, em vinte e cinco de Novembro de dois mil e três .

Tehty Brysselissä kahdentenakymmenentenäviidentenä päivänä marraskuuta vuonna kaksituhattakolme .

Utferdiget i Brussel den tjuefemte november totusenogtre .

Por la Comunidad Europea

For Det Europæiske Fællesskab

Für die Europäische Gemeinschaft

Για την Ευρωπαïκή Κοινότητα

For the European Community

Pour la Communauté européenne

Per la Comunità europea

Voor de Europese Gemeenschap

For Den europeiske union

Pela Comunidade Europeia

Euroopan yhteisön puolesta

För Europeiska gemenskapen

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

Por la Angecia Espacial Europea

For Den Europæiske Rumorganisation

Für die Europäische Weltraumorganisation

Για την Ευροωπαïκή Υπηρεσία Διαστήματος

For the European Space Agency

Euroopan avaruusjärjestön puolesta

Pour l'Angence spatiale européenne

Per l'Agenzia spaziale europea

Voor het Europees Ruimteagentschap

For Den europeiske romorganisasjon

Pela Agência Espacial Europeia

För Europeiska rymdorganisationen

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

(1) De resoluties van de Raad van 22 juni 1998 (PB C 224 van 17.7.1998, blz. 1), 2 december 1999 (PB C 375 van 24.12.1999, blz. 1), 16 november 2000 (PB C 371, van 23.12.2000, blz. 2).

(2) De ESA-resoluties van: 23 juni 1998 : ESA/C/CXXXVI/Res.1 (final), 11 mei 1999 : ESA/C-M/CXLI/Res.1 (final); ESA/C(2000)67; ESA/C-M/CXLVIII/Res.1 (final), 16.11.2000 , verwijzend naar de Europese ruimtestrategie; ESA/C-M/CLIV/Res. 1 (final), 15.11.2001 ; ESA/C-M/CLXV/Res.3 (final), 27.5.2003 .

Top