EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees structuur- en investeringsfonds (2014-2020)

Gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees structuur- en investeringsfonds (2014-2020)

 

SAMENVATTING VAN:

Verordening (EU) nr. 1303/2013 — Gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij

WAT IS HET DOEL VAN DE VERORDENING?

  • In verordening(EU) nr. 1303/2013, ook bekend als de verordening gemeenschappelijke bepalingen, worden de gemeenschappelijke beginselen, regels en standaarden uiteengezet voor de werking van het Europees structuur- en investeringsfonds (ESI-fondsen) voor de periode 2014-2020.
  • Verordening (EU) 2022/562 strekt tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013 en bevat wijzigingen in de maatregelen van het cohesiebeleid van de Europese Unie (EU) om de snelheid en het gemak te maximaliseren waarmee EU-lidstaten personen die Oekraïne ontvluchten kunnen helpen, en tegelijkertijd het herstel van EU-regio’s kan blijven ondersteunen.
  • Wijzigingsverordening (EU) 2022/613 geeft lidstaten direct toegang tot meer initiële financiering uit het programma voor herstelbijstand voor cohesie en de regio’s van Europa (REACT-EU), en vergemakkelijkt het voorzien in basisbehoeften en steun voor vluchtelingen uit Oekraïne.
  • Wijzigingsverordening (EU) 2022/2039 biedt extra flexibiliteit om de gevolgen van de Russische militaire agressie in Oekraïne aan te pakken.
  • Wijzigingsverordening (EU) 2023/435 heeft betrekking op activiteiten van de REPowerEU in verband met herstel- en veerkrachtplannen.

KERNPUNTEN

  • De ESI-fondsen bestaan uit vijf fondsen:
  • Het gezamenlijke doel van investeringen in het kader van de ESI-fondsen is het ondersteunen van het zorgdragen voor slimme, duurzame en inclusieve groei.
  • De verordening:
    • definieert gemeenschappelijke beginselen, regels en normen voor het gebruik en de uitvoering van de ESI-fondsen;
    • legt gemeenschappelijke regels vast voor de ESI-fondsen om de coördinatie te verbeteren tussen deze en andere beleidsmaatregelen en programma’s van de EU, zoals Horizon 2020, die naderhand is vervangen door Horizon Europa;
    • definieert taken, prioritaire doelstellingen en de organisatie van de fondsen;
    • vestigt bijzondere aandacht op de relatie tussen deze verordening en de andere verordeningen die specifiek zijn voor elk fonds;
    • omschrijft het beginsel van thematische concentratie om te garanderen dat de investeringen worden geconcentreerd op een beperkt aantal essentiële prioriteiten;
    • legt een sterkere nadruk op resultaten:
      • een prestatiekader met doelstellingen en streefdoelen wordt opgesteld,
      • een jaarlijkse beoordelingsvergadering vindt plaats tussen elke lidstaat en de Europese Commissie,
      • in 2019 moest een prestatiebeoordeling van de programma’s in elke lidstaat worden uitgevoerd;
    • voert voorwaarden in (voorwaarden bedoeld om te garanderen dat de nodige middelen om effectief gebruik te maken van de EU-steun voorhanden zijn);
    • stelt de toewijzing van middelen vast voor de doelstellingen voor investeringen in groei en werkgelegenheid in drie categorieën van regio’s, op basis van hun bruto binnenlands product per inwoner: minder ontwikkelde regio’s, regio’s in een overgang van het ene niveau van steun naar een ander en meer ontwikkelde regio’s.
  • De Commissie heeft een besluit tot vaststelling van de lijst van regio’s die voldoen aan de criteria van de drie soorten regio’s aangenomen.
  • De criteria waaraan lidstaten en regio’s moeten voldoen om in aanmerking te komen voor steun van het fonds worden vastgelegd. Middelen uit het EFRO en het ESF moeten worden toegewezen aan de minder ontwikkelde regio’s, overgangsregio’s en de meer ontwikkelde regio’s op basis van hun bruto binnenlands product per inwoner. Omdat lidstaten zo zeer verschillen op het gebied van bestuur en planning, heeft de EU een gemeenschappelijk classificatiesysteem opgesteld om de te ondersteunen regio’s en gebieden te selecteren. De beschikbare financiële middelen en de criteria voor de toewijzing ervan zijn gespecificeerd.
  • Het ESI-fonds biedt ondersteuning via meerjarenprogramma’s op basis van voor elke lidstaat ontwikkelde partnerschapsovereenkomsten. Een partnerschapsovereenkomst is een document waarin de algemene investeringsstrategie van een lidstaat wordt beschreven die deze met de Commissie is overeengekomen. De overeenkomst wordt door de lidstaat voorbereid met de eigen systemen en procedures, waarbij partners worden betrokken die zowel regionale en lokale overheden als een breed scala aan sociale, economische, ecologische en andere belangen vertegenwoordigen.

Verslag van de Europese Rekenkamer

  • In 2017 publiceerde de Europese Rekenkamer een verslag betreffende de partnerschapsovereenkomsten die zijn gesloten tussen de Commissie en lidstaten.
  • In dit verslag werd vastgesteld dat de fondsen zijn gericht op groei en werkgelegenheid, investeringsbehoeften hebben geïdentificeerd en deze met succes hebben vertaald in doelstellingen en resultaten. Er werd echter tevens vastgesteld dat te veel prestatie-indicatoren zijn ontwikkeld en dat de prestatiemetingen niet over de verschillende fondsen zijn geharmoniseerd.

COVID-19-pandemieaanpassingen aan de verordening

  • Verordening (EU) nr. 1303/2013 wordt met Verordening (EU) 2020/460 gewijzigd wat betreft specifieke maatregelen om investeringen in de gezondheidszorgstelsels van de lidstaten en in andere sectoren van hun economieën vrij te maken als antwoord op de COVID-19-uitbraak (Investeringsinitiatief Coronavirusrespons).
  • Verordening (EU) nr. 1303/2013 wordt met Verordening (EU) 2020/558 gewijzigd wat betreft specifieke maatregelen met het oog op uitzonderlijke flexibiliteit voor lidstaten bij het gebruik van ESI-fondsen naar aanleiding van de uitbraak van COVID‐19. Met de verordening krijgen de landen de mogelijkheid om alle ongebruikte steun van het EFRO, het ESF en het CF te mobiliseren.
  • Verordening (EU) nr. 1303/2013 wordt gewijzigd met Verordening (EU) 2020/2221 wat betreft de invoering van uitzonderlijke extra middelen en uitvoeringsregelingen in het kader van de doelstelling voor investeringen in groei en werkgelegenheid en de doelstelling voor Europese territoriale samenwerking om bijstand te verlenen ter bevordering van het crisisherstel in de context van de COVID-19-pandemie en ter voorbereiding van een groen, digitaal en veerkrachtig herstel van de economie.

Verlenging van de geldigheidsduur van de toepassing van de verordening op Elfpo-programma’s

Met Verordening (EU) 2020/2220 worden zowel de toepassing van Verordening (EU) nr. 1303/2013 op door het Elfpo gesteunde programma’s als de looptijd van die programma’s verlengd tot en met 31 december 2022. Dit is onder voorwaarde van de indiening van een verzoek tot wijziging van plattelandsontwikkelingsprogramma’s voor de overgangsperiode van twee jaar, die zal lopen tot de uitvoering van het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid per 1 januari 2023.

Maatregelen uit hoofde van het cohesiebeleid ten behoeve van vluchtelingen in Europa (CARE)

Sinds de Russische invasie van Oekraïne strekt Verordening (EU) 2022/562 op de volgende manieren tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013:

  • Staat kruisfinanciering tussen EFRO- en ESF-fondsen toe om de vluchtelingenstroom aan te pakken. Op die manier kunnen lidstaten de middelen die ze eerder hadden gereserveerd voor infrastructuurprojecten, toewijzen aan de gezondheidszorg en het onderwijs.
  • Biedt meer flexibiliteit om de nog niet bestede financiering van het cohesiebeleid uit de begrotingsperiode 2014-2020 om te leiden, met inbegrip van REACT-EU.
  • Hiermee wordt de financiering voor 100 % van de EU-begroting van cohesieprogramma’s met één boekjaar verlengd (in tegenstelling tot de verplichte nationale medefinanciering onder normale omstandigheden) om de last voor nationale en regionale begrotingen te verlichten.
  • Hiermee kan terugbetaling worden verleend van operaties die de migratieuitdagingen aanpakken maar die begonnen zijn voordat een formeel verzoek bij de Commissie kon worden ingediend. Dergelijke projecten komen in aanmerking met ingang van 24 februari 2022, mits ze voldoen aan fondsspecifieke regels.

Toename van voorfinanciering van middelen van REACT-EU en vaststelling van eenheidskosten (CARE+)

Ter aanvulling van deze maatregelen werd een tweede wijziging ingevoerd om de voorfinanciering van middelen van REACT-EU te verhogen en om een eenheidskosten per persoon vast te stellen, bekend als CARE+ (Verordening (EU) 2022/613). Het belangrijkste doel van deze verordening is om extra liquiditeit te verschaffen en administratieve procedures met betrekking tot uitgaven te vereenvoudigen.

De toegenomen voorfinanciering was afkomstig uit de REACT-EU-begroting, waarbij alle lidstaten een extra 4 % ontvingen, waardoor het voorfinancieringspercentage werd verhoogd van 11 % naar 15 %. Bovendien hebben de lidstaten die grenzen aan Oekraïne of die een vluchtelingenstroom hadden van meer dan 1 % van hun bevolking in de eerste maand volgend op de Russische invasie nog eens 34 % extra ontvangen, waardoor hun voorfinancieringspercentage werd verhoogd van 11 % naar 45 %. Deze negen lidstaten zijn Bulgarije, Tsjechië, Estland, Litouwen, Hongarije, Oostenrijk, Polen, Roemenië en Slowakije.

De vereenvoudigde kostenoptie op EU-niveau heeft tot doel de administratieve lasten aanzienlijk te verminderen zodat de inspanningen kunnen worden gericht op de verwezenlijking van bredere beleidsdoelstellingen, en langdurige beheers- en controleverificaties zullen de uitvoering niet vertragen. In plaats van documentatie te verstrekken voor elke aankoop (bijvoorbeeld dekens, hygiëneartikelen, elementaire voedselbehoeften en persoonlijke artikelen), kan de managementautoriteit gedurende maximaal 13 weken eenvoudig aanspraak maken op eenheidskosten van 40 EUR per week per persoon met een tijdelijke bescherming (of andere adequate bescherming volgens nationale wetgeving). Deze optie kan effectief de kosten dekken van de niet-gouvernementele organisaties en de lokale autoriteiten die na de eerste dag van de invasie onmiddellijk aan de grens hulp hebben verleend. De vereenvoudigde kostenoptie werd verder verbeterd door de wijziging FAST-CARE, waardoor het bedrag werd verhoogd tot 100 EUR per week per persoon en de steun werd verlengd tot 26 weken (zie hieronder).

Flexibele steun voor regio’s — FAST-CARE

Verordening (EU) 2022/2039 strekt tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013 en de verordening tot vaststelling van de voorschriften voor de periode 2021-2027, Verordening (EU) 2021/1060 (zie de samenvatting). Wat betreft de wijzigingen van de verordening gemeenschappelijke bepalingen voor de periode 2014-2020, zijn de regels gericht op de invoering van meer flexibiliteit om het gebruik van de middelen vanaf de programmeringsperiode 2014-2020 te helpen optimaliseren en het mogelijk te maken om de vertraagde programma’s van 2014-2020 en 2021-2027 verder uit te faseren.

  • Voor operaties die migratieuitdagingen als gevolg van de militaire agressie van Rusland aanpakken, biedt deze verordening bij wijze van uitzondering de mogelijkheid om af te wijken van de vereisten in verband met de locatie van de operatie in een bepaalde lidstaat, op voorwaarde dat mensen die de oorlog ontvluchten, na hun aankomst naar meerdere locaties mogen verhuizen.
  • De verordening biedt de mogelijkheid om uitgaven voor operaties die al fysiek of volledig zijn uitgevoerd, aan te geven en introduceert flexibiliteit tussen fondsen, waardoor het gebruik van het Cohesiefonds mogelijk is voor operaties die de migratieuitdagingen als gevolg van de Russische militaire agressie tegen Oekraïne aanpakken, en tussen thematische doelstellingen, waardoor de programma’s kunnen worden overgedragen.
  • De verordening maakt een medefinancieringspercentage van maximaal 100 % mogelijk, dat kan worden toegepast op een afzonderlijke prioritaire as die is vastgesteld in een programma ter bevordering van de sociaal-economische integratie van onderdanen uit niet-EU-landen, met inbegrip van projecten voor het aanpakken van migratieuitdagingen als gevolg van de Russische militaire agressie. Ten minste 30 % van de financiële toewijzing van een dergelijke afzonderlijke prioriteit moet worden toegewezen aan acties waarvan de begunstigden lokale overheden of maatschappelijke organisaties zijn die op het niveau van de lokale gemeenschap actief zijn.
  • Met de verordening worden de criteria voor de “fase” van projecten tussen de begrotingsperiodes 2014-2020 en 2021-2027 versoepeld door de minimumlimiet van de totale kosten van het project te verlagen van 5 miljoen EUR naar 1 miljoen EUR om voor de fase in aanmerking te komen, naast andere specifieke criteria. Hiermee worden de overige delen van het project effectief overgedragen naar de volgende programmeringsperiode, waardoor middelen in de periode 2014-2020 vrijkomen. Deze kunnen op hun beurt worden gebruikt om de migratieuitdagingen aan te pakken, indien de lidstaat dat wenst.
  • Hiermee wordt de vereenvoudigde kostenoptie vergroot door het bedrag van de eenheidskosten te verhogen van 40 EUR naar 100 EUR per week en door de steun te verlengen van 13 weken naar 26 weken. Dit is van toepassing op alle personen die om tijdelijke bescherming of andere adequate bescherming op grond van het nationale recht hebben verzocht en deze hebben gekregen.
  • Het verhoogt de flexibiliteit bij de afsluiting van programma’s voor 2014-2020 door de betalingen van het eindsaldo voor elke prioriteit per fonds en per categorie regio’s in het uiteindelijke begrotingsjaar te verhogen van 10 % naar 15 %. Dit betekent dat, indien bijvoorbeeld één prioritaire as (een specifiek soort investering) met 15 % is overschreden, dit bedrag kan worden gefinancierd door een ander prioritaire as die hetzelfde bedrag nog open heeft staan, zolang het op hetzelfde programma, dezelfde categorie regio en hetzelfde fonds betrekking heeft.

Ondersteuning van betaalbare energie (SAFE)

Als onderdeel van de wijzigingen in Verordening (EU) 2023/435 hebben de doelgerichte en uitzonderlijke wijzigingen in de verordening gemeenschappelijke bepalingen voor 2014-2020, ook wel bekend als SAFE, tot doel lidstaten en regio’s te ondersteunen die geconfronteerd worden met de uitdagingen als gevolg van de huidige energiecrisis.

SAFE maakt met name het volgende mogelijk:

  • de financiering van werkkapitaal van kleine en middelgrote ondernemingen die voornamelijk door de stijging van de energieprijzen worden getroffen, overeenkomstig de geldende regels inzake staatssteun;
  • de financiering van de energieconsumptiekosten van kwetsbare huishoudens om de energiearmoede aan te pakken;
  • het verlenen van meer steun aan werktijdverkortingsregelingen voor het behoud van banen voor werknemers en zelfstandigen door eventueel gebruik te maken van EFRO, het Cohesiefonds en het ESF.

Deze gerichte wijzigingen zijn gebaseerd op dezelfde regels als de eerdere flexibiliteit die werd geboden door CARE en FAST-CARE:

  • Alle fondsen voor het cohesiebeleid (EFRO, ESF en Cohesiefonds) kunnen worden gebruikt om deze maatregelen te ondersteunen door middel van kruisfinanciering, en REACT-EU-middelen mogen ook worden gebruikt.
  • Middelen uit een van de drie categorieën regio’s (meer ontwikkeld, transitie en minder ontwikkeld) mogen worden gebruikt om deze maatregelen te ondersteunen, waardoor de verplichting in verband met de locatie van de operatie wordt opgeheven.
  • Alle voorgestelde acties kunnen voor 100 % worden medegefinancierd door de EU.
  • De uitgaven komen in aanmerking vanaf 1 februari 2022 tot eind 2023, inclusief de reeds voltooide verrichtingen.
  • De begroting voor deze uitzonderlijke maatregelen mag maximaal 10 % bedragen van de totale toewijzing van de nationale cohesiefondsen voor 2014-2020.
  • De betalingen van de Commissie aan de lidstaten mogen in 2023 niet meer bedragen dan 5 miljard EUR.

VANAF WANNEER IS DE VERORDENING VAN TOEPASSING?

Verordening (EU) nr. 1303/2013 is sinds 1 januari 2014 van toepassing.

ACHTERGROND

Zie voor meer informatie:

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320-469)

Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EU) nr. 1303/2013 zijn opgenomen in het oorspronkelijke document. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid (PB L 231 van 30.6.2021, blz. 159-706)

Zie de geconsolideerde versie.

Verordening (EU) 2020/2220 van het Europees Parlement en de Raad van 23 december 2020 tot vaststelling van een aantal overgangsbepalingen voor steun uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) in de jaren 2021 en 2022 en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1305/2013, (EU) nr. 1306/2013 en (EU) nr. 1307/2013 wat betreft de middelen en toepassing in de jaren 2021 en 2022 en van Verordening (EU) nr. 1308/2013 wat betreft de middelen en verdeling van die steun voor de jaren 2021 en 2022 (PB L 437 van 28.12.2020, blz. 1-29)

Speciaal verslag nr. 2/2017 van de Europese rekenkamer: De onderhandelingen van de Commissie over de partnerschapsovereenkomsten en programma’s op cohesiegebied voor de periode 2014-2020: doelgerichtere uitgaven voor prioriteiten van Europa 2020, maar steeds complexere regelingen voor prestatiemeting.

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 van de Raad en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1-66)

Zie de geconsolideerde versie.

Uitvoeringsbesluit 2014/190/EU van de Commissie van 3 april 2014 tot vaststelling van de jaarlijkse verdeling per lidstaat van de totale middelen voor het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds in het kader van de doelstelling “investeren in groei en werkgelegenheid” en de doelstelling “Europese territoriale samenwerking”, de jaarlijkse verdeling per lidstaat van de middelen uit de specifieke toewijzing voor het werkgelegenheidsinitiatief voor jongeren samen met de lijst van in aanmerking komende regio’s, en de bedragen die uit de toewijzingen van het Cohesiefonds en de structuurfondsen aan elke lidstaat moeten worden overgedragen aan de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen en voor hulp aan de meest behoeftigen voor de periode 2014-2020 (PB L 104 van 8.4.2014, blz. 13-42)

Zie de geconsolideerde versie.

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 522/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van de gedetailleerde regels met betrekking tot de beginselen voor de selectie en het beheer van innovatieve acties op het gebied van duurzame stedelijke ontwikkeling die ondersteund moeten worden door het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 148 van 20.5.2014, blz. 1-3)

Zie de geconsolideerde versie.

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 481/2014 van de Commissie van 4 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot specifieke regels betreffende de subsidiabiliteit van de uitgaven voor samenwerkingsprogramma’s (PB L 138 van 13.5.2014, blz. 45-50)

Zie de geconsolideerde versie.

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 van de Commissie van 3 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (PB L 138 van 13.5.2014, blz. 5-44)

Zie de geconsolideerde versie.

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 288/2014 van de Commissie van 25 februari 2014 tot vaststelling van voorschriften overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij betreffende het model voor operationele programma’s in het kader van de doelstelling “investeren in groei en werkgelegenheid”, en overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling “Europese territoriale samenwerking” betreffende het model voor samenwerkingsprogramma’s in het kader van de doelstelling “Europese territoriale samenwerking” (PB L 87 van 22.3.2014, blz. 1-48)

Zie de geconsolideerde versie.

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 240/2014 van de Commissie van dinsdag 7 januari 2014 betreffende de Europese gedragscode inzake partnerschap in het kader van de Europese structuur- en investeringsfondsen (PB L 74 van 14.3.2014, blz. 1-7)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 215/2014 van de Commissie van 7 maart 2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij met betrekking tot methoden voor steun op het gebied van klimaatverandering, het vaststellen van mijlpalen en streefdoelen in het prestatiekader en de nomenclatuur van de categorieën steunverlening voor de Europese structuur- en investeringsfondsen (PB L 69 van 8.3.2014, blz. 65-84)

Zie de geconsolideerde versie.

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 184/2014 van de Commissie van 25 februari 2014 tot vaststelling krachtens Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, van de voorwaarden voor het systeem voor elektronische gegevensuitwisseling tussen de lidstaten en de Commissie en tot vaststelling krachtens Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling “Europese territoriale samenwerking”, van de nomenclatuur van de categorieën steunverlening van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling in het kader van de doelstelling “Europese territoriale samenwerking” (PB L 57 van 27.2.2014, blz. 7-20)

Zie de geconsolideerde versie.

Uitvoeringsbesluit 2014/99/EU van de Commissie van 18 februari 2014 tot vaststelling van de lijst van de regio’s die in aanmerking komen voor financiering uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Europees Sociaal Fonds en van de lidstaten die in aanmerking komen voor financiering uit het Cohesiefonds voor de periode 2014-2020 (PB L 50 van 20.2.2014, blz. 22-34)

Zie de geconsolideerde versie.

Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling “Europese territoriale samenwerking” (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 259-280)

Verordening (EU) nr. 1300/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1084/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 281-288)

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling “Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289-302)

Zie de geconsolideerde versie.

Verordening (EU) nr. 1302/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1082/2006 betreffende een Europese groepering voor territoriale samenwerking (EGTS), wat de verduidelijking, vereenvoudiging en verbetering van de oprichting en werking van dergelijke groeperingen betreft (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 303-319)

Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 December 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470-486)

Zie de geconsolideerde versie.

Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 487-548)

Zie de geconsolideerde versie.

Laatste bijwerking 24.03.2023

Top