EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32001D0315

2001/315/EG: Beschikking van de Commissie van 18 april 2001 tot invoering van de mogelijkheid voor de lidstaten om de geldigheidsduur van de voorlopige toelatingen voor de nieuwe werkzame stoffen flupyrsulfuron-methyl, carfentrazone-ethyl, famoxadone, prosulfuron, isoxaflutole, flurtamone, ethoxysulfuron, Paecilomyces fumosoroseus en cyclanilide te verlengen (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 1090)

PB L 109 van 19.4.2001, p. 69–71 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 18/04/2002

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2001/315/oj

32001D0315

2001/315/EG: Beschikking van de Commissie van 18 april 2001 tot invoering van de mogelijkheid voor de lidstaten om de geldigheidsduur van de voorlopige toelatingen voor de nieuwe werkzame stoffen flupyrsulfuron-methyl, carfentrazone-ethyl, famoxadone, prosulfuron, isoxaflutole, flurtamone, ethoxysulfuron, Paecilomyces fumosoroseus en cyclanilide te verlengen (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 1090)

Publicatieblad Nr. L 109 van 19/04/2001 blz. 0069 - 0071


Beschikking van de Commissie

van 18 april 2001

tot invoering van de mogelijkheid voor de lidstaten om de geldigheidsduur van de voorlopige toelatingen voor de nieuwe werkzame stoffen flupyrsulfuron-methyl, carfentrazone-ethyl, famoxadone, prosulfuron, isoxaflutole, flurtamone, ethoxysulfuron, Paecilomyces fumosoroseus en cyclanilide te verlengen

(kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 1090)

(Voor de EER relevante tekst)

(2001/315/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2000/80/EG van de Commissie(2), en met name op artikel 8, lid 1, vierde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) In Richtlijn 91/414/EEG (hierna "de richtlijn" te noemen) is bepaald dat een communautaire lijst van voor gebruik in gewasbeschermingsmiddelen toegelaten werkzame stoffen moet worden vastgesteld.

(2) De aanvrager Du Pont de Nemours heeft op 26 oktober 1995 bij de autoriteiten van Frankrijk een dossier betreffende de nieuwe actieve stof flupyrsulfuron-methyl ingediend.

(3) De aanvrager FMC Europe NV heeft op 14 februari 1996 bij de autoriteiten van Frankrijk een dossier betreffende de nieuwe werkzame stof carfentrazone-ethyl ingediend.

(4) De aanvrager Du Pont de Nemours heeft op 2 oktober 1996 bij de autoriteiten van Frankrijk een dossier beteffende de nieuwe werkzame stof famoxadone ingediend.

(5) De aanvrager Novartis heeft op 14 mei 1995 bij de autoriteiten van Frankrijk een dossier betreffende de nieuwe werkzame stof prosulfuron ingediend.

(6) De aanvrager Rhône-Poulenc heeft op 6 maart 1996 bij de autoriteiten van Nederland een dossier betreffende de nieuwe werkzame stof isoxaflutole ingediend.

(7) De aanvrager Rhône-Poulenc heeft op 15 februari 1994 bij de autoriteiten van Frankrijk een dossier betreffende de nieuwe werkzame stof flurtamone ingediend.

(8) De aanvrager AgrEvo heeft op 3 juli 1996 bij de autoriteiten van Italië een dossier betreffende de nieuwe werkzame stof ethoxysulfuron ingediend.

(9) De aanvrager Thermo Trilogy Corporation heeft op 18 mei 1994 bij de autoriteiten van België een dossier betreffende de nieuwe werkzame stof Paecilomyces fumosoroseus ingediend.

(10) De aanvrager Rhône-Poulenc Agrochimie SA heeft op 27 maart 1996 bij de autoriteiten van Griekenland een dossier betreffende de nieuwe werkzame stof cyclanilide ingediend.

(11) Overeenkomstig artikel 6, lid 3, van de richtlijn heeft de Commissie in haar Beschikking 91/164/EG(3) bevestigd dat het voor flupyrsulfuronmethyl ingediende dossier geacht kan worden in beginsel te voldoen aan de in bijlage II vervatte voorschriften inzake gegevens en informatie en, voor een gewasbeschermingsmiddel dat de betrokken werkzame stof bevat, aan de in bijlage III bij de richtlijn vervatte voorschriften.

(12) Overeenkomstig artikel 6, lid 3, van de richtlijn heeft de Commissie in haar Beschikking 97/362/EG(4) bevestigd dat het voor carfentrazone-ethyl ingediende dossier geacht kan worden in beginsel te voldoen aan de in bijlage II vervatte voorschriften inzake gegevens en informatie en, voor een gewasbeschermingsmiddel dat de betrokken werkzame stof bevat, aan de in bijlage III bij de richtlijn vervatte voorschriften.

(13) Overeenkomstig artikel 6, lid 3, van de richtlijn heeft de Commissie in haar Beschikking 97/591/EG(5) bevestigd dat het voor famoxadone ingediende dossier geacht kan worden in beginsel te voldoen aan de in bijlage II vervatte voorschriften inzake gegevens en informatie en, voor een gewasbeschermingsmiddel dat de betrokken werkzame stof bevat, aan de in bijlage III bij de richtlijn vervatte voorschriften.

(14) Overeenkomstig artikel 6, lid 3, van de richtlijn heeft de Commissie in haar Beschikking 97/137/EG(6) bevestigd dat het voor prosulfuron ingediende dossier geacht kan worden in beginsel te voldoen aan de in bijlage II vervatte voorschriften inzake gegevens en informatie en, voor een gewasbeschermingsmiddel dat de betrokken werkzame stof bevat, aan de in bijlage III bij de richtlijn vervatte voorschriften.

(15) Overeenkomstig artikel 6, lid 3, van de richtlijn heeft de Commissie in haar Beschikking 96/524/EG(7) bevestigd dat het voor isoxaflutole ingediende dossier geacht kan worden in beginsel te voldoen aan de in bijlage II vervatte voorschriften inzake gegevens en informatie en, voor een gewasbeschermingsmiddel dat de betrokken werkzame stof bevat, aan de in bijlage III bij de richtlijn vervatte voorschriften.

(16) Overeenkomstig artikel 6, lid 3, van de richtlijn heeft de Commissie in haar Beschikking 96/341/EG(8) bevestigd dat het voor flurtamone ingediende dossier geacht kan worden in beginsel te voldoen aan de in bijlage II vervatte voorschriften inzake gegevens en informatie en, voor een gewasbeschermingsmiddel dat de betrokken werkzame stof bevat, aan de in bijlage III bij de richtlijn vervatte voorschriften.

(17) Overeenkomstig artikel 6, lid 3, van de richtlijn heeft de Commissie in haar Beschikking 97/591/EG bevestigd dat het voor ethoxysulfuron ingediende dossier geacht kan worden in beginsel te voldoen aan de in bijlage II vervatte voorschriften inzake gegevens en informatie en, voor een gewasbeschermingsmiddel dat de betrokken werkzame stof bevat, aan de in bijlage III bij de richtlijn vervatte voorschriften.

(18) Overeenkomstig artikel 6, lid 3, van de richtlijn heeft de Commissie in haar Beschikking 97/164/EG bevestigd dat het voor Paecilomyces fumosoroseus ingediende dossier geacht kan worden in beginsel te voldoen aan de in bijlage II vervatte voorschriften inzake gegevens en infomatie en, voor een gewasbeschermingsmiddel dat de betrokken werkzame stof bevat, aan de in bijlage III bij de richtijln vevatte voorschriften.

(19) Overeenkomstig artikel 6, lid 3, van de richtlijn heeft de Commissie in haar Beschikking 97/137/EG bevestigd dat het voor cyclanilide ingediende dossier geacht kan worden in beginsel te voldoen aan de in bijlage II vervatte voorschriften inzake gegevens en informatie en, voor een gewasbeschermingsmiddel dat de betrokken werkzame stof bevat, aan de in bijlage III bij de richtlijn vervatte voorschriften.

(20) Deze bevestiging van gegevens en informatie is nodig om een grondig onderzoek van elk dossier te kunnen laten uitvoeren en om het voor de lidstaten mogelijk te maken gewasbeschermingsmiddelen met deze werkzame stoffen voorlopig, voor een periode van drie jaar, toe te laten met inachtneming van de in artikel 8, lid 1, van de richtlijn gestelde voorwaarden, en met name de voorwaarde dat de werkzame stof en het gewasbeschermingsmiddel moeten worden onderworpen aan een grondige beoordeling in het licht van de voorschriften van de richtlijn.

(21) Met betrekking tot flupyrsulfuron-methyl worden de gevolgen voor de volksgezondheid en voor het milieu overeenkomstig artikel 6, leden 2 en 4, van de richtlijn beoordeeld voor de door de aanvrager voorgestelde gebruiksdoeleinden. Frankrijk, dat als rapporterende lidstaat was aangewezen, heeft op 2 december 1997 het betrokken ontwerp-beoordelingsverslag bij de Commissie ingediend. Het ingediende verslag wordt door de lidstaten en de Commissie onderzocht in het kader van het Permanent Plantenziektekundig Comité en werkgroepen daarvan.

(22) Met betrekking tot carfentrazone-ethyl worden de gevolgen voor de volksgezondheid en voor het milieu overeenkomstig artikel 6, leden 2 en 4, van de richtlijn beoordeeld voor de door de aanvrager voorgestelde gebruiksdoeleinden. Frankrijk, dat als rapporterende lidstaat was aangewezen, heeft op 14 mei 1998 het betrokken ontwerp-beoordelingsverslag bij de Commissie ingediend. Het ingediende verslag wordt door de lidstaten en de Commissie onderzocht in het kader van het Permanent Plantenziektekundig Comité en werkgroepen daarvan.

(23) Met betrekking tot famoxadone worden de gevolgen voor de volksgezondheid en voor het milieu overeenkomstig artikel 6, leden 2 en 4, van de richtlijn beoordeeld voor de door de aanvrager voorgestelde gebruiksdoeleinden. Frankrijk, dat als rapporterende lidstaat was aangewezen, heeft op 5 augustus 1998 het betrokken ontwerp-beoordelingsverslag bij de Commissie ingediend. Het ingediende verslag wordt door de lidstaten en de Commissie onderzocht in het kader van het Permanent Plantenziektekundig Comité en werkgroepen daarvan.

(24) Met betrekking tot prosulfuron worden de gevolgen voor de volksgezondheid en voor het milieu overeenkomstig artikel 6, leden 2 en 4, van de richtlijn beoordeeld voor de door de aanvrager voorgestelde gebruiksdoeleinden. Frankrijk, dat als rapporterende lidstaat was aangewezen, heeft op 18 januari 1999 het betrokken ontwerp-beoordelingsverslag bij de Commissie ingediend. Het ingediende verslag wordt door de lidstaten en de Commissie onderzocht in het kader van het Permanent Plantenziektekundig Comité en werkgroepen daarvan.

(25) Met betrekking tot isoxaflutole worden de gevolgen voor de volksgezondheid en voor het milieu overeenkomstig artikel 6, leden 2 en 4, van de richtlijn beoordeeld voor de door de aanvrager voorgestelde gebruiksdoeleinden. Nederland, dat als rapporterende lidstaat was aangewezen, heeft op 26 februari 1997 het betrokken ontwerp-beoordelingsverslag bij de Commissie ingediend. Het ingediende verslag wordt door de lidstaten en de Commissie onderzocht in het kader van het Permanent Plantenziektekundig Comité en werkgroepen daarvan.

(26) Met betrekking tot flurtamone worden de gevolgen voor de volksgezondheid en voor het milieu overeenkomstig artikel 6, leden 2 en 4, van de richtlijn beoordeeld voor de door de aanvrager voorgestelde gebruiksdoeleinden. Frankrijk, dat als rapporterende lidstaat was aangewezen, heeft op 21 mei 1997 het betrokken ontwerp-beoordelingsverslag bij de Commissie ingediend. Het ingediende verslag wordt door de lidstaten en de Commissie onderzocht in het kader van het Permanent Plantenziektekundig Comité en werkgroepen daarvan.

(27) Met betrekking tot ethoxysulfuron worden de gevolgen voor de volksgezondheid en voor het milieu overeenkomstig artikel 6, leden 2 en 4, van de richtlijn beoordeeld voor de door de aanvrager voorgestelde gebruiksdoeleinden. Italië, dat als rapporterende lidstaat was aangewezen, heeft op 20 mei 1998 het betrokken ontwerp-beoordelingsverslag bij de Commissie ingediend. Het ingediende verslag wordt door de lidstaten en de Commissie onderzocht in het kader van het Permanent Plantenziektekundig Comité en werkgroepen daarvan.

(28) Met betrekking tot Paecilomyces fumosoroseus worden de gevolgen voor de volksgezondheid en voor het milieu overeenkomstig artikel 6, leden 2 en 4, van de richtlijn beoordeeld voor de door de aanvrager voorgestelde gebruiksdoeleinden. België, dat als rapporterende lidstaat was aangewezen, heeft op 9 december 1997 het betrokken ontwerp-beoordelingsverslag bij de Commissie ingediend. Het ingediende verslag wordt door de lidstaten en de Commissie onderzocht in het kader van het Permanent Plantenziektekundig Comité en werkgroepen daarvan.

(29) Met betrekking tot cyclanilide worden de gevolgen voor de volksgezondheid en voor het milieu overeenkomstig artikel 6, leden 2 en 4, van de richtlijn beoordeeld voor de door de aanvrager voorgestelde gebruiksdoeleinden. Griekenland, dat als rapporterende lidstaat was aangewezen, heeft op 11 februari 1998 het betrokken ontwerp-beoordelingsverslag bij de Commissie ingediend. Het ingediende verslag wordt door de lidstaten en de Commissie onderzocht in het kader van het Permanent Plantenziektekundig Comité en werkgroepen daarvan.

(30) Het zal niet mogelijk zijn de beoordeling van deze dossiers binnen drie jaar na de goedkeuring van de bovenbedoelde beschikkingen betreffende de volledigheid af te ronden omdat het onderzoek van de dossiers na de indiening van het ontwerp-beoordelingsverslag door de respectieve rapporterende lidstaten meer dan drie jaar in beslag heeft genomen.

(31) Opdat het onderzoek van de dossiers kan worden voortgezet, moeten de lidstaten de mogelijkheid krijgen de geldigheidsduur van de voorlopige toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die een van de betrokken werkzame stoffen bevatten, met twaalf maanden te verlengen overeenkomstig artikel 8 van de richtlijn. Naar verwachting zullen twaalf maanden volstaan om voor elk van de betrokken werkzame stoffen het beoordelings- en besluitvormingsproces voor de vaststelling van een beschikking over een eventuele opneming in bijlage I te voltooien.

(32) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Plantenziektekundig Comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De lidstaten mogen de geldigheidsduur van de voorlopige toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die flupyrsulfuron-methyl, carfentrazone-ethyl, famoxadone, prosulfuron, isoxalflutole, flurtamone, ethoxasulfuron, Paecilomyces fomosoroseus en cyclanilide bevatten, verlengen met ten hoogste twaalf maanden, te rekenen vanaf de datum van vaststelling van deze beschikking.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 18 april 2001.

Voor de Commissie

David Byrne

Lid van de Commissie

(1) PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.

(2) PB L 309 van 9.12.2000, blz. 14.

(3) PB L 64 van 5.3.1997, blz. 17.

(4) PB L 152 van 11.6.1997, blz. 31.

(5) PB L 239 van 30.8.1997, blz. 48.

(6) PB L 52 van 22.2.1997, blz. 20.

(7) PB L 220 van 30.8.1996, blz. 27.

(8) PB L 130 van 31.5.1996, blz. 20.

Top