EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32012D0452

2012/452/EU: Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 31 juli 2012 inzake de erkenning van de „NTA 8080” -regeling voor het aantonen van de naleving van de duurzaamheidscriteria van de Richtlijnen 98/70/EG en 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad

PB L 205 van 1.8.2012, p. 17–18 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 21/08/2017

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2012/452/oj

1.8.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 205/17


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 31 juli 2012

inzake de erkenning van de „NTA 8080”-regeling voor het aantonen van de naleving van de duurzaamheidscriteria van de Richtlijnen 98/70/EG en 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad

(2012/452/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG (1), en met name artikel 18, lid 6,

Gezien Richtlijn 98/70/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 1998 betreffende de kwaliteit van benzine en van dieselbrandstof (2), zoals gewijzigd bij Richtlijn 2009/30/EG van de Raad (3), en met name artikel 7 quater, lid 6,

Na raadpleging van het bij artikel 25, lid 2, van Richtlijn 2009/28/EG opgericht raadgevend comité,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Zowel in Richtlijn 98/70/EG als in Richtlijn 2009/28/EG zijn duurzaamheidscriteria voor biobrandstoffen vastgesteld. De bepalingen van de artikelen 7 ter en 7 quater en bijlage IV van Richtlijn 98/70/EG zijn vergelijkbaar met de bepalingen van de artikelen 17 en 18 en bijlage V van Richtlijn 2009/28/EG.

(2)

Wanneer biobrandstoffen en vloeibare biomassa in aanmerking moeten worden genomen voor de doeleinden van artikel 17, lid 1, onder a), b) en c), van Richtlijn 2009/28/EG, verplichten de lidstaten de marktpartijen aan te tonen dat die biobrandstoffen en vloeibare biomassa voldoen aan de duurzaamheidscriteria van artikel 17, leden 2 tot en met 5, van Richtlijn 2009/28/EG.

(3)

Overeenkomstig overweging 76 van Richtlijn 2009/28/EG moeten onredelijke lasten voor het bedrijfsleven worden vermeden; vrijwillige regelingen kunnen bijdragen tot efficiënte oplossingen om de naleving van deze duurzaamheidscriteria aan te tonen.

(4)

De Commissie kan besluiten dat een vrijwillige nationale of internationale regeling aantoont dat leveringen van biobrandstoffen beantwoorden aan de duurzaamheidscriteria van artikel 17, leden 3, 4 en 5, van Richtlijn 2009/28/EG of dat een vrijwillige nationale of internationale regeling om broeikasgasreductie te meten nauwkeurige gegevens bevat voor de doelstellingen van artikel 17, lid 2, van die richtlijn.

(5)

De Commissie kan een dergelijke vrijwillige regeling voor een periode van 5 jaar erkennen.

(6)

Als een marktpartij bewijzen of gegevens indient die verkregen zijn overeenkomstig een door de Commissie erkende regeling, mag een lidstaat, voor zover het erkenningsbesluit daarop betrekking heeft, de leverancier niet vragen om verdere bewijzen van de naleving van de duurzaamheidscriteria in te dienen.

(7)

Op 15 maart 2012 is bij de Commissie een verzoek ingediend tot erkenning van de „NTA 8080”-regeling. De „NTA 8080”-regeling, die uit de NTA 8080-norm, de 8081-norm en aanvullende documenten bestaat, heeft betrekking op een breed scala verschillende biobrandstoffen en vloeibare biomassa. De erkende regeling wordt beschikbaar gemaakt op het bij Richtlijn 2009/28/EG opgerichte transparantieplatform. De Commissie moet rekening houden met overwegingen van commerciële gevoeligheid en kan ertoe besluiten de regeling slechts gedeeltelijk te publiceren.

(8)

Uit beoordelingen van de „NTA 8080”-regeling is gebleken dat zij de duurzaamheidscriteria van artikel 7 ter, lid 3, onder a) en b), en leden 4 en 5, van Richtlijn 98/70/EG en van artikel 17, lid 3, onder a) en b), en leden 4 en 5, van Richtlijn 2009/28/EG voldoende bestrijkt en dat zij een massabalansmethodologie toepast in overeenstemming met de eisen van artikel 7 quater, lid 1, van Richtlijn 98/70/EG en van artikel 18, lid 1, van Richtlijn 2009/28/EG.

(9)

Uit de evaluatie van de „NTA 8080”-regeling is gebleken dat ze beantwoordt aan passende normen inzake betrouwbaarheid, transparantie en onafhankelijke auditing, en aan de methodologische eisen van bijlage IV bij Richtlijn 98/70/EG en bijlage V bij Richtlijn 2009/28/EG.

(10)

Dit besluit heeft geen betrekking op eventuele aanvullende duurzaamheidselementen van de „NTA 8080”-regeling. Deze aanvullende duurzaamheidselementen zijn niet verplicht om overeenstemming aan te tonen met de duurzaamheidseisen van de Richtlijnen 98/70/EG en 2009/28/EG,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De vrijwillige „NTA 8080”-regeling, waarvoor op 15 maart 2012 een verzoek tot erkenning is ingediend bij de Commissie, toont aan dat leveringen van biobrandstoffen beantwoorden aan de duurzaamheidscriteria van artikel 17, lid 3, onder a) en b), en leden 4 en 5, van Richtlijn 2009/28/EG en van artikel 7 ter, lid 3, onder a) en b), en leden 4 en 5, van Richtlijn 98/70/EG. De regeling bevat ook accurate gegevens voor de toepassing van artikel 17, lid 2, van Richtlijn 2009/28/EG en artikel 7 ter, lid 2, van Richtlijn 98/70/EG.

De vrijwillige „NTA 8080”-regeling kan worden gebruikt om de naleving aan te tonen van artikel 7 quater, lid 1, van Richtlijn 98/70/EG en artikel 18, lid 1, van Richtlijn 2009/28/EG.

Artikel 2

Dit besluit is geldig voor een periode van vijf jaar na de inwerkingtreding ervan. Wanneer de regeling na de goedkeuring ervan inhoudelijke wijzigingen ondergaat die gevolgen kunnen hebben voor de grondslag van dit besluit, worden dergelijke wijzingen onmiddellijk aan de Commissie gemeld. De Commissie beoordeelt de gemelde wijzigingen om na te gaan of de regeling nog steeds voldoende betrekking heeft op de duurzaamheidscriteria waarvoor ze is erkend.

Als duidelijk wordt aangetoond dat de regeling elementen die van doorslaggevend belang voor dit besluit worden geacht, niet ten uitvoer heeft gelegd en als een ernstige en structurele inbreuk op deze elementen heeft plaatsgevonden, kan de Commissie dit besluit intrekken.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 31 juli 2012.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 140 van 5.6.2009, blz. 16.

(2)  PB L 350 van 28.12.1998, blz. 58.

(3)  PB L 140 van 5.6.2009, blz. 88.


Top