EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Evenredigheidsbeginsel

Het evenredigheidsbeginsel is omschreven in artikel 5, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie. Het is bedoeld om duidelijke grenzen af te bakenen voor het optreden van instellingen van de Europese Unie (EU).

Dit beginsel houdt in dat EU-maatregelen:

  • geschikt moeten zijn voor het bereiken van het uiteindelijke doel;
  • noodzakelijk moeten zijn voor het bereiken van het uiteindelijke doel;
  • voor individuen geen lasten mogen opleveren die buitensporig zijn in verhouding tot het uiteindelijke doel (evenredigheid in enge zin).

Het is nauw verbonden met het subsidiariteitsbeginsel, op grond waarvan de EU alleen mag optreden als dit doeltreffender is dan optreden op nationaal, regionaal of lokaal niveau. Een ander daaraan gerelateerd beginsel, het beginsel van toedeling, bepaalt dat beleidsgebieden die niet uitdrukkelijk in de verdragen door alle lidstaten zijn overeengekomen, onder hun bevoegdheid blijven vallen.

De criteria voor de toepassing van het beginsel zijn vastgesteld in het aan de verdragen gehechte protocol (nr. 2) betreffende de toepassing van het subsidiariteits- en het evenredigheidsbeginsel.

In geval van schending van het evenredigheidsbeginsel kunnen verzoekers, mits aan de voorwaarden wordt voldaan, de geldigheid van de betreffende maatregelen aanvechten voor het Hof van Justitie van de Europese Unie.

ZIE OOK

Top