ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 307

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

48e jaargang
25 november 2005


Inhoud

 

I   Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

Bladzijde

 

*

Verordening (EG) nr. 1912/2005 van de Raad van 23 november 2005 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 527/2003 houdende machtiging tot het aanbieden en leveren voor rechtstreekse menselijke consumptie van bepaalde uit Argentinië ingevoerde wijnen waarop oenologische procédés zijn toegepast waarin niet is voorzien bij Verordening (EG) nr. 1493/1999

1

 

*

Verordening (EG) nr. 1913/2005 van de Raad van 23 november 2005 tot wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2759/75, (EEG) nr. 2771/75, (EEG) nr. 2777/75, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1255/1999 en (EG) nr. 2529/2001 wat de buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt betreft

2

 

 

Verordening (EG) nr. 1914/2005 van de Commissie van 24 november 2005 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

6

 

*

Verordening (EG) nr. 1915/2005 van de Commissie van 24 november 2005 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1982/2004 wat de vereenvoudiging van de registratie van de hoeveelheid en de specifieke bepalingen voor bijzondere goederenbewegingen betreft

8

 

*

Verordening (EG) nr. 1916/2005 van de Commissie van 24 november 2005 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EEG) nr. 2092/91 van de Raad inzake de biologische productiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten en levensmiddelen

10

 

 

Verordening (EG) nr. 1917/2005 van de Commissie van 24 november 2005 tot vaststelling, voor de sector suiker, vanaf 25 november 2005 geldende representatieve prijzen en de bedragen van de aanvullende invoerrechten voor melasse

12

 

 

Verordening (EG) nr. 1918/2005 van de Commissie van 24 november 2005 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer van witte en ruwe suiker in onveranderde vorm

14

 

 

Verordening (EG) nr. 1919/2005 van de Commissie van 24 november 2005 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer in ongewijzigde staat voor stropen en bepaalde andere producten van de suikersector

16

 

 

Verordening (EG) nr. 1920/2005 van de Commissie van 24 november 2005 tot vaststelling van het maximumbedrag van de restitutie bij uitvoer naar bepaalde derde landen van witte suiker voor de 13e deelinschrijving in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1138/2005

19

 

 

Verordening (EG) nr. 1921/2005 van de Commissie van 24 november 2005 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer in de sector melk en zuivelproducten

20

 

 

Verordening (EG) nr. 1922/2005 van de Commissie van 24 november 2005 tot vaststelling van de maximumuitvoerrestitutie voor boter in het kader van de permanente inschrijving van Verordening (EG) nr. 581/2004

28

 

 

Verordening (EG) nr. 1923/2005 van de Commissie van 24 november 2005 tot vaststelling van de maximumuitvoerrestitutie voor mageremelkpoeder in het kader van de permanente inschrijving van Verordening (EG) nr. 582/2004

30

 

 

Verordening (EG) nr. 1924/2005 van de Commissie van 24 november 2005 tot vaststelling van de uitvoerrestituties in de sector slachtpluimvee voor de periode 25 november 2005

31

 

 

Verordening (EG) nr. 1925/2005 van de Commissie van 24 november 2005 houdende vaststelling van de restituties die van toepassing zijn op bepaalde graan- en rijstproducten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I bij het Verdrag vallen

33

 

 

Verordening (EG) nr. 1926/2005 van de Commissie van 24 november 2005 houdende vaststelling van de restituties die van toepassing zijn op eieren en eigeel, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I bij het Verdrag vallen

37

 

 

Verordening (EG) nr. 1927/2005 van de Commissie van 24 november 2005 houdende vaststelling van de restituties die van toepassing zijn op bepaalde zuivelproducten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I bij het Verdrag vallen

39

 

 

Verordening (EG) nr. 1928/2005 van de Commissie van 24 november 2005 houdende vaststelling van de restituties die van toepassing zijn op bepaalde producten van de sector suiker, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I bij het Verdrag vallen

42

 

 

Verordening (EG) nr. 1929/2005 van de Commissie van 24 november 2005 houdende vaststelling van het definitieve eenheidsbedrag van de restitutie, en van het percentage in de sector groenten en fruit afgegeven uitvoercertificaten van het B-stelsel (tomaten, sinaasappelen, citroenen, tafeldruiven en appelen)

44

 

 

Verordening (EG) nr. 1930/2005 van de Commissie van 24 november 2005 betreffende de afgifte van uitvoercertificaten in de wijnsector

46

 

 

Verordening (EG) nr. 1931/2005 van de Commissie van 24 november 2005 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer voor mengvoeders op basis van granen

47

 

 

Verordening (EG) nr. 1932/2005 van de Commissie van 24 november 2005 tot vaststelling van de maximumverlaging van het recht bij invoer van maïs in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1809/2005

49

 

 

Verordening (EG) nr. 1933/2005 van de Commissie van 24 november 2005 betreffende de offertes voor de uitvoer van gerst die zijn meegedeeld in het kader van de openbare inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1058/2005

50

 

 

Verordening (EG) nr. 1934/2005 van de Commissie van 24 november 2005 betreffende de offertes voor de uitvoer van haver, die zijn meegedeeld in het kader van de openbare inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1438/2005

51

 

 

Verordening (EG) nr. 1935/2005 van de Commissie van 24 november 2005 tot vaststelling van de maximumrestitutie bij uitvoer van zachte tarwe in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1059/2005

52

 

 

II   Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

 

 

Commissie

 

*

Beschikking van de Commissie van 22 november 2005 tot wijziging van Beschikking 2001/671/EG tot uitvoering van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad met betrekking tot de indeling van het gedrag van daken en dakbedekkingen bij een brand vanaf de buitenzijde (Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 4437)  ( 1 )

53

 

 

Besluiten aangenomen krachtens titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie

 

*

Gemeenschappelijk Optreden 2005/824/GBVB van de Raad van 24 november 2005 inzake de politiemissie van de Europese Unie (EUPM) in Bosnië en Herzegovina

55

 

*

Gemeenschappelijk Optreden 2005/825/GBVB van de Raad van 24 november 2005 houdende wijziging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Bosnië en Herzegovina

59

 

*

Gemeenschappelijk Optreden 2005/826/GBVB van de Raad van 24 november 2005 betreffende de oprichting van een EU-adviesteam voor de politie in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (FYROM)

61

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

25.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 307/1


VERORDENING (EG) Nr. 1912/2005 VAN DE RAAD

van 23 november 2005

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 527/2003 houdende machtiging tot het aanbieden en leveren voor rechtstreekse menselijke consumptie van bepaalde uit Argentinië ingevoerde wijnen waarop oenologische procédés zijn toegepast waarin niet is voorzien bij Verordening (EG) nr. 1493/1999

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (1), en name op artikel 45, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In afwijking van artikel 45, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 mag, krachtens Verordening (EG) nr. 527/2003 van de Raad (2), in Argentinië geproduceerde wijn waarop oenologische procédés zijn toegepast waarin niet is voorzien bij de communautaire regelgeving, worden ingevoerd in de Gemeenschap. Deze toelating liep af op 30 september 2005.

(2)

Tussen de Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Commissie, en de Mercosur, waarvan de Republiek Argentinië deel uitmaakt, wordt nog steeds onderhandeld over een overeenkomst over de handel in wijn. Deze onderhandelingen hebben met name betrekking op de respectieve oenologische procédés van de twee partijen, en op de bescherming van de geografische aanduidingen.

(3)

Om het goede verloop van de onderhandelingen te bevorderen, lijkt het dienstig de afwijking waarbij toevoeging van appelzuur aan in Argentinië geproduceerde wijnen die in de Gemeenschap worden ingevoerd, wordt toegestaan, te verlengen tot de inwerkingtreding van de overeenkomst die uit deze onderhandelingen zal voortvloeien en uiterlijk tot en met 31 december 2006.

(4)

Verordening (EG) nr. 527/2003 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel l, lid l, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 527/2003 wordt „30 september 2005” vervangen door „31 december 2006”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 oktober 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 november 2005.

Voor de Raad

De voorzitster

M. BECKETT


(1)  PB L 179 van 14.7.1999, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1795/2003 van de Commissie (PB L 262 van 14.10.2003, blz. 13).

(2)  PB L 78 van 25.3.2003, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2067/2004 (PB L 358 van 3.12.2004, blz. 1).


25.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 307/2


VERORDENING (EG) Nr. 1913/2005 VAN DE RAAD

van 23 november 2005

tot wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2759/75, (EEG) nr. 2771/75, (EEG) nr. 2777/75, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1255/1999 en (EG) nr. 2529/2001 wat de buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt betreft

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 36 en 37,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Om rekening te houden met de beperkingen van het vrije verkeer die voortvloeien uit de toepassing van maatregelen om de verbreiding van dierziekten tegen te gaan, bevatten bepaalde gemeenschappelijke marktordeningen buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt. Deze maatregelen zijn vastgesteld in:

artikel 20 van Verordening (EEG) nr. 2759/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector varkensvlees (3),

artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 2771/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector eieren (4),

artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 2777/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector slachtpluimvee (5),

artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (6),

artikel 36 van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (7), en

artikel 22 van Verordening (EG) nr. 2529/2001 van de Raad van 19 december 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector schapen- en geitenvlees (8),

(2)

Deze buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt worden genomen door de Commissie en zijn rechtstreeks verbonden aan of vloeien rechtstreeks voort uit de sanitaire en veterinaire maatregelen die zijn vastgesteld om de verbreiding van ziekten te bestrijden. Zij worden op verzoek van de lidstaten genomen om ernstige marktverstoringen te voorkomen.

(3)

De lidstaten dragen in dit verband de grootste verantwoordelijkheid in de strijd tegen de uitbraak en verbreiding van dierziekten. Om die reden en gezien de omvang en de duur van deze dierziekten en derhalve de omvang van de inspanningen die nodig zijn om de markt te ondersteunen, lijkt het aangewezen om de kosten van de aan de producenten uitbetaalde steun te delen tussen de Gemeenschap en de betrokken lidstaat.

(4)

Ondersteuningsmaatregelen mogen alleen worden genomen als de lidstaten sanitaire en veterinaire maatregelen treft om snel een einde te maken aan de uitbraak van ziekten.

(5)

De lidstaten moeten erop toezien dat er geen concurrentievervalsing ontstaat wanneer zij producten betrekken bij de financiering.

(6)

De financiële bijdrage van de lidstaten aan de buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt dient te worden vrijgesteld van de toepassing van de regeling inzake staatssteun,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 20 van Verordening (EEG) nr. 2759/75 wordt vervangen door:

„Artikel 20

1.   Teneinde rekening te houden met de beperkingen van het intracommunautaire handelsverkeer of het handelsverkeer met derde landen die kunnen voortvloeien uit de toepassing van maatregelen om de verbreiding van dierziekten tegen te gaan, kunnen volgens de in artikel 24 bedoelde procedure buitengewone maatregelen worden genomen ter ondersteuning van de markt die door deze beperkingen wordt getroffen. Deze maatregelen worden genomen op verzoek van de betrokken lidstaat/lidstaten. Zij worden pas genomen indien de betrokken lidstaat/lidstaten veterinaire en sanitaire maatregelen heeft/hebben genomen om snel een einde te kunnen maken aan de dierziekten; bovendien mogen de intensiteit en de duur van de maatregelen niet verder gaan dan wat strikt noodzakelijk is voor de ondersteuning van de betrokken markt.

2.   De Commissie neemt deel in de financiering van de in lid 1 bedoelde buitengewone maatregelen, die rechtstreeks verband houden met de veterinaire en sanitaire maatregelen, ten bedrage van 50 % van de door de lidstaten gedane uitgaven en, in het geval van bestrijding van mond- en klauwzeer, 60 % van deze uitgaven.

3.   De lidstaten zien erop toe dat wanneer producenten bijdragen in de uitgaven van de lidstaten, zulks niet leidt tot vervalsing van de concurrentie tussen producenten in verschillende lidstaten.

4.   De artikelen 87, 88 en 89 van het Verdrag zijn niet van toepassing op de financiële bijdrage van de lidstaten aan de in lid 1 bedoelde maatregelen.”.

Artikel 2

Artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 2771/75 wordt vervangen door:

„Artikel 14

1.   Teneinde rekening te houden met de beperkingen van het vrije verkeer die kunnen voortvloeien uit de toepassing van maatregelen om de verbreiding van dierziekten tegen te gaan, kunnen volgens de in artikel 17 bedoelde procedure buitengewone maatregelen worden genomen ter ondersteuning van de markt die door deze beperkingen wordt getroffen. Deze maatregelen worden genomen op verzoek van de betrokken lidstaat/lidstaten. Zij mogen pas worden genomen indien de betrokken lidstaat/lidstaten veterinaire en sanitaire maatregelen heeft/hebben genomen om snel een einde te kunnen maken aan de dierziekten; bovendien mogen de intensiteit en de duur van de maatregelen niet verder gaan dan wat strikt noodzakelijk is voor de ondersteuning van de betrokken markt.

2.   De Commissie neemt deel in de financiering van de in lid 1 bedoelde buitengewone maatregelen, die rechtstreeks verband houden met de veterinaire en sanitaire maatregelen, ten bedrage van 50 % van de door de lidstaten gedane uitgaven.

3.   De lidstaten zien erop toe dat wanneer producenten bijdragen in de uitgaven van de lidstaten, zulks niet leidt tot vervalsing van de concurrentie tussen producenten in verschillende lidstaten.

4.   De artikelen 87, 88 en 89 van het Verdrag zijn niet van toepassing op de financiële bijdrage van de lidstaten aan de in lid 1 bedoelde maatregelen.”.

Artikel 3

Artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 2777/75 wordt vervangen door:

„Artikel 14

1.   Teneinde rekening te houden met de beperkingen van het vrije verkeer die kunnen voortvloeien uit de toepassing van maatregelen om de verbreiding van dierziekten tegen te gaan, kunnen volgens de in artikel 17 bedoelde procedure buitengewone maatregelen worden genomen ter ondersteuning van de markt die door deze beperkingen wordt getroffen. Deze maatregelen worden genomen op verzoek van de betrokken lidstaat/lidstaten. Zij worden pas genomen indien de betrokken lidstaat/lidstaten veterinaire en sanitaire maatregelen heeft/hebben genomen om snel een einde te kunnen maken aan de dierziekten; bovendien mogen de intensiteit en de duur van de maatregelen niet verder gaan dan wat strikt noodzakelijk is voor de ondersteuning van de betrokken markt.

2.   De Commissie neemt deel in de financiering van de in lid 1 bedoelde buitengewone maatregelen, die rechtstreeks verband houden met de veterinaire en sanitaire maatregelen, ten bedrage van 50 % van de door de lidstaten gedane uitgaven.

3.   De lidstaten zien erop toe dat wanneer producenten bijdragen in de uitgaven van de lidstaten, zulks niet leidt tot vervalsing van de concurrentie tussen producenten in verschillende lidstaten.

4.   De artikelen 87, 88 en 89 van het Verdrag zijn niet van toepassing op de financiële bijdrage van de lidstaten aan de in lid 1 bedoelde maatregelen.”.

Artikel 4

Artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1254/1999 wordt vervangen door:

„Artikel 39

1.   Teneinde rekening te houden met de beperkingen van het vrije verkeer die kunnen voortvloeien uit de toepassing van maatregelen om de verbreiding van dierziekten tegen te gaan, kunnen volgens de in artikel 43 bedoelde procedure buitengewone maatregelen worden genomen ter ondersteuning van de markt die door deze beperkingen wordt getroffen. Deze maatregelen worden genomen op verzoek van de betrokken lidstaat/lidstaten. Zij worden pas genomen indien de betrokken lidstaat/lidstaten veterinaire en sanitaire maatregelen heeft/hebben genomen om snel een einde te kunnen maken aan de dierziekten; bovendien mogen de intensiteit en de duur van de maatregelen niet verder gaan dan wat strikt noodzakelijk is voor de ondersteuning van de betrokken markt.

2.   De Commissie neemt deel in de financiering van de in lid 1 bedoelde buitengewone maatregelen, die rechtstreeks verband houden met de veterinaire en sanitaire maatregelen, ten bedrage van 50 % van de door de lidstaten gedane uitgaven en, in het geval van bestrijding van mond- en klauwzeer, 60 % van deze uitgaven.

3.   De lidstaten zien erop toe dat wanneer producenten bijdragen in de uitgaven van de lidstaten, zulks niet leidt tot vervalsing van de concurrentie tussen producenten in verschillende lidstaten.

4.   De artikelen 87, 88 en 89 van het Verdrag zijn niet van toepassing op de financiële bijdrage van de lidstaten aan de in lid 1 bedoelde maatregelen.”.

Artikel 5

Artikel 36 van Verordening (EG) nr. 1255/1999 wordt vervangen door:

„Artikel 36

1.   Teneinde rekening te houden met de beperkingen van het vrije verkeer die kunnen voortvloeien uit de toepassing van maatregelen om de verbreiding van dierziekten tegen te gaan, kunnen volgens de in artikel 42 bedoelde procedure buitengewone maatregelen worden genomen ter ondersteuning van de markt die door deze beperkingen wordt getroffen. Deze maatregelen worden genomen op verzoek van de betrokken lidstaat/lidstaten. Zij worden pas genomen indien de betrokken lidstaat/lidstaten veterinaire en sanitaire maatregelen heeft/hebben genomen om snel een einde te kunnen maken aan de dierziekten; bovendien mogen de intensiteit en de duur van de maatregelen niet verder gaan dan wat strikt noodzakelijk is voor de ondersteuning van de betrokken markt.

2.   De Commissie neemt deel in de financiering van de in lid 1 bedoelde buitengewone maatregelen, die rechtstreeks verband houden met de veterinaire en sanitaire maatregelen, ten bedrage van 50 % van de door de lidstaten gedane uitgaven, en, in het geval van bestrijding van mond- en klauwzeer, 60 % van deze uitgaven.

3.   De lidstaten zien erop toe dat wanneer producenten bijdragen in de uitgaven van de lidstaten, zulks niet leidt tot vervalsing van de concurrentie tussen producenten in verschillende lidstaten.

4.   De artikelen 87, 88 en 89 van het Verdrag zijn niet van toepassing op de financiële bijdrage van de lidstaten aan de in lid 1 bedoelde maatregelen.”.

Artikel 6

Artikel 22 van Verordening (EG) nr. 2529/2001 wordt vervangen door:

„Artikel 22

1.   Teneinde rekening te houden met de beperkingen van het vrije verkeer die kunnen voortvloeien uit de toepassing van maatregelen om de verbreiding van dierziekten tegen te gaan, kunnen volgens de in artikel 25, lid 2, bedoelde procedure buitengewone maatregelen worden genomen ter ondersteuning van de markt die door deze beperkingen wordt getroffen. Deze maatregelen worden genomen op verzoek van de betrokken lidstaat/lidstaten. Zij worden pas genomen indien de betrokken lidstaat/lidstaten veterinaire en sanitaire maatregelen heeft/hebben genomen om snel een einde te kunnen maken aan de dierziekten; bovendien mogen de intensiteit en de duur van de maatregelen niet verder gaan dan wat strikt noodzakelijk is voor de ondersteuning van de betrokken markt.

2.   De Commissie neemt deel in de financiering van de in lid 1 bedoelde buitengewone maatregelen, die rechtstreeks verband houden met de veterinaire en sanitaire maatregelen, ten bedrage van 50 % van de door de lidstaten gedane uitgaven, en, in het geval van bestrijding van mond- en klauwzeer, 60 % van deze uitgaven.

3.   De lidstaten zien erop toe dat wanneer producenten bijdragen in de uitgaven van de lidstaten, zulks niet leidt tot vervalsing van de concurrentie tussen producenten in verschillende lidstaten.

4.   De artikelen 87, 88 en 89 van het Verdrag zijn niet van toepassing op de financiële bijdrage van de lidstaten aan de in lid 1 bedoelde maatregelen.”.

Artikel 7

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 november 2005.

Voor de Raad

De voorzitster

M. BECKETT


(1)  Advies uitgebracht op 13 oktober 2005 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  PB C 221 van 8.9.2005, blz. 44.

(3)  PB L 282 van 1.11.1975, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1365/2000 (PB L 156 van 29.6.2000, blz. 5).

(4)  PB L 282 van 1.11.1975, blz. 49. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).

(5)  PB L 282 van 1.11.1975, blz. 77. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003.

(6)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1).

(7)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).

(8)  PB L 341 van 22.12.2001, blz. 3. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1782/2003.


25.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 307/6


VERORDENING (EG) Nr. 1914/2005 VAN DE COMMISSIE

van 24 november 2005

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 25 november 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 november 2005.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 386/2005 (PB L 62 van 9.3.2005, blz. 3).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 24 november 2005 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

052

48,9

204

33,2

999

41,1

0707 00 05

052

102,4

204

39,1

999

70,8

0709 90 70

052

117,4

204

63,3

999

90,4

0805 20 10

204

66,1

624

83,4

999

74,8

0805 20 30, 0805 20 50, 0805 20 70, 0805 20 90

052

70,8

624

95,2

999

83,0

0805 50 10

052

64,8

388

74,2

999

69,5

0808 10 80

388

68,4

400

93,5

404

93,1

720

70,6

999

81,4

0808 20 50

052

73,0

400

99,0

720

56,3

999

76,1


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 750/2005 van de Commissie (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 12). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.


25.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 307/8


VERORDENING (EG) Nr. 1915/2005 VAN DE COMMISSIE

van 24 november 2005

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1982/2004 wat de vereenvoudiging van de registratie van de hoeveelheid en de specifieke bepalingen voor bijzondere goederenbewegingen betreft

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 638/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de communautaire statistieken van het goederenverkeer tussen de lidstaten en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 3330/91 van de Raad (1), en met name op artikel 3, leden 4 en 5, en de artikelen 9, 10 en 12,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 1982/2004 van de Commissie van 18 november 2004 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 638/2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de communautaire statistieken van het goederenverkeer tussen de lidstaten en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 1901/2000 en (EEG) nr. 3590/92 (2) is een aantal regels voor bepaalde gegevens en bijzondere goederen vastgelegd. Deze regels moeten worden aangepast om de verzameling van gegevens te vergemakkelijken en bepaalde bijzondere handelstransacties nauwkeuriger te registreren.

(2)

Om de rapportagelast voor de informatieplichtigen te verminderen moeten de lidstaten bedrijven kunnen vrijstellen van de verstrekking van informatie over de hoeveelheid in nettomassa voor alle goederen waarvoor tevens bijzondere maatstaven moeten worden vermeld.

(3)

Met het oog op hun eigen gegevensbehoeften moet de lidstaten meer flexibiliteit worden geboden bij het gebruik van codes voor de verzameling van gegevens over de aard van de transactie, zolang de aan de Commissie toegezonden informatie hierdoor niet wordt beïnvloed.

(4)

Met het oog op de harmonisatie van de communautaire statistieken betreffende het goederenverkeer tussen lidstaten voor schepen en luchtvaarttuigen moet de toezending van de desbetreffende gegevens beperkt worden tot in het nationale scheeps- of luchtvaartuigregister ingeschreven transacties waarbij in de meldende lidstaat gevestigde bedrijven partij zijn.

(5)

Er is behoefte aan aanvullende bepalingen over gegevensbronnen, zodat de nationale diensten preciezere informatie over aankomsten en verzendingen in verband met schepen en luchtvaartuigen, producten van de zee en elektriciteit en aardgas kunnen verzamelen.

(6)

Voorts moet de situatie betreffende voor reparaties gebruikte onderdelen worden verduidelijkt.

(7)

Verordening (EG) nr. 1982/2004 moet dus dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de statistiek van het goederenverkeer tussen lidstaten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1982/2004 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 9 wordt vervangen door:

„Artikel 9

Hoeveelheid goederen

1.   De nettomassa wordt in kilogram vermeld. Van informatieplichtigen behoeft evenwel geen vermelding van de nettomassa te worden verlangd wanneer overeenkomstig lid 2 de bijzondere maatstaf wordt vermeld.

2.   De bijzondere maatstaven, waarvan de lijst in het eerste deel „Inleidende bepalingen” van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad (3) is gepubliceerd, worden vermeld overeenkomstig de aanwijzingen die voor de desbetreffende onderverdelingen zijn opgenomen in de bij die verordening vastgestelde gecombineerde nomenclatuur, hierna „GN” genoemd.

2)

Aan artikel 10 wordt de volgende zin toegevoegd:

„De lidstaten mogen voor nationale doeleinden de codenummers in kolom B gebruiken, mits alleen gegevens betreffende de codenummers in kolom A aan de Commissie worden verstrekt.”.

3)

Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 2 worden de punten a) en b) vervangen door:

„a)

de overdracht van de eigendom van een schip of van een luchtvaartuig van een in een andere lidstaat gevestigde natuurlijke of rechtspersoon aan een in de meldende lidstaat gevestigde en in het nationale scheeps- of luchtvaartuigregister ingeschreven natuurlijke of rechtspersoon. Deze transactie wordt behandeld als een aankomst;

b)

de overdracht van de eigendom van een schip of van een luchtvaartuig van een in de meldende lidstaat gevestigde en in het nationale scheeps- of luchtvaartuigregister ingeschreven natuurlijke of rechtspersoon aan in een andere lidstaat gevestigde natuurlijke of rechtspersoon. Deze transactie wordt behandeld als een verzending.

Indien het schip of het luchtvaartuig nieuw is, wordt de verzending geregistreerd in de lidstaat waar het schip of het luchtvaartuig is gebouwd.”;

b)

lid 4 wordt vervangen door:

„4.   Tenzij andere communautaire wetgeving zich ertegen verzet, gebruiken de nationale diensten alle beschikbare gegevensbronnen naast die van het Intrastat-systeem of het enig document voor fiscale of douanedoeleinden, zoals het nationale scheeps- of luchtvaartuigregister, indien de hierin opgenomen informatie nodig mocht zijn om de overdracht van de eigendom van dergelijke goederen vast te stellen.”.

4)

Artikel 21, lid 4, wordt vervangen door:

„4.   Tenzij andere communautaire wetgeving zich ertegen verzet, gebruiken de nationale diensten alle beschikbare gegevensbronnen naast die van het Intrastat-systeem of het enig document voor fiscale of douanedoeleinden, zoals de aangiften van in hun land geregistreerde schepen over in andere lidstaten aan land gebrachte producten van de zee.”.

5)

Artikel 22, lid 4, wordt vervangen door:

„4.   Tenzij andere communautaire wetgeving zich ertegen verzet, gebruiken de nationale diensten alle beschikbare gegevensbronnen naast die van het Intrastat-systeem of het enig document voor fiscale of douanedoeleinden, indien zij deze nodig mochten hebben voor de toepassing van dit artikel.”.

6)

Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de titel wordt vervangen door:

„Elektriciteit en gas”;

b)

de leden 1 en 2 worden vervangen door:

„1.   De statistiek van het goederenverkeer tussen de lidstaten omvat de verzendingen en aankomsten van elektriciteit en aardgas.

2.   Tenzij andere communautaire wetgeving zich ertegen verzet, gebruiken de nationale diensten alle beschikbare gegevensbronnen naast die van het Intrastat-systeem of het enig document voor fiscale of douanedoeleinden, indien zij deze nodig mochten hebben om de in lid 1 bedoelde gegevens aan de Commissie (Eurostat) op te geven. De nationale diensten kunnen van de in hun land gevestigde exploitanten of eigenaars van het nationale elektriciteits- of aardgasnet verlangen dat zij de informatie rechtstreeks verstrekken.”

7)

Bijlage I, punt h), wordt vervangen door:

„h)

Goederen bestemd voor dan wel na reparatie en de ingebouwde onderdelen ervan. Een reparatie behelst de restauratie van goederen in hun oorspronkelijke functie of toestand. Met de reparatie wordt uitsluitend beoogd dat de goederen blijven functioneren; hiervoor kan tot op zekere hoogte een reconstructie of een verbetering nodig zijn, zolang de aard van de goederen hierdoor niet verandert.”.

8)

Bijlage II wordt geschrapt.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 november 2005.

Voor de Commissie

Joaquín ALMUNIA

Lid van de Commissie


(1)  PB L 102 van 7.4.2004, blz. 1.

(2)  PB L 343 van 19.11.2004, blz. 3.

(3)  PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 493/2005 (PB L 82 van 31.3.2005, blz. 1).”


25.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 307/10


VERORDENING (EG) Nr. 1916/2005 VAN DE COMMISSIE

van 24 november 2005

tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EEG) nr. 2092/91 van de Raad inzake de biologische productiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten en levensmiddelen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2092/91 van de Raad van 24 juni 1991 inzake de biologische productiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name op artikel 13, tweede streepje,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage II bij Verordening (EEG) nr. 2092/91 voorziet in de mogelijkheid om de synthetische vitaminen A, D en E in voeder voor herkauwers te gebruiken gedurende een overgangsperiode die op 31 december 2005 afloopt.

(2)

Omdat te verwachten is dat de met het klimaat en de beschikbare voedersoorten verband houdende regionale verschillen ten aanzien van de mogelijkheid om biologische herkauwers door middel van hun voederrantsoenen van de noodzakelijke essentiële vitaminen A, D en E te voorzien zullen blijven bestaan, moeten de synthetische vitaminen A, D en E ook na de genoemde datum in voeder voor herkauwers kunnen worden gebruikt.

(3)

Verordening (EEG) nr. 2092/91 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 2092/91 opgerichte comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage II bij Verordening (EEG) nr. 2092/91 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 november 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 198 van 22.7.1991, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1567/2005 (PB L 252 van 28.9.2005, blz. 1).


BIJLAGE

In deel D van bijlage II bij Verordening (EEG) nr. 2092/91 wordt punt 1.2 vervangen door:

„1.2.

Vitaminen, provitaminen en chemisch goed gedefinieerde stoffen met een vergelijkbare werking. Deze categorie omvat enkel de volgende stoffen:

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad (1) toegestane vitaminen:

vitaminen die zijn afgeleid van grondstoffen die van nature in diervoeders voorkomen,

voor dieren met één maag, synthetische vitaminen die identiek zijn aan de natuurlijke vitaminen,

voor herkauwers, met voorafgaande toestemming van de bevoegde instantie van de lidstaat, de synthetische vitaminen A, D en E die identiek zijn aan de natuurlijke vitaminen.


(1)  PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.”.


25.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 307/12


VERORDENING (EG) Nr. 1917/2005 VAN DE COMMISSIE

van 24 november 2005

tot vaststelling, voor de sector suiker, vanaf 25 november 2005 geldende representatieve prijzen en de bedragen van de aanvullende invoerrechten voor melasse

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 24, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 1422/95 van de Commissie van 23 juni 1995 tot vaststelling, voor de sector suiker, van de uitvoeringsbepalingen voor de invoer van melasse en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 785/68 (2) is bepaald dat de cif-invoerprijs voor melasse, vastgesteld overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 785/68 van de Commissie (3), als „representatieve prijs” wordt aangemerkt. Deze prijs geldt voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 785/68.

(2)

Voor de vaststelling van de representatieve prijs moet rekening worden gehouden met alle in artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 785/68 genoemde inlichtingen, behalve in de in artikel 4 van die verordening genoemde gevallen. In voorkomend geval, mag deze vaststelling plaatsvinden overeenkomstig de in artikel 7 van Verordening (EEG) nr. 785/68 aangegeven werkwijze.

(3)

Voor andere kwaliteiten dan de standaardkwaliteit moeten de prijzen naar gelang van de kwaliteit van de aangeboden melasse overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 785/68 worden verhoogd of verlaagd.

(4)

Indien er een verschil is tussen de reactieprijs voor het betrokken product en de representatieve prijs, moeten aanvullende invoerrechten worden vastgesteld overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1422/95. Als de invoerrechten worden geschorst overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1422/95, moeten specifieke bedragen ter vervanging van die rechten worden vastgesteld.

(5)

De representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor de betrokken producten moeten worden vastgesteld overeenkomstig artikel 1, lid 2, en artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1422/95.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1422/95 bedoelde producten worden vastgesteld in de bijlage.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 25 november 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 november 2005.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).

(2)  PB L 141 van 24.6.1995, blz. 12. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 79/2003 (PB L 13 van 18.1.2003, blz. 4).

(3)  PB 145 van 27.6.1968, blz. 12. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1422/95.


BIJLAGE

Vaststelling, voor de sector suiker, van de representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor melasse van toepassing vanaf 25 november 2005

(EUR)

GN-code

Representatieve prijs per 100 kg netto van het betrokken product

Aanvullend recht per 100 kg netto van het betrokken product

Toe te passen recht bij invoer als gevolg van schorsing van de invoerrechten, als bedoeld in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1422/95, per 100 kg netto van het betrokken product (1)

1703 10 00 (2)

11,25

0

1703 90 00 (2)

11,87

0


(1)  Dit bedrag vervangt, overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1422/95, het voor deze producten vastgestelde bedrag van het recht van het gemeenschappelijk douanetarief.

(2)  Vaststelling voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in artikel 1 van de gewijzigde Verordening (EEG) nr. 785/68.


25.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 307/14


VERORDENING (EG) Nr. 1918/2005 VAN DE COMMISSIE

van 24 november 2005

tot vaststelling van de restituties bij uitvoer van witte en ruwe suiker in onveranderde vorm

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), inzonderheid op artikel 27, lid 5, tweede alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1260/2001 kan het verschil tussen de noteringen of de prijzen op de wereldmarkt voor de in artikel 1, lid 1, onder a), van die verordening genoemde producten en de prijzen voor deze producten in de Gemeenschap overbrugd worden door een restitutie bij de uitvoer.

(2)

Krachtens Verordening (EG) nr. 1260/2001 moeten de restituties voor witte suiker en ruwe suiker, welke niet gedenatureerd en in onveranderde vorm uitgevoerd zijn, vastgesteld worden rekening houdend met de toestand op de markt van de Gemeenschap en op de wereldmarkt voor suiker, en vooral met de in artikel 28 van genoemde verordening bedoelde prijs- en kostenelementen. Volgens dit artikel moet eveneens met het economische aspect van de voorgenomen uitvoertransactie rekening worden gehouden.

(3)

Voor ruwe suiker moet de restitutie vastgesteld worden voor de standaardkwaliteit die bepaald is in bijlage I, punt II, van Verordening (EG) nr. 1260/2001. Deze restitutie werd bovendien vastgesteld overeenkomstig artikel 28, lid 4, van deze verordening. Kandijsuiker werd omschreven in Verordening (EG) nr. 2135/95 van de Commissie van 7 september 1995 inzake uitvoeringsbepalingen voor de toekenning van uitvoerrestituties in de sector suiker (2). Het aldus berekende restitutiebedrag voor gearomatiseerde suiker en suiker waaraan kleurstoffen zijn toegevoegd, moet gelden voor de hoeveelheid sacharose in de betreffende suiker en bijgevolg worden vastgesteld per percent sacharosegehalte.

(4)

In bijzondere gevallen kan het bedrag van de restitutie worden vastgesteld bij besluiten van verschillende aard.

(5)

De restitutie moet elke twee weken worden vastgesteld. De restitutie kan tussentijds gewijzigd worden.

(6)

Krachtens artikel 27, lid 5, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 kan de restitutie voor de in artikel 1 van deze verordening genoemde producten naar bestemming variëren indien dat vanwege de situatie op de wereldmarkt of de specifieke vereisten van bepaalde markten noodzakelijk is.

(7)

De aanzienlijke en snelle toename van de preferentiële invoer van suiker uit de westelijke Balkanlanden sedert begin 2001 en de uitvoer van suiker uit de Gemeenschap naar die landen lijken grotendeels kunstmatig te zijn.

(8)

Ter voorkoming van misbruiken waarbij producten van de suikersector waarvoor een uitvoerrestitutie is toegekend, weer in de Gemeenschap worden ingevoerd, mag voor geen van de westelijke Balkanlanden een restitutie worden vastgesteld voor de in deze verordening bedoelde producten.

(9)

Op grond van bovenstaande overwegingen en van de huidige situatie van de suikermarkt, en met name van de noteringen of prijzen van suiker in de Gemeenschap en op de wereldmarkt, dienen de restituties op een passend niveau te worden vastgesteld.

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De restituties bij de uitvoer in onveranderde vorm van de in artikel 1, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1260/2001 genoemde producten, welke niet gedenatureerd zijn, worden vastgesteld overeenkomstig de bedragen aangegeven in de bijlage.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 25 november 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 november 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).

(2)  PB L 214 van 8.9.1995, blz. 16.


BIJLAGE

RESTITUTIES BIJ UITVOER VAN WITTE SUIKER EN RUWE SUIKER IN ONVERANDERDE VORM VAN TOEPASSING VANAF 25 NOVEMBER 2005 (1)

Productcode

Bestemming

Meeteenheid

Restitutiebedrag

1701 11 90 9100

S00

EUR/100 kg

33,48 (2)

1701 11 90 9910

S00

EUR/100 kg

33,48 (2)

1701 12 90 9100

S00

EUR/100 kg

33,48 (2)

1701 12 90 9910

S00

EUR/100 kg

33,48 (2)

1701 91 00 9000

S00

EUR/1 % saccharose × 100 kg nettogewicht product

0,3640

1701 99 10 9100

S00

EUR/100 kg

36,40

1701 99 10 9910

S00

EUR/100 kg

36,40

1701 99 10 9950

S00

EUR/100 kg

36,40

1701 99 90 9100

S00

EUR/1 % saccharose × 100 kg nettogewicht product

0,3640

NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1).

De numerieke codes voor de bestemmingen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2081/2003 van de Commissie (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11).

De andere bestemmingen worden als volgt vastgesteld:

S00

:

alle bestemmingen (derde landen, andere gebieden, bevoorrading en met uitvoer uit de Gemeenschap gelijkgestelde bestemmingen) met uitzondering van Albanië, Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Servië en Montenegro (met inbegrip van Kosovo, zoals gedefinieerd in Resolutie 1244 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 10 juni 1999) en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië; de uitzondering geldt niet voor suiker die verwerkt is in producten als bedoeld in artikel 1, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad (PB L 297 van 21.11.1996, blz. 29).


(1)  De in deze bijlage vastgestelde restituties zijn niet van toepassing met ingang van 1 februari 2005 overeenkomstig Besluit 2005/45/EG van de Raad van 22 december 2004 betreffende het sluiten en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972, wat de bepalingen betreffende verwerkte landbouwproducten betreft (PB L 23 van 26.1.2005, blz. 17).

(2)  Dit bedrag geldt voor ruwe suiker met een rendement van 92 %. Indien het rendement van de geëxporteerde ruwe suiker afwijkt van 92 %, wordt het bedrag van de toe te passen restitutie berekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 28, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1260/2001.


25.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 307/16


VERORDENING (EG) Nr. 1919/2005 VAN DE COMMISSIE

van 24 november 2005

tot vaststelling van de restituties bij uitvoer in ongewijzigde staat voor stropen en bepaalde andere producten van de suikersector

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 27, lid 5, tweede alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1260/2001 bepaalt dat het verschil tussen de noteringen of de prijzen op de wereldmarkt voor de in artikel 1, lid 1, onder d), van genoemde verordening genoemde producten en de prijzen van de Gemeenschap overbrugd kan worden door een restitutie bij de uitvoer.

(2)

Volgens artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2135/95 van de Commissie van 7 september 1995 inzake uitvoeringsbepalingen voor de toekenning van uitvoerrestituties in de sector suiker (2) is de restitutie voor 100 kg van de in artikel 1, lid 1, onder d), van Verordening (EG) nr. 1260/2001 genoemde producten die worden uitgevoerd, gelijk aan het basisbedrag, vermenigvuldigd met het sacharosegehalte, in voorkomend geval verhoogd met het gehalte aan andere als sacharose berekende suikersoorten. Dit sacharosegehalte van het betrokken product wordt overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2135/95 vastgesteld.

(3)

Volgens artikel 30, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 moet het basisbedrag van de restitutie voor sorbose, uitgevoerd in ongewijzigde staat, gelijk zijn aan het basisbedrag van de restitutie, verminderd met een honderdste van de restitutie bij de productie die, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1265/2001 van de Commissie van 27 juni 2001 houdende vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad, wat de productierestitutie voor bepaalde in de chemische industrie gebruikte producten van de sector suiker betreft (3), geldt voor de in de bijlage bij deze laatste verordening vermelde producten.

(4)

Volgens artikel 30, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 moet het basisbedrag van de restitutie voor de overige in artikel 1, lid 1, onder d), van genoemde verordening bedoelde en in onveranderde vorm uitgevoerde producten gelijk zijn aan het honderdste deel van het bedrag dat wordt bepaald met inachtneming van enerzijds het verschil tussen de interventieprijs voor witte suiker die gedurende de maand waarvoor het basisbedrag wordt vastgesteld, geldt voor de niet-deficitaire gebieden van de Gemeenschap, en de voor witte suiker op de wereldmarkt geconstateerde noteringen of prijzen, en anderzijds de noodzaak om een evenwicht tot stand te brengen tussen het gebruik van basisproducten uit de Gemeenschap met het oog op de uitvoer van verwerkte producten naar derde landen en het gebruik van de tot het veredelingsverkeer toegelaten producten uit deze landen.

(5)

Volgens artikel 30, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 kan de toepassing van het basisbedrag beperkt worden tot bepaalde in artikel 1, lid 1, onder d), van genoemde verordening bedoelde producten.

(6)

Krachtens artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1260/2001 kan een restitutie worden vastgesteld bij uitvoer in ongewijzigde staat van de in artikel 1, lid 1, onder f), g) en h), van die verordening genoemde producten. Het niveau van de restitutie moet worden vastgesteld voor 100 kg droge stof, waarbij rekening wordt gehouden met de restitutie bij uitvoer voor de producten van GN-code 1702 30 91, de restitutie bij uitvoer van de in artikel 1, lid 1, onder d), van Verordening (EG) nr. 1260/2001 bedoelde producten en met de economische aspecten van de betrokken uitvoer. Voor de onder f) en g) van voornoemd lid 1 bedoelde producten wordt de restitutie slechts toegekend voor producten die voldoen aan de voorwaarden welke zijn vastgesteld in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 2135/95 en wordt voor de onder h) bedoelde producten de restitutie alleen toegekend voor producten die voldoen aan de voorwaarden die zijn vastgesteld in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 2135/95.

(7)

De bovengenoemde restituties dienen maandelijks vastgesteld te worden. Zij kunnen tussentijds worden gewijzigd.

(8)

Krachtens artikel 27, lid 5, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 kunnen de situatie op de wereldmarkt of specifieke vereisten van bepaalde markten het noodzakelijk maken de restitutie voor de in artikel 1 van deze verordening genoemde producten te differentiëren naar gelang van hun bestemming.

(9)

De aanzienlijke en snelle toename van de preferentiële invoer van suiker van herkomst uit de westelijke Balkanlanden sinds het begin van 2001 en de uitvoer van suiker van de Gemeenschap naar die landen lijken een zeer kunstmatig verschijnsel te zijn.

(10)

Om eventuele misbruiken door wederinvoer in de Europese Unie van producten van de suikersector waarvoor een uitvoerrestitutie is verleend te voorkomen, is het dienstig voor de westelijke Balkanlanden als geheel geen restituties voor de in deze verordening bedoelde producten vast te stellen.

(11)

Gelet op deze feiten dienen de restituties voor de betrokken producten te worden vastgesteld op een passend niveau.

(12)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De restituties bij uitvoer in ongewijzigde staat van de in artikel 1, lid 1, onder d), f), g) en h), van Verordening (EG) nr. 1260/2001 genoemde producten worden vastgesteld op de bedragen als aangegeven in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 25 november 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 november 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 6).

(2)  PB L 214 van 8.9.1995, blz. 16.

(3)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 63.


BIJLAGE

RESTITUTIES BIJ UITVOER IN ONGEWIJZIGDE STAAT VOOR STROPEN EN BEPAALDE ANDERE PRODUCTEN VAN DE SUIKERSECTOR, VAN TOEPASSING MET INGANG VAN 25 NOVEMBER 2005 (1)

Productcode

Bestemming

Meeteenheid

Restitutiebedrag

1702 40 10 9100

S00

EUR/100 kg droge stof

36,40 (2)

1702 60 10 9000

S00

EUR/100 kg droge stof

36,40 (2)

1702 60 80 9100

S00

EUR/100 kg droge stof

69,16 (3)

1702 60 95 9000

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,3640 (4)

1702 90 30 9000

S00

EUR/100 kg droge stof

36,40 (2)

1702 90 60 9000

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,3640 (4)

1702 90 71 9000

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,3640 (4)

1702 90 99 9900

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,3640 (4)  (5)

2106 90 30 9000

S00

EUR/100 kg droge stof

36,40 (2)

2106 90 59 9000

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,3640 (4)

NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1).

De numerieke codes voor de bestemmingen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2081/2003 (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11).

De andere bestemmingen worden als volgt vastgesteld:

S00

:

alle bestemmingen (derde landen, andere gebieden, bevoorrading en met uitvoer uit de Gemeenschap gelijkgestelde bestemmingen) met uitzondering van Albanië, Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Servië en Montenegro (met inbegrip van Kosovo, als omschreven in resolutie nr. 1244 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 10 juni 1999) en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië; de uitzondering geldt niet voor suiker die verwerkt is in producten als bedoeld in artikel 1, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad (PB L 297 van 21.11.1996, blz. 29).


(1)  De in deze bijlage vastgestelde restituties zijn niet van toepassing met ingang van 1 februari 2005 overeenkomstig Besluit 2005/45/EG van de Raad van 22 december 2004 betreffende het sluiten en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972, wat de bepalingen betreffende verwerkte landbouwproducten betreft (PB L 23 van 26.1.2005, blz. 17).

(2)  Alleen geldig voor de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 2135/95 bedoelde producten.

(3)  Alleen geldig voor de in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 2135/95 bedoelde producten.

(4)  Het basisbedrag is niet van toepassing op stropen met een zuiverheid van minder dan 85 % (Verordening (EG) nr. 2135/95). Het sacharosegehalte wordt overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2135/95 vastgesteld.

(5)  Het basisbedrag is niet van toepassing op het in de bijlage, punt 2, van Verordening (EEG) nr. 3513/92 van de Commissie (PB L 355 van 5.12.1992, blz. 12) bedoelde product.


25.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 307/19


VERORDENING (EG) Nr. 1920/2005 VAN DE COMMISSIE

van 24 november 2005

tot vaststelling van het maximumbedrag van de restitutie bij uitvoer naar bepaalde derde landen van witte suiker voor de 13e deelinschrijving in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1138/2005

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 27, lid 5, tweede alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens Verordening (EG) nr. 1138/2005 van de Commissie van 15 juli 2005 inzake een permanente inschrijving voor het verkoopseizoen 2005/2006 voor de vaststelling van heffingen en/of restituties bij uitvoer van witte suiker (2) worden deelinschrijvingen gehouden voor de uitvoer naar bepaalde derde landen van deze suiker.

(2)

Overeenkomstig de bepalingen van artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1138/2005, naar gelang van het geval, wordt een maximumbedrag van de restitutie bij uitvoer vastgesteld voor de betrokken deelinschrijving, waarbij met name rekening wordt gehouden met de situatie en de te verwachten ontwikkeling van de suikermarkt in de Gemeenschap en daarbuiten.

(3)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de 13e deelinschrijving voor witte suiker, gehouden krachtens Verordening (EG) nr. 1138/2005, wordt het maximumbedrag van de restitutie bij uitvoer vastgesteld op 39,374 EUR/100 kg.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 25 november 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 november 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).

(2)  PB L 185 van 16.7.2005, blz. 3.


25.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 307/20


VERORDENING (EG) Nr. 1921/2005 VAN DE COMMISSIE

van 24 november 2005

tot vaststelling van de restituties bij uitvoer in de sector melk en zuivelproducten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), inzonderheid op artikel 31, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 31 van Verordening (EG) nr. 1255/1999 kan het verschil tussen de in de internationale handel geldende prijzen van de producten als bedoeld in artikel 1 van genoemde verordening en de prijzen van deze producten in de Gemeenschap overbrugd worden door een restitutie bij de uitvoer voorzover de akkoorden gesloten overeenkomstig artikel 300 van het Verdrag dat toestaan.

(2)

Krachtens Verordening (EG) nr. 1255/1999 moeten de restituties voor de producten als bedoeld in artikel 1 van die verordening, die als zodanig worden uitgevoerd, worden vastgesteld rekening houdend met:

de situatie en de verwachte ontwikkeling op de markt van de Gemeenschap met betrekking tot de prijzen voor melk en zuivelproducten en de beschikbare hoeveelheden, evenals met de prijzen voor melk en zuivelproducten in de internationale handel,

de afzetkosten en de meest gunstige vervoerskosten, berekend vanaf de markten van de Gemeenschap tot aan de havens of andere plaatsen van uitvoer van de Gemeenschap, evenals met de aanvoerkosten tot aan de landen van bestemming,

de doelstellingen van de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten, zijnde het verzekeren van een evenwichtige en een natuurlijke ontwikkeling van de prijzen en het handelsverkeer op deze markten,

de beperkingen die resulteren uit de akkoorden gesloten overeenkomstig artikel 300 van het Verdrag,

het belang dat erin gelegen is om verstoringen op de markt van de Gemeenschap te voorkomen,

het economisch aspect van de beoogde uitvoer.

(3)

Krachtens artikel 31, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 worden de prijzen in de Gemeenschap bepaald met inachtneming van de toegepaste prijzen die met het oog op de uitvoer het gunstigst blijken te zijn. Bij de bepaling van de prijzen in de internationale handel wordt met name rekening gehouden met:

a)

de prijzen die op de markten in derde landen worden toegepast,

b)

de gunstigste prijzen bij invoer in de derde landen van bestemming uit andere derde landen,

c)

de producentenprijzen die in de uitvoerende derde landen worden geconstateerd en, in voorkomend geval, met inachtneming van de subsidies die door deze landen worden toegekend,

d)

de aanbiedingsprijzen franco grens van de Gemeenschap.

(4)

Krachtens artikel 31, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 kunnen de situatie op de wereldmarkt of de specifieke eisen van bepaalde markten het noodzakelijk maken dat voor de producten als bedoeld in artikel 1 van genoemde verordening naar gelang van hun bestemming een verschillend restitutiebedrag wordt vastgesteld.

(5)

Artikel 31, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 voorziet erin dat de lijst van producten waarvoor een restitutie wordt verleend bij uitvoer, en het bedrag van deze restitutie ten minste eenmaal per vier weken worden vastgesteld. Het bedrag van de restitutie kan echter gedurende meer dan vier weken op hetzelfde niveau gehandhaafd blijven.

(6)

Krachtens artikel 16 van Verordening (EG) nr. 174/1999 van de Commissie van 26 januari 1999 tot vaststelling van de specifieke uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 804/68 van de Raad inzake de uitvoercertificaten en de invoerrestituties in de sector melk en zuivelproducten (2), is de verleende restitutie voor zuivelproducten met toegevoegde suiker gelijk aan de som van twee elementen. Het ene element dient om rekening te houden met de hoeveelheid zuivelproducten en wordt berekend door het basisbedrag te vermenigvuldigen met het gehalte aan zuivelproducten van het betrokken product, het andere element dient om rekening te houden met de hoeveelheid toegevoegde sacharose en wordt berekend door het basisbedrag van de restitutie die op de dag van uitvoer geldt voor de producten als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder d), van Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (3), te vermenigvuldigen met het sacharosegehalte van het gehele product. Dit laatste element evenwel wordt uitsluitend in aanmerking genomen als de sacharose is geproduceerd uit in de Gemeenschap geteelde suikerbieten of in de Gemeenschap geteeld suikerriet.

(7)

Bij Verordening (EEG) nr. 896/84 van de Commissie (4), zijn aanvullende bepalingen ingesteld inzake de toekenning van de restituties in geval van wijziging van het verkoopseizoen. Deze bepalingen voorzien in de mogelijkheid de restituties naar gelang van de datum waarop de producten zijn vervaardigd, te differentiëren.

(8)

Voor de berekening van het restitutiebedrag voor smeltkaas moet worden bepaald dat de eventueel toegevoegde hoeveelheid aan caseïne en/of caseïnaten niet in aanmerking wordt genomen.

(9)

Bij het vaststellen van producten en bestemmingen die in aanmerking komen voor restitutie is het aangewezen om er op te letten dat van de ene kant, de competitieve positie van bepaalde communautaire producten niet rechtvaardigt om hun uitvoer aan te moedigen, en dat van de andere kant, de geografische nabijheid van bepaalde grondgebieden de omleiding van het handelsverkeer en misbruiken dreigt te vergemakkelijken.

(10)

De toepassing van deze regels op de huidige marktsituatie in de zuivelsector, in het bijzonder op de prijzen van deze producten in de Gemeenschap en op de wereldmarkt, leidt tot het vaststellen van de restitutie voor de producten op de bedragen aangegeven in de bijlage.

(11)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De restituties bedoeld in artikel 31 van Verordening (EG) nr. 1255/1999 voor de uitgevoerde producten in ongewijzigde staat worden vastgesteld op de bedragen als aangegeven in de bijlage.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 25 november 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 november 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 van de Commissie (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).

(2)  PB L 20 van 27.1.1999, blz. 8. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1513/2005 (PB L 241 van 17.9.2005, blz. 45).

(3)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).

(4)  PB L 91 van 1.4.1984, blz. 71. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 222/88 (PB L 28 van 1.2.1988, blz. 1).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 24 november 2005 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer in de sector melk en zuivelproducten

Productcode

Bestemming

Meeteenheid

Bedrag van de restitutie

0401 30 31 9100

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

13,20

A01

EUR/100 kg

18,86

0401 30 31 9400

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

20,62

A01

EUR/100 kg

29,47

0401 30 31 9700

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

22,75

A01

EUR/100 kg

32,49

0401 30 39 9100

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

13,20

A01

EUR/100 kg

18,86

0401 30 39 9400

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

20,62

A01

EUR/100 kg

29,47

0401 30 39 9700

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

22,75

A01

EUR/100 kg

32,49

0401 30 91 9100

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

25,92

A01

EUR/100 kg

37,04

0401 30 99 9100

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

25,92

A01

EUR/100 kg

37,04

0401 30 99 9500

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

38,10

A01

EUR/100 kg

54,43

0402 10 11 9000

L01

EUR/100 kg

068

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

8,28

A01

EUR/100 kg

10,00

0402 10 19 9000

L01

EUR/100 kg

068

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

8,28

A01

EUR/100 kg

10,00

0402 10 91 9000

L01

EUR/kg

068

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,0828

A01

EUR/kg

0,1000

0402 10 99 9000

L01

EUR/kg

068

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,0828

A01

EUR/kg

0,1000

0402 21 11 9200

L01

EUR/100 kg

068

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

8,28

A01

EUR/100 kg

10,00

0402 21 11 9300

L01

EUR/100 kg

068

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

35,03

A01

EUR/100 kg

44,94

0402 21 11 9500

L01

EUR/100 kg

068

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

36,55

A01

EUR/100 kg

46,92

0402 21 11 9900

L01

EUR/100 kg

068

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

38,94

A01

EUR/100 kg

50,00

0402 21 17 9000

L01

EUR/100 kg

068

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

8,28

A01

EUR/100 kg

10,00

0402 21 19 9300

L01

EUR/100 kg

068

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

35,03

A01

EUR/100 kg

44,94

0402 21 19 9500

L01

EUR/100 kg

068

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

36,55

A01

EUR/100 kg

46,92

0402 21 19 9900

L01

EUR/100 kg

068

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

38,94

A01

EUR/100 kg

50,00

0402 21 91 9100

L01

EUR/100 kg

068

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

39,19

A01

EUR/100 kg

50,30

0402 21 91 9200

L01

EUR/100 kg

068

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

39,42

A01

EUR/100 kg

50,61

0402 21 91 9350

L01

EUR/100 kg

068

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

39,84

A01

EUR/100 kg

51,12

0402 21 91 9500

L01

EUR/100 kg

068

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

42,80

A01

EUR/100 kg

54,94

0402 21 99 9100

L01

EUR/100 kg

068

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

39,19

A01

EUR/100 kg

50,30

0402 21 99 9200

L01

EUR/100 kg

068

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

39,42

A01

EUR/100 kg

50,61

0402 21 99 9300

L01

EUR/100 kg

068

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

39,84

A01

EUR/100 kg

51,12

0402 21 99 9400

L01

EUR/100 kg

068

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

42,03

A01

EUR/100 kg

53,96

0402 21 99 9500

L01

EUR/100 kg

068

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

42,80

A01

EUR/100 kg

54,94

0402 21 99 9600

L01

EUR/100 kg

068

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

45,83

A01

EUR/100 kg

58,82

0402 21 99 9700

L01

EUR/100 kg

068

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

47,52

A01

EUR/100 kg

61,03

0402 21 99 9900

L01

EUR/100 kg

068

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

49,51

A01

EUR/100 kg

63,55

0402 29 15 9200

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,0828

A01

EUR/kg

0,1000

0402 29 15 9300

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,3503

A01

EUR/kg

0,4494

0402 29 15 9500

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,3655

A01

EUR/kg

0,4692

0402 29 15 9900

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,3894

A01

EUR/kg

0,5000

0402 29 19 9300

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,3503

A01

EUR/kg

0,4494

0402 29 19 9500

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,3655

A01

EUR/kg

0,4692

0402 29 19 9900

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,3894

A01

EUR/kg

0,5000

0402 29 91 9000

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,3919

A01

EUR/kg

0,5030

0402 29 99 9100

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,3919

A01

EUR/kg

0,5030

0402 29 99 9500

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,4203

A01

EUR/kg

0,5396

0402 91 11 9370

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

4,127

A01

EUR/100 kg

5,895

0402 91 19 9370

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

4,127

A01

EUR/100 kg

5,895

0402 91 31 9300

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

4,877

A01

EUR/100 kg

6,967

0402 91 39 9300

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

4,877

A01

EUR/100 kg

6,967

0402 91 99 9000

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

15,93

A01

EUR/100 kg

22,76

0402 99 11 9350

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,1055

A01

EUR/kg

0,1508

0402 99 19 9350

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,1055

A01

EUR/kg

0,1508

0402 99 31 9150

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,1095

A01

EUR/kg

0,1565

0402 99 31 9300

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,0953

A01

EUR/kg

0,1362

0402 99 39 9150

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,1095

A01

EUR/kg

0,1565

0403 90 11 9000

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

8,18

A01

EUR/100 kg

9,86

0403 90 13 9200

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

8,18

A01

EUR/100 kg

9,86

0403 90 13 9300

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

34,70

A01

EUR/100 kg

44,55

0403 90 13 9500

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

36,23

A01

EUR/100 kg

46,50

0403 90 13 9900

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

38,61

A01

EUR/100 kg

49,55

0403 90 19 9000

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

38,84

A01

EUR/100 kg

49,86

0403 90 33 9400

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,3470

A01

EUR/kg

0,4455

0403 90 33 9900

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,3861

A01

EUR/kg

0,4955

0403 90 59 9310

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

13,20

A01

EUR/100 kg

18,86

0403 90 59 9340

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

19,32

A01

EUR/100 kg

27,59

0403 90 59 9370

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

19,32

A01

EUR/100 kg

27,59

0403 90 59 9510

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

19,32

A01

EUR/100 kg

27,59

0404 90 21 9120

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

7,07

A01

EUR/100 kg

8,53

0404 90 21 9160

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

8,28

A01

EUR/100 kg

10,00

0404 90 23 9120

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

8,28

A01

EUR/100 kg

10,00

0404 90 23 9130

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

35,03

A01

EUR/100 kg

44,94

0404 90 23 9140

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

36,55

A01

EUR/100 kg

46,92

0404 90 23 9150

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

38,94

A01

EUR/100 kg

50,00

0404 90 29 9110

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

39,19

A01

EUR/100 kg

50,30

0404 90 29 9115

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

39,42

A01

EUR/100 kg

50,61

0404 90 29 9125

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

39,84

A01

EUR/100 kg

51,12

0404 90 29 9140

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

42,80

A01

EUR/100 kg

54,94

0404 90 81 9100

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,0828

A01

EUR/kg

0,1000

0404 90 83 9110

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,0828

A01

EUR/kg

0,1000

0404 90 83 9130

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,3503

A01

EUR/kg

0,4494

0404 90 83 9150

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,3655

A01

EUR/kg

0,4692

0404 90 83 9170

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,3894

A01

EUR/kg

0,5000

0404 90 83 9936

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,1055

A01

EUR/kg

0,1508

0405 10 11 9500

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

66,57

A01

EUR/100 kg

89,76

0405 10 11 9700

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

68,24

A01

EUR/100 kg

92,00

0405 10 19 9500

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

66,57

A01

EUR/100 kg

89,76

0405 10 19 9700

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

68,24

A01

EUR/100 kg

92,00

0405 10 30 9100

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

66,57

A01

EUR/100 kg

89,76

0405 10 30 9300

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

68,24

A01

EUR/100 kg

92,00

0405 10 30 9700

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

68,24

A01

EUR/100 kg

92,00

0405 10 50 9300

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

68,24

A01

EUR/100 kg

92,00

0405 10 50 9500

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

66,57

A01

EUR/100 kg

89,76

0405 10 50 9700

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

68,24

A01

EUR/100 kg

92,00

0405 10 90 9000

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

70,73

A01

EUR/100 kg

95,37

0405 20 90 9500

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

62,41

A01

EUR/100 kg

84,16

0405 20 90 9700

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

64,90

A01

EUR/100 kg

87,51

0405 90 10 9000

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

85,16

A01

EUR/100 kg

114,82

0405 90 90 9000

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

68,11

A01

EUR/100 kg

91,83

0406 10 20 9100

A00

EUR/100 kg

0406 10 20 9230

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

12,99

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

16,24

0406 10 20 9290

A00

EUR/100 kg

0406 10 20 9300

A00

EUR/100 kg

0406 10 20 9610

A00

EUR/100 kg

0406 10 20 9620

A00

EUR/100 kg

0406 10 20 9630

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

19,96

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

24,94

0406 10 20 9640

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

29,32

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

36,65

0406 10 20 9650

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

24,44

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

30,55

0406 10 20 9830

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

9,08

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

11,33

0406 10 20 9850

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

10,99

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

13,74

0406 20 90 9100

A00

EUR/100 kg

0406 20 90 9913

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

21,76

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

27,20

0406 20 90 9915

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

29,54

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

36,93

0406 20 90 9917

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

31,41

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

39,24

0406 20 90 9919

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

35,08

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

43,86

0406 30 31 9710

A00

EUR/100 kg

0406 30 31 9730

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

3,91

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

9,17

0406 30 31 9910

A00

EUR/100 kg

0406 30 31 9930

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

3,91

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

9,17

0406 30 31 9950

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

5,69

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

13,34

0406 30 39 9500

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

3,91

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

9,17

0406 30 39 9700

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

5,69

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

13,34

0406 30 39 9930

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

5,69

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

13,34

0406 30 39 9950

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

6,44

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

15,09

0406 30 90 9000

A00

EUR/100 kg

0406 40 50 9000

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

34,48

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

43,09

0406 40 90 9000

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

35,41

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

44,26

0406 90 13 9000

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

39,25

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

56,18

0406 90 15 9100

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

40,57

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

58,06

0406 90 17 9100

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

40,57

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

58,06

0406 90 21 9900

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

39,43

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

56,30

0406 90 23 9900

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

35,35

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

50,82

0406 90 25 9900

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

34,67

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

49,63

0406 90 27 9900

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

31,39

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

44,95

0406 90 31 9119

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

29,03

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

41,60

0406 90 33 9119

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

29,03

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

41,60

0406 90 33 9919

A00

EUR/100 kg

0406 90 33 9951

A00

EUR/100 kg

0406 90 35 9190

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

41,33

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

59,45

0406 90 35 9990

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

41,33

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

59,45

0406 90 37 9000

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

39,25

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

56,18

0406 90 61 9000

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

44,68

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

64,65

0406 90 63 9100

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

44,02

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

63,49

0406 90 63 9900

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

42,31

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

61,32

0406 90 69 9100

A00

EUR/100 kg

0406 90 69 9910

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

42,93

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

62,22

0406 90 73 9900

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

36,12

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

51,75

0406 90 75 9900

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

36,84

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

52,98

0406 90 76 9300

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

32,71

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

46,82

0406 90 76 9400

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

36,63

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

52,44

0406 90 76 9500

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

33,92

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

48,15

0406 90 78 9100

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

35,88

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

52,42

0406 90 78 9300

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

35,54

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

50,76

0406 90 78 9500

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

34,55

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

49,04

0406 90 79 9900

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

29,35

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

42,19

0406 90 81 9900

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

36,63

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

52,44

0406 90 85 9930

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

40,16

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

57,80

0406 90 85 9970

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

36,84

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

52,98

0406 90 86 9100

A00

EUR/100 kg

0406 90 86 9200

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

35,61

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

52,80

0406 90 86 9300

A00

EUR/100 kg

0406 90 86 9400

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

38,16

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

55,80

0406 90 86 9900

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

40,16

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

57,80

0406 90 87 9100

A00

EUR/100 kg

0406 90 87 9200

A00

EUR/100 kg

0406 90 87 9300

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

33,16

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

49,00

0406 90 87 9400

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

33,86

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

49,49

0406 90 87 9951

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

35,97

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

51,50

0406 90 87 9971

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

35,97

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

51,50

0406 90 87 9972

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

15,21

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

21,86

0406 90 87 9973

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

35,33

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

50,57

0406 90 87 9974

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

37,84

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

53,93

0406 90 87 9975

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

37,52

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

53,02

0406 90 87 9979

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

35,35

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

50,82

0406 90 88 9100

A00

EUR/100 kg

0406 90 88 9300

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

29,29

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

43,13

0406 90 88 9500

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

30,20

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

43,15

NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1), zoals gewijzigd.

De numerieke codes voor de bestemmingen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 750/2005 van de Commissie (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 12).

De andere bestemmingen worden als volgt vastgesteld:

L01

Ceuta, Melilla, Heilige Stoel (gebruikelijke naam: Vaticaanstad), de Verenigde Staten van Amerika en de gebieden van de Republiek Cyprus waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent.

L02

Andorra en Gibraltar.

L03

Ceuta, Melilla, IJsland, Noorwegen, Zwitserland, Liechtenstein, Kroatië, Andorra, Gibraltar, Heilige Stoel (gebruikelijke naam: Vaticaanstad), Turkije, Roemenië, Bulgarije, Kroatië, Canada, Australië, Nieuw-Zeeland en de gebieden van de Republiek Cyprus waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent.

L04

Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo, Servië, Montenegro en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.


25.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 307/28


VERORDENING (EG) Nr. 1922/2005 VAN DE COMMISSIE

van 24 november 2005

tot vaststelling van de maximumuitvoerrestitutie voor boter in het kader van de permanente inschrijving van Verordening (EG) nr. 581/2004

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 31, lid 3, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 581/2004 van de Commissie van 26 maart 2004 tot opening van een permanente inschrijving voor de bepaling van de uitvoerrestituties voor bepaalde soorten boter (2) voorziet in een permanente inschrijving.

(2)

Krachtens artikel 5 van Verordening (EG) nr. 580/2004 van de Commissie van 26 maart 2004 houdende een inschrijvingsprocedure tot vaststelling van de uitvoerrestituties voor bepaalde zuivelproducten (3) moet, na bestudering van de offertes die in het kader van de inschrijving zijn ingediend, een maximumuitvoerrestitutie worden vastgesteld voor de inschrijvingsperiode die eindigt op 22 november 2005.

(3)

Het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In het kader van de bij Verordening (EG) nr. 581/2004 geopende permanente inschrijving wordt voor de inschrijvingsperiode die eindigt op 22 november 2005, de maximumuitvoerrestitutie toegepast op de in artikel 1, lid 1, van die verordening vermelde producten, zoals vermeld in de bijlage van deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 25 november 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 november 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 van de Commissie (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).

(2)  PB L 90 van 27.3.2004, blz. 64. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1239/2005 (PB L 200 van 30.7.2005, blz. 32).

(3)  PB L 90 van 27.3.2004, blz. 58. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2250/2004 (PB L 381 van 28.12.2004, blz. 25).


BIJLAGE

(EUR/100 kg)

Product

Productcodes

Maximumuitvoerrestitutie voor uitvoer naar de in artikel 1, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 581/2004 vermelde bestemmingen

Boter

ex ex 0405 10 19 9500

92,49

Boter

ex ex 0405 10 19 9700

98,55

Butteroil

ex ex 0405 90 10 9000

120,10


25.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 307/30


VERORDENING (EG) Nr. 1923/2005 VAN DE COMMISSIE

van 24 november 2005

tot vaststelling van de maximumuitvoerrestitutie voor mageremelkpoeder in het kader van de permanente inschrijving van Verordening (EG) nr. 582/2004

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 31, lid 3, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 582/2004 van de Commissie van 26 maart 2004 een permanente inschrijving voor de bepaling van de uitvoerrestituties voor mageremelkpoeder (2) voorziet in een permanente inschrijving.

(2)

Krachtens artikel 5 van Verordening (EG) nr. 580/2004 van de Commissie van 26 maart 2004 houdende een inschrijvingsprocedure tot vaststelling van de uitvoerrestituties voor bepaalde zuivelproducten (3) moet, na bestudering van de offertes die in het kader van de inschrijving zijn ingediend, een maximumuitvoerrestitutie worden vastgesteld voor de inschrijvingsperiode die eindigt op 22 november 2005.

(3)

Het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In het kader van de bij Verordening (EG) nr. 582/2004 geopende permanente inschrijving wordt voor de inschrijvingsperiode die eindigt op 22 november 2005, een maximaal restitutiebedrag van 12,25 EUR/100 kg toegepast op het product en de bestemmingen als vermeld in artikel 1, lid 1, van die verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 25 november 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 november 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 van de Commissie (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).

(2)  PB L 90 van 27.3.2004, blz. 67. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1239/2005 (PB L 200 van 30.7.2005, blz. 32).

(3)  PB L 90 van 27.3.2004, blz. 58. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2250/2004 (PB L 381 van 28.12.2004, blz. 25).


25.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 307/31


VERORDENING (EG) Nr. 1924/2005 VAN DE COMMISSIE

van 24 november 2005

tot vaststelling van de uitvoerrestituties in de sector slachtpluimvee voor de periode 25 november 2005

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2777/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector slachtpluimvee (1), en met name op artikel 8, lid 3, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 2777/75 kan het verschil tussen de prijzen op de wereldmarkt en in de Gemeenschap van de producten genoemd in artikel 1, lid 1, van deze verordening overbrugd worden door een restitutie bij uitvoer.

(2)

De toepassing van deze regels en criteria op de huidige marktsituatie in de sector slachtpluimvee leidt tot de vaststelling van een restitutiebedrag waardoor de Gemeenschap aan de internationale handel kan deelnemen en waarbij ook rekening gehouden wordt met de aard van de uitvoer van deze producten, alsmede met hun huidige belang.

(3)

In artikel 21 van Verordening (EG) nr. 800/1999 van de Commissie van 15 april 1999 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen van het stelsel van restituties bij uitvoer voor landbouwproducten (2), is bepaald dat geen restitutie wordt verleend indien de producten op de dag waarop de aangifte ten uitvoer wordt aanvaard, niet van gezonde handelskwaliteit zijn. Om ervoor te zorgen dat de geldende regelgeving uniform wordt toegepast, moet worden bepaald dat het slachtpluimvee als bedoeld in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 2777/75 uitsluitend voor restitutie in aanmerking komt indien het voorzien is van het keurmerk dat is vastgesteld bij Richtlijn 71/118/EEG van de Raad van 15 februari 1971 inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het handelsverkeer in vers vlees van pluimvee (3).

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor slachtpluimvee en eieren,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De codes van de producten bij uitvoer waarvan de in artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 2777/75 bedoelde restitutie wordt toegekend, alsmede de bedragen van deze restituties worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Om voor de restitutie in aanmerking te komen, moeten de producten die vallen onder hoofdstuk XII van de bijlage bij Richtlijn 71/118/EEG, tevens voldoen aan de in die richtlijn vastgestelde voorwaarden inzake het aanbrengen van het keurmerk.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 25 november 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 november 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 282 van 1.11.1975, blz. 77. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).

(2)  PB L 102 van 17.4.1999, blz. 11. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 671/2004 (PB L 105 van 14.4.2004, blz. 5).

(3)  PB L 55 van 8.3.1971, blz. 23. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 807/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 36).


BIJLAGE

Uitvoerrestituties in de sector slachtpluimvee voor de periode vanaf 25 november 2005

Productcode

Bestemming

Meeteenheid

Restitutiebedrag

0105 11 11 9000

A02

EUR/100 pcs

1,00

0105 11 19 9000

A02

EUR/100 pcs

1,00

0105 11 91 9000

A02

EUR/100 pcs

1,00

0105 11 99 9000

A02

EUR/100 pcs

1,00

0105 12 00 9000

A02

EUR/100 pcs

2,00

0105 19 20 9000

A02

EUR/100 pcs

2,00

0207 12 10 9900

V03

EUR/100 kg

24,00

0207 12 90 9190

V03

EUR/100 kg

24,00

0207 12 90 9990

V03

EUR/100 kg

24,00

0207 14 20 9900

V03

EUR/100 kg

10,00

0207 14 60 9900

V03

EUR/100 kg

10,00

0207 14 70 9190

V03

EUR/100 kg

10,00

0207 14 70 9290

V03

EUR/100 kg

10,00

NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1), zoals gewijzigd.

De numerieke codes voor de bestemmingen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 750/2005 van de Commissie (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 12).

De andere bestemmingen worden als volgt vastgesteld:

V03 A24,

Angola, Saudi-Arabië, Koeweit, Bahrein, Qatar, Oman, Verenigde Arabische Emiraten, Jordanië, Jemen, Libanon, Irak en Iran.


25.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 307/33


VERORDENING (EG) Nr. 1925/2005 VAN DE COMMISSIE

van 24 november 2005

houdende vaststelling van de restituties die van toepassing zijn op bepaalde graan- en rijstproducten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I bij het Verdrag vallen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 13, lid 3,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1785/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (2), en met name op artikel 14, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 13, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1784/2003 en artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1785/2003 kan het verschil tussen de noteringen of de prijzen van de in artikel 1 van deze beide verordeningen bedoelde producten op de wereldmarkt enerzijds en de prijzen in de Gemeenschap anderzijds door een restitutie bij de uitvoer worden overbrugd.

(2)

In Verordening (EG) nr. 1043/2005 van de Commissie van 30 juni 2005 houdende tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 3448/93 van de Raad wat betreft de regeling aangaande de toekenning van restituties bij uitvoer en de criteria voor de vaststelling van het restitutiebedrag betreffende bepaalde landbouwproducten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I van het Verdrag vallen (3), is aangegeven voor welke producten een restitutie moet worden vastgesteld wanneer ze worden uitgevoerd in de vorm van goederen bedoeld naar gelang van het geval in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1784/2003 of bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1785/2003.

(3)

Overeenkomstig artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1043/2005 moet de restitutievoet per 100 kg van elk van de betrokken basisproducten maandelijks worden vastgesteld.

(4)

De naleving van de verplichtingen die zijn aangegaan met betrekking tot de restituties die kunnen worden toegekend bij de uitvoer van landbouwproducten die zijn verwerkt in niet onder bijlage I bij het Verdrag vallende goederen, kan in het gedrang komen door de vaststelling vooraf van hoge restituties. In deze situatie moeten derhalve vrijwaringsmaatregelen worden genomen zonder dat daardoor de sluiting van langetermijncontracten wordt verhinderd. De vaststelling van een specifieke restitutie voor de voorfixatie van restituties is een maatregel die aan deze verschillende doelstellingen beantwoordt.

(5)

Rekening houdend met de regeling tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika met betrekking tot de uitvoer van deegwaren uit de Gemeenschap naar de Verenigde Staten, goedgekeurd bij Besluit 87/482/EEG van de Raad (4), moet de restitutie voor goederen van de GN-codes 1902 11 00 en 1902 19 naar gelang van de bestemming worden gedifferentieerd.

(6)

Ingevolge artikel 15, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 1043/2005 moet een verlaagde restitutievoet worden vastgesteld, waarbij rekening wordt gehouden met het bedrag van de restitutie bij de productie tijdens de veronderstelde periode van de vervaardiging van de goederen, die krachtens Verordening (EEG) nr. 1722/93 van de Commissie (5) op het verwerkte basisproduct van toepassing is.

(7)

Alcoholhoudende dranken worden geacht minder gevoelig te zijn voor de prijs van de granen die voor de vervaardiging ervan worden gebruikt. In protocol nr. 19 van het Verdrag betreffende de toetreding van het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Denemarken wordt evenwel bepaald dat de maatregelen moeten worden vastgesteld die noodzakelijk zijn om het gebruik van granen uit de Gemeenschap voor de vervaardiging van alcoholhoudende dranken uit granen te vergemakkelijken. Daarom moet de restitutie die wordt toegepast op granen die in de vorm van alcoholhoudende dranken worden uitgevoerd, worden aangepast.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De restituties die van toepassing zijn op de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1043/2005 en in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1784/2003 of in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1785/2003 opgenomen basisproducten die worden uitgevoerd in de vorm van goederen vermeld in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1784/2003, respectievelijk in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1785/2003, worden vastgesteld zoals in de bijlage is aangegeven.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 25 november 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 november 2005.

Voor de Commissie

Günter VERHEUGEN

Vicevoorzitter


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.

(2)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 96.

(3)  PB L 172 van 5.7.2005, blz. 24.

(4)  PB L 275 van 29.9.1987, blz. 36.

(5)  PB L 159 van 1.7.1993, blz. 112. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1584/2004 (PB L 280 van 31.8.2004, blz. 11).


BIJLAGE

Restituties die met ingang van 25 november 2005 van toepassing zijn op bepaalde producten van de sector granen en de sector rijst, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I bij het Verdrag vallen (1)

(EUR/100 kg)

GN-code

Omschrijving (2)

Restitutievoet per 100 kg basisproduct

Bij vaststelling vooraf van de restituties

Andere

1001 10 00

Harde tarwe:

 

 

– in geval van uitvoer van goederen van de GN-codes 1902 11 en 1902 19 naar de Verenigde Staten van Amerika

– in andere gevallen

1001 90 99

Zachte tarwe en mengkoren:

 

 

– in geval van uitvoer van goederen van de GN-codes 1902 11 en 1902 19 naar de Verenigde Staten van Amerika

– in andere gevallen:

 

 

– – in geval van toepassing van artikel 15, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1043/2005 (3)

– – in geval van uitvoer van goederen van post 2208 (4)

– – in andere gevallen

1002 00 00

Rogge

1003 00 90

Gerst:

 

 

– in geval van uitvoer van goederen van post 2208 (4)

– in andere gevallen

1004 00 00

Haver

1005 90 00

Maïs, gebruikt in de vorm van:

 

 

– zetmeel:

 

 

– – in geval van toepassing van artikel 15, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1043/2005 (3)

3,567

3,973

– – in geval van uitvoer van goederen van post 2208 (4)

1,866

1,866

– – in andere gevallen

3,973

3,973

– glucose, glucosestroop, maltodextrine, maltodextrinestroop van de GN-codes 1702 30 51, 1702 30 59, 1702 30 91, 1702 30 99, 1702 40 90, 1702 90 50, 1702 90 75, 1702 90 79, 2106 90 55 (5):

 

 

– – in geval van toepassing van artikel 15, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1043/2005 (3)

2,574

2,980

– – in geval van uitvoer van goederen van post 2208 (4)

1,400

1,400

– – in andere gevallen

2,980

2,980

– in geval van uitvoer van goederen van post 2208 (4)

1,866

1,866

– andere (ook als zodanig)

3,973

3,973

Aardappelzetmeel van GN-code 1108 13 00 gelijkgesteld aan een verwerkingsproduct van maïs:

 

 

– in geval van toepassing van artikel 15, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1043/2005 (3)

3,030

3,453

– in geval van uitvoer van goederen van post 2208 (4)

1,866

1,866

– in andere gevallen

3,973

3,973

ex 1006 30

Volwitte rijst:

 

 

– rondkorrelig

– halflangkorrelig

– langkorrelig

1006 40 00

Breukrijst

1007 00 90

Graansorgho (m.u.v. hybriden, bestemd voor zaaidoeleinden)


(1)  De in deze bijlage vastgestelde restituties zijn niet van toepassing op de uitvoer naar Bulgarije met ingang van 1 oktober 2004 en naar Roemenië met ingang van 1 december 2005, noch op de goederen die zijn opgenomen in de tabellen I en II bij Protocol nr. 2 bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972 en die met ingang van 1 februari 2005 naar de Zwitserse Bondsstaat of naar het Vorstendom Liechtenstein worden uitgevoerd.

(2)  Voor landbouwproducten verkregen door verwerking van een basisproduct en/of een daarmee gelijkgesteld product gelden de coëfficiënten vermeld in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 1043/2005 van de Commissie.

(3)  De betrokken goederen vallen onder GN-code 3505 10 50.

(4)  Goederen opgenomen in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1784/2003 of bedoeld in artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 2825/93 (PB L 258 van 16.10.1993, blz. 6).

(5)  Voor stropen van de GN-codes 1702 30 99, 1702 40 90 en 1702 60 90, verkregen door het mengen van glucose- en fructosestropen, betreft de uitvoerrestitutie alleen glucosestroop.


25.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 307/37


VERORDENING (EG) Nr. 1926/2005 VAN DE COMMISSIE

van 24 november 2005

houdende vaststelling van de restituties die van toepassing zijn op eieren en eigeel, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I bij het Verdrag vallen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2771/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector eieren (1), en met name op artikel 8, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 8, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2771/75 kan het verschil tussen de prijzen van de bij artikel 1, lid 1, van die verordening bedoelde producten in de internationale handel enerzijds en de prijzen in de Gemeenschap anderzijds door een restitutie bij de uitvoer worden overbrugd wanneer deze producten worden uitgevoerd in de vorm van goederen die in de bijlage bij die verordening worden genoemd.

(2)

In Verordening (EG) nr. 1043/2005 van de Commissie van 30 juni 2005 houdende tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 3448/93 van de Raad wat betreft de regeling aangaande de toekenning van restituties bij uitvoer en de criteria voor de vaststelling van het restitutiebedrag betreffende bepaalde landbouwproducten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I van het Verdrag vallen (2), is aangegeven voor welke producten een restitutie moet worden vastgesteld wanneer ze worden uitgevoerd in de vorm van goederen bedoeld in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2771/75.

(3)

Overeenkomstig artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1043/2005 dient de restitutie per 100 kg van elk van de betrokken basisproducten te worden vastgesteld voor dezelfde periode als die welke is gekozen voor de vaststelling van de restituties voor dezelfde producten die in onverwerkte toestand worden uitgevoerd.

(4)

In artikel 11 van de in het kader van de Uruguayronde gesloten landbouwovereenkomst is bepaald dat de restitutie bij uitvoer van een in een goed verwerkt product niet meer mag bedragen dan de restitutie voor ditzelfde product dat in onverwerkte toestand wordt uitgevoerd.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor slachtpluimvee en eieren,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De restituties die van toepassing zijn op de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1043/2005 en in artikel 1, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2771/75 opgenomen basisproducten die worden uitgevoerd in de vorm van in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2771/75 vermelde goederen, worden vastgesteld zoals in de bijlage bij deze verordening is aangegeven.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 25 november 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 november 2005.

Voor de Commissie

Günter VERHEUGEN

Vicevoorzitter


(1)  PB L 282 van 1.11.1975, blz. 49. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 van de Commissie (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).

(2)  PB L 172 van 5.7.2005, blz. 24.


BIJLAGE

Restituties die met ingang van 25 november 2005 van toepassing zijn op eieren en eigeel die worden uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I van het Verdrag vallen

(EUR/100 kg)

GN-code

Omschrijving

Bestemming (1)

Restituties

0407 00

Vogeleieren in de schaal, vers, verduurzaamd of gekookt:

 

 

– van pluimvee:

 

 

0407 00 30

– – andere:

 

 

a)

in geval van uitvoer van ovoalbumine van de GN-codes 3502 11 90 en 3502 19 90

02

6,00

03

20,00

04

3,00

b)

in geval van uitvoer van andere goederen

01

3,00

0408

Vogeleieren uit de schaal en eigeel, vers, gedroogd, gestoomd of in water gekookt, in een bepaalde vorm gebracht, bevroren of op andere wijze verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen:

 

 

– eigeel:

 

 

0408 11

– – gedroogd:

 

 

ex 0408 11 80

– – – geschikt voor menselijke consumptie:

 

 

ongezoet

01

40,00

0408 19

– – andere:

 

 

– – – geschikt voor menselijke consumptie:

 

 

ex 0408 19 81

– – – – vloeibaar:

 

 

ongezoet

01

20,00

ex 0408 19 89

– – – – bevroren:

 

 

ongezoet

01

20,00

– andere:

 

 

0408 91

– – gedroogd:

 

 

ex 0408 91 80

– – – geschikt voor menselijke consumptie:

 

 

ongezoet

01

73,00

0408 99

– – andere:

 

 

ex 0408 99 80

– – – geschikt voor menselijke consumptie:

 

 

ongezoet

01

18,00


(1)  De bestemmingen zijn:

01

derde landen, met uitzondering van Bulgarije vanaf 1 oktober 2004 en Roemenië vanaf 1 december 2005. Voor Zwitserland en Liechtenstein gelden deze restituties niet voor de goederen die zijn opgenomen in de tabellen I en II bij Protocol nr. 2 bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972 en die met ingang van 1 februari 2005 worden uitgevoerd;

02

Bahrein, Hongkong SAR, Jemen, Koeweit, Oman, Qatar, Rusland, Turkije en de Verenigde Arabische Emiraten;

03

de Filipijnen, Japan, Maleisië, Taiwan, Thailand en Zuid-Korea, en

04

alle bestemmingen, met uitzondering van Zwitserland, Bulgarije vanaf 1 oktober 2004 en Roemenië vanaf 1 december 2005 en van de bestemmingen bedoeld onder 02 en 03.


25.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 307/39


VERORDENING (EG) Nr. 1927/2005 VAN DE COMMISSIE

van 24 november 2005

houdende vaststelling van de restituties die van toepassing zijn op bepaalde zuivelproducten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I bij het Verdrag vallen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 15 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 31, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 31, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 kan het verschil tussen de prijzen van de in artikel 1, onder a), b), c), d), e) en g), van die verordening bedoelde producten in de internationale handel enerzijds en de prijzen in de Gemeenschap anderzijds door een restitutie bij de uitvoer worden overbrugd.

(2)

In Verordening (EG) nr. 1043/2005 van de Commissie van 30 juni 2005 houdende tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 3448/93 van de Raad wat betreft de regeling aangaande de toekenning van restituties bij uitvoer en de criteria voor de vaststelling van het restitutiebedrag betreffende bepaalde landbouwproducten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I van het Verdrag vallen (2), is aangegeven voor welke producten een restitutie moet worden vastgesteld wanneer ze worden uitgevoerd in de vorm van goederen bedoeld in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1255/1999.

(3)

Overeenkomstig artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1043/2005 moet de restitutievoet per 100 kg van elk van de betrokken basisproducten maandelijks worden vastgesteld.

(4)

Voor bepaalde melkproducten die worden uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I bij het Verdrag vallen, bestaat evenwel het gevaar dat, indien vooraf hoge restituties worden vastgesteld, de verplichtingen die met betrekking tot deze restituties zijn aangegaan, op het spel worden gezet. Om dat gevaar te voorkomen dienen passende voorzorgsmaatregelen te worden genomen, zonder evenwel contracten op lange termijn uit te sluiten. De vaststelling van specifieke restitutiebedragen voor het vooraf vaststellen van de restituties voor deze producten moet het mogelijk maken beide doelstellingen te verwezenlijken.

(5)

In artikel 15, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1043/2005 is bepaald dat voor de vaststelling van de restitutie in voorkomend geval rekening moet worden gehouden met de restituties bij de productie en de steunmaatregelen of andere maatregelen van gelijke werking die voor de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1043/2005 vermelde basisproducten of daarmee gelijkgestelde producten in alle lidstaten worden toegepast uit hoofde van de verordening houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de betrokken sector.

(6)

Ingevolge artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 wordt steun verleend aan in de Gemeenschap geproduceerde en tot caseïne verwerkte ondermelk, indien deze melk en de daarvan vervaardigde caseïne aan bepaalde eisen voldoen.

(7)

Verordening (EG) nr. 2571/97 van de Commissie van 15 december 1997 betreffende de verkoop tegen verlaagde prijs van boter en de toekenning van de steun voor room, boter en boterconcentraat bestemd voor de vervaardiging van banketbakkerswerk, consumptie-ijs en andere voedingsmiddelen (3) voorziet in de levering van boter en room tegen verlaagde prijs aan de fabrikanten van bepaalde koopwaren.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De restitutiebedragen die van toepassing zijn op de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1043/2005 en in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1255/1999 opgenomen basisproducten die worden uitgevoerd in de vorm van in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1255/1999 vermelde goederen, worden vastgesteld zoals bepaald in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 25 november 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 november 2005.

Voor de Commissie

Günter VERHEUGEN

Vicevoorzitter


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 van de Commissie (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).

(2)  PB L 172 van 5.7.2005, blz. 24.

(3)  PB L 350 van 20.12.1997, blz. 3. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2250/2004 (PB L 381 van 28.12.2004, blz. 25).


BIJLAGE

Restituties welke van toepassing zijn vanaf 25 november 2005 op bepaalde zuivelproducten die worden uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I van het Verdrag vallen (1)

(EUR/100 kg)

GN-code

Omschrijving

Restituties

Bij vaststelling vooraf van de restituties

Overige gevallen

ex 0402 10 19

Melk in poeder, in korrels of in andere vaste vorm, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een vetgehalte van minder dan 1,5 gewichtspercenten (PG 2):

 

 

a)

in geval van uitvoer van goederen van GN-code 3501

b)

in geval van uitvoer van andere goederen

10,00

10,00

ex 0402 21 19

Melk in poeder, in korrels of in andere vaste vorm, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een vetgehalte van 26 gewichtspercenten (PG 3):

 

 

a)

bij uitvoer van producten, bevattende boter of room in de vorm van een aan PG 3 gelijkgesteld product, tegen verlaagde prijs krachtens Verordening (EG) nr. 2571/97

23,57

23,57

b)

in geval van uitvoer van andere goederen

50,00

50,00

ex 0405 10

Boter met een vetgehalte van 82 gewichtspercenten (PG 6):

 

 

a)

bij uitvoer van producten, bevattende boter of room tegen verlaagde prijs, vervaardigd overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 2571/97

51,00

51,00

b)

in geval van uitvoer van goederen behorende tot GN-code 2106 90 98, met een vetgehalte van 40 of meer gewichtspercenten

99,25

99,25

c)

in geval van uitvoer van andere goederen

92,00

92,00


(1)  De in deze bijlage vastgestelde restituties zijn niet van toepassing op de uitvoer naar Bulgarije met ingang van 1 oktober 2004 en naar Roemenië met ingang van 1 december 2005, noch op de goederen die zijn opgenomen in de tabellen I en II bij Protocol nr. 2 bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972 en die met ingang van 1 februari 2005 naar de Zwitserse Bondsstaat of naar het Vorstendom Liechtenstein worden uitgevoerd.


25.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 307/42


VERORDENING (EG) Nr. 1928/2005 VAN DE COMMISSIE

van 24 november 2005

houdende vaststelling van de restituties die van toepassing zijn op bepaalde producten van de sector suiker, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I bij het Verdrag vallen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 27, lid 5, onder a), en lid 15,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 27, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 kan het verschil tussen de prijzen van de in artikel 1, lid 1, onder a), c), d), f), g) en h), van die verordening bedoelde producten in de internationale handel enerzijds en de prijzen in de Gemeenschap anderzijds door een restitutie bij de uitvoer worden overbrugd wanneer deze producten worden uitgevoerd in de vorm van goederen die in bijlage V bij die verordening worden genoemd.

(2)

In Verordening (EG) nr. 1043/2005 van de Commissie van 30 juni 2005 houdende tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 3448/93 van de Raad wat betreft de regeling aangaande de toekenning van restituties bij uitvoer en de criteria voor de vaststelling van het restitutiebedrag betreffende bepaalde landbouwproducten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I van het Verdrag vallen (2), is aangegeven voor welke producten een restitutie dient te worden vastgesteld wanneer ze worden uitgevoerd in de vorm van goederen bedoeld in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 1260/2001.

(3)

Overeenkomstig artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1043/2005 dient de restitutievoet per 100 kg van elk van de betrokken basisproducten maandelijks te worden vastgesteld.

(4)

In artikel 27, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 is bepaald dat de restitutie bij uitvoer van een in een goed verwerkt product niet meer mag bedragen dan de restitutie voor ditzelfde product dat in onverwerkte toestand wordt uitgevoerd.

(5)

De ingevolge deze verordening vastgestelde restituties kunnen vooraf worden vastgesteld, aangezien op dit moment niet bekend is hoe de markt zich de komende maanden zal ontwikkelen.

(6)

De naleving van de verplichtingen die zijn aangegaan met betrekking tot de restituties die kunnen worden toegekend bij de uitvoer van landbouwproducten die zijn verwerkt in niet onder bijlage I bij het Verdrag vallende goederen, kan in het gedrang komen door de vaststelling vooraf van hoge restituties. In deze situatie moeten derhalve vrijwaringsmaatregelen worden genomen zonder dat daardoor de sluiting van langetermijncontracten wordt verhinderd. De vaststelling van een specifieke restitutie voor de voorfixatie van restituties is een maatregel die aan deze verschillende doelstellingen beantwoordt.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De restituties die van toepassing zijn op de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1043/2005 en in artikel 1, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 opgenomen basisproducten die worden uitgevoerd in de vorm van goederen vermeld in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 1260/2001, worden vastgesteld zoals in de bijlage bij deze verordening is aangegeven.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 25 november 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 november 2005.

Voor de Commissie

Günter VERHEUGEN

Vicevoorzitter


(1)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 987/2005 van de Commissie (PB L 167 van 29.6.2005, blz. 12).

(2)  PB L 172 van 5.7.2005, blz. 24.


BIJLAGE

Restituties die worden toegepast vanaf 25 november 2005 voor bepaalde producten van de sector suiker die worden uitgevoerd in de vorm van niet in bijlage I van het Verdrag vermelde goederen (1)

GN-code

Omschrijving

Restituties in EUR/100 kg

Bij vaststelling vooraf van de restituties

Overige gevallen

1701 99 10

Witte suiker

36,40

36,40


(1)  De in deze bijlage vastgestelde restituties zijn niet van toepassing op de uitvoer naar Bulgarije met ingang van 1 oktober 2004 en naar Roemenië met ingang van 1 december 2005, noch op de goederen die zijn opgenomen in de tabellen I en II bij Protocol nr. 2 bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972 en die met ingang van 1 februari 2005 naar de Zwitserse Bondsstaat of naar het Vorstendom Liechtenstein worden uitgevoerd.


25.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 307/44


VERORDENING (EG) Nr. 1929/2005 VAN DE COMMISSIE

van 24 november 2005

houdende vaststelling van het definitieve eenheidsbedrag van de restitutie, en van het percentage in de sector groenten en fruit afgegeven uitvoercertificaten van het B-stelsel (tomaten, sinaasappelen, citroenen, tafeldruiven en appelen)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1961/2001 van de Commissie van 8 oktober 2001 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad wat de toekenning van uitvoerrestituties in de sector groenten en fruit betreft (2), en met name op artikel 6, lid 7,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1172/2005 van de Commissie (3) zijn de indicatieve hoeveelheden vastgesteld waarvoor uitvoercertificaten van het B-stelsel kunnen worden afgegeven.

(2)

Het is dienstig om voor de certificaten van het B-stelsel die in de periode van 16 september 2005 tot 15 november 2005 voor tomaten, sinaasappelen, citroenen, tafeldruiven en appelen, het definitieve eenheidsbedrag van de restitutie vast te stellen op het niveau van het indicatieve eenheidsbedrag en om het op de gevraagde hoeveelheden toe te passen afgiftepercentage vast te stellen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de uitvoercertificaataanvragen van het B-stelsel die op grond van artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1172/2005 zijn ingediend in de periode van 16 september 2005 tot 15 november 2005, worden de afgiftepercentages en de eenheidsbedragen van de restitutie die van toepassing zijn, vastgesteld in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 26 november 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 november 2005.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 297 van 21.11.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 47/2003 van de Commissie (PB L 7 van 11.1.2003, blz. 64).

(2)  PB L 268 van 9.10.2001, blz. 8. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 386/2005 (PB L 62 van 9.3.2005, blz. 3).

(3)  PB L 188 van 20.7.2005, blz. 29.


BIJLAGE

Op de gevraagde hoeveelheden toe te passen afgiftepercentage en eenheidsbedrag van de restitutie, van toepassing op certificaten van het B-stelsel die in de periode van 16 september 2005 tot 15 november 2005 zijn aangevraagd (tomaten, sinaasappelen, citroenen, tafeldruiven en appelen)

Product

Eenheidsbedrag van de restitutie

(EUR/t nettogewicht)

Op de gevraagde hoeveelheden toe te passen afgiftepercentage

Tomaten

35

100 %

Sinaasappelen

38

100 %

Citroenen

60

100 %

Tafeldruiven

23

100 %

Appelen

36

100 %


25.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 307/46


VERORDENING (EG) Nr. 1930/2005 VAN DE COMMISSIE

van 24 november 2005

betreffende de afgifte van uitvoercertificaten in de wijnsector

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 883/2001 van de Commissie van 24 april 2001 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad met betrekking tot het handelsverkeer van producten van de wijnbouwsector met derde landen (1), en met name op artikel 7 en artikel 9, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 63, lid 7, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (2) is bepaald dat de uitvoerrestituties voor producten van de wijnsector worden toegekend voor maximaal de hoeveelheden en bedragen die bepaald zijn in de in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde gesloten Overeenkomst inzake de landbouw.

(2)

In artikel 9 van Verordening (EG) nr. 883/2001 is bepaald onder welke voorwaarden de Commissie bijzondere maatregelen kan vaststellen om te voorkomen dat de in het kader van die overeenkomst toegestane hoeveelheden of uitgaven worden overschreden.

(3)

Volgens de gegevens betreffende de uitvoercertificaten waarover de Commissie op 23 november 2005 beschikt, dreigen de voor de in artikel 9, lid 5, van Verordening (EG) nr. 883/2001 bedoelde bestemmingszones 2. Azië en 3. Oost-Europa voor de periode tot en met 15 januari 2006 nog beschikbare hoeveelheden te worden overschreden indien de afgifte van uitvoercertificaten met vaststelling vooraf van de restitutie niet wordt beperkt. Derhalve moet op de vanaf 16 tot en met 22 november 2005 ingediende aanvragen een uniform verminderingspercentage worden toegepast en moeten de afgifte van certificaten voor de ingediende aanvragen en de indiening van aanvragen voor deze zones worden geschorst tot en met 16 januari 2006,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De uitvoercertificaten met vaststelling vooraf van de restitutie in de wijnsector waarvoor vanaf 16 tot en met 22 november 2005 aanvragen op grond van Verordening (EG) nr. 883/2001 zijn ingediend, worden afgegeven voor 91,01 % van de aangevraagde hoeveelheden voor bestemmingszone 2. Azië en 83,48 % van de aangevraagde hoeveelheden voor bestemmigszone 3. Oost-Europa.

2.   Voor de in lid 1 bedoelde producten van de wijnsector worden de afgifte van uitvoercertificaten waarvoor aanvragen op 23 november 2005 of later zijn ingediend, en ook de indiening, met ingang van 25 november 2005, van aanvragen van uitvoercertificaten voor bestemmingszones 2. Azië en 3. Oost-Europa tot en met 16 januari 2006 geschorst.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 25 november 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 november 2005.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 128 van 10.5.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 908/2004 (PB L 163 van 30.4.2004, blz. 56).

(2)  PB L 179 van 14.7.1999, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1188/2005 van de Commissie (PB L 193 van 23.7.2005, blz. 24).


25.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 307/47


VERORDENING (EG) Nr. 1931/2005 VAN DE COMMISSIE

van 24 november 2005

tot vaststelling van de restituties bij uitvoer voor mengvoeders op basis van granen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 13, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Volgens artikel 13 van Verordening (EG) nr. 1784/2003 kan het verschil tussen de noteringen of de prijzen op de wereldmarkt voor de in artikel 1 van die verordening genoemde producten en de prijzen van deze producten in de Gemeenschap worden overbrugd door een restitutie bij de uitvoer.

(2)

Verordening (EG) nr. 1517/95 van de Commissie van 29 juni 1995 houdende bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad ten aanzien van de invoer- en uitvoerregeling voor mengvoeders op basis van granen en houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1162/95 houdende bijzondere uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten in de sector granen en rijst (2) heeft in artikel 2 de specifieke criteria vastgesteld waarmee rekening moet worden gehouden voor de berekening van de restitutie voor deze producten.

(3)

Bij de berekening moet ook rekening worden gehouden met het gehalte aan graanproducten. Gemakshalve zou de restitutie moeten worden betaald voor twee categorieën „graanproducten”, namelijk voor maïs, de meest gebruikte component van uitgevoerde mengvoeders, en maïsproducten, en voor „andere granen”, dat wil zeggen voor restitutie in aanmerking komende graanproducten, andere dan maïs en maïsproducten. Een restitutie zou moeten worden toegekend voor de hoeveelheid graanproducten in het mengvoeder.

(4)

Anderzijds moet het bedrag van de restitutie eveneens rekening houden met de afzetmogelijkheden en verkoopvoorwaarden voor de betrokken producten op de wereldmarkt, het belang dat men erbij heeft om verstoringen op de markt van de Gemeenschap te voorkomen en het economisch aspect van de uitvoer.

(5)

Op grond van de huidige situatie op de markt voor granen, en met name de vooruitzichten inzake de voorziening, moeten de uitvoerrestituties worden geschrapt.

(6)

Het Comité van beheer voor granen heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De restituties bij uitvoer voor de in Verordening (EG) nr. 1784/2003 bedoelde mengvoeders waarop Verordening (EG) nr. 1517/95 van toepassing is, worden overeenkomstig de bijlage bij deze verordening vastgesteld.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 25 november 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 november 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.

(2)  PB L 147 van 30.6.1995, blz. 51.


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 24 november 2005 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer voor mengvoeders op basis van granen

Productcodes van de producten die in aanmerking komen voor een restitutie bij uitvoer:

 

2309 10 11 9000,

 

2309 10 13 9000,

 

2309 10 31 9000,

 

2309 10 33 9000,

 

2309 10 51 9000,

 

2309 10 53 9000,

 

2309 90 31 9000,

 

2309 90 33 9000,

 

2309 90 41 9000,

 

2309 90 43 9000,

 

2309 90 51 9000,

 

2309 90 53 9000.


Graanproducten

Bestemming

Meeteenheid

Bedrag van de restitutie

Maïs en maïsproducten

GN-codes 0709 90 60, 0712 90 19, 1005, 1102 20, 1103 13, 1103 29 40, 1104 19 50, 1104 23, 1904 10 10

C10

EUR/t

0,00

Graanproducten, met uitzondering van maïs en maïsproducten

C10

EUR/t

0,00

NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1), zoals gewijzigd.

C10

:

Alle bestemmingen.


25.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 307/49


VERORDENING (EG) Nr. 1932/2005 VAN DE COMMISSIE

van 24 november 2005

tot vaststelling van de maximumverlaging van het recht bij invoer van maïs in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1809/2005

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), inzonderheid op artikel 12, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Een inschrijving voor de maximumverlaging van het recht bij invoer van maïs, van herkomst uit derde landen, in Portugal is opengesteld bij Verordening (EG) nr. 1809/2005 van de Commissie (2).

(2)

Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1839/95 van de Commissie (3) kan de Commissie volgens de procedure van artikel 25 van Verordening (EG) nr. 1784/2003 besluiten een maximumverlaging van het recht bij invoer vast te stellen. Bij deze vaststelling moet met name rekening worden gehouden met de in de artikelen 6 en 7 van Verordening (EG) nr. 1839/95 genoemde criteria. Er wordt gegund aan elke inschrijver wiens offerte ten hoogste gelijk is aan de maximumverlaging van het recht bij invoer.

(3)

De toepassing van de bovenbedoelde criteria op de huidige marktsituatie leidt voor de betrokken graansoort tot de vaststelling van de maximumverlaging van het recht bij invoer op het in artikel 1 vermelde bedrag.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de offertes die van 18 tot en met 24 november 2005, in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1809/2005 worden meegedeeld, wordt de maximumverlaging van het recht bij invoer van maïs vastgesteld op 19,47 EUR/t voor een globale maximumhoeveelheid van 57 500 t.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 25 november 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 november 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1154/2005 van de Commissie (PB L 187 van 19.7.2005, blz. 11)

(2)  PB L 291 van 5.11.2005, blz. 4.

(3)  PB L 177 van 28.7.1995, blz. 4. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2235/2005 (PB L 256 van 10.10.2005, blz. 13).


25.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 307/50


VERORDENING (EG) Nr. 1933/2005 VAN DE COMMISSIE

van 24 november 2005

betreffende de offertes voor de uitvoer van gerst die zijn meegedeeld in het kader van de openbare inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1058/2005

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 13, lid 3, eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1058/2005 van de Commissie (2) is een inschrijving voor de restitutie bij uitvoer van gerst naar bepaalde derde landen opengesteld.

(2)

Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1501/95 van de Commissie van 29 juni 1995 tot vaststelling van enkele toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad voor wat de toekenning, in de graansector, van uitvoerrestituties en van bij verstoring van de graanmarkt te treffen maatregelen betreft (3) kan de Commissie op grond van de meegedeelde offertes besluiten niet tot toewijzing over te gaan.

(3)

Het is, met name rekening houdend met de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1501/95 genoemde criteria, niet wenselijk een maximumrestitutie vast te stellen.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Er wordt geen gevolg gegeven aan de offertes van 18 tot en met 24 november 2005 zijn meegedeeld in het kader van de in Verordening (EG) nr. 1058/2005 bedoelde inschrijving voor de restitutie bij uitvoer van gerst.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 25 november 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 november 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1154/2005 van de Commissie (PB L 187 van 19.7.2005, blz. 11).

(2)  PB L 174 van 7.7.2005, blz. 12.

(3)  PB L 147 van 30.6.1995, blz. 7. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 777/2004 (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 50).


25.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 307/51


VERORDENING (EG) Nr. 1934/2005 VAN DE COMMISSIE

van 24 november 2005

betreffende de offertes voor de uitvoer van haver, die zijn meegedeeld in het kader van de openbare inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1438/2005

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 7,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1501/95 van de Commissie van 29 juni 1995 tot vaststelling van enkele toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad voor wat de toekenning, in de graansector, van uitvoerrestituties en van bij verstoring van de graanmarkt te treffen maatregelen betreft (2), en met name op artikel 7,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1438/2005 van de Commissie van 2 september 2005 betreffende een bijzondere interventiemaatregel voor haver in Finland en Zweden voor het verkoopseizoen 2005/2006 (3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Een openbare inschrijving voor de vaststelling van de restitutie bij uitvoer uit Finland en Zweden van in die landen geproduceerde haver naar alle derde landen met uitzondering van Bulgarije, Noorwegen, Roemenië en Zwitserland is opengesteld bij Verordening (EG) nr. 1438/2005.

(2)

Het is, met name rekening houdend met de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1501/95 genoemde criteria, niet wenselijk een maximumrestitutie vast te stellen.

(3)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Er wordt geen gevolg gegeven aan de offertes die in de periode van 18 tot en met 24 november 2005 zijn meegedeeld in het kader van de in Verordening (EG) nr. 1438/2005 bedoelde inschrijving voor de restitutie bij uitvoer van haver.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 25 november 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 november 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1154/2005 van de Commissie (PB L 187 van 19.7.2005, blz. 11).

(2)  PB L 147 van 30.6.1995, blz. 7. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1431/2003 (PB L 203 van 12.8.2003, blz. 16).

(3)  PB L 228 van 3.9.2005, blz. 5.


25.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 307/52


VERORDENING (EG) Nr. 1935/2005 VAN DE COMMISSIE

van 24 november 2005

tot vaststelling van de maximumrestitutie bij uitvoer van zachte tarwe in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1059/2005

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 13, lid 3, eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1059/2005 van de Commissie (2) is een openbare inschrijving voor de restitutie bij uitvoer van zachte tarwe naar bepaalde derde landen opengesteld.

(2)

Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1501/95 van de Commissie van 29 juni 1995 tot vaststelling van enkele toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad voor wat de toekenning, in de graansector, van uitvoerrestituties en van bij verstoring van de graanmarkt te treffen maatregelen betreft (3) kan de Commissie, op grond van de meegedeelde offertes, besluiten een maximumrestitutie bij uitvoer vast te stellen, daarbij rekening houdend met de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1501/95 bedoelde criteria. In dat geval wordt gegund aan de inschrijver(s) wiens (wier) offerte niet hoger is dan de vastgestelde maximumrestitutie.

(3)

De toepassing van de bovenbedoelde criteria op de huidige marktsituatie leidt voor de betrokken graansoort tot de vaststelling van de maximumrestitutie bij uitvoer.

(4)

Het Comité van beheer voor granen heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de offertes die van 18 tot en met 24 november 2005 in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1059/2005 werden meegedeeld, wordt de maximumrestitutie bij uitvoer van zachte tarwe vastgesteld op 5,00 EUR/t.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 25 november 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 november 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1154/2005 van de Commissie (PB L 187 van 19.7.2005, blz. 11).

(2)  PB L 174 van 7.7.2005, blz. 15.

(3)  PB L 147 van 30.6.1995, blz. 7. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 777/2004 (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 50).


II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

Commissie

25.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 307/53


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 22 november 2005

tot wijziging van Beschikking 2001/671/EG tot uitvoering van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad met betrekking tot de indeling van het gedrag van daken en dakbedekkingen bij een brand vanaf de buitenzijde

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 4437)

(Voor de EER relevante tekst)

(2005/823/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 89/106/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake voor de bouw bestemde producten (1), en met name op artikel 20, lid 2, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Beschikking 2001/671/EG van de Commissie van 21 augustus 2001 tot uitvoering van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad met betrekking tot de indeling van het gedrag van daken en dakbedekkingen bij een brand vanaf de buitenzijde (2) werd een indelingssysteem vastgesteld voor het gedrag van daken en dakbedekkingen bij een brand vanaf de buitenzijde.

(2)

Naar aanleiding van een herziening moeten bijkomende klassen worden ingevoerd om tegemoet te komen aan de regelgevingsbehoeften van Ierland en het Verenigd Koninkrijk.

(3)

Beschikking 2001/671/EG moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de bouw,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De bijlage bij Beschikking 2001/671/EG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze beschikking.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 22 november 2005.

Voor de Commissie

Günter VERHEUGEN

Vicevoorzitter


(1)  PB L 40 van 11.2.1989, blz. 12. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

(2)  PB L 235 van 4.9.2001, blz. 20.


BIJLAGE

De bijlage bij Beschikking 2001/671/EG wordt als volgt gewijzigd:

1)

Onder „PREAMBULE” worden de volgende wijzigingen aangebracht:

a)

de eerste alinea wordt vervangen door „ENV 1187:2002 en latere versies van deze norm moeten worden gebruikt. De latere versies bevatten onder meer nieuwe herziene versies/wijzigingen van de ENV- of de EN-versie van deze norm”;

b)

in de tweede alinea wordt de verwijzing naar CR 1187:2001 vervangen door „ENV 1187:2002” en in de tweede zin wordt het woord „drie” vervangen door „vier”.

2)

Onder „SYMBOLEN” worden de volgende wijzigingen aangebracht:

a)

in de eerste regel wordt het woord „drie” vervangen door „vier”;

b)

alle verwijzingen naar „CR 1187:2001” worden vervangen door „ENV 1187:2002”;

c)

„— ENV 1187:2002 test 4: XROOF (t4) waarbij t4 = vliegvuur + wind + extra stralingswarmte” wordt ingevoegd na de regel met CR 1187:2001 test 3.

3)

In de tabel worden de volgende rijen toegevoegd:

Testmethode

Klasse

Indelingscriteria

„ENV 1187:2002 test 4

BROOF (t4)

Aan elk van de onderstaande criteria moet worden voldaan:

Geen penetratie van het daksysteem binnen 1 uur

Tijdens de voorproef, na het wegnemen van de proefvlam, branden de proefstukken gedurende < 5 min.

Vlamuitbreiding tijdens de voorproef < 0,38 m in de hele brandzone

CROOF (t4)

Aan elk van de onderstaande criteria moet worden voldaan:

Geen penetratie van het daksysteem binnen 30 min.

Tijdens de voorproef, na het wegnemen van de proefvlam, branden de proefstukken gedurende < 5 min.

Vlamuitbreiding tijdens de voorproef < 0,38 m in de hele brandzone

DROOF (t4)

Aan elk van de onderstaande criteria moet worden voldaan:

Penetratie van het daksysteem binnen 30 min., maar niet tijdens de voorafgaande vlamproef

Tijdens de voorproef, na het wegnemen van de proefvlam, branden de proefstukken gedurende < 5 min.

Vlamuitbreiding tijdens de voorproef < 0,38 m in de hele brandzone

EROOF (t4)

Aan elk van de onderstaande criteria moet worden voldaan:

Penetratie van het daksysteem binnen 30 min., maar niet tijdens de voorafgaande vlamproef

Vlamuitbreiding is ongecontroleerd

FROOF (t4)

Geen prestatie bepaald

*

De aandacht dient te worden gevestigd op het druipen van de onderkant van het proefstuk, mechanische breuken en de vorming van brandgaten, door een suffix „x” aan de aanduiding toe te voegen om aan te geven dat één of meer van deze verschijnselen tijdens de proef werden vastgesteld. Afhankelijk van de helling van het product tijdens de proef, moeten daarnaast de letters EXT.F worden toegevoegd als aanduiding voor „plat of horizontaal” en EXT.S als aanduiding voor „hellend”.”


Besluiten aangenomen krachtens titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie

25.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 307/55


GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN 2005/824/GBVB VAN DE RAAD

van 24 november 2005

inzake de politiemissie van de Europese Unie (EUPM) in Bosnië en Herzegovina

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 14 en artikel 25, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 11 maart 2002 Gemeenschappelijk Optreden 2002/210/GBVB inzake de politiemissie van de Europese Unie (EUPM) in Bosnië en Herzegovina (1) vastgesteld. Dit gemeenschappelijk optreden verstrijkt op 31 december 2005.

(2)

De top EU-Westelijke Balkan gehouden te Thessaloniki op 21 juni 2003 heeft besloten dat de toekomst van de Balkan binnen de Europese Unie ligt.

(3)

De Europese Raad gehouden te Brussel op 17 en 18 juni 2004 heeft de Europese veiligheidsstrategie aangenomen, die voorziet in een alomvattend beleid voor Bosnië en Herzegovina. Daarin is de langetermijndoelstelling van de EU bepaald, namelijk een stabiel, levensvatbaar, vreedzaam en multi-etnisch Bosnië en Herzegovina, dat vreedzaam samenwerkt met zijn buurlanden en onherroepelijk op weg is naar lidmaatschap van de EU. De doelstelling van de Unie voor de middellange termijn is de ondertekening van een stabilisatie- en associatieovereenkomst met Bosnië en Herzegovina.

(4)

De Raad van de Europese Unie is op 18 juli 2005 overeengekomen dat een voortgezet EU-engagement ter ondersteuning van de politie in Bosnië en Herzegovina nodig is na het verstrijken van het huidige mandaat van de EUPM op 31 december 2005. De EUPM zal worden voortgezet met een aangepast mandaat en een aangepaste omvang.

(5)

In een brief van 26 oktober 2005 hebben de autoriteiten van Bosnië en Herzegovina de EU uitgenodigd om een geheroriënteerde EUPM in Bosnië en Herzegovina in te zetten.

(6)

De hoge vertegenwoordiger in BiH is tevens de speciale vertegenwoordiger van de EU (SVEU) in BiH. De SVEU zal de algehele politieke coördinatie van de EU in BiH blijven bevorderen en zal richtsnoeren verstrekken aan het hoofd van de missie/de directeur van politie van de EUPM.

(7)

Overeenkomstig de richtsnoeren van de Europese Raad van Nice van 7 tot en met 9 december 2000 moet in dit gemeenschappelijk optreden de rol van de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger, hierna „SG/HV”, worden bepaald overeenkomstig de artikelen 18, lid 3, en 26 van het Verdrag.

(8)

Krachtens artikel 14, lid 1, van het Verdrag moet voor de gehele duur van de uitvoering van het gemeenschappelijk optreden een financieel referentiebedrag worden aangegeven. De vermelding van uit de Gemeenschapsbegroting te financieren bedragen geldt als blijk van bereidheid van de wetgevende autoriteit, en is afhankelijk van de beschikbaarheid van vastleggingskredieten tijdens het betrokken begrotingsjaar.

(9)

Het mandaat van de EUPM zal worden uitgevoerd in een mogelijk verslechterende situatie die de doelstellingen van het Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid als uiteengezet in artikel 11 van het Verdrag betreffende de Europese Unie kan schaden,

HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN VASTGESTELD:

Artikel 1

Missie

1.   De politiemissie van de Europese Unie (EUPM) in Bosnië en Herzegovina, ingesteld bij Gemeenschappelijk Optreden 2002/210/GBVB, wordt voortgezet met ingang van 1 januari 2006.

2.   De EUPM treedt op in overeenstemming met de doelstellingen en andere bepalingen vervat in de missieverklaring in artikel 2.

Artikel 2

Missieverklaring

Onder leiding en coördinatie van de SVEU en als onderdeel van de meer algemene benadering van de rechtsstaat in Bosnië en Herzegovina en de regio, is de EUPM erop gericht om via begeleiding, controle en inspectie een duurzame, professionele en multi-etnische politiedienst in Bosnië en Herzegovina tot stand te brengen die functioneert volgens de hoogste Europese en internationale normen.

Deze politiedienst moet optreden in overeenstemming met de toezeggingen die zijn gedaan als onderdeel van het stabilisatie- en associatieproces met de Europese Unie, in het bijzonder met betrekking tot de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit en tot de politiehervorming.

De EUPM treedt op in overeenstemming met de algemene doelstellingen van bijlage 11 van het akkoord van Dayton/Parijs en deze doelstellingen worden ondersteund door de instrumenten van de Europese Gemeenschap. Onder leiding van de SVEU neemt de EUPM het voortouw bij de coördinatie van politiële aspecten in het kader van de EVDB-inspanningen ter bestrijding van de georganiseerde criminaliteit, zulks onverminderd de overeengekomen commandostructuren. Zij staat de plaatselijke autoriteiten bij in het plannen en uitvoeren van belangrijke strafrechtelijke onderzoeken en onderzoeken op het gebied van de georganiseerde criminaliteit.

Artikel 3

Evaluatie

Op basis van een zesmaandelijkse evaluatie overeenkomstig de beoordelingscriteria van het operationeel concept (CONOPS) en het operatieplan (OPLAN) kunnen de activiteiten van de missie, indien nodig, worden aangepast, waarbij rekening wordt gehouden met de ontwikkelingen op het vlak van de politiehervorming.

Artikel 4

Structuur

1.   De EUPM heeft in principe de volgende structuur:

a)

Een hoofdkwartier in Sarajevo, bestaande uit het hoofd van de missie/de directeur van politie en personeel als omschreven in het OPLAN. Een deel van dat personeel bestaat uit een wisselend aantal verbindingsofficieren voor de coördinatie met de andere internationale organisaties op het terrein.

b)

Eenheden die op hoog niveau bij de diverse politiediensten van Bosnië en Herzegovina zijn gehuisvest, ondermeer bij/in de staatsinlichtingendienst, de staatsgrensbewakingsdienst, Interpol, entiteiten, openbare veiligheidscentra, kantons en het district Brcko.

2.   Deze elementen worden in het CONOPS en het OPLAN uitgewerkt. De Raad keurt het CONOPS en het OPLAN goed.

Artikel 5

Hoofd van de missie/directeur van politie

1.   Het hoofd van de missie/de directeur van politie heeft de operationele leiding (OPCON) over de EUPM en draagt zorg voor het dagelijks beheer van de EUPM en voor de coördinatie van EUPM-activiteiten, waaronder het beveiligingsbeheer van het personeel, de middelen en de gegevens van de missie.

2.   Het hoofd van de missie/de directeur van politie is verantwoordelijk voor het tuchtrechtelijk toezicht op het personeel. Voor gedetacheerd personeel worden tuchtrechtelijke maatregelen uitgevoerd door de betrokken nationale of EU-autoriteit.

3.   Het hoofd van de missie/de directeur van politie wordt aangeworven op contractbasis bij de Commissie.

Artikel 6

Personeel

1.   De getalsterkte en het competentieniveau van de EUPM-personeelsleden zijn in overeenstemming met de in artikel 2 afgelegde missieverklaring en de in artikel 5 vastgestelde structuur.

2.   De politiefunctionarissen worden door de lidstaten voor een minimumperiode van twee jaar gedetacheerd. Elke lidstaat draagt de kosten in verband met de door hem gedetacheerde politiefunctionarissen, met inbegrip van salarissen, vergoedingen en kosten voor vervoer van en naar Bosnië en Herzegovina.

3.   De EUPM werft internationaal civiel personeel en plaatselijk personeel naar gelang van de behoeften op contractbasis aan.

4.   De lidstaten en de EU-instellingen kunnen ook, indien nodig, internationaal civiel personeel detacheren voor een periode van ten minste één jaar. Elke lidstaat of EU-instelling draagt de kosten in verband met elk door hem/haar gedetacheerd personeelslid, met inbegrip van salarissen, vergoedingen en kosten voor vervoer van en naar Bosnië en Herzegovina.

5.   Alle personeelsleden blijven onder het gezag staan van de betrokken zendstaat of zendende instelling en vervullen hun plichten en handelen in het belang van de missie. Het personeel neemt de beveiligingsbeginselen en minimumnormen als bedoeld in Besluit 2001/264/EG van de Raad van 19 maart 2001 tot vaststelling van beveiligingsvoorschriften van de Raad (2) (hierna „de beveiligingsvoorschriften van de Raad”) in acht.

Artikel 7

Status van het EUPM-personeel

1.   Er worden voor de duur van de EUPM de nodige regelingen getroffen voor de voortzetting van de Overeenkomst tussen de EU en Bosnië en Herzegovina van 4 oktober 2002 betreffende de activiteiten van de politiemissie van de Europese Unie in Bosnië en Herzegovina.

2.   De lidstaat of EU-instelling die een personeelslid heeft gedetacheerd, is verantwoordelijk voor de afhandeling van met de detachering verband houdende schade-eisen van of betreffende het personeelslid. De lidstaat of EU-instelling stelt in voorkomend geval vorderingen tegen het gedetacheerd personeelslid in.

3.   De arbeidsvoorwaarden en de rechten en verplichtingen van het internationaal en het plaatselijk tijdelijk personeel worden neergelegd in contracten tussen het hoofd van de missie/de directeur van politie en het betrokken personeelslid.

Artikel 8

Commandostructuur

1.   De EUPM heeft, als crisisbeheersingsoperatie, een gemeenschappelijke commandostructuur.

2.   Het Politiek- en Veiligheidscomité (PVC) zorgt voor politieke controle en strategische aansturing.

3.   De SG/HV verstrekt via de SVEU richtsnoeren aan het hoofd van de missie/de directeur van politie.

4.   Het hoofd van de missie/de directeur van politie leidt de missie en draagt zorg voor het dagelijks beheer ervan.

5.   Het hoofd van de missie/de directeur van politie rapporteert via de SVEU aan de SG/HV.

6.   De SVEU rapporteert via de SG/HV aan de Raad.

Artikel 9

Politieke controle en strategische aansturing

1.   Het PVC zorgt, onder de verantwoordelijkheid van de Raad, voor de politieke controle op en de strategische sturing van de missie. In dat verband machtigt de Raad het PVC de relevante besluiten te nemen overeenkomstig artikel 25 van het Verdrag. Deze machtiging omvat de bevoegdheid om, op voorstel van de SG/HV, een hoofd van de missie/directeur van politie te benoemen en om het OPLAN en de commandostructuur te wijzigen. Besluiten met betrekking tot de doelstellingen en de beëindiging van de missie worden genomen door de Raad, bijgestaan door de SG/HV.

2.   Het PVC brengt op gezette tijden verslag uit aan de Raad, daarbij rekening houdend met de verslagen van de SVEU.

3.   Het PVC ontvangt op gezette tijden verslagen van het hoofd van de missie/de directeur van politie over het verloop van de missie. Het PVC mag het hoofd van de missie/de directeur van politie in voorkomend geval op zijn vergaderingen uitnodigen.

Artikel 10

Deelname door derde landen

1.   Onder volledige eerbiediging van de beslissingsautonomie van de Unie en het ene institutionele kader van de Unie worden toetredende staten, Europese NAVO-leden die geen lid zijn van de EU en lidstaten van de OVSE die geen lid zijn van de EU, die momenteel personeel voor de EUPM leveren, uitgenodigd, en kunnen andere derde staten worden uitgenodigd, om bij te dragen aan de EUPM, met dien verstande dat zij de kosten dragen van het uitzenden van de politiefunctionarissen en/of het door hen gedetacheerd internationaal civiel personeel, met inbegrip van salarissen, vergoedingen en kosten voor vervoer van en naar Bosnië en Herzegovina, en dat zij in voorkomend geval in een evenredig deel van de bedrijfskosten van de EUPM bijdragen.

2.   Derde landen die bijdragen aan de EUPM, hebben bij het dagelijks beheer van de operatie dezelfde rechten en verplichtingen als de deelnemende EU-lidstaten.

3.   Hierbij machtigt de Raad het PVC om de noodzakelijke besluiten betreffende de aanvaarding van de voorgestelde bijdragen te nemen en een Comité van contribuanten in te stellen.

4.   Uitvoerige regelingen wat betreft de deelname van derde landen worden vastgelegd in overeenkomsten die worden gesloten volgens de procedures van artikel 24 van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

Artikel 11

Financiële regelingen

1.   Het financieel referentiebedrag dat de uitgaven in verband met de missie moet dekken, bedraagt a) 3 miljoen EUR voor 2005, b) 9 miljoen EUR voor 2006.

2.   De definitieve begroting voor de jaren 2006 en 2007 wordt op jaarbasis vastgesteld.

3.   De uit het in lid 1 genoemde bedrag gefinancierde uitgaven worden beheerd volgens de procedures en voorschriften die van toepassing zijn op de algemene begroting van de EU; eventuele prefinancieringen blijven evenwel niet het eigendom van de Gemeenschap. Onderdanen van derde landen die een financiële bijdrage leveren aan de missie, mogen inschrijven bij aanbestedingen.

4.   Het hoofd van de missie/ de directeur van politie brengt over de in het kader van zijn contract ondernomen activiteiten volledig verslag uit aan de Commissie, onder wier toezicht hij staat.

5.   De financiële regelingen voldoen aan de operationele vereisten van de EUPM.

6.   Uitgaven komen voor financiering in aanmerking vanaf de datum waarop dit gemeenschappelijk optreden in werking treedt.

Artikel 12

Beveiliging

1.   Het hoofd van de missie/de directeur van politie is verantwoordelijk voor de beveiliging van de EUPM en is, in overleg met de Dienst beveiliging van het secretariaat-generaal van de Raad, verantwoordelijk voor de naleving van de minimumbeveiligingsvereisten ten aanzien van de missie overeenkomstig de beveiligingsvoorschriften van de Raad.

2.   De EUPM beschikt over een speciaal voor de missie bestemde beveiligingsbeambte die aan het hoofd van de missie/de directeur van politie rapporteert.

3.   Het hoofd van de missie/de directeur van politie overlegt met het PVC over beveiligingskwesties die te maken hebben met de inzet van de missie, overeenkomstig de door de SG/HV verstrekte richtsnoeren.

4.   Personeelsleden van de EUPM volgen een verplichte, door de Dienst beveiliging van de Raad georganiseerde beveiligingsopleiding en worden medisch onderzocht voordat zij naar het gebied van de missie reizen of aldaar worden ingezet.

Artikel 13

Optreden van de Gemeenschap

1.   De Raad en de Commissie zorgen, overeenkomstig hun onderscheiden bevoegdheden, voor de samenhang tussen de uitvoering van dit gemeenschappelijk optreden en het externe optreden van de Gemeenschap, overeenkomstig artikel 3, tweede alinea, van het Verdrag. De Raad en de Commissie werken daartoe samen.

2.   De Raad merkt op dat er reeds coördinatieregelingen in het gebied van de missie en in Brussel voorhanden zijn.

Artikel 14

Vrijgave van gerubriceerde gegevens

1.   De SG/HV is gemachtigd om, naar gelang van de operationele behoeften van de missie en met inachtneming van de beveiligingsvoorschriften van de Raad, ten behoeve van de missie geproduceerde gerubriceerde gegevens en documenten van de EU tot op het niveau „RESTREINT UE” vrij te geven aan de bij dit gemeenschappelijk optreden betrokken derde staten.

2.   Indien er sprake is van een concrete en onmiddellijke operationele behoefte, is de SG/HV voorts gemachtigd om met inachtneming van de beveiligingsvoorschriften van de Raad ten behoeve van de missie geproduceerde gerubriceerde gegevens en documenten van de EU tot op het niveau „RESTREINT UE” vrij te geven aan de plaatselijke autoriteiten. In alle andere gevallen worden deze gegevens en documenten vrijgegeven aan de plaatselijke autoriteiten volgens de daartoe bestemde procedures op het niveau van hun samenwerking met de EU.

3.   De SG/HV is gemachtigd om niet-gerubriceerde documenten van de EU betreffende de beraadslagingen van de Raad over de missie die onder de geheimhoudingsplicht van artikel 6, lid 1, van het reglement van orde van de Raad vallen, vrij te geven aan de bij dit gemeenschappelijk optreden betrokken derde staten en aan de plaatselijke autoriteiten (3).

Artikel 15

Inwerkingtreding en duur

Dit gemeenschappelijk optreden treedt in werking op de dag dat het wordt vastgesteld.

Het is van toepassing van 1 januari 2006 tot en met 31 december 2007.

Artikel 16

Bekendmaking

Dit gemeenschappelijk optreden wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

Gedaan te Brussel, 24 november 2005.

Voor de Raad

De voorzitter

I. LEWIS


(1)  PB L 70 van 13.3.2002, blz. 1. Gemeenschappelijk optreden laatstelijk gewijzigd bij Gemeenschappelijk Optreden 2005/143/GBVB (PB L 48 van 19.2.2005, blz. 46).

(2)  PB L 101 van 11.4.2001, blz. 1. Besluit laatstelijke gewijzigd bij Besluit 2005/571/EG (PB L 193 van 23.7.2005, blz. 31).

(3)  Besluit 2004/338/EG,Euratom van de Raad van 22 maart 2004 tot vaststelling van het Reglement van orde van de Raad (PB L 106 van 15.4.2004, blz. 22). Besluit gewijzigd bij Besluit 2004/701/EG, Euratom (PB L 319 van 20.10.2004, blz. 15).


25.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 307/59


GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN 2005/825/GBVB VAN DE RAAD

van 24 november 2005

houdende wijziging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Bosnië en Herzegovina

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 14, artikel 18, lid 5, en artikel 23, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 12 juli 2004 heeft de Raad Gemeenschappelijk Optreden 2004/569/GBVB (1) vastgesteld betreffende het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) in Bosnië en Herzegovina.

(2)

Op 28 juli 2005 heeft de Raad Gemeenschappelijk Optreden 2005/583/GBVB (2) vastgesteld tot verlenging van het mandaat van Lord ASHDOWN als SVEU voor Bosnië en Herzegovina tot en met 28 februari 2006.

(3)

Op 24 november 2005 heeft de Raad Gemeenschappelijk Optreden 2005/824/GBVB inzake de politiemissie van de Europese Unie (EUPM) in Bosnië en Herzegovina (3) vastgesteld, dat voorziet in de voortzetting van de EUPM met een aangepast mandaat en een aangepaste omvang.

(4)

Gezien de specifieke rol van de SVEU in de commandostructuur voor de EUPM dient het mandaat van de SVEU dienovereenkomstig te worden gewijzigd.

(5)

De uitvoering van het mandaat van de SVEU wordt gecoordineerd door de Commissie teneinde de samenhang te verzekeren met andere relevante activiteiten die onder de bevoegdheid van de Commissie vallen.

(6)

De SVEU zal zijn mandaat uitvoeren in een mogelijk verslechterende situatie die de doelstellingen van het GBVB als uiteengezet in artikel 11 van het Verdrag kan schaden.

HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN VASTGESTELD:

Artikel 1

Gemeenschappelijk Optreden 2004/569/GBVB, als verlengd bij Gemeenschappelijk Optreden 2005/583/GBVB, wordt als volgt gewijzigd:

1)

artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

„Artikel 3

Met het oog op de verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen van de EU in BiH omvat het mandaat van de SVEU het volgende:

a)

het aanbieden van advies en bevorderingsmaatregelen van de EU voor het politieke proces;

b)

het bevorderen van de algehele politieke coördinatie van de EU in BiH;

c)

het bevorderen van coördinatie op EU-niveau en het geven van plaatselijke politieke sturing aan de EU-inspanningen ter bestrijding van de georganiseerde criminaliteit, zonder afbreuk te doen aan de leidinggevende rol van de Politiemissie van de Europese Unie (EUPM) in de coördinatie van de politiële aspecten van deze inspanningen, en aan de commandostructuur van de ALTHEA (EUFOR);

d)

het verstrekken van plaatselijk politiek advies aan de commandant van de ALTHEA (EUFOR), ook ten aanzien van het vermogen van de geïntegreerde politie-eenheid waarop de SVEU, in overleg met de commandant van de EUFOR, een beroep kan doen, onverminderd de commando¬structuur;

e)

het bijdragen tot versterking van de interne coördinatie en de samenhang van het EU-optreden in BiH, mede door middel van voorlichtingsbijeenkomsten voor de EU-missiehoofden en door middel van deelname aan (of vertegenwoordiging in) hun regelmatige vergaderingen, door middel van het bekleden van het voorzitterschap van een coördinatiegroep bestaande uit alle op het terrein aanwezige EU-betrokkenen, teneinde de uitvoeringsaspecten van het EU optreden te coördineren, alsmede door middel van het verstrekken van richtsnoeren aan deze betrokkenen ten aanzien van de betrekkingen met de autoriteiten van BiH;

f)

het waarborgen van consistentie en samenhang van het optreden van de EU ten overstaan van het publiek. De woordvoerder van de SVEU zal het belangrijkste EU aanspreekpunt vormen voor de media van BiH over aangelegenheden met betrekking tot het GBVB/EVDB;

g)

toezicht houden op het gehele scala van activiteiten op het gebied van de rechtsstaat en in die context, waar nodig, advies uitbrengen aan de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger en de Commissie;

h)

als onderdeel van zijn ruimere verantwoordelijkheden en zijn rol in de commandostructuur voor EUPM, het verstrekken van richtsnoeren op plaatselijk politiek, wettelijk en persgebied aan het missiehoofd van de EUPM;

i)

als onderdeel van de bredere aanpak van de internationale gemeenschap en de autoriteiten van BiH inzake de rechtsstaat, en met gebruikmaking van de door de EUPM verstrekte technische deskundigheid en bijstand op politieel gebied, het ondersteunen van de voorbereiding en de uitvoering van de herstructurering van de politie;

j)

het verstrekken van steun voor een versterkte en efficiëntere interface tussen strafrechtspleging en politie in BiH, in nauwe samenwerking met de EUPM;

k)

wat betreft activiteiten in het kader van titel VI van het Verdrag, met inbegrip van Europol, en daarmee samenhangende communautaire activiteiten, indien nodig het uitbrengen van advies aan de secretaris-generaal en aan de Commissie, en het deelnemen aan de vereiste lokale coördinatie;

l)

omwille van de coherentie en mogelijke synergieën, geraadpleegd blijven worden over de prioriteiten voor CARDS-bijstand (Community Assistance for Reconstruction, Development and Stabilisation).”;

2)

artikel 6, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   Het financieel referentiebedrag bedraagt 160 000 EUR.”;

3)

artikel 7, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   Er wordt een speciaal voor de EU bestemde en als zodanig herkenbare staf benoemd om de SVEU bij te staan bij de uitvoering van zijn mandaat en om bij te dragen aan de samenhang, de zichtbaarheid en de doeltreffendheid van het algemene optreden van de EU in BiH, met name op politiek en politiek-militair gebied, op het gebied van de rechtsstaat (waaronder de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit) en op het gebied van de veiligheid, en met het oog op communicatie en betrekkingen met de media. Binnen de beperkingen van zijn mandaat en de daartoe vrijgemaakte financiële middelen is de SVEU verantwoordelijk voor de samenstelling van zijn team, in overleg met het voorzitterschap, bijgestaan door de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger en in volledige samenspraak met de Commissie. De SVEU deelt het voorzitterschap en de Commissie de definitieve samenstelling van zijn team mee.”.

Artikel 2

Dit gemeenschappelijk optreden treedt in werking op de dag waarop het wordt aangenomen.

Artikel 3

Dit gemeenschappelijk optreden wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 24 november 2005.

Voor de Raad

De voorzitter

I. LEWIS


(1)  PB L 252 van 28.7.2004, blz. 7.

(2)  PB L 199 van 29.7.2005, blz. 94.

(3)  Zie bladzijde 55 van dit Publicatieblad.


25.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 307/61


GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN 2005/826/GBVB VAN DE RAAD

van 24 november 2005

betreffende de oprichting van een EU-adviesteam voor de politie in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (FYROM)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 14, artikel 25, derde alinea, artikel 26 en artikel 28, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens de kaderovereenkomst van Ohrid is de bijdrage van de Unie gebaseerd op een algemene aanpak, waarvan de activiteiten alle aspecten van de rechtsstaat bestrijken, met inbegrip van programma's voor het opzetten van instellingen en politieactiviteiten, die elkaar wederzijds ondersteunen en versterken. De activiteiten van de Unie, ondersteund door onder andere de programma's van de Gemeenschap voor het opzetten van instellingen in het kader van de CARDS-verordening (communautaire bijstand voor wederopbouw, ontwikkeling en stabilisatie), zullen bijdragen tot de algemene vredesimplementatie in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en tot het welslagen van het algemene beleid van de Unie ten aanzien van de regio, meer bepaald het stabilisatie- en associatieproces.

(2)

De Unie heeft een speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) benoemd die moet bijdragen tot de consolidatie van het vreedzame politieke proces en de volledige uitvoering van de kaderovereenkomst van Ohrid, die moet helpen de samenhang van het externe optreden van de EU te waarborgen en moet zorgen voor de coördinatie van de inspanningen van de internationale gemeenschap om te helpen bij de uitvoering en instandhouding van de bepalingen van die kaderovereenkomst.

(3)

Op 26 september 2001 heeft de VN-Veiligheidsraad Resolutie 1371(2001) aangenomen, waarin de kaderovereenkomst wordt verwelkomd en de volledige uitvoering ervan, dankzij de inspanningen van onder andere de EU, wordt ondersteund.

(4)

In het belang van het behoud en de verdere ontwikkeling van de substantiële resultaten die in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië zijn geboekt dankzij de aanzienlijke inzet van politieke inspanningen en middelen van de EU, heeft de EU haar politiële rol versterkt om verder bij te dragen tot een stabiele, veilige omgeving waarin de regering van de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië de kaderovereenkomst van Ohrid kan uitvoeren.

(5)

De veiligheidssituatie in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië is sinds het conflict in 2001 voortdurend verbeterd. In 2005 is de stabiliteit nog meer versterkt. Er zijn stappen genomen om belangrijke, in de kaderovereenkomst van Ohrid overeengekomen hervormingen voor te bereiden en uit te voeren, en er zijn inspanningen geleverd om andere prioritaire hervormingen aan te pakken, onder meer op het gebied van de rechtsstaat. Een hernieuwde toezegging van politieke steun en middelen van de EU zal er niettemin toe bijdragen de stabiliteit in het land én in de regio nog vaster te verankeren.

(6)

Op 16 september 2003 hebben de autoriteiten van de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië de EU verzocht de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor een versterkte politiële rol en voor het inzetten van een EU-politiemissie (EUPOL Proxima).

(7)

EUPOL Proxima is bij Gemeenschappelijk Optreden 2003/681/GBVB van de Raad (1) opgericht voor een periode van 12 maanden (15 december 2003 tot en met 14 december 2004). Bij Gemeenschappelijk Optreden 2004/789/GBVB van de Raad 2004 (2) is EUPOL Proxima met een periode van 12 maanden verlengd (15 december 2004 tot en met 14 december 2005).

(8)

Tijdens overleg met de EU heeft de regering van de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (FYROM) te kennen gegeven dat zij, onder bepaalde voorwaarden, de komst van een EU-adviesteam voor de politie op prijs zou stellen om de overgang van EUPOL Proxima naar een gepland, door CARDS gefinancierd, project voor technische bijstand op het terrein te overbruggen.

(9)

Overeenkomstig de richtsnoeren van de Europese Raad van Nice van 7 en 9 december 2000, moet in dit gemeenschappelijk optreden worden vastgesteld welke rol de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger („SG/HV”) overeenkomstig de artikelen 18 en 26 van het Verdrag speelt bij de uitvoering van maatregelen die binnen de politieke controle en strategische aansturing vallen welke door het PVC worden uitgeoefend.

(10)

Volgens artikel 14, lid 1, van het Verdrag moet voor de gehele duur van de uitvoering van het gemeenschappelijk optreden een financieel referentiebedrag worden aangegeven. De indicatie van uit de Gemeenschapsbegroting te financieren bedragen illustreert de bereidheid van de wetgevende autoriteit, en is onderworpen aan de beschikbaarheid van vastleggingskredieten tijdens het betrokken begrotingsjaar.

(11)

In de mate van het mogelijke moet worden getracht materieel in te zetten dat overblijft van andere operationele EU-activiteiten, met name EUPOL Proxima, rekening houdend met de operationele behoeften en met de beginselen van gezond financieel beheer.

(12)

Het mandaat van EUPAT zal worden uitgeoefend in een mogelijk verslechterende situatie die de doelstellingen van het Gemeenschappelijk Buitenlands- en Veiligheidsbeleid als uiteengezet in artikel 11 van het Verdrag kan schaden,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Doel

1.   De Europese Unie richt voor de periode van 15 december 2005 tot en met 14 juni 2006 een EU-adviesteam voor de politie (EUPAT) op in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (FYROM).

2.   EUPAT heeft ten doel verdere steun te verlenen aan de ontwikkeling van een efficiënte en professionele politiedienst, gebaseerd op Europese politienormen.

Artikel 2

Mandaat

Overeenkomstig de doelstellingen van de kaderovereenkomst van Ohrid, in samenwerking met de betrokken autoriteiten en binnen een breder rechtsstaatperspectief verleent EUPAT, verdere steun aan de ontwikkeling van een efficiënte en professionele politiedienst, gebaseerd op Europese politienormen, met name met het oog op de uitvoering van de relevante communautaire programma's voor het opzetten van instellingen, een en ander in aanvulling op OVSE en bilaterale programma's. Onder leiding van de SVEU en tezamen met de autoriteiten van het gastland, zorgen de politiedeskundigen van de EU voor toezicht op en begeleiding van de nationale politie inzake prioritaire kwesties op het gebied van grenspolitie, openbare orde en verantwoordingsplicht, alsmede de bestrijding van corruptie en georganiseerde criminaliteit. De activiteiten van EUPAT zijn toegespitst op het midden- en topkader.

Daartoe besteedt EUPAT bijzondere aandacht aan:

de algemene uitvoering van de politiehervorming op het terrein;

de samenwerking tussen politie en justitie;

de professionele normen/interne controle.

Artikel 3

Planningsfase

1.   Ter voorbereiding van de oprichting van EUPAT stelt het hoofd van de missie de directeur van politie van EUPOL Proxima, op basis van het door EUPOL Proxima verrichte werk en van de richtsnoeren van het Politiek- en Veiligheidscomité (PVC), een algemeen plan op en ontwikkelt hij alle technische instrumenten die nodig zijn voor de oprichting van EUPAT.

2.   Daartoe gaat het huidige hoofd van de missie te werk in overleg en in coördinatie met de Commissie en de OVSE in Skopje, alsook met de regering van de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, naar gelang van het geval.

Artikel 4

Structuur

1.   EUPAT bestaat uit de volgende onderdelen:

a)

een hoofdkwartier in Skopje, bestaande uit het hoofd van EUPAT en personeel, als omschreven in het algemeen plan;

b)

een centrale eenheid op het niveau van het ministerie van Binnenlandse Zaken;

c)

in de FYROM op passende niveaus gestationeerde mobiele eenheden.

2.   Deze onderdelen worden in het algemeen plan nader uitgewerkt.

Artikel 5

Hoofd van EUPAT en personeel

1.   Het hoofd van EUPAT is verantwoordelijk voor het beheer en de coördinatie van de activiteiten van EUPAT.

2.   Het hoofd van EUPAT draagt zorg voor het dagelijks beheer van EUPAT en is verantwoordelijk voor personeels- en tuchtzaken. Voor gedetacheerd personeel worden tuchtrechtelijke maatregelen uitgevoerd door de betrokken nationale of EU-autoriteit.

3.   Het hoofd van EUPAT wordt aangeworven op contractbasis bij de Commissie.

4.   De politiefunctionarissen worden door de lidstaten gedetacheerd. De periode van detachering duurt 6 maanden en begint op 15 december 2005. Elke lidstaat draagt de kosten in verband met de door hem gedetacheerde politiefunctionarissen, met inbegrip van salarissen, ziektekosten, kosten voor vervoer van en naar de FYROM, en vergoedingen met uitzondering van dagvergoedingen.

5.   Internationaal civiel personeel en lokaal personeel wordt naar gelang van de behoeften op contractbasis aangeworven.

6.   De lidstaten of communautaire instellingen kunnen ook, indien nodig, internationaal civiel personeel detacheren voor een periode van 6 maanden die begint op 15 december 2005. Elke lidstaat of EU-instelling draagt de kosten in verband met elk door hem of haar gedetacheerd personeelslid, met inbegrip van salarissen, ziektekosten, kosten voor vervoer van en naar de FYROM, en vergoedingen met uitzondering van dagvergoedingen.

7.   Alle deskundigen van EUPAT blijven onder het gezag staan van hun respectieve lidstaat of communautaire instelling, maar vervullen hun taken en handelen uitsluitend in het belang van het ondersteunend optreden van de EU. Alle personeelsleden eerbiedigen de beginselen en minimumnormen voor de beveiliging die zijn vastgesteld bij Besluit 2001/264/EG van de Raad van 19 maart 2001 tot vaststelling van beveiligingsvoorschriften van de Raad (3).

8.   De leden van EUPAT zorgen door middel van passende maatregelen voor de zichtbaarheid van het EU-optreden.

Artikel 6

Commandostructuur

1.   EUPAT als onderdeel van de bredere EU-benadering van de rechtsstaat in de FYROM heeft een gemeenschappelijke commandostructuur:

2.   Het VC oefent politieke controle uit en geeft strategische aansturing.

3.   De secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger (SG/HV) geeft het hoofd van EUPAT aansturing via de SVEU.

4.   Het hoofd van EUPAT leidt EUPAT en draagt zorg voor het dagelijks beheer van EUPAT.

5.   Het hoofd van EUPAT rapporteert via de SVEU aan de SG/HV.

6.   De SVEU rapporteert aan de Raad via de SG/HV.

Artikel 7

Politieke controle en strategische aansturing

1.   Het Politiek- en Veiligheidscomité belast zich onder de verantwoordelijkheid van de Raad met de politieke controle en de strategische aansturing van EUPAT.

2.   In dat verband machtigt de Raad het PVC de relevante besluiten te nemen overeenkomstig artikel 25 van het Verdrag. Deze machtiging omvat de bevoegdheid om, op voordracht van de SG/HV, een hoofd van EUPAT te benoemen en het algemeen plan en de commandostructuur goed te keuren en te wijzigen. De Raad, bijgestaan door de SG/HV, neemt besluiten met betrekking tot de doelstellingen en de beëindiging van EUPAT.

3.   De SVEU geeft het hoofd van EUPAT politieke aansturing op lokaal niveau. De SVEU staat in voor de coördinatie met andere EU-actoren en voor de betrekkingen met de autoriteiten en de media van het gastland.

4.   Het PVC ontvangt op geregelde tijdstippen verslagen van het hoofd van EUPAT over het verloop van het ondersteunend optreden. Het PVC mag het hoofd van EUPAT in voorkomend geval op zijn vergaderingen uitnodigen.

5.   Het Politiek- en Veiligheidscomité rapporteert op geregelde tijdstippen aan de Raad.

Artikel 8

Financiële regelingen

1.   Het financiële referentiebedrag dat de uitgaven in verband met EUPAT moet dekken bedraagt EUR 1,5 miljoen.

2.   De uitgaven die met het in lid 1 genoemde bedrag worden gefinancierd, worden beheerd overeenkomstig de voorschriften en procedures die van toepassing zijn op de algemene begroting van de EU, met als uitzondering dat eventuele prefinancieringen niet het eigendom van de Gemeenschap blijven.

3.   Het hoofd van EUPAT brengt over de in het kader van zijn contract ondernomen activiteiten volledig verslag uit aan de Commissie, onder wier toezicht hij staat.

4.   De financiële regelingen moeten voldoen aan de operationele vereisten van EUPAT, met inbegrip van de verenigbaarheid van uitrusting en de interoperabiliteit van zijn teams.

5.   Uitgaven komen voor financiering in aanmerking vanaf de datum waarop dit gemeenschappelijk optreden in werking treedt.

Artikel 9

Samenhang met het optreden van de Gemeenschap

De Raad en de Commissie zorgen, overeenkomstig hun onderscheiden bevoegdheden, voor de samenhang tussen de uitvoering van dit gemeenschappelijk optreden en het externe optreden van de Gemeenschap, overeenkomstig artikel 3, tweede alinea, van het Verdrag betreffende de Europese Unie. De Raad en de Commissie werken daartoe samen.

Artikel 10

Vrijgave van gerubriceerde gegevens

1.   De SG/HV is gemachtigd om gerubriceerde gegevens en documenten van de EU tot op het niveau „CONFIDENTIEL UE” die ten behoeve van het ondersteunend optreden zijn opgesteld overeenkomstig de beveiligingsvoorschriften van de Raad vrij te geven aan de NAVO/KFOR en aan derden die bij dit gemeenschappelijk optreden betrokken zijn.

2.   Voorts is de SG/HV gemachtigd om, naar gelang van de operationele behoeften van de missie, gerubriceerde gegevens en documenten van de EU tot op het niveau „RESTREINT UE” die ten behoeve van het ondersteunend optreden zijn opgesteld overeenkomstig de beveiligingsvoorschriften van de Raad vrij te geven aan de OVSE. Te dien einde zullen plaatselijke regelingen worden vastgesteld.

3.   Indien er sprake is van een concrete en onmiddellijke operationele behoefte, is de SG/HV voorts gemachtigd om gerubriceerde gegevens en documenten van de EU tot op het niveau „CONFIDENTIEL UE” die ten behoeve van het ondersteunend optreden zijn opgesteld, vrij te geven aan het gastland, conform de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de FYROM inzake beveiligingsprocedures voor de uitwisseling van gerubriceerde gegevens (4).

4.   De SG/HV is gemachtigd om door de EU niet-gerubriceerde documenten betreffende de beraadslagingen van de Raad over het ondersteunend optreden die onder de geheimhoudingsplicht van artikel 6, lid 1, van Besluit 2004/338/EG, Euratom van 22 maart 2004, houdende vaststelling van zijn reglement van orde (5) vallen, vrij te geven aan derden die bij dit gemeenschappelijk optreden zijn betrokken.

Artikel 11

Status van het EUPAT-personeel

1.   De nodige regelingen worden getroffen met betrekking tot de uitbreiding tot EUPAT van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de FYROM betreffende de status en de activiteiten van de politiemissie van de Europese Unie (EUPOL Proxima) in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (6).

2.   De lidstaat of communautaire instelling die een personeelslid heeft gedetacheerd, is verantwoordelijk voor de afhandeling van met de detachering verband houdende schade-eisen van of betreffende het personeelslid. De betrokken staat of communautaire instelling stelt in voorkomend geval vorderingen tegen het gedetacheerd personeelslid in.

Artikel 12

Inwerkingtreding en duur

Dit gemeenschappelijk optreden treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Het is van toepassing tot en met 14 juni 2006.

Artikel 13

Bekendmaking

Dit gemeenschappelijk optreden wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 24 november 2005.

Voor de Raad

De voorzitter

I. LEWIS


(1)  PB L 249 van 1.10.2003, blz. 66. Gemeenschappelijk optreden gewijzigd bij Gemeenschappelijk Optreden 2004/87/GBVB (PB L 21 van 28.1.2004, blz. 31).

(2)  PB L 348 van 24.11.2004, blz. 40.

(3)  PB L 101 van 11.4.2001, blz. 1. Besluit laatstelijk gewijzigd bij Besluit 2005/571/EG van de Raad (PB L 193 van 23.7.2005, blz. 31).

(4)  PB L 94 van 13.4.2005, blz. 39.

(5)  PB L 106 van 15.4.2004, blz. 22. Besluit gewijzigd bij Besluit 2004/701/EG, Euratom van de Raad (PB L 319 van 20.10.2004, blz. 15).

(6)  Besluit 2004/75/GBVB van de Raad (PB L 16 van 23.1.2004, blz. 65).