Brussel, 8.11.2023

COM(2023) 690 final

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Mededeling inzake het uitbreidingsbeleid van de EU voor 2023










{SWD(2023) 690 final} - {SWD(2023) 691 final} - {SWD(2023) 692 final} - {SWD(2023) 693 final} - {SWD(2023) 694 final} - {SWD(2023) 695 final} - {SWD(2023) 696 final} - {SWD(2023) 697 final} - {SWD(2023) 698 final} - {SWD(2023) 699 final}


Mededeling inzake het uitbreidingsbeleid van de EU voor 2023

I. Inleiding                                 

De uitbreiding van de EU is een drijvende kracht voor stabiliteit, vrede en welvaart op lange termijn op heel het continent. Lidmaatschap van de EU is een geostrategische investering in een sterk, stabiel en verenigd Europa, gebaseerd op gemeenschappelijke waarden. Het is een machtig instrument voor de bevordering van democratie, de rechtsstaat en de eerbiediging van de grondrechten. Een geloofwaardig, op verdiensten gebaseerd vooruitzicht op lidmaatschap van de EU is de voornaamste motor van transformatie en versterkt op die manier onze collectieve veiligheid en sociaal-economische welvaart. Het is essentieel voor het stimuleren van verzoening en stabiliteit op het Europese vasteland. Het geopolitieke belang van de uitbreiding van de EU werd verder benadrukt in 2022, toen Oekraïne, de Republiek Moldavië 1 en Georgië een verzoek om EU-lidmaatschap indienden naar aanleiding van de niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne, waarbij de Europese Raad 2 het Europees perspectief van Oekraïne, Moldavië en Georgië heeft erkend en Oekraïne en Moldavië de status van kandidaat-lidstaat heeft verleend. De toekenning van de status van kandidaat-lidstaat aan Bosnië en Herzegovina in december 2022 was een belangrijke stap in het behoud van het momentum van het uitbreidingsproces.

Vandaag hebben de Westelijke Balkan, Turkije 3 , Oekraïne, Moldavië en Georgië een historische kans om hun toekomst stevig te verbinden met die van de Europese Unie. Toetreding is en blijft een proces op basis van verdiensten dat ten volle afhankelijk is van de objectieve vooruitgang die door elke uitbreidingspartner wordt geboekt. De uitbreidingslanden zullen daarom vastberaden moeten handelen om de nodige hervormingen door te voeren en tastbare en onomkeerbare vooruitgang te boeken, te beginnen met de fundamentele kwesties van het EU-toetredingsproces. De rechtsstaat, met name de onafhankelijkheid en de werking van de rechterlijke macht en corruptiebestrijding, de grondrechten, de economie, de werking van de democratische instellingen en de hervorming van het openbaar bestuur blijven de hoekstenen van het uitbreidingsbeleid.

EU-lidmaatschap is een strategische keuze. Partners moeten de EU-waarden krachtig en ondubbelzinnig uitdragen. In de nieuwe geopolitieke context is het meer dan ooit een belangrijk signaal van gedeelde waarden en strategische oriëntatie om zich aan te passen aan het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU.

II. Belangrijke ontwikkelingen 

Een eensgezinde reactie op de Russische aanvalsoorlog

De afgelopen twee jaar stonden in het teken van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne. Het Bureau van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de mensenrechten (OHCHR) tekende meer dan 27 000 burgerslachtoffers in Oekraïne op, van wie er 9 600 om het leven kwamen 4 . Het precieze aantal overlijdens zal naar verwachting nog veel hoger liggen. De humanitaire nood blijft groot: 17,6 miljoen mensen in Oekraïne, 49 % van de totale bevolking van het land 5 , en 6,2 miljoen in landen die vluchtelingen opnemen 6 , blijven multisectorale humanitaire hulp nodig hebben. Door de oorlog zijn ook gewassen en eigendommen verwoest en vernietigd, is de handel verstoord, zijn de investeringen verminderd, is het menselijk kapitaal geërodeerd en is er immense schade toegebracht aan het milieu.

De reactie van de EU op de Russische aanvalsoorlog was nooit eerder vertoond, eensgezind, vastberaden en onmiddellijk. De 27 EU-lidstaten en hun partners over heel de wereld hebben de niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde aanvalsoorlog veroordeeld. Ze hebben snel gehandeld, door Rusland politiek en economisch te isoleren, de schendingen van het internationaal humanitair recht te veroordelen en stappen te ondersteunen die ervoor moeten zorgen dat Rusland zich volledig zal moeten verantwoorden voor oorlogsmisdaden en andere schendingen die worden gepleegd in verband met de aanvalsoorlog van Rusland. De EU heeft tot nog toe 11 pakketten met vergaande sancties tegen Rusland en Belarus goedgekeurd. De EU toont haar niet-aflatende steun aan Oekraïne en blijft het land ruime humanitaire, financiële, economische en militaire steun verlenen. Via een “Team Europa”-aanpak hebben de EU, haar lidstaten en financiële instellingen tot nog toe 82,6 miljard EUR vrijgemaakt (september 2023; incl. 25 miljard EUR aan militaire steun), waaronder financiering die ter beschikking is gesteld om vluchtelingen op te vangen in de EU. De Raad heeft de tijdelijke bescherming voor mensen die de oorlog tegen Oekraïne zijn ontvlucht, verlengd tot maart 2025 en heeft daarmee zekerheid verschaft voor meer dan 4 miljoen Oekraïners die momenteel in de EU wonen. Als reactie op de blokkering van de Oekraïense havens aan de Zwarte Zee sinds mei 2022 past de EU, samen met Oekraïne en Moldavië, de solidariteitscorridors tussen de EU en Oekraïne toe, die Oekraïne en Moldavië verbinden met de Europese Unie. Dat vergemakkelijkt de handel van deze landen met de rest van de wereld, waaronder die in kritieke producten zoals graan. De Commissie steunt een reeks inspanningen om de milieuschade te monitoren en op te tekenen. De EU zal Oekraïne blijven steunen zolang dat nodig is.

In januari 2023 heeft de Europese Commissie, samen met Oekraïne en de G7-partners, het multi‑institutionele donorcoördinatieplatform voor Oekraïne opgezet, dat de steun voor de onmiddellijke financieringsbehoeften van Oekraïne en het toekomstig economisch herstel en de wederopbouw zal coördineren.

In juni 2023 stelde de Europese Commissie een speciaal daartoe opgericht financieringsinstrument op middellange termijn voor dat Oekraïne samenhangende, voorspelbare en flexibele steun zal bieden voor de periode 2024-2027. De nieuwe faciliteit voor Oekraïne 7  zal inspanningen ondersteunen om de macro-financiële stabiliteit te behouden en zal het herstel bevorderen. Het plan is dat de faciliteit 50 miljard EUR aan subsidies en leningen krijgt voor 2024-2027.

De EU heeft ook twee omvattende steunpakketten aan Moldavië 8 uitgevoerd, met name om de gevolgen voor het land van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne op te vangen. Moldavië kreeg te maken met een grote instroom van vluchtelingen uit Oekraïne. Dat zorgde voor een enorme stijging van de inflatie, bedreigingen voor de energiebevoorrading, schendingen van het luchtruim en een hele reeks hybride vijandige acties zoals protestmanifestaties, grootschalige desinformatiecampagnes en cyberaanvallen.

De Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne zorgt voor angst in de ruimere regio, waaronder in Georgië. In deze context blijven beveiliging en defensie, om hybride en cyberbeveiligingsbedreigingen af te slaan, een van de prioritaire gebieden voor de samenwerking tussen de EU en Georgië. Via de Europese Vredesfaciliteit werd er in totaal 62 miljoen EUR vrijgemaakt ter ondersteuning van het Georgisch leger.

In december 2022 heeft de Europese Commissie een energiesteunpakket van 1 miljard EUR voor de Westelijke Balkan 9 voorgesteld. Door tegemoet te komen aan de onmiddellijke behoeften op korte en middellange termijn in de regio konden de partners van de Westelijke Balkan beginnen met het afbouwen van hun afhankelijkheid van Russische fossiele brandstoffen, de decarbonisatie versnellen en de energiezekerheid van de regio verbeteren. De EU heeft haar steun aan cyberbeveiliging opgevoerd, ook naar aanleiding van verscheidene cyberaanvallen in de landen van de Westelijke Balkan. In juni 2023 heeft de Europese Commissie een cyberbeveiligingsconferentie op hoog niveau georganiseerd in Brussel.

De Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne heeft een invloed op de uitbreidingslanden, vooral op Oekraïne als slachtoffer van de agressie, en op de EU-lidstaten, met grote economische en maatschappelijke uitdagingen. De EU wordt geconfronteerd met toenemende instabiliteit in het buitenland, strategische concurrentie en veiligheidsdreigingen, en heeft daarom een grotere internationale verantwoordelijkheid opgenomen en verdere daadkrachtige stappen ondernomen om afhankelijkheden te verminderen en de economische basis te verstevigen. Deze doelstellingen zijn relevant voor alle uitbreidingslanden.

De uitbreiding van de EU heeft een nieuwe impuls gekregen

De uitbreidingsagenda kreeg een nieuwe impuls in juni 2022, toen de Europese Raad de aanbevelingen van de Commissie bekrachtigde door de erkenning van het Europees perspectief van Oekraïne, Moldavië en Georgië en de toekenning van de status van kandidaat-lidstaat aan Oekraïne en Moldavië. Dit volgde op de aanvragen voor EU-lidmaatschap die in het voorjaar van 2022 werden ingediend door de drie landen, en op de adviezen 10 die in juni van hetzelfde jaar door de Europese Commissie werden voorgesteld. Het Europees perspectief heeft de vastberadenheid van de landen versterkt om de nodige hervormingen die door het EU-toetredingsproces worden vereist, uit te voeren, in het bijzonder de stappen/prioriteiten die in de adviezen van de Commissie worden genoemd. De Commissie brengt vanaf nu verslag uit over de verwezenlijking van deze stappen/prioriteiten als onderdeel van haar normale uitbreidingspakket, waarin Oekraïne, Moldavië en Georgië vanaf dit jaar zijn opgenomen.

In de Westelijke Balkan vond de eerste intergouvernementele conferentie met Albanië en met Noord-Macedonië over toetredingsonderhandelingen plaats in juli 2022, gevolgd door het analytisch onderzoek van het (screening)proces van het acquis van de EU, dat normaal gezien zal worden afgewerkt in december 2023. In december 2022 kende de Europese Raad Bosnië en Herzegovina de status van kandidaat-lidstaat toe, met dien verstande dat het land de stappen moet zetten die worden gespecificeerd in de mededeling van de Commissie van oktober 2022 inzake het uitbreidingsbeleid 11 . In december 2022 diende Kosovo 12* een verzoek om EU-lidmaatschap in. De EU stemde in het voorjaar van 2023 in met visumliberalisering voor Kosovo, van toepassing vanaf 1 januari 2024.

De betrokkenheid op hoog niveau bij de uitbreidingslanden ging verder. Tijdens de top betreffende de Westelijke Balkan in het kader van het proces van Berlijn van november 2022 kondigde de Commissie een substantieel energiesteunpakket van 1 miljard EUR in EU-leningen aan om de Westelijke Balkan te helpen de onmiddellijke gevolgen van de energiecrisis aan te pakken en te bouwen aan veerkracht op korte en middellange termijn. De top EU-Westelijke Balkan vond plaats in december 2022 in Tirana. Het feit dat de top voor het eerst in de regio werd georganiseerd, was een duidelijk teken van de volledige en ondubbelzinnige gehechtheid van de EU aan het perspectief op lidmaatschap van de Europese Unie van de Westelijke Balkan. De EU was ingenomen met de doorbraak in de onderhandelingen voor drie nieuwe overeenkomsten voor de gemeenschappelijke regionale markt, die de vrijheid van verkeer en tewerkstelling in heel de regio vergemakkelijken. In de marge van de top werd een stappenplan voor het verlagen van de roamingkosten tussen de EU en de Westelijke Balkan aangenomen.

Op 6 oktober 2023, tijdens de informele bijeenkomst van staatshoofden en regeringsleiders in Granada, bevestigden de EU-leiders nogmaals dat de uitbreiding een geostrategische investering in vrede, veiligheid, stabiliteit en welvaart is 13 . Zij benadrukten dat kandidaat-lidstaten hun hervormingsinspanningen moeten opvoeren, met name op het gebied van de rechtsstaat, overeenkomstig de op verdiensten gebaseerde aard van het toetredingsproces en met de hulp van de EU. Parallel daarmee moet de Unie de nodige interne fundamenten leggen en hervormingen doorvoeren voor verdere uitbreiding, om de Europese Unie te voltooien. Als concrete uitdrukking van de steun van de EU voor de uitbreidingspartners is het cruciaal om de bijbehorende financiering vrij te maken, ook in het kader van de tussentijdse herziening van het huidige meerjarig financieel kader 14 .

Tijdens de top in het kader van het proces van Berlijn op 16 oktober 2023, die voor het eerst plaatsvond in de regio, namelijk in Tirana, werd er vooruitgang geboekt in de gemeenschappelijke regionale markt met de ondertekening van de overeenkomst betreffende de erkenning voor beroepskwalificaties voor vroedvrouwen, dierenartsen, verpleegkundigen en apothekers en van een aantal gezamenlijke verklaringen in verband met regionale samenwerking. De top was ook een gelegenheid om het groeiplan van de EU voor de Westelijke Balkan te bespreken met de leiders van de regio en om het vertegenwoordigingskantoor van het College van Europa in Tirana in te huldigen, waaronder de start van de inschrijving van studenten voor het academiejaar 2024/2025.

De toetredingsonderhandelingen met Turkije zijn sinds 2018 tot stilstand gekomen, overeenkomstig de beslissing van de Raad. Turkije blijft een belangrijke partner voor de Europese Unie en een kandidaat-lidstaat, en benadrukt dat toetreding tot de EU zijn strategische doelstelling is. Niettemin blijft Turkije verder afdrijven van de EU, voornamelijk door de aanhoudende achteruitgang op het gebied van de grondrechten en de rechtsstaat, waaronder de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en het gebrek aan hervormingen in sommige sectoren.

De verklaring EU-Turkije van 2016 bleef het voornaamste kader voor samenwerking rond migratie en bleef resultaten opleveren, ondanks de problematische uitvoering ervan. Turkije vangt nog altijd 3,6 miljoen vluchtelingen op. Turkije speelt ook nog steeds een rol in de aanpak van de migratie langs de oostelijke Middellandse Zeeroute. De Commissie verwacht van Turkije dat het zijn beloften uit hoofde van de verklaring EU-Turkije nakomt, in overeenstemming met de besluiten van de Europese Raad van oktober 2021, waaronder het voorkomen van irreguliere migratie via land- en zeeroutes, en het hervatten van terugkeer.

Overeenkomstig de besluiten van de Europese Raad van 2021 15 over een positieve agenda met Turkije is de Commissie met de Turkse autoriteiten een dialoog op hoog niveau aangegaan over landbouw en plattelandsontwikkeling, over klimaatverandering en over onderzoek en innovatie, en heeft zij het pas tot stand gebrachte investeringsplatform voor Turkije geïnitieerd. De volgende dialoog op hoog niveau tussen de EU en Turkije over migratie en veiligheid vindt plaats op 23 november 2023. De EU heeft een strategisch belang bij een stabiele en veilige omgeving in het oostelijke Middellandse Zeegebied en bij coöperatieve en voor beide partijen voordelige betrekkingen met Turkije. De Europese Raad nodigde in juni 2023 de Hoge Vertegenwoordiger en de Commissie uit om bij de Europese Raad een verslag in te dienen over de stand van zaken van de betrekkingen tussen de EU en Turkije 16 . In dat verslag wordt voorgebouwd op de instrumenten en opties die door de Europese Raad zijn geïdentificeerd en ernaar gestreefd om op een strategische en toekomstgerichte manier verder te gaan.

Sinds het begin van de Russische agressie tegen Oekraïne hebben de betrekkingen van de EU met Oekraïne een nooit eerder vertoond niveau bereikt. De 24e top EU-Oekraïne en een vergadering tussen het College van Commissarissen en de regering van Oekraïne vond in februari 2023 plaats in Kyiv. Op 2 oktober 2023 vond de eerste informele bijeenkomst van de ministers van Buitenlandse Zaken van de EU en Oekraïne plaats in Kyiv. Ze bracht Oekraïne, de EU en de 27 lidstaten samen. De EU herhaalde haar niet-aflatende steun en inzet voor de onafhankelijkheid, soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne binnen zijn internationaal erkende grenzen en voor het Europese pad dat het land wil bewandelen.

Op 1 juni 2023 vond in Moldavië de tweede bijeenkomst van de Europese politieke gemeenschap plaats. Er kwamen 45 Europese leiders samen om gezamenlijke inspanningen voor vrede en veiligheid te bespreken, evenals de veerkracht op energiegebied en connectiviteit en mobiliteit in Europa.

De Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne heeft de noodzaak van eenheid en solidariteit tussen de EU en haar nauwste partners en dus het belang van de afstemming op het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) in het uitbreidingproces verder benadrukt. De voortdurende volledige afstemming van Albanië, Montenegro en Noord-Macedonië bleef een sterk signaal van hun strategische keuze voor toetreding tot de EU. De algemene samenwerking en de afstemming van Oekraïne op het GBVB van de EU is toegenomen. De significante toename van de percentages van afstemming op het GBVB van Moldavië en Bosnië en Herzegovina, en de permanente unilaterale afstemming van Kosovo, waren ook belangrijke bevestigingen van hun strategische koers richting de EU, hoewel de uitvoering van sancties in Bosnië en Herzegovina problematisch blijft. Servië behield zijn afstemmingspatroon gedurende de verslagperiode en verwacht wordt dat het land zijn verbintenissen nakomt en zich geleidelijk aanpast aan het GBVB van de EU, onder meer op het gebied van beperkende maatregelen van de EU, in overeenstemming met zijn onderhandelingskader, en om acties en uitspraken te vermijden die indruisen tegen de standpunten over het buitenlands beleid van de EU. Het niveau van afstemming van Georgië op het GBVB blijft laag en het land wordt geacht deze trend te keren. Turkije heeft tijdens de verslagperiode geen vooruitgang geboekt met de afstemming op het GBVB en doet dit slechts zeer zelden. Turkije heeft zich nog altijd niet aangesloten bij de beperkende maatregelen van de EU tegen Rusland. De retoriek van het land ter ondersteuning van de terroristische groepering Hamas na de aanvallen tegen Israël op 7 oktober 2023 staat diametraal tegenover de benadering van de EU. Tegelijkertijd heeft Turkije, samen met de VN, de export van Oekraïens graan via de Zwarte Zee gefaciliteerd door middel van het Zwarte Zee-graaninitiatief, totdat Rusland het mechanisme eenzijdig opschortte. De partners zetten hun gewaardeerde bijdragen aan opdrachten en operaties in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid verder.

De Westelijke Balkan, Turkije, Oekraïne, Moldavië en Georgië bleven de lijn van de EU volgen bij stemmingen over de meeste resoluties van de Algemene Vergadering van de VN inzake de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne. Als niet-permanent lid van de Veiligheidsraad van de VN bleef Albanië actief betrokken bij het bevorderen en verdedigen van het internationaal recht, het Handvest van de VN en de op regels gebaseerde internationale orde.

Albanië, Bosnië en Herzegovina, Moldavië en Oekraïne sloten zich aan bij het Uniemechanisme voor civiele bescherming. Zij boekten aanzienlijke vooruitgang op het gebied van civiele bescherming door hun administratieve en operationele capaciteit te vergroten om uitdrukking te geven aan de solidariteit van de EU. De deelnemende landen van het Uniemechanisme voor civiele bescherming hebben krachtens het mechanische dezelfde rechten en plichten als de EU-lidstaten.

De Commissie moedigt alle uitbreidingslanden aan om ambitieuzer te zijn en hun gecoördineerde actie rond de groene transitie te versterken, vooral door prioriteit te geven aan het mainstreamen van de Europese Green Deal op alle beleidsgebieden. De landen die partij zijn bij het Verdrag tot oprichting van de Energiegemeenschap, worden aangemoedigd om verbintenissen uit hoofde van de decarbonisatieroutekaart van de Energiegemeenschap na te komen en zich voor te bereiden op het emissiehandelssysteem in overeenstemming met de aanbeveling van de Energiegemeenschap.

III. De uitbreidingslanden op weg naar de EU

Montenegro heeft alle onderhandelingshoofdstukken geopend, waarvan er drie voorlopig zijn gesloten. De volgende mijlpaal is voldoen aan de tussentijdse benchmarks voor de rechtsstaathoofdstukken. In Servië zijn 22 van de 35 onderhandelingshoofdstukken geopend, waarvan er 2 voorlopig zijn gesloten. Het openen van verdere clusters zal afhangen van de vorderingen van het land, met name met betrekking tot het tempo van de hervormingen van de rechtsstaat en de normalisering van de betrekkingen met Kosovo.

Conform de herziene methode 17 beoordeelt de Commissie in deze conclusies en aanbevelingen het algemene evenwicht binnen de toetredingsonderhandelingen met Montenegro en Servië en zet zij voor elk land de volgende stappen uiteen. De volgende intergouvernementele conferenties kunnen plaatsvinden na de publicatie van het huidige jaarlijkse pakket verslagen.

Na de eerste intergouvernementele conferentie met Albanië en met Noord-Macedonië op 19 juli 2022 is de Commissie onmiddellijk begonnen met het screeningproces. Alle sessies over cluster 1 (fundamentele kwesties), cluster 2 (interne markt), cluster 3 (concurrentievermogen en inclusieve groei) en cluster 4 (groene agenda en duurzame connectiviteit) hebben plaatsgevonden. Verklarende en bilaterale sessies voor de overige twee clusters lopen nog of zijn gepland tot december 2023. De screeningverslagen voor de fundamentele kwesties werden in juli 2023 aan de Raad voorgelegd. De autoriteiten hebben consequent hun politieke engagement uitgesproken voor het strategische doel van integratie in de EU en hun ambitie om vooruitgang te boeken in de toetredingsonderhandelingen op basis van de voortdurende vooruitgang op het gebied van de hervormingen. 

Na de algemene verkiezingen van oktober 2022 in Bosnië en Herzegovina trad er eind januari een nieuwe ministerraad op staatsniveau aan en begin mei 2023 een nieuwe regering van de Federatie. Na de toekenning van de status van kandidaat-lidstaat in december 2022 riep de nieuwe heersende coalitie het boeken van vooruitgang op weg naar de EU uit tot een topprioriteit van haar coalitieovereenkomst en uitte zij haar engagement om de 14 voornaamste prioriteiten van het advies van de Commissie over het verzoek om toetreding tot de EU van Bosnië en Herzegovina aan te pakken. De ministerraad van Bosnië en Herzegovina nam ook verschillende strategieën aan (inzake terrorisme, georganiseerde criminaliteit, witwassen en migratie) en keurde wetsvoorstellen goed. Het parlement keurde een aantal wetten in verband met de 14 voornaamste prioriteiten goed en stemde ook in met de stappen die worden gespecificeerd in de aanbeveling van de Commissie voor de status van kandidaat-lidstaat goed. Het Grondwettelijk Hof verwierp verscheidene wettelijke en politieke daden die waren aangenomen door de Republika Srpska-entiteit omdat ze in strijd waren met het constitutionele en juridische stelsel. De herinvoering van strafrechtelijke sancties wegens smaad in de Republika Srpska-entiteit in juli 2023 heeft zware gevolgen voor het functioneren van het maatschappelijk middenveld en betekent een grote stap achteruit in de bescherming van de grondrechten. De assemblee van de entiteit keurde voorts in eerste lezing een ontwerpwet goed waarin maatschappelijke organisaties worden aangemerkt als “buitenlandse agenten”; onverkorte aanneming ervan zou nog een betreurenswaardige en onmiskenbare grote stap terug betekenen. In juni 2023 nam de Republika Srpska-entiteit twee wetten over de niet-uitvoering van de arresten van het Grondwettelijk Hof en de beslissingen van de Hoge Vertegenwoordiger aan, waarmee ze inbreuk pleegde op het constitutionele en juridische stelsel van het land.

De Raad van de EU en het Europees Parlement keurde de beslissing over visumliberalisering voor Kosovo in de lente van 2023 goed. In december 2022 diende Kosovo een verzoek om EU-lidmaatschap in. Het noorden van Kosovo werd tijdens de verslagperiode gekenmerkt door verschillende ernstige en minder ernstige crises over een aantal kwesties, waarbij een gewelddadige aanval op de Kosovaarse politie op 24 september 2023 de ernstigste escalatie van de afgelopen jaren vormde. Andere crises ontstonden door kwesties in verband met kentekenplaten, die er in november 2022 toe hebben geleid dat Kosovaarse Serviërs van Kosovaarse instellingen collectief ontslag namen.

Kosovo en Servië bereikten een akkoord over de weg naar normalisering en de uitvoeringsbijlage ervan in respectievelijk februari en maart 2023. Zowel Kosovo als Servië moeten nog beginnen met de uitvoering van hun respectieve verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomst, die bindend zijn voor de partijen en onderdeel zijn van hun Europese traject.

De EU en Turkije bleven betrokken in overeenstemming met de conclusies van de Europese Raad van 2021. Turkije is een kandidaat-lidstaat en een cruciale partner van de EU op essentiële gebieden van gemeenschappelijk belang, gaande van handel, migratie, terrorismebestrijding, volksgezondheid, klimaat, energie, vervoer en regionale kwesties. De toetredingsonderhandelingen liggen stil omdat Turkije de negatieve trend van afwijking van de Europese Unie niet heeft gekeerd, met een ernstige achteruitgang op een aantal cruciale gebieden. Op het gebied van energie blijft Turkije een belangrijk en betrouwbaar doorvoerland voor de EU. Na de aardbevingen van februari 2023 die het zuidoosten van Turkije hebben getroffen, heeft de EU heeft zich onmiddellijk solidair getoond. Ze stuurde reddingsteams en hulp in natura via het Uniemechanisme voor civiele bescherming, en droeg bij tot het vrijmaken van een toezegging van in totaal 6 miljard EUR door de internationale gemeenschap. Beide partijen werken met succes samen om de 1 miljard EUR aan door de EU toegezegde hulp, ook daadwerkelijk te bieden. De douane-unie tussen de EU en Turkije bleef voor beide partijen gunstig. De volledige naleving van de beperkende maatregelen van de EU moet worden verzekerd, met name gezien het vrije verkeer van producten binnen de douane-unie EU-Turkije.

Het advies van de Commissie over het verzoek van Oekraïne om toetreding tot de EU bevat zeven stappen voor Oekraïne om vooruitgang te boeken op de weg naar toetreding tot de EU. De Europese Raad verleende Oekraïne de status van kandidaat-lidstaat en nodigde de Commissie uit om verslag uit te brengen over de uitvoering van de zeven stappen als integraal onderdeel van dit pakket.

Het advies van de Commissie over het verzoek van Moldavië om toetreding tot de EU bevat negen stappen voor Moldavië om vooruitgang te boeken op de weg naar toetreding tot de EU. De Europese Raad verleende Moldavië de status van kandidaat-lidstaat en nodigde de Commissie uit om verslag uit te brengen over de uitvoering van de negen stappen als integraal onderdeel van dit pakket.

Het advies van de Commissie over het verzoek van Georgië om toetreding tot de EU bevat twaalf prioriteiten voor Georgië om vooruitgang te boeken op de weg naar toetreding tot de EU. De Europese Raad heeft zich bereid getoond om Georgië de status van kandidaat-land te verlenen zodra deze prioriteiten zijn aangepakt. De Europese Raad heeft de Commissie uitgenodigd om verslag uit te brengen over de uitvoering van deze prioriteiten als integraal onderdeel van dit pakket.

IV. Fundamentele kwesties van het EU-toetredingsproces

De rechtsstaat, grondrechten, het functioneren van de democratische instellingen, hervorming van het openbaar bestuur en de economische criteria vormen de kern van wat de “fundamentele kwesties” van het EU-toetredingsproces wordt genoemd. De kwaliteit van instellingen en bestuur is het fundament voor verbetering van het concurrentievermogen, de welvaart en het maatschappelijk welzijn, en is bepalend voor het vermogen om het EU-acquis over de hele linie toe te passen. Geloofwaardige en onomkeerbare hervormingen op het gebied van de fundamentele kwesties zijn voor uitbreidingslanden cruciaal, willen zij vooruitgang kunnen boeken op hun respectieve weg naar toetreding tot de EU. Het afgelopen jaar waren er vorderingen te melden in de hervormingsagenda’s die te maken hadden met de fundamentele kwesties, met name in Oekraïne en Moldavië. Dat was het antwoord van deze landen op de aanbevelingen in de respectieve adviezen van de Commissie.

De verankering van de rechtsstaat vereist een onafhankelijk, onpartijdig, verantwoordingsplichtig en professioneel gerechtelijk apparaat, dat over doelmatige en toereikende middelen beschikt, niet op ongepaste wijze van buitenaf wordt beïnvloed en beslissingen neemt die doeltreffend en tijdig worden uitgevoerd. In enkele gevallen werd op het gebied van justitiële hervorming vooruitgang geboekt, bijvoorbeeld in Albanië, Moldavië, Servië en Oekraïne. In de meeste uitbreidingslanden blijven gerechtelijke instanties echter blootgesteld aan vele uitdagingen en zijn zij zeer kwetsbaar. Pogingen van politici in verscheidene landen om magistraten publiekelijk te ontmaskeren en onder druk te zetten, vooral als het ging om gevoelige aangelegenheden, bleven een verontrustende praktijk. Er bestaan nog steeds institutionele regelingen die schadelijk zijn voor de onafhankelijkheid van rechters en aanklagers, en dat heeft uiteindelijk gevolgen voor het evenwicht tussen, en de scheiding der machten. Als gevolg daarvan bleef de geloofwaardigheid van de rechterlijke macht over het algemeen vrij laag, waaronder een gemeenschappelijke publieke perceptie van straffeloosheid. In diverse landen bleek bij justitiële hervormingen dat het uitvoeringsvermogen beperkt is, zelfs wanneer de politieke wil er is. Doeltreffende opsporingsdiensten en rechterlijke autoriteiten en geloofwaardige resultaten zijn van wezenlijk belang voor verdere vooruitgang in het EU-toetredingsproces.

De bestrijding van corruptie blijft prioriteit genieten voor regeringen in de uitbreidingslanden. Corruptie, onder meer op hoog niveau, is in de uitbreidingslanden nog steeds wijdverbreid en de verwevenheid van publieke en private belangen blijft verontrustend. Er werden inspanningen geleverd om de bestrijding van corruptie te versterken. In de meest kwetsbare sectoren blijft het mainstreamen van anticorruptiemaatregelen een belangrijke prioriteit, terwijl de rechtshandhavings- en justitiële instanties vooral behoefte hebben aan meer autonomie en onafhankelijkheid. Er bestaan nog steeds vormen van gijzeling van de staat, en daarbij worden bedreigingen voor de democratische stabiliteit, corruptie op hoog niveau en ongepaste beïnvloeding door oligarchen waargenomen. Daarnaast is er ook sprake van pogingen van georganiseerde criminele netwerken om in het economische en politieke bestel, het bestuur en de media te infiltreren. Deze uitdagingen moeten op korte termijn systemisch en integraal worden aangepakt. Geloofwaardige resultaten in de vorm van proactieve opsporing, vervolging en onherroepelijke veroordeling van corruptie, georganiseerde misdaad en witwassen van geld zijn een belangrijke indicator voor een succesvolle aanpak. Om geloofwaardig te zijn, moeten alle actoren in de keten van de rechtsstaat betrouwbare resultaten en een staat van dienst op het gebied van proactieve onderzoeken, vervolgingen en uiteindelijke veroordelingen op het gebied van corruptie, georganiseerde criminaliteit en het witwassen laten zien.

Stabiele en geconsolideerde democratische instellingen en processen zijn een centrale pijler van het EU-toetredingsproces. De Commissie is van start gegaan met de uitvoering van aangescherpte en gestroomlijnde afspraken met uitbreidingslanden over het algemene kader voor democratie en meer in het bijzonder over het verkiezingsproces het functioneren van het parlement (waaronder zijn toezichthoudende rol in de prestaties van de overheid en de beleidsvorming en het nog steeds buitensporige gebruik van versnelde procedures in vele gevallen) of de rol van het maatschappelijk middenveld.

De meeste landen hebben nog steeds te kampen met sterke politieke polarisatie, een gebrek aan samenwerking tussen partijen en afnemende ruimte voor het maatschappelijk middenveld. Door het ontbreken van een effectieve dialoog tussen partijen ontstonden aanhoudende politieke impasses en stagneerden hervormingen. In enkele gevallen kenmerkten parlementaire debatten zich door spanningen, beledigend taalgebruik en ook enkele gewelddadige incidenten.

In een aantal uitbreidingslanden was er enige vooruitgang op het gebied van de grondrechten, met een groter begrip van het belang van het waarborgen van deze rechten en vrijheden. Tegelijkertijd zien we nog steeds een aantal negatieve trends en komt gendergerelateerd geweld nog vaak voor, terwijl de mediavrijheid nog steeds wordt belemmerd door politieke en economische belangen, waardoor er minder controle op overheidsinstanties is, ruimte voor buitenlandse inmenging ontstaat en de communicatie over de EU wordt ondermijnd. In enkele landen worden positieve initiatieven ontplooid op het gebied van kinderrechten en de rechten van mensen met een handicap. In de praktijk ondervindt de bescherming van de grondrechten echter over de hele linie de nadelige gevolgen van een ontoereikende uitvoering van wetgeving en beleid en onvoldoende effectieve verhaalregelingen. Het blijft een uitdaging om voldoende bescherming te bieden tegen alle vormen van haat en discriminatie, ook jegens minderheden.

Op het gebied van justitie, vrijheid en veiligheid bleven de rechtshandhaving en justitiële samenwerking tussen de EU en de uitbreidingslanden zich positief ontwikkelen, terwijl er nog steeds sprake was van uitdagingen. De Westelijke Balkan bleef dienst doen als een knooppunt voor criminele activiteiten en groepen die actief zijn in de EU. De regio is immers een belangrijk doorvoerpunt voor slachtoffers van mensenhandel en voor de smokkel in migranten en illegale grondstoffen, met name voor drugs die de EU binnenkomen. Criminelen en criminele netwerken afkomstig uit de Westelijke Balkan hebben ook een significante impact op zware en georganiseerde criminaliteit in andere landen van de wereld. Turkije blijft het belangrijkste doorvoerland voor heroïne die naar de EU wordt gesmokkeld. Georganiseerde criminele groeperingen uit Moldavië en Georgië houden zich bezig met migrantensmokkel, georganiseerde vermogenscriminaliteit, mensenhandel, digitale criminaliteit, girale betalingsfraude, accijnsfraude en andere vormen van criminaliteit, waaronder documentfraude. Oekraïne bevindt zich geografisch gezien op een kruispunt voor de smokkel van illegale goederen naar de EU en is daarnaast op het gebied van mensenhandel een land van herkomst en bestemming. Ondanks de uitdagingen die de oorlog met zich meebrengt, waaronder grote druk op de institutionele capaciteit door aanzienlijke verliezen aan middelen voor de bestrijding van de georganiseerde misdaad, gaven de betrokken instellingen in Oekraïne blijk van opmerkelijke veerkracht en operationele capaciteit.

De bekrachtiging en correcte uitvoering van internationale conventies op het gebied van rechterlijke samenwerking in civiele zaken, met name degene die zijn ontwikkeld door de Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht, is van het allergrootste belang in het vooruitzicht van de toekomstige toetreding van deze landen tot de EU.

Samenwerking op het gebied van terrorismebestrijding en het voorkomen van radicalisering is voor alle uitbreidingslanden relevant. Terrorisme en gewelddadig extremisme bleven een uitdaging en een bedreiging vormen voor de veiligheid. Hybride bedreigingen, waaronder desinformatie, buitenlandse informatiemanipulatie en inmenging (foreign information manipulation and interference, FIMI) en cyberaanvallen, met name op kritieke infrastructuur, blijven op politiek en veiligheidsgebied een uitdaging voor de uitbreidingslanden. Na een sterke toename vorig jaar als gevolg van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne vormen deze bedreigingen nog steeds een aanzienlijk risico voor zowel de EU als de uitbreidingslanden. Het gezamenlijk actieplan inzake terrorismebestrijding voor de Westelijke Balkan is sinds 2018 het voornaamste kader voor samenwerking hieromtrent.

Naast een algemene toename van de irreguliere migratiestromen vergen de veranderende patronen in de Westelijke Balkan een voortdurende waakzaamheid, vooral wat de illegale activiteit betreft van netwerken die betrokken zijn bij migrantensmokkel en mensenhandel. Er is vooruitgang in de capaciteit inzake migratiebeheer in de regio van de Westelijke Balkan. In december 2022 stelde de Commissie een EU-actieplan voor de Westelijke Balkan voor om de toenemende stromen van irreguliere aankomsten in de EU via de Westelijke Balkanroute aan te pakken. De uitvoering van dit actieplan heeft zijn eerste vruchten afgeworpen, met een daling van de migratiedruk op de Westelijke Balkanroute in 2023. Dat was voornamelijk te danken aan een groter politiek, financieel en operationeel engagement tussen de EU en de Westelijke Balkanpartners inzake migratie en een verbeterde afstemming op het visumbeleid van de EU. Voor de goede werking van de visumvrije regeling tussen deze partners en de EU blijft het van cruciaal belang dat het visumbeleid aan dat van de EU wordt aangepast. Er moeten verdere inspanningen worden geleverd om vooruitgang te boeken in alle onderdelen van het actieplan.

Om het hoofd te bieden aan de niet-aflatende problemen langs de oostelijke Middellandse Zeeroute heeft de Commissie in oktober 2023 een EU-actieplan voor de oostelijke Middellandse Zeeroute voorgesteld. In het plan staan operationele maatregelen om irreguliere vertrekken te voorkomen, smokkel te bestrijden, legale routes te bieden, het grensbeheer te verbeteren, en de samenwerking rond terugkeer en hertoelating alsmede voldoende ontvangstcapaciteit te ondersteunen.

De oorlog van Rusland tegen Oekraïne heeft geleid tot een toename van het aantal Oekraïense vluchtelingen. Moldavië, dat van alle uitbreidingslanden het hoogste aantal Oekraïense vluchtelingen per hoofd van de bevolking opvangt, maar ook landen als Montenegro, Servië, Albanië en Noord-Macedonië, spelen een cruciale rol in de opvang van deze vluchtelingen.

De kwaliteit van het openbaar bestuur en van het regelgevingskader zijn van cruciaal belang voor het concurrentievermogen op lange termijn van de EU 18 . Over het algemeen zijn de uitbreidingslanden in het beste geval redelijk voorbereid als het gaat om de kwaliteit van hun openbaar bestuur. In de loop van de verslagperiode werd over de hele linie zeer beperkte vooruitgang geboekt met hervormingen. De meeste aanbevelingen van eerdere jaren gelden nog steeds. In veel gevallen is slechts ten dele voorzien in een formele juridische en institutionele grondslag voor professioneel bestuur, maar wordt deze niet stelselmatig toegepast.

Sinds het begin van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne in februari 2022 kreeg de meerderheid van de 10 uitbreidingseconomieën te maken met grote economische en maatschappelijke uitdagingen. In Oekraïne daalde het bbp met 29,1 % in 2022, omdat het hele land zwaar werd getroffen door de aanvalsoorlog van Rusland. Dat zorgde voor een grote druk op de macro-economische stabiliteit. De groei van het bbp in de regio van de Westelijke Balkan vertraagde tot 3,2 % in 2022, een daling tegenover de heropleving met 7,7 % na de impact van de COVID-19-crisis in 2021. De ernst van de vertraging varieerde echter tussen de economieën: de reële groei van het bbp nam af tot 6,1 % in Montenegro, 4,8 % in Albanië, 4 % in Bosnië en Herzegovina, 3,5 % in Kosovo, 2,3 % in Servië en 2,1 % in Noord-Macedonië. In Turkije vertraagde de groei van het bbp tot 5,6 %. In Moldavië kromp het bbp scherp met 5,9 %, terwijl het bbp in Georgië bleef groeien met een dubbel cijfer van 10,1 %. De verschillen in economische groei tussen de landen werden hoofdzakelijk veroorzaakt door rechtstreekse en indirecte gevolgen van de oorlog tegen Oekraïne, waaronder de effecten daarvan op handelsrelaties, energie, voedselprijzen en vluchtelingenstromen. De economische vooruitzichten voor de tien economieën blijven omgeven door grote onzekerheid over de mogelijke verdere gevolgen van de oorlog voor de groei, de werkgelegenheid en de sociale cohesie.

Het is steeds belangrijker dat economieën van alle tien uitbreidingslanden sneller structurele hervormingen doorvoeren om duurzaam herstel op de middellange termijn mogelijk te maken en vooruitgang te boeken om de economische criteria voor EU-lidmaatschap te behalen. Daarvoor moet ze een goed functionerende markteconomie waarborgen en aantonen dat ze in staat zijn aan de concurrentiedruk en de marktkrachten binnen de EU het hoofd te bieden.

Bijlage I bevat een meer gedetailleerd overzicht van de situatie betreffende de fundamentele kwesties van het EU-toetredingsproces in alle uitbreidingslanden.

V. Het tempo van de economische convergentie moet worden opgevoerd in de Westelijke Balkan

Na zes opeenvolgende kwartalen van sputterende groei nam de economische output in de Westelijke Balkan in het eerste kwartaal van 2023 sneller toe dan in de vorige drie maanden. De groei van het bbp in de regio versnelde marginaal tot 1,7 % op jaarbasis, tegenover 1,6 % in het vorige kwartaal, aangezien de meeste landen, behalve Albanië en Bosnië en Herzegovina, een opleving in het tempo van de outputgroei optekenden. De groei was over het algemeen te danken aan de netto-export en het herstel van de investeringen. De particuliere consumptie levert een gemengd beeld op: ze vertraagde in de meeste landen en werd in bepaalde gevallen zelfs negatief, maar bleef in een gestaag tempo stijgen in Montenegro.

Ook vóór de COVID-19-pandemie kampten de economieën van de Westelijke Balkan met grote problemen waardoor zij hun economische potentieel niet volledig konden benutten. De landen bleven achter als het ging om het hervormen van hun economische structuren en het verbeteren van hun concurrentievermogen, en kampten met hoge werkloosheidscijfers (vooral onder jonge mensen), grote discrepanties tussen gevraagde en aangeboden vaardigheden, een hardnekkige informele economie, een onvriendelijk ondernemingsklimaat en een laag niveau van innovatie.

Het investeringsklimaat in de Westelijke Balkan wordt gekenmerkt door een zwakke rechtsstaat, gebrek aan adequate handhaving van de staatssteuncontrole, een diepgewortelde grijze economie, slechte toegang tot financiering en lage niveaus van regionale integratie en connectiviteit. Er blijft sprake van staatsinmenging in de economie, waardoor er een groter risico van corruptie bestaat, door zwak beheer van de overheidsfinanciën en veelvuldige wijzigingen in de regelgeving en de belastingen. Er is een sterke behoefte om de infrastructuur te verbeteren; investeringen moeten via enkelvoudige projectpijplijnen worden geleid en overeenstemmen met de prioriteiten die zijn overeengekomen met de EU.

De economische convergentie staat centraal in de voordelen van EU-lidmaatschap. Voor de Westelijke Balkan is de convergentie laag, tussen 30 en 50 % van het EU-gemiddelde (op het stuk van koopkrachtpariteit), en gaat ze niet snel genoeg vooruit. De ervaring van de vijfde ronde van de uitbreiding van de EU laat de positieve impact zien die lidmaatschap van de Europese eenheidsmarkt, gecombineerd met structuurfondsen, heeft op de economische convergentie.

Bron: Eurostat, Wereldbank

Bron: Eurostat, Wereldbank

Om de hervormingen verder te versnellen en meer te doen voor de sociaal-economische convergentie van de Westelijke Balkan met de Europese Unie, en de landen te helpen voldoen aan de vereisten van het EU-lidmaatschap, stelt de Europese Commissie een nieuw groeiplan voor de Westelijke Balkan 19 voor, waarin enkele van de voordelen en verdere prikkels voor hervormingen van EU-lidmaatschap vóór de toetreding zouden worden uiteengezet.

VI. Regionale samenwerking en betrekkingen van goed nabuurschap 

Goede nabuurschapsbetrekkingen en regionale samenwerking zijn essentiële onderdelen van het stabilisatie- en associatieproces en van het uitbreidingsproces in de Westelijke Balkan.

Na de succesvolle invoering per 1 juli 2021 van “roaming tegen thuistarief” in de zes economieën van de Westelijke Balkan, werden verdere voorbereidende stappen genomen om de roamingtarieven tussen de Westelijke Balkan en de EU te verlagen. In de marge van de top EU-Westelijke Balkan in Tirana werd in december 2022 een stappenplan voor het verlagen van de roamingkosten tussen de EU en de Westelijke Balkan aangenomen. De eerste gefaseerde verlaging van de tarieven ging van start in oktober 2023. De uiteindelijke ambitie van het proces is om de roamingtarieven met de EU tegen 2027 te verlagen tot een niveau dat dicht bij de binnenlandse prijzen ligt. Op 31 mei 2023 kwamen de telecomoperatoren van de EU en Moldavië overeen om de roamingtarieven vanaf januari 2024 vrijwillig te verlagen, zodat Moldavië dichter bij de “roaming tegen thuistarief”-zone komt te liggen.

Er zijn belangrijke technische werkzaamheden verricht op alle gebieden die onder het initiatief voor de gemeenschappelijke regionale markt vallen. Deze werkzaamheden onder auspiciën van de Raad voor regionale samenwerking, de Midden-Europese Vrijhandelsovereenkomst (Cefta) en het Western Balkans 6 Chamber Investment Forum hebben tot doel het vrije verkeer van personen en beroepsbeoefenaren en de verlening van elektronische diensten mogelijk te maken, werkgelegenheid en handel te vergemakkelijken en de douaneprocedures in de regio te versoepelen. In november 2022 keurden de leiders van de WB6 tijdens de top van het proces van Berlijn een aantal “mobiliteitsovereenkomsten” goed. Die overeenkomsten hebben betrekking op reizen binnen de regio op basis van identiteitskaarten, de erkenning van kwalificaties betreffende hoger onderwijs en erkenning van beroepskwalificaties. Zodra deze overeenkomsten zijn uitgevoerd, zullen ze het recht bieden op “reizen, studeren en werken” in heel de regio. Er zijn bijkomende groene en blauwe stroken aangelegd tussen Italië en respectievelijk Montenegro en Albanië, en tussen Kroatië en respectievelijk Montenegro en Bosnië en Herzegovina, met de actieve steun van de Vervoersgemeenschap en Cefta. Meer in het algemeen heeft de Vervoersgemeenschap een belangrijke rol gespeeld in het ondersteunen van de Westelijke Balkan bij het uitbreidingsproces via de uitvoering van het desbetreffende acquis van de EU inzake vervoer, en zij zal hetzelfde doen voor Oekraïne, Moldavië en Georgië, na hun nauwere associatie met de Vervoersgemeenschap. Onenigheid over statuskwesties tussen Servië en Kosovo bleef echter in de weg staan van de formele aanneming van een toenemend aantal economisch belangrijke ontwerpbeslissingen die technisch waren overeengekomen in het Cefta-kader. De regio moet blijk geven van politiek leiderschap om deze werkzaamheden te voltooien en juridisch bindende overeenkomsten of besluiten tussen alle partners van de Westelijke Balkan vast te stellen, in het belang van hun bevolking en bedrijven. Dit moet tegelijk gericht zijn op de totstandbrenging van de gemeenschappelijke regionale markt, voortbouwend op de EU-regels en -normen, en op het vermijden van unilaterale stappen die deze werkzaamheden in gevaar brengen.

De volledige normalisering van de betrekkingen tussen Kosovo en Servië via de door de EU gefaciliteerde dialoog blijft essentieel voor hun Europese toekomst en voor de stabiliteit van de hele regio.

De bestaande bilaterale overeenkomsten, waaronder de Prespa-overeenkomst tussen Griekenland en Noord-Macedonië en het verdrag inzake vriendschap, goed nabuurschap en samenwerking tussen Bulgarije en Noord-Macedonië, moeten door alle partijen te goeder trouw worden uitgevoerd.

In de Westelijke Balkan blijven het verwerken van de erfenis van het verleden en het oplossen van geschillen die voortvloeien uit de conflicten van de jaren negentig van groot belang. Er zijn nog altijd bilaterale kwesties die moeten worden opgelost, waaronder grenskwesties, gerechtigheid voor de slachtoffers van oorlogsmisdaden, het identificeren van de resterende vermisten en het nauwkeurig documenteren van de gruweldaden in het verleden op regionaal niveau. In de EU is geen ruimte voor ophitsende taal of de verheerlijking van oorlogsmisdadigers door om het even welke partij.

De betrekkingen tussen Turkije en Griekenland verslechterden tot begin 2023, maar de solidariteit die de Griekse bevolking en regering hebben laten zien na de aardbevingen van februari 2023 bracht een uitgesproken verbetering van de betrekkingen teweeg. Er volgden uitwisselingen op hoog niveau, waaronder vergaderingen met staatshoofden.

Tijdens de verslagperiode verrichtte Turkije geen verboden booractiviteiten in het oostelijke Middellandse Zeegebied.

Om in het oostelijke Middellandse Zeegebied een klimaat van stabiliteit en veiligheid tot stand te brengen en coöperatieve en wederzijds voordelige betrekkingen tussen de EU en Turkije te ontwikkelen, is het een essentieel vereiste de dialoog te goeder trouw te voeren en af te zien van unilaterale acties die indruisen tegen de belangen van de EU en in strijd zijn met het internationaal recht en de soevereine rechten van de EU-lidstaten. Turkije moet zich ondubbelzinnig engageren tot goede nabuurschapsbetrekkingen, de eerbiediging van internationale overeenkomsten, en de vreedzame regeling van geschillen, in overeenstemming met het Handvest van de Verenigde Naties, waarbij het eventueel een beroep kan doen op het Internationaal Gerechtshof.

De EU blijft gehecht aan de verdediging van haar belangen en die van haar lidstaten en aan het handhaven van de regionale stabiliteit.

Het is van het allergrootste belang dat Turkije zich inzet voor en actief bijdraagt aan de onderhandelingen voor een eerlijke, volledige en leefbare regeling van de kwestie-Cyprus binnen het kader van de VN, op basis van een federatie van twee gemeenschappen en twee zones met politieke gelijkheid, en in overeenstemming met de desbetreffende resoluties van de VN-Veiligheidsraad, en met het EU-acquis en de beginselen waarop zij is gebaseerd. Er mogen geen unilaterale acties worden ondernomen die de spanningen op het eiland kunnen doen toenemen en een hervatting van de gesprekken zouden kunnen ondermijnen. Turkije moet onmiddellijk alle acties en stappen ongedaan maken die sinds oktober 2020 zijn genomen met betrekking tot Varosha en die indruisen tegen de desbetreffende resoluties van de VN-Veiligheidsraad. Turkije moet dringend voldoen aan zijn verplichting om het Aanvullend Protocol bij de associatieovereenkomst tussen de EU en Turkije volledig uit te voeren en te werken aan de normalisering van de betrekkingen met de Republiek Cyprus. Turkije blijft ijveren voor een tweestatenoplossing en gaat daarmee in tegen de resoluties van de VN-Veiligheidsraad.

De aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne heeft een impact gehad op de betrekkingen met zijn bilaterale partners en buurlanden. De Oekraïense autoriteiten hebben geprobeerd de samenwerking en de diplomatieke banden met de Europese landen in stand te houden en verder te versterken.

De betrekkingen van Oekraïne met de landen in de Westelijke Balkan zijn over het algemeen verbeterd, met uiteenlopende standpunten van Servië en de Republika Srpska-entiteit van Bosnië en Herzegovina als het gaat over hun betrekkingen met Rusland. De betrekkingen met Georgië zijn gespannen, met name omdat Georgië niet meegaat in de sancties tegen Rusland. Turkije blijft een strategische partner voor Oekraïne, met belangrijke bilaterale economische en interpersoonlijke banden. Dat blijkt uit een bilaterale visumvrije regeling en een vrijhandelsovereenkomst die in februari 2022 werd ondertekend. Turkije is ook een prominente deelnemer aan het internationaal Krim-platform.

Na de aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne heeft Moldavië zijn samenwerking met Oekraïne en Roemenië rond humanitaire steun voor Oekraïense vluchtelingen, energiezekerheid, vervoer en connectiviteit opgevoerd. Sinds het begin van de aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne heeft de Europese Commissie meer dan 48 miljoen EUR aan humanitaire steun verleend aan Moldavië. Daarmee wil ze steun bieden aan zowel de Oekraïense vluchtelingen die in het land wonen als aan de Moldavische families die hen onderdak bieden.

De bilaterale samenwerking met Oekraïne bleef verbeteren tijdens de verslagperiode. Moldavië heeft zich sinds het begin van de Russische oorlog solidair getoond met Oekraïne, heeft voor desbetreffende resoluties van de Algemene Vergadering van de VN gestemd en heeft zich geschaard achter een aantal politieke uitspraken in internationale organisaties die de militaire agressie veroordelen. Het land biedt onderdak en ondersteuning aan een groot aantal vluchtelingen, waarbij het sterk afhankelijk is van internationale humanitaire donoren, en steunt de ontwikkeling van nieuwe handelsroutes in het kader van het “solidariteitscorridors”-initiatief. In de nasleep van de vernietiging van de Kachovkadam bood Moldavië bilaterale steun aan Oekraïne om de humanitaire gevolgen van de ramp op te vangen.

Georgië onderhoudt sinds de oorlog in 2008 diplomatieke betrekkingen met al zijn buurlanden, behalve met de Russische Federatie. Beide partijen nemen deel aan de Geneva International Discussions, onder het medevoorzitterschap van de EU, de VN en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa. Georgië heeft een strategisch partnerschap met Turkije. Georgië blijft de territoriale integriteit van Oekraïne ondersteunen, onder meer door VN-resoluties ter ondersteuning van Oekraïne mee goed te keuren, maar heeft zich niet achter de beperkende maatregelen van de EU tegen Rusland geschaard. De hervatting van het luchtverkeer tussen Rusland en Georgië en de gezondheidstoestand in de gevangenis van voormalig Georgisch president Saakasjvili, een Oekraïens staatsburger, hebben geleid tot bijkomende diplomatieke spanningen.

Oekraïne, Moldavië en Georgië blijven ook actief deelnemen aan het Oostelijk Partnerschap.

Dankzij territoriale samenwerking kunnen de uitbreidingslanden in belangrijke sociale en economische sectoren samenwerken met aangrenzende EU-lidstaten. Meer bepaald creëren de programma’s voor grensoverschrijdende samenwerking mogelijkheden voor dialoog en samenwerking op het niveau van de lokale overheden, waarbij gemeenschappen, de particuliere sector en maatschappelijke organisaties worden betrokken. De EU-strategie voor de Adriatische en Ionische regio en de EU-strategie voor het Donaugebied zijn blijven bijdragen tot samenwerking tussen lidstaten en kandidaat-landen, door administratieve capaciteit rond verschillende onderdelen van het EU-beleid, waaronder het cohesiebeleid, te stimuleren en een platform te bieden voor samenwerking.

VII. Conclusies en aanbevelingen

I.

1.In een snel veranderende geopolitieke omgeving heeft de EU laten zien dat ze van de gelegenheid gebruik wil maken door haar positie op het wereldtoneel te verstevigen. In overeenstemming met het streven van de Unie om vrede, haar waarden en het welzijn van haar volkeren te bevorderen, blijft de uitbreiding van de EU een krachtig hulpmiddel om de democratie, de rechtsstaat en eerbiediging van de grondrechten te stimuleren. Een geloofwaardig, op verdiensten gebaseerd vooruitzicht op toetreding tot de EU is de voornaamste motor van transformatie en versterkt op die manier onze collectieve veiligheid en sociaal-economische welvaart. Het is essentieel voor het stimuleren van verzoening en stabiliteit op het Europese vasteland. Wij moeten gehoor geven aan de roep van de geschiedenis en moeten nu werken aan het versnellen van de uitbreiding van de EU en het voltooien van de Unie. 

2.Het uitbreidingsbeleid van de EU heeft reeds aan kracht gewonnen. De EU heeft een groot politiek, veiligheids- en economisch belang bij een realistisch vooruitzicht op EU-lidmaatschap voor de Westelijke Balkan, Oekraïne, Moldavië en Georgië en het is essentieel in de huidige politieke context.

In de verklaring van Granada 20 herhalen de EU-leiders dat “[Uitbreiding] een drijvende kracht [is] achter het verbeteren van de economische en sociale omstandigheden van de Europese burgers en het verkleinen van de verschillen tussen landen, en het de waarden waarop de Unie is gegrondvest [moet] bevorderen.” Zij merken ook op dat zowel de EU als toekomstige lidstaten klaar moeten zijn voor een verder uitgebreide Unie. Hiervoor moet de Unie de nodige interne fundamenten leggen en hervormingen doorvoeren. Tegelijkertijd is het essentieel dat kandidaat-lidstaten hun hervormingsinspanningen opvoeren, met name op het gebied van de rechtsstaat, overeenkomstig de op verdiensten gebaseerde aard van het toetredingsproces en met de hulp van de EU.

3.Het afgelopen jaar hebben zich belangrijke ontwikkelingen voorgedaan op de EU-uitbreidingsagenda.

De Europese Raad erkent het Europees perspectief van Oekraïne, Moldavië en Georgië. De EU-leiders hebben besloten de status van kandidaat-lidstaat toe te kennen aan Oekraïne en de Republiek Moldavië, en om Georgië de status van kandidaat-lidstaat toe te kennen zodra de in het advies van de Commissie over het lidmaatschapsverzoek van Georgië genoemde prioriteiten zijn aangepakt.

In de Westelijke Balkan vonden de eerste intergouvernementele conferenties met Albanië en met Noord-Macedonië over toetredingsonderhandelingen plaats in juli 2022, gevolgd door de analytische doorlichting van het (screening)proces van het acquis van de EU. In december 2022 kende de Europese Raad Bosnië en Herzegovina de status van kandidaat-lidstaat toe, met dien verstande dat het land de stappen moet zetten die worden gespecificeerd in de mededeling van de Commissie van oktober 2022 inzake het uitbreidingsbeleid. In december 2022 diende Kosovo een verzoek om toetreding tot de EU in. De EU stemde in het voorjaar van 2023 in met visumliberalisering voor Kosovo, die van kracht zal worden vanaf 1 januari 2024.

4.Alle uitbreidingslanden hebben een historische kans om hun toekomst stevig te verbinden met die van de Europese Unie. De Commissie is klaar om hun respectieve toetredingsprocessen te versnellen en te waarborgen dat de volgende uitbreiding een katalysator is voor vooruitgang. De toetreding is en blijft een proces op basis van verdiensten dat ten volle afhankelijk is van de objectieve vooruitgang die door elk land wordt geboekt. De rechtsstaat, de economie, het functioneren van de democratische instellingen en de hervorming van het openbaar bestuur blijven de hoekstenen van het uitbreidingsbeleid. De landen zullen vastberadener moeten handelen om de noodzakelijke hervormingen door te voeren en tastbare en onomkeerbare vooruitgang te boeken op de fundamentele kwesties om het nieuwe momentum ten volle te benutten.

5.Bovendien gaat de economische groei in veel van de landen te langzaam en dus verloopt de convergentie met de EU niet snel genoeg. Er zijn gerichte structurele hervormingen nodig, vooral om het groeipotentieel van de Westelijke Balkanregio te ontsluiten. De rechtsstaat en het ondernemingsklimaat verbeteren zijn cruciaal om het niveau van investeringen aan te trekken en de handelsintegratie te verbeteren die nodig zijn om de groei te stimuleren en de regio dichter bij de EU te brengen. Daarom stelt de Commissie parallel daarmee een nieuw groeiplan voor de Westelijke Balkan 21 voor. Het plan bestaat uit vier pijlers die elkaar wederzijds zullen versterken: i) vergroten van de integratie met de eengemaakte markt van de EU, die hand in hand moet gaan met het ii) openstellen van de markten voor alle buurlanden van de Westelijke Balkan en de totstandbrenging van een gemeenschappelijke regionale markt. iii) Om de huidige hervormingen uit te diepen, zullen de investeringsprioriteiten en hervormingen worden opgesplitst in hervormingsagenda’s per land, verder bouwend op de economische hervormingsprogramma’s. iv) Als deze hervormingen daadwerkelijk worden doorgevoerd, zal hierdoor meer financiële hulp worden vrijgemaakt.

Bilaterale kwesties, met name in de Westelijke Balkan, zetten niet alleen een rem op de regionale economische integratie, maar vertragen ook de respectieve wegen naar de EU van deze landen. Niet-opgeloste kwesties brengen een risico op onstabiliteit en zelfs escalatie met zich mee, zoals blijkt uit de gewelddadige aanval tegen de Kosovaarse politie van 24 september in Banjska, in het noorden van Kosovo. Het is dan ook essentieel dat open kwesties worden aangepakt en dat de betrokken partijen tot wederzijds aanvaardbare oplossingen komen. In deze context worden zowel Kosovo als Servië aangespoord om zich zonder verdere vertraging of voorwaarden constructiever op te stellen in de door de EU gefaciliteerde dialoog voor de uitvoering van de overeenkomst over de weg naar normalisering en de uitvoeringsbijlage daarvan, en van andere overeenkomsten die zijn bereikt in de door de EU gefaciliteerde dialoog. Dit omvat de totstandbrenging van de associatie/gemeenschap van gemeenten met een Servische meerderheid. Normalisering van betrekkingen is een essentiële voorwaarde op de Europese weg van beide partijen. Als deze vooruitgang er niet komt, bestaat voor beide partijen het risico dat ze belangrijke kansen mislopen.

6.Turkije blijft een belangrijke partner voor de Europese Unie op essentiële gebieden van gemeenschappelijk belang. De EU heeft een strategisch belang bij een stabiele en veilige omgeving in het oostelijke Middellandse Zeegebied en bij een coöperatief en voor beide partijen voordelig partnerschap met Turkije.

In december 2022 heeft de Raad er opnieuw op gewezen dat Turkije steeds verder van de Europese Unie afdrijft en dat de toetredingsonderhandelingen met Turkije feitelijk tot stilstand zijn gekomen en momenteel geen nieuwe hoofdstukken in aanmerking kunnen komen voor opening of sluiting. De feiten die aan deze beoordeling ten grondslag lagen, zijn nog steeds van toepassing. De Europese Raad nodigde in juni 2023 de Hoge Vertegenwoordiger en de Commissie uit om bij de Europese Raad een verslag in te dienen over de stand van zaken van de betrekkingen tussen de EU en Turkije. Dat verslag bouwt verder op de instrumenten en opties die door de Europese Raad zijn geïdentificeerd en streeft ernaar op een strategische en toekomstgerichte manier verder te gaan. Dit verslag zal in november 2023 worden ingediend. De Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger zullen de Europese Raad tegen eind 2024 inlichten over de stand van zaken wat betreft bovengenoemde stappen.

II.

7.In Montenegro is de politieke gehechtheid aan het EU-toetredingsproces waaraan de autoriteiten uiting hebben gegeven, aangemerkt als nationale topprioriteit, en zij komt in het algemeen tot uiting in de beleidsbeslissingen, bijvoorbeeld de permanente aanpassing aan het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU, inclusief sancties. Montenegro heeft bijgedragen aan het beheer van de gemengde migratiestromen naar de EU door mee te werken aan de uitvoering van het EU-actieplan voor de Westelijke Balkan. De afgelopen twee jaar hebben politieke instabiliteit, spanningen, de zwakke werking van de democratische en rechterlijke instanties en de afwezigheid van een volwaardige regering de besluitvormingsprocessen en het doorvoeren van hervormingen afgeremd, en dat heeft geleid tot een uitgesproken vertraging van de onderhandelingen. Volgens het oordeel van de Commissie wordt momenteel, in overeenstemming met het onderhandelingskader, gezorgd voor een algeheel evenwicht tussen vooruitgang op het gebied van de rechtsstaat enerzijds en vooruitgang bij de toetredingsonderhandelingen over de verschillende hoofdstukken heen anderzijds.

De verwezenlijking van tussentijdse benchmarks over de rechtsstaathoofdstukken 23 en 24 blijft de prioriteit voor verdere algemene vooruitgang in de toetredingsonderhandelingen. Zolang niet aan deze benchmarks is voldaan, kan niet worden overgegaan tot de voorlopige afsluiting van andere hoofdstukken of clusters. Om deze mijlpaal te bereiken, moet Montenegro zijn inspanningen voor de aanpak van de resterende kwesties, onder meer op de kritieke gebieden vrijheid van meningsuiting en mediavrijheid, de bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad, en sneller en grondiger hervormingen doorvoeren inzake de onafhankelijkheid, het professionalisme en de verantwoordingsplicht van de rechterlijke macht, waaronder rechterlijke aanstellingen. Eind oktober 2023 werden het nieuwe parlement en de nieuwe regering geïnstalleerd. De nieuwe regering moet zich concentreren op het doorvoeren van belangrijke hangende EU-gerelateerde hervormingen, en een goed werkend parlement is cruciaal. De werkzaamheden moeten gericht zijn op het opbouwen van een ruime politieke consensus rond cruciale hervormingen en op het versterken van de focus op de belangrijkste uitkomsten om in de praktijk vooruitgang te boeken met de integratieagenda van de EU.

8.In Servië ging het tempo van de hervormingen omhoog na de vorming van de nieuwe regering eind 2022, hoewel de politieke ontwikkelingen na de twee tragische massale schietpartijen in mei 2023 tot een tijdelijke vertraging hebben geleid. Op het gebied van de rechtsstaat heeft Servië stappen gezet om de onafhankelijkheid en verantwoordingsplicht van de rechterlijke macht te versterken met de tijdige goedkeuring van de wetgeving die praktische uitvoering gaf aan de grondwetswijzigingen van 2022. Servië heeft ook een nieuwe mediawetgeving voorbereid en aangenomen, waarvan de uitvoering de regelgeving aanzienlijk kan verbeteren. Het land heeft zich beter aangepast aan het visumbeleid van de EU en heeft de wet inzake bijzondere procedures voor overheidsopdrachten voor lineaire infrastructuurprojecten afgeschaft. Er is meer werk en een langdurig politiek engagement nodig om de noodzakelijke hervormingen op het gebied van de rechtsstaat aan te nemen en uit te voeren. Het wettelijk kader dat de ontvlechting van de gassector mogelijk zal maken, werd ingevoerd, maar loopt nu aanzienlijke vertraging op. Servië heeft een vrijhandelsovereenkomst gesloten met China, en dat heeft ernstige vragen doen rijzen. Servië moet prioritair zijn aanpassing aan het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU verbeteren, inclusief beperkende maatregelen en uitspraken in verband met Rusland, en moet zich onthouden van acties en uitspraken die ingaan tegen de standpunten van de EU inzake het buitenlands beleid en andere strategische aangelegenheden. Volgens het oordeel van de Commissie had er, in overeenstemming met het onderhandelingskader, veel meer vooruitgang kunnen worden geboekt in de toetredingsonderhandelingen. Er is voortdurende aandacht nodig om enerzijds een algeheel evenwicht tussen vooruitgang op het gebied van de rechtsstaat en de normalisering van de betrekkingen met Kosovo en anderzijds vooruitgang bij de toetredingsonderhandelingen over de verschillende hoofdstukken heen te behouden. Normalisering van de betrekkingen is een essentiële voorwaarde voor het pad van zowel Servië als Kosovo naar het EU-lidmaatschap en beide dreigen belangrijke kansen mis te lopen als er geen vooruitgang wordt geboekt.

De Commissie blijft van oordeel dat Servië technisch gezien heeft voldaan aan de ijkpunten voor het openen van cluster 3 (concurrentievermogen en inclusieve groei).

De vooruitgang die Servië heeft geboekt op het gebied van de rechtsstaat en de normalisering van de betrekkingen met Kosovo zal het algemene tempo van de toetredingsonderhandelingen blijven bepalen. Het komende jaar wordt van Servië verwacht dat het zijn vastberadenheid om vooruitgang te boeken in het toetredingsproces ondubbelzinnig laat zien door vaart te zetten achter de uitvoering van de hervormingen in verband met de toetreding tot de EU in het algemeen. Wat de rechtsstaat betreft, wordt van Servië verwacht dat het de tekortkomingen aanpakt, met name op belangrijke gebieden als de rechterlijke macht, de bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad, de mediavrijheid en de binnenlandse aanpak van oorlogsmisdaden. Het land moet ook geloofwaardige inspanningen leveren om een einde te maken aan desinformatie en buitenlandse informatiemanipulatie en inmenging, de afhankelijkheid van zijn energiesector van Rusland te verminderen, de samenwerking met de EU op het gebied van migratie te verbeteren en verantwoordelijkheid te nemen voor een proactieve en objectieve communicatie over de EU. Servië heeft bijgedragen aan het beheer van de gemengde migratiestromen naar de EU door mee te werken aan de uitvoering van het EU-actieplan voor de Westelijke Balkan.

Servië is betrokken gebleven bij de door de EU gefaciliteerde dialoog over normalisering van de betrekkingen met Kosovo, maar het land moet meer commitment tonen, meer inspanningen leveren en compromissen sluiten om vooruitgang te boeken bij die normalisering. Servië moet zijn verbintenissen in het kader van de dialoog nakomen en zich ertoe verbinden volledige uitvoering te geven aan alle eerdere overeenkomsten in het kader van de dialoog en aan de overeenkomst over het pad naar normalisering en de bijbehorende uitvoeringsbijlage. Van het land wordt verwacht dat het zich constructiever opstelt om onderhandelingen over de omvattende, wettelijk bindende normalisatieovereenkomst mogelijk te maken. Van Servië wordt ook verwacht dat het zijn volledige medewerking verleent aan de onderzoeken naar de gewelddadige aanval tegen de Kosovaarse politie van 24 september 2023 en naar de aanvallen op KFOR op 29 mei. De daders moeten worden aangehouden en snel voor de rechter gebracht, en Servië moet hieraan zijn volledige medewerking verlenen en alle nodige stappen in dit verband zetten.

9.In Noord-Macedonië hebben de autoriteiten consequent verklaard dat toetreding tot de EU hun strategische doel blijft. Als land waarmee toetredingsonderhandelingen worden gevoerd, moet Noord-Macedonië de uitvoering van EU-gerelateerde hervormingen waarmaken, ook in de clusters van de fundamentele kwesties, met name de rechterlijke macht, de bestrijding van corruptie en georganiseerde criminaliteit, de hervorming van het openbaar bestuur, waaronder het beheer van de overheidsfinanciën, en overheidsopdrachten. Sommige wijzigingen aan het strafwetboek, die van invloed zijn op een groot aantal gevallen van corruptie op hoog niveau, doen ernstige bezorgdheid ontstaan. Het versterken van het vertrouwen in het gerecht en het onverminderd bestrijden van corruptie, onder meer via een degelijke staat van dienst inzake het onderzoek, de vervolging en de uiteindelijke veroordeling van gevallen van corruptie op hoog niveau, is van cruciaal belang. Het land is zich na de aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne ten volle blijven schikken naar alle beslissingen van de EU inzake het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid. Noord-Macedonië heeft bijgedragen aan het beheer van de gemengde migratiestromen naar de EU door mee te werken aan de uitvoering van het EU-actieplan voor de Westelijke Balkan.

Noord-Macedonië heeft toegezegd met voorrang de nodige grondwetswijzigingen te initiëren en vast te stellen teneinde binnen de grenzen van de staat wonende burgers met een andere nationaliteit, op te nemen in de grondwet. Het land is een goed voorbeeld van een multi-etnische samenleving. Na de eerste intergouvernementele conferentie over het proces van EU-toetredingsonderhandelingen met Noord-Macedonië in juli 2022 is het analytische onderzoek van het EU-acquis (de screening) vlot vooruitgegaan. Noord-Macedonië heeft zich tijdens het screeningproces actief ingezet en heeft blijk gegeven van een sterk engagement. Het screeningverslag over “Cluster 1 — de fundamentele kwesties” werd in juli 2023 aan de Raad voorgelegd.

In het licht van de conclusies van de Raad van juli 2022 kijkt de Commissie uit naar een snelle en beslissende opvolging van het screeningverslag over “Cluster 1 — de fundamentele kwesties”, ook wat betreft de stappenplannen van het land in overeenstemming met het onderhandelingskader, met het oog op het openen van de eerste cluster tegen eind dit jaar.

10.In Albanië zeggen de autoriteiten consequent dat de strategische doelstelling van de toetreding tot de EU de voornaamste prioriteit van het land is. Albanië is vooruitgang blijven boeken met de hervormingen in het kader van de cluster met fundamentele kwesties, onder meer door verder te gaan met de uitvoering van de volledige hervorming van justitie. Meer concrete resultaten werden bereikt door de gespecialiseerde structuur tegen corruptie en georganiseerde misdaad (SPAK). Het land bleef goed samenwerken met de EU-lidstaten en de EU-agentschappen in de strijd tegen georganiseerde misdaad. Albanië heeft bijgedragen aan het beheer van de gemengde migratiestromen naar de EU door mee te werken aan de uitvoering van het EU-actieplan voor de Westelijke Balkan.

Als niet-permanent lid is Albanië actief betrokken bij de VN-Veiligheidsraad, onder meer als mede-indiener van resoluties waarin de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne wordt veroordeeld. De volledige aanpassing van Albanië aan het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU is een sterk signaal geweest van de strategische keuze voor toetreding tot de EU en van zijn rol als betrouwbare partner.

Na de eerste intergouvernementele conferentie over het proces van EU-toetredingsonderhandelingen met Albanië in juli 2022 is het analytische onderzoek van het EU-acquis (de screening) vlot vooruitgegaan. Albanië heeft zich tijdens het screeningproces actief ingezet en heeft blijk gegeven van een sterk engagement. Het screeningverslag over “Cluster 1 — de fundamentele kwesties” werd in juli 2023 aan de Raad voorgelegd.

In het licht van de conclusies van de Raad van juli 2022 kijkt de Commissie uit naar een snelle en beslissende opvolging van het screeningverslag over “Cluster 1 — de fundamentele kwesties”, ook wat betreft de stappenplannen van het land in overeenstemming met het onderhandelingskader, met het oog op het openen van de eerste cluster tegen eind dit jaar.

11.De Commissie is ingenomen met de hervormingsinspanningen die sinds de bijeenkomst van de Europese Raad van december 2022 worden geleverd door Bosnië en Herzegovina, waar het land de status van kandidaat-lidstaat werd verleend. De Commissie is ook ingenomen met het snelle aantreden van een nieuwe ministerraad in januari 2023. De publieke gehechtheid van de politieke partijen aan de strategische doelstelling van Europese integratie heeft positieve resultaten opgeleverd.

Er werden stappen gezet en engagementen aangegaan om te voldoen aan de voornaamste prioriteiten en om de punten aan te pakken die gespecificeerd zijn in de aanbeveling van de Commissie voor de status van kandidaat-lidstaat. De ministerraad nam strategieën aan om de georganiseerde misdaad te bestrijden, stelde een geactualiseerde risicobeoordeling en een begeleidend actieplan over de bestrijding van witwassen en de financiering van terrorisme op, nam strategieën en actieplannen aan over migratie en terrorisme, en stelde een toezichthoudende instantie aan voor de uitvoering van de nationale strategie voor de verwerking van oorlogsmisdaden. Bosnië en Herzegovina heeft bijgedragen aan het beheer van de gemengde migratiestromen naar de EU door mee te werken aan de uitvoering van het EU-actieplan voor de Westelijke Balkan. Het contactpunt met Europol is in juni 2023 van start gegaan. Het land heeft wetten aangenomen, met name inzake de integriteit van de rechterlijke macht, via amendementen van de Hoge Raad voor Justitie en Rechtsvervolging; de voorkoming van foltering (aanwijzing van de ombudsman als nationaal preventiemechanisme), vreemdelingen, vrijheid van toegang tot informatie en goedkeuring van het genderactieplan. De afstemming op het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU is tijdens de verslagperiode aanzienlijk verbeterd, maar er moet meer worden gedaan inzake de uitvoering van beperkende maatregelen.

De publieke gehechtheid van de coalitiepartijen aan de strategische doelstelling van Europese integratie heeft sinds de verlening van de status van kandidaat-lidstaat positieve resultaten opgeleverd. Tegelijkertijd waren er negatieve ontwikkelingen in de Republika Srpska-entiteit. De entiteit riep rechters van het Grondwettelijk Hof op om ontslag te nemen en nam een wet aan die bepaalde dat de beslissingen van het Grondwettelijk Hof niet zouden worden uitgevoerd, wat ingaat tegen het constitutionele en juridische stelsel van het land. De entiteit heeft ook opnieuw strafrechtelijke sancties ingevoerd voor smaad, het beperken van de vrijheid van meningsuiting en mediavrijheid. Een ontwerpwet waarin maatschappelijke organisaties worden aangemerkt als “buitenlandse agenten” wacht ook op goedkeuring in de entiteit; als het wordt aangenomen, zou dat nogmaals stap achteruit betekenen voor de grondrechten. Separatistische acties die de eenheid, soevereiniteit, territoriale integriteit, grondwettelijke orde en internationale persoonlijkheid van het land ondermijnen, ondermijnen ook de vooruitgang in de toetreding tot de EU.

Een aantal uitspraken van het Grondwettelijk Hof is nog niet volledig ten uitvoer gelegd, met name met betrekking tot staatseigendom. De assemblee en het parlement van de entiteiten moeten snel rechters aanstellen om de volledige bezetting van het Grondwettelijk Hof te verzekeren. Het land moet de ophanden zijnde grondwettelijke en electorale hervormingen dringend afwerken. Er zijn nog altijd hervormingen nodig om de grondwet in overeenstemming te brengen met het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, conform de rechtspraak in de zaak-Sejdić-Finci.

In het algemeen moet Bosnië en Herzegovina meer inspanningen leveren om te voldoen aan de 14 voornaamste prioriteiten die vermeld staan in het advies van de Commissie over het verzoek van het land om toetreding tot de EU en de stappen die zijn gespecificeerd in de aanbeveling van de Commissie voor de status van kandidaat-lidstaat. De stand van zaken van de uitvoering van de 14 voornaamste prioriteiten is te lezen in het landverslag. De Commissie beveelt aan toetredingsonderhandelingen met Bosnië en Herzegovina te openen zodra de vereiste mate van naleving van de lidmaatschapscriteria is bereikt.

De Commissie zal uiterlijk in maart 2024 verslag over de vooruitgang uitbrengen aan de Raad.

12.Na het verzoek van Kosovo om toetreding tot de EU in december 2022 ging de regering van dit land verder met de uitvoering van zijn EU-hervormingsagenda. Kosovo maakte vorderingen bij het aanpakken van reeds lang geleden geformuleerde EU-aanbevelingen voor hervormingen van het kiesstelsel, die hebben geleid tot de goedkeuring van twee belangrijke kieswetten. Kosovo moet meer inspanningen leveren om de rechtsstaat en het openbaar bestuur te versterken en veerkracht op energiegebied op te bouwen. Kosovo heeft bijgedragen aan het beheer van de gemengde migratiestromen naar de EU door mee te werken aan de uitvoering van het EU-actieplan voor de Westelijke Balkan. De inwerkingtreding van de visumliberalisering voor Kosovaarse burgers is gepland op 1 januari 2024. Het noorden van Kosovo kampt met verscheidene crises van uiteenlopende intensiteit. In november 2022 namen de Kosovaarse Serviërs binnen de Kosovaarse instellingen collectief ontslag. Na hun terugtrekking werden er in april 2023 in de vier gemeenten in het noorden van Kosovo tussentijdse lokale verkiezingen georganiseerd. Uit de zeer lage opkomst, vooral bij de gemeenschap van Kosovaarse Serviërs, bleek dat deze verkiezingen geen politieke oplossing op lange termijn bieden. Het is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de Kosovaarse Serviërs weer actief gaan deelnemen aan het lokale bestuur, de politie en de rechterlijke macht in het noorden van Kosovo. Er moeten zo snel mogelijk vervroegde, inclusieve lokale verkiezingen worden gehouden in alle vier de gemeenten, met de onvoorwaardelijke deelname van de Kosovaarse Serviërs. Kosovo moet zich inzetten voor de de-escalatie in het noorden van Kosovo door de permanente aanwezigheid van de Kosovaarse speciale politiemacht af te bouwen en door de onteigening van grond en uitzettingsbevelen in het noorden stop te zetten.

Kosovo is betrokken gebleven bij de door de EU gefaciliteerde dialoog over de normalisering van de betrekkingen met Servië, maar Kosovo moet meer commitment tonen, meer inspanningen leveren en compromissen sluiten om vooruitgang te boeken bij die normalisering. Kosovo moet zijn verbintenissen in het kader van de dialoog nakomen en zich ertoe verbinden volledige uitvoering te geven aan alle eerdere overeenkomsten in het kader van de dialoog en aan de overeenkomst over het pad naar normalisering en de bijbehorende uitvoeringsbijlage. Van Kosovo wordt verwacht dat het zich constructiever opstelt om onderhandelingen over de alomvattende, wettelijk bindende normaliseringsovereenkomst mogelijk te maken. Normalisering van de betrekkingen is een essentiële voorwaarde voor het pad van zowel Servië als Kosovo naar het EU-lidmaatschap en beide dreigen belangrijke kansen mis te lopen als er geen vooruitgang wordt geboekt.

13.Turkije is een kandidaat-land en een belangrijke partner voor de EU. De toetredingsonderhandelingen met het land zijn sinds juni 2018 tot stilstand gekomen, overeenkomstig de beslissingen van de Europese Raad, naarmate Turkije steeds verder afdreef van de EU. De dialoog over de rechtsstaat en de grondrechten blijft een integraal onderdeel van de betrekkingen tussen de EU en Turkije. De weigering om bepaalde uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens uit te voeren, blijft een punt van zorg. Turkije is een belangrijke regionale speler op het gebied van buitenlands beleid, dat een belangrijk element vormt in de context van de betrekkingen tussen de EU en Turkije, ook al blijven de verschillende visies op bepaalde kwesties van het buitenlands beleid bestaan. Met 10 % schikt het land zich maar in beperkte mate naar het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU. Turkije heeft de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne veroordeeld en heeft zich politiek en diplomatiek geëngageerd, onder andere door rechtstreekse gesprekken te faciliteren, te werken aan de-escalatie en staakt-het-vuren, de export van Oekraïens graan en de uitwisseling van gevangenen te faciliteren, en Oekraïne cruciale en sterke militaire bijstand te verlenen. Turkije bleef zich niettemin onthouden van overeenstemming met de beperkende maatregelen van de EU tegen Rusland. De retoriek van het land ter ondersteuning van de terroristische groepering Hamas na de aanvallen tegen Israël op 7 oktober 2023 staat diametraal tegenover de benadering van de EU.

Van het land wordt actieve ondersteuning verwacht voor onderhandelingen over een rechtvaardige, omvattende en levensvatbare oplossing voor de kwestie-Cyprus binnen het kader van de VN, in overeenstemming met de resoluties van de VN-Veiligheidsraad en de principes waarop de EU is gebaseerd. Het is belangrijk dat Turkije zijn gehechtheid aan de door de VN geleide gesprekken over de oplossing van de kwestie-Cyprus herbevestigt, in lijn met de desbetreffende resoluties van de VN-Veiligheidsraad, waaronder de externe aspecten ervan. Turkije moet ook dringend zijn verplichting nakomen om een volledige en niet-discriminerende uitvoering van het Aanvullend Protocol bij de Associatieovereenkomst EU-Turkije te verzekeren.

De samenwerking met Turkije op gebieden van gemeenschappelijk belang is voortgezet op essentiële gebieden zoals terrorismebestrijding, economie, energie, voedselzekerheid, migratie en vervoer. De EU heeft een strategisch belang bij een stabiele en veilige omgeving in het oostelijke Middellandse Zeegebied en bij coöperatieve en voor beide partijen voordelige betrekkingen met Turkije. De Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger zullen in november 2023 een verslag indienen bij de Europese Raad, waarin zij verdere opties zullen bespreken om deze betrekkingen verder uit te diepen.

14.De Commissie is ingenomen met de aanzienlijke inspanningen voor hervormingen die Oekraïne sinds de Europese Raad van juni 2022 heeft geleverd, ondanks de Russische aanvalsoorlog. De Commissie is van mening dat Oekraïne grote vooruitgang heeft geboekt met de zeven stappen die vermeld staan in haar advies van juni 2022 en dat het land bijkomende maatregelen heeft genomen om deze verwezenlijkingen aan te vullen en vol te houden.

Oekraïne heeft een transparant en op waarden gebaseerd preselectiesysteem voor de rechters van het Grondwettelijk Hof in het leven geroepen en heeft een hervorming van de justitiële bestuursorganen voltooid waarin integriteit centraal staat. Oekraïne moet de aangenomen wetten blijven toepassen om rechters in gewone rechtbanken en bij het Grondwettelijk Hof te selecteren en aan te stellen. Oekraïne heeft de strijd tegen corruptie opgevoerd door continu te bouwen aan een geloofwaardige staat van dienst van onderzoeken naar corruptie en veroordelingen en transparante benoemingen van de hoofden van de belangrijkste agentschappen voor corruptiebestrijding te verzekeren. Er waren bijkomende systemische maatregelen nodig om de duurzaamheid van de inspanningen inzake corruptiebestrijding te verzekeren, onder andere door het elektronische systeem voor vermogensaangifte te herstellen, zij het dan met bepaalde tekortkomingen, en het corruptiebestrijdingsprogramma uit te voeren.

Oekraïne heeft zijn kader ter bestrijding van witwassen versterkt en heeft daarvoor onder andere zijn wetgeving aangepast, met name de definitie van politiek prominente personen, aan de FATF-normen, en heeft een omvattend strategisch plan en actieplan voor de hervorming van de rechtshandhavingssector aangenomen. Oekraïne heeft ook systemische maatregelen tegen oligarchen opgevoerd, op gebieden als concurrentie en de financiering van politieke partijen, en heeft tegelijkertijd de toepassing van de wet tegen oligarchen uitgesteld. Oekraïne heeft zijn mediarecht afgestemd op het EU-recht. Het land is de bescherming van nationale minderheden blijven versterken, vooral door de wetten inzake minderheden en onderwijs te wijzigen, terwijl verdere hervormingen zoals aangeduid door de Commissie van Venetië nog op uitvoering wachten. Deze hervormingsprocessen moeten inclusief zijn, dat wil zeggen dat de vertegenwoordigers van de nationale minderheden er in alle noodzakelijke stappen ten volle bij betrokken moeten worden.

Terwijl de invoering van het krijgsrecht heeft geleid tot de afwijking van bepaalde grondrechten, zijn de genomen maatregelen tijdelijk en grosso modo in verhouding tot de situatie in het land.

In het licht van de resultaten die sinds juni 2022 zijn behaald krachtens de politieke criteria, binnen het kader van de zeven stappen en daarbuiten, is de Commissie van mening dat Oekraïne voldoet aan de criteria in verband met de stabiliteit van instellingen die democratie, de rechtsstaat, de mensenrechten en de eerbiediging en bescherming van minderheden waarborgen, zoals in 1993 vastgelegd door de Europese Raad van Kopenhagen, op voorwaarde dat het land zijn hervormingsinspanningen voortzet en de overblijvende vereisten krachtens de zeven stappen aanpakt. Op deze basis beveelt de Commissie aan dat de Raad toetredingsonderhandelingen met Oekraïne opent. Bovendien beveelt de Commissie aan dat de Raad het onderhandelingskader aanneemt zodra Oekraïne:

- een door de regering voorgestelde wet heeft bekrachtigd waarmee de maximale personeelsbezetting voor het nationaal bureau voor corruptiebestrijding van Oekraïne wordt opgetrokken;

- de bepalingen ter beperking van de bevoegdheden van het nationaal corruptiebestrijdingsplan (NACP) voor de verdere controle van vermogensbestanddelen dat het controleproces reeds heeft doorlopen, en van de bevoegdheden van het NACP om vermogensbestanddelen te controleren die door aangevers zijn verworven alvorens in dienst te treden bij de openbare dienst, onverminderd de regels die van toepassing zijn op de nationale veiligheid in oorlogstijd, uit de wet inzake corruptiepreventie heeft geschrapt;

- een wet heeft bekrachtigd die lobbywerk reglementeert in overeenstemming met de Europese normen, als onderdeel van het actieplan tegen oligarchen;

- een wet heeft bekrachtigd ter behandeling van de overblijvende aanbevelingen van de Commissie van Venetië van juni 2023 en oktober 2023 die verband houden met de wet inzake nationale minderheden, en waarmee ook werk wordt gemaakt van de aanbevelingen van de Commissie van Venetië die verband houden met de wetten inzake de landstaal, de media en het onderwijs.

Oekraïne moet de corruptie blijven bestrijden door verder te bouwen aan een staat van dienst in onderzoeken naar corruptie en veroordelingen.

De Commissie zal voortdurend toezien op de vorderingen en naleving op alle gebieden die verband houden met het openen van de onderhandelingen en zal uiterlijk in maart 2024 verslag uitbrengen aan de Raad. De Commissie is klaar om te beginnen met het voorbereidend werk, vooral het analytisch onderzoek van het acquis (screening) en de voorbereiding van het onderhandelingskader.

15.De Commissie is ingenomen met de aanzienlijke inspanningen voor hervormingen die Moldavië sinds de Europese Raad van juni 2022 heeft geleverd, ondanks de zware gevolgen in Moldavië van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne. De Commissie is van mening dat Moldavië grote vooruitgang heeft geboekt met de negen stappen die vermeld staan in haar advies van juni 2022 en dat het land bijkomende maatregelen heeft genomen om deze verwezenlijkingen aan te vullen en vol te houden.

Moldavië heeft een ambitieuze doorlichtingsprocedure voor justitiële en vervolgingsinstanties in het leven geroepen, die het fundament vormt voor zijn omvattende hervorming van justitie. Het land heeft zijn Hooggerechtshof hervormd en de werking van de Hoge Raad van Magistraten gewaarborgd met doorgelichte leden. De institutionele en wetgevende corruptiebestrijdingskaders werden hervormd. Het land heeft nieuwe wetgeving rond de ontneming van vermogensbestanddelen, de bestrijding van financiële misdrijven en witwassen goedgekeurd. Ook de onderzoeken tegen oligarchen gingen goed vooruit. Oligarchen die betrokken waren bij fraudezaken werden voor de rechter gebracht en bij verstek veroordeeld en er zijn heel wat vermogensbestanddelen in beslag genomen. Dat alles betekende een flinke aderlating voor de publieke middelen van Moldavië.

Het aantal onderzochte zaken in verband met corruptie en georganiseerde misdaad is toegenomen. Ook het aantal gevallen van in beslag genomen vermogensbestanddelen van politiek prominente personen is toegenomen. Moldavië heeft een systemische aanpak van de-oligarchisering ingevoerd met een ambitieus actieplan. De nieuwe kies-, straf-, media- en concurrentiewetgeving versterkt de capaciteit van het land om ten onrechte verkregen rechten te bestrijden. Moldavië heeft de internationale samenwerking met de EU-lidstaten en EU-agentschappen actief opgevoerd via het Europese Ondersteuningscentrum voor interne veiligheid en grensbeheer.

Het land heeft strategieën aangenomen voor de hervorming van zijn openbaar bestuur, het financieel beheer versterkt en interinstitutionele procedures vastgesteld die onontbeerlijk zijn om deze hervormingen in goede banen te leiden. Ondanks moeilijke economische omstandigheden verhoogde het de lonen om ambtenaren aan te trekken en te behouden. Moldavië heeft zijn kader voor overheidsinvesteringen gereglementeerd, zijn openbare diensten verder gedigitaliseerd en vooruitgang geboekt met de vrijwillige fusie van lokale overheden.

Moldavië maakt werk van de aanbevelingen van het ODIHR en van de Commissie van Venetië en betrekt het maatschappelijk middenveld bij de besluitvormingsprocessen, onder meer via een platform voor dialoog en burgerparticipatie in het parlement. Het heeft ook de bescherming van de mensenrechten versterkt door het Verdrag van Istanbul volledig om te zetten in nationale wetgeving.

In het licht van de resultaten die sinds juni 2022 zijn behaald met betrekking tot de politieke criteria, binnen het kader van de negen stappen en daarbuiten, is de Commissie van mening dat Moldavië voldoet aan de criteria in verband met de stabiliteit van instellingen die de democratie, de rechtsstaat, de mensenrechten en de eerbiediging en bescherming van minderheden waarborgen, zoals in 1993 vastgelegd door de Europese Raad van Kopenhagen, op voorwaarde dat het land zijn hervormingsinspanningen voortzet en de overblijvende vereisten in het kader van de negen stappen aanpakt. Op deze basis beveelt de Commissie aan dat de Raad toetredingsonderhandelingen met Moldavië opent. Bovendien beveelt de Commissie aan dat de Raad het onderhandelingskader aanneemt zodra Moldavië:

-aanzienlijke vooruitgang blijft boeken bij het benoemen van doorgelichte leden van het Hooggerechtshof om te zetelen in autonome instanties voor justitie en rechtsvervolging, en bij het benoemen van een nieuwe procureur-generaal in een op verdiensten gebaseerde en transparante procedure;

-adequate middelen en structuren heeft toegewezen aan het bureau van de procureur voor corruptiebestrijding van Moldavië;

-verdere stappen heeft ondernomen voor de de-oligarchisering, onder meer via relevante voorschriften zoals inzake contante betalingen en geldstromen.

Moldavië moet de corruptie blijven bestrijden door verder te bouwen aan een staat van dienst in onderzoeken naar corruptie en veroordelingen.

De Commissie zal voortdurend toezien op de vorderingen en naleving op alle gebieden die verband houden met het openen van de onderhandelingen en zal uiterlijk in maart 2024 verslag uitbrengen aan de Raad. De Commissie is klaar om te beginnen met het voorbereidend werk, vooral het analytisch onderzoek van het acquis (screening) en de voorbereiding van het onderhandelingskader.

16. De Commissie is ingenomen met de inspanningen die Georgië, zoals de grondwet van het land vereist, heeft geleverd en die zijn integratie in de EU als prioriteit heeft aangemerkt voor het land. Een overweldigende meerderheid van de Georgische staatsburgers staat achter het EU-toetredingsproces van het land. Politieke depolarisatie en meer positieve samenwerking van de regerende partij met de oppositiepartijen en het maatschappelijk middenveld zijn nodig om tot een consensus te komen over zaken van nationaal belang.

Georgië moet harder optreden tegen desinformatie en buitenlandse informatiemanipulatie en inmenging die in strijd zijn met de waarden van de EU, en moet zijn percentage van afstemming op het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU opvoeren.

In verband met de twaalf prioriteiten die vermeld staan in de adviezen van de Europese Commissie van juni 2022 heeft Georgië wetgevingshandelingen en beleidsacties aangenomen inzake gendergelijkheid en de bestrijding van geweld tegen vrouwen, inzake het rekening houden met de vonnissen van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens bij beraadslagingen van het Hof en inzake georganiseerde criminaliteit. Het land heeft een nieuwe openbare verdediger aangesteld.

In het parlement zijn bepaalde procedurestappen gezet om de controle door de oppositie te vergroten. Het opbouwen van een sterke partijoverschrijdende politieke consensus zou bijdragen tot het aanpakken van polarisatie en zou het Europese traject van Georgië versnellen. Er werden wijzigingen van de wetgeving en van de parlementaire procedureregels aangenomen, in verband met de werking en verantwoordingsplicht van staatsinstellingen en het electoraal kader. De justitiële hervorming bestaat onder andere uit stappen om de toegankelijkheid tot beslissingen van de rechtbank te vergroten, de redenering achter justitiële benoemingen, tuchtmaatregelen voor rechters en de selectie van genomineerden voor het Hooggerechtshof, maar een holistische hervorming van de Hoge Raad voor de Justitie is nog steeds nodig. Georgië heeft deze wetgeving en verscheidene andere rechtshandelingen inzake het kieswetboek, het bureau voor corruptiebestrijding, de bijzondere opsporingsdiensten, de dienst voor de bescherming van persoonsgegevens en ook zijn actieplan voor de-oligarchisering voor advies gedeeld met de Commissie van Venetië. Het is bovendien belangrijk om, met de betrokkenheid van internationale deskundigen, een systeem van buitengewone integriteitscontroles in te voeren voor alle leidinggevende posities bij de rechterlijke macht, en om een systeem van effectieve vermogensaangifte in te stellen.

Een actieplan voor de-oligarchisering, volgend op een systemische aanpak, werd aangenomen en de “gepersonaliseerde” aanpak werd ingetrokken. Er werd een bureau voor corruptiebestrijding opgericht. Georgië heeft de internationale samenwerking in de strijd tegen georganiseerde misdaad opgevoerd. Op het gebied van pluralisme in de media werd een niet-regeringsgezinde mediadirecteur vrijgelaten uit de gevangenis nadat hem gratie was verleend door de president en heeft het parlement wijzigingen van de omroepwet aangenomen om zich aan te passen aan de EU-wetgeving. Er is een strategie voor de bescherming van de mensenrechten goedgekeurd en er is een actieplan opgesteld. Tussen het parlement en enkele vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld werd een memorandum van samenwerking gesloten om de betrokkenheid van CSO te kaderen in de beleidsvormingsprocessen.

In het licht van de resultaten die sinds juni 2022 zijn behaald, zowel binnen het kader van de twaalf prioriteiten als daarbuiten, beveelt de Commissie aan dat de Raad Georgië de status van kandidaat-land verleent, op voorwaarde dat Georgië de volgende stappen onderneemt:

-Het moet desinformatie en buitenlandse informatiemanipulatie en inmenging tegen de EU en haar waarden tegengaan.

-Het moet zich aanpassen aan het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU.

-Het moet de kwestie van politieke polarisatie verder aanpakken, onder meer via inclusiever wetgevend werk met oppositiepartijen in het parlement, met name als het gaat om wetgeving die verband houdt met de Europese integratie van Georgië.

-Het moet een vrij, eerlijk en concurrerend verkiezingsproces waarborgen, met name in 2024, en de aanbevelingen van de OESO/het ODIHR volledig ter harte nemen. Het moet de hervormingen van het kiesstelsel afronden, waaronder het verzekeren van een adequate vertegenwoordiging van het electoraat, en dat moet lang voor de verkiezingsdag gebeuren.

-Het moet de uitvoering van het parlementair toezicht, en met name dat van de veiligheidsdiensten, verder verbeteren. Het moet de institutionele onafhankelijkheid en onpartijdigheid van belangrijke instellingen, met name de kiesadministratie, de nationale bank en de communicatiecommissie, waarborgen.

-Het moet een holistische en effectieve hervorming van justitie voltooien en uitvoeren, waaronder een omvattende hervorming van de Hoge Raad voor de Justitie en het bureau van de procureur, met volledige uitvoering van de aanbevelingen van de Commissie van Venetië en na een transparante en inclusieve procedure.

-Het moet de doeltreffendheid verder aanpakken en de institutionele onafhankelijkheid en onpartijdigheid van het bureau voor corruptiebestrijding, de bijzondere opsporingsdienst en de dienst voor bescherming van persoonsgegevens waarborgen. Het moet de aanbevelingen van de Commissie van Venetië in verband met deze instellingen ter harte nemen, in een inclusieve procedure. Het moet een stevige staat van dienst opbouwen in het onderzoeken van gevallen van corruptie en georganiseerde misdaad.

-Het moet het huidige actieplan verbeteren om een multisectorale, systemische benadering tot de-oligarchisering uit te voeren, in overeenstemming met de aanbevelingen van de Commissie van Venetië en na een transparante en inclusieve procedure waarbij de oppositiepartijen en het maatschappelijk middenveld betrokken zijn. 

-Het moet de bescherming van de mensenrechten verbeteren, onder meer door een ambitieuze mensenrechtenstrategie uit te voeren en vrijheid van vergadering en meningsuiting te waarborgen. Het moet onpartijdige, effectieve en tijdige onderzoeken opstarten in gevallen van bedreigingen tegen de veiligheid van kwetsbare groepen, beroepsbeoefenaren in de media en activisten van het maatschappelijk middenveld, en organisatoren en daders van geweld voor de rechter brengen. Het moet overleg plegen en samenwerken met het maatschappelijk middenveld, en hun betekenisvolle betrokkenheid bij de wetgevings- en beleidsvormingsprocessen mogelijk maken en waarborgen dat zij in alle vrijheid kunnen werken.

VIII. Bijlagen

1.De fundamentele kwesties van het toetredingsproces.

2.Voornaamste verwezenlijkingen van het economisch en investeringsplan voor de Westelijke Balkan.

3.Voornaamste verwezenlijkingen van het economisch en investeringsplan — overzicht voor Oekraïne, Moldavië en Georgië.

4.Indicatoren van derden met betrekking tot de status van de democratie, goed bestuur en de rechtsstaat in kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten.

5.Statistische gegevens.

(1)

Hierna “Moldavië” genoemd.

(2)

EUCO 24/22.

(3)

Overeenkomstig het verzoek van de Republiek Turkije betreffende het gebruik van de nieuwe officiële naam van het land in het Engels, wordt in de originele Engelse versie van dit document de naam “Türkiye” gebruikt in plaats van “Turkey”. Deze administratieve wijziging is beperkt tot de in EU-documenten gebruikte nomenclatuur, heeft geen terugwerkende kracht en heeft geen juridische gevolgen. Deze aanpak laat de door de lidstaten gebruikte nomenclatuur onverlet.

(4)

Cijfers van eind augustus 2023.

(5)

Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden van de Verenigde Naties, augustus 2023.

(6)

Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties, september 2023.

(7)

2023/0200 (COD).

(8)

  The European Union will grant the Republic of Moldova another EUR 250 million; Support Package for the Republic of Moldova  (De Europese Unie zal de Republiek Moldavië nog eens 250 miljoen EUR extra toekennen; Steunpakket voor de Republiek Moldavië).

(9)

  https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/AC_23_3196  

(10)

  COM(2022) 405 final , COM(2022) 406 final , COM(2022) 407 final .

(11)

  COM(2022) 528 final .

(12)

* Deze toekenning laat de standpunten over de status onverlet en is in overeenstemming met resolutie 1244/1999 van de VN-Veiligheidsraad en het advies

van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.

(13)

https://www.consilium.europa.eu/nl/press/press-releases/2023/10/06/granada-declaration/

(14)

  COM(2023) 336 final .

(15)

  EUCO 7/21 .

(16)

  EUCO 7/23.

(17)

  COM(2020) 57 final .

(18)

  COM(2023) 168 final .

(19)

COM(2023) 691 final.

(20)

  Verklaring van Granada . 

(21)

COM(2023) 691 final; COM(2023) 692 final.


Brussel, 8.11.2023

COM(2023) 690 final

BIJLAGEN

bij

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMSCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Mededeling inzake het uitbreidingsbeleid van de EU voor 2023

{SWD(2023) 690 final} - {SWD(2023) 691 final} - {SWD(2023) 692 final} - {SWD(2023) 693 final} - {SWD(2023) 694 final} - {SWD(2023) 695 final} - {SWD(2023) 696 final} - {SWD(2023) 697 final} - {SWD(2023) 698 final} - {SWD(2023) 699 final}


Bijlage 1. De fundamentele kwesties van het toetredingsproces

De rechtsstaat, grondrechten, het functioneren van de democratische instellingen en hervorming van het openbaar bestuur en de economische criteria vormen de kern van wat de “fundamentele kwesties” van het EU-toetredingsproces wordt genoemd. De kwaliteit van instellingen en bestuur is het fundament voor verbetering van het concurrentievermogen, de welvaart en het maatschappelijk welzijn, en is bepalend voor het vermogen om het acquis over de hele linie toe te passen. Geloofwaardige en onomkeerbare hervormingen op het gebied van de fundamentele kwesties zijn daarom voor uitbreidingslanden cruciaal, willen zij vooruitgang kunnen boeken op hun respectieve weg naar toetreding tot de EU.

In een aantal uitbreidingslanden was enige vooruitgang te zien op het gebied van justitiële hervorming, grondrechten en het functioneren van het openbaar bestuur, waaronder ook het beheer van de overheidsfinanciën. Er werd steeds intensiever gewerkt aan de respectieve hervormingsagenda’s, met name in Moldavië en Oekraïne. Over de gehele lijn bezien bleef de vooruitgang op het gebied van de economische toetredingscriteria te traag om de economische kloof met de EU aanmerkelijk te verkleinen. 

In de uitbreidingslanden zijn goede voorbeelden te zien van hervormingsagenda’s die worden uitgevoerd om instellingen en de samenleving te veranderen met het oog op de gelegenheid om tot de EU toe te treden. Er blijven echter vele obstakels bestaan. Hoewel de situatie per land verschilt, is er in algemene zin sprake van een negatief en verontrustend patroon van diffuse politieke en institutionele weerstand tegen veranderingen, en dan met name tegen het opvoeren van de strijd tegen corruptie. Permanente inzet om corruptie te voorkomen en een integriteitscultuur in stand te houden blijft een belangrijke prioriteit, waaraan onder meer kan worden gewerkt door corruptiebestrijdingsmaatregelen in de meest kwetsbare sectoren te integreren. Rechtshandhavers en rechterlijke instanties hebben meer bevoegdheden nodig, naast de onafhankelijkheid die vereist is om corruptie effectief en onpartijdig te kunnen bestrijden. Het is verontrustend dat er nog steeds vormen van gijzeling van de staat bestaan en dat er nog steeds bedreigingen voor de democratische stabiliteit, corruptie op hoog niveau en ongepaste beïnvloeding door oligarchen te zien zijn, naast pogingen van georganiseerde criminele netwerken om in deze landen te infiltreren in de economie, het politieke bestel, het bestuur en het medialandschap. Al deze uitdagingen moeten op korte termijn systemisch en integraal worden aangepakt.

Geloofwaardige resultaten in de vorm van proactieve opsporing, vervolging en onherroepelijke veroordeling van corruptie, georganiseerde misdaad en witwassen van geld zijn een belangrijke indicator om aan te tonen dat deze trends worden aangepakt. Het is van groot belang dat uitbreidingslanden kunnen aantonen dat hun opsporingsdiensten, openbare ministeries en strafgerechten doeltreffend werken. Willen zij geloofwaardig zijn, dan moeten alle partijen in de keten van de rechtsstaat solide resultaten boeken met gerichte financiële onderzoeken, die in alle gevallen tot verbeurdverklaring van de opbrengsten van misdrijven moeten leiden.

Op het gebied van grondrechten is in enkele uitbreidingslanden sprake van enige vooruitgang en groeit het besef dat waarborging van deze rechten en vrijheden belangrijk is. Tegelijkertijd zien we nog steeds een aantal negatieve trends uit de afgelopen jaren en komt gendergerelateerd geweld nog vaak voor, terwijl de mediavrijheid nog steeds wordt belemmerd door politieke en economische belangen, waardoor er minder controle op overheidsinstanties is, ruimte voor buitenlandse inmenging ontstaat en de communicatie over de EU wordt ondermijnd. In enkele landen worden positieve initiatieven ontplooid op het gebied van kinderrechten en de rechten van mensen met een beperking. In de praktijk wordt de bescherming van de grondrechten echter over de hele linie belemmerd door ontoereikende uitvoering van wetgeving en beleid en onvoldoende effectieve verhaalregelingen. Het blijft een uitdaging om voldoende bescherming te bieden tegen alle vormen van haat en discriminatie, ook jegens minderheden.

Functioneren van democratische instellingen

De aanwezigheid van stabiele en geconsolideerde democratische processen staat centraal in het proces van toetreding tot de EU. De Commissie is van start gegaan met de uitvoering van aangescherpte en gestroomlijnde afspraken met de uitbreidingslanden over het algemene kader voor democratie en meer in het bijzonder over het verkiezingsproces, het functioneren van het parlement (waaronder zijn toezichthoudende rol in de prestaties van de overheid en de beleidsvorming en het nog steeds buitensporige gebruik van versnelde procedures in vele gevallen) of de rol van het maatschappelijk middenveld. De meeste landen hebben nog steeds te kampen met sterke politieke polarisatie, een gebrek aan samenwerking tussen partijen en afnemende ruimte voor het maatschappelijk middenveld.

In de loop van de verslagperiode vonden in meerdere uitbreidingslanden verkiezingen plaats, waaronder Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo, Moldavië, Montenegro en Turkije. Op hervormingsgebied is in de meeste landen nog geen uitvoering gegeven aan openstaande aanbevelingen van het Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE/ODIHR). Ook moeten de normen van de Groep van Staten tegen Corruptie (Greco) voor de financiering van politieke partijen nog worden toegepast in Noord-Macedonië en Bosnië en Herzegovina.

Met betrekking tot het parlementaire werk bleef in veel gevallen sprake van polarisatie. Door het ontbreken van een effectieve dialoog tussen partijen ontstonden aanhoudende politieke impasses en stagneerden hervormingen. Dit was bijvoorbeeld het geval in Montenegro, Albanië, Noord-Macedonië en Georgië. In enkele gevallen kenmerkten plenaire debatten zich door spanningen, beledigend taalgebruik en ook enkele gewelddadige incidenten, zoals in Georgië en Kosovo. In Oekraïne heeft het parlement ondanks de buitengewone omstandigheden blijk gegeven van veerkracht en sterke politieke wil, met name op gebieden die van vitaal belang zijn voor de integratie van Oekraïne in de EU. Wetgevende taken werden stelselmatig uitgevoerd, waardoor de democratische besluitvorming zonder onderbrekingen kon verlopen.

Rechterlijke macht en grondrechten

De verankering van de rechtsstaat vraagt om stabiele en goed functionerende instellingen. Daarvoor is een onafhankelijk, onpartijdig en verantwoordingsplichtig gerechtelijk apparaat van hoge kwaliteit nodig, dat over doelmatige en toereikende middelen beschikt, niet op ongepaste wijze van buitenaf wordt beïnvloed en beslissingen neemt die doeltreffend en tijdig worden uitgevoerd. In enkele gevallen werd op het gebied van justitiële hervorming vooruitgang geboekt, bijvoorbeeld in Albanië, Moldavië, Servië en Oekraïne. In de meeste uitbreidingslanden blijven gerechtelijke instanties echter blootgesteld aan vele uitdagingen en zijn zij zeer kwetsbaar. Pogingen van politici om rechters in het openbaar te beïnvloeden of aan te vallen, met name wanneer zij gevoelige zaken behandelen, bleven in diverse landen een gevaarlijk en vaak voorkomend verschijnsel. Er bestaan nog steeds institutionele regelingen die schadelijk zijn voor de onafhankelijkheid van rechters en aanklagers, en dat heeft uiteindelijk gevolgen voor het evenwicht tussen, en de scheiding van de staatsmachten. Als gevolg daarvan bleef de geloofwaardigheid van de rechterlijke macht over de hele linie laag, en zag het grote publiek vooral dat daders ongestraft bleven. In diverse landen bleek bij justitiële hervormingen dat het uitvoeringsvermogen beperkt is, zelfs wanneer de politieke wil er is. Doeltreffende opsporingsdiensten en rechterlijke autoriteiten en geloofwaardige resultaten zijn van wezenlijk belang voor verdere vooruitgang op weg naar toetreding. In Georgië moet het rechtskader voor de werking van de rechterlijke macht verder worden hervormd en moeten negatieve stappen worden voorkomen. In Turkije was sprake van aanhoudende ernstige achteruitgang en bleven structurele tekortkomingen bestaan die met name verband houden met de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en het gebrek aan voldoende controlemechanismen in het presidentiële stelsel.

De bestrijding van corruptie blijft prioriteit genieten voor regeringen in de uitbreidingslanden. Corruptie, onder meer op hoog niveau, is nog steeds wijdverbreid en de verwevenheid van publieke en private belangen blijft verontrustend. In sommige gevallen kunnen corrupte praktijken en beïnvloeding door oligarchen tot gijzeling van de staat leiden. Met betrekking tot een doeltreffende preventie en bestrijding van corruptie is de vooruitgang traag en zijn een permanente systemische aanpak en gerichte maatregelen vereist in de belangrijkste sectoren die vatbaar zijn voor corruptie. Corruptiebestrijding moet (verder) in belangrijke sectoren worden geïntegreerd, risico’s moeten met het oog op de beleidsvorming gericht worden beoordeeld en er moeten doeltreffende hervormingsplannen worden uitgerold. Een sterkere politieke wil en duidelijke hervormingsinspanningen zijn nog steeds nodig om tot meer transparantie en een betere integriteitscultuur te komen, en om overtuigende resultaten te boeken op het gebied van opsporing, vervolging en onherroepelijke veroordeling, ook op hoog niveau. Er bestaan strategieën en actieplannen voor corruptiebestrijding en deze moeten stelselmatig en gestructureerd worden bijgewerkt en uitgevoerd, onder meer met toereikende begrotingsmiddelen en speciaal toezicht om een doeltreffende uitvoering ervan te waarborgen. Overheidsopdrachten, financiering van politieke partijen, beheer van overheidsfinanciën, energie, vervoer, gezondheid, water, infrastructuur, natuurlijke hulpbronnen en onderwijs blijven sectoren die bijzonder vatbaar zijn voor corruptie en om robuustere en ambitieuzere maatregelen vragen. Met betrekking tot repressie geven de veelal magere resultaten aanleiding tot zorgen over de doeltreffendheid van de opsporing en de gerechtelijke follow-up.

In alle uitbreidingslanden zijn de grondrechten in algemene zin in de wet vastgelegd en worden zij wettelijk beschermd, maar het waarborgen van een doeltreffende toepassing van deze rechten blijft een uitdaging. De wetgevings- en beleidskaders worden geleidelijk aangevuld na de toetreding van landen tot Europese instrumenten op het gebied van mensenrechten en de aanpassing aan het EU-acquis. Dit geldt met name voor hervormingen op het gebied van gegevensbescherming. De uitvoering blijft echter langzaam verlopen en er is nog steeds sprake van systemische lacunes in de financiering van vastgesteld beleid voor een betere bescherming van mensenrechten, waardoor vele sectoren van geldverschaffers afhankelijk blijven. Gezien de ervaringen van Albanië, Noord-Macedonië en Servië zal de toetreding als waarnemer van andere kandidaat-lidstaten tot het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten bijdragen aan de ontwikkeling van een integraal systeem voor toezicht en gegevensvergaring waarmee wetgeving, beleid en strategieën op het gebied van mensenrechten doeltreffender kunnen worden uitgevoerd.

In een groot deel van de regio vervullen ombudsdiensten en andere onafhankelijke en regelgevende organen, waaronder gelijkheidsorganen, een belangrijke rol bij de bewaking van uit de internationale verplichtingen van die landen voortvloeiende overheidsmaatregelen voor eerbiediging en bescherming van mensenrechten en de naleving van verplichtingen op dat gebied. In de praktijk blijven hun onafhankelijkheid, middelen en mogelijkheden echter onvoldoende, en dat geldt ook voor het vervolg dat aan hun aanbevelingen wordt gegeven. De regeringen in de regio moeten consequent gevolg geven aan alle aanbevelingen van internationale en regionale instanties voor de monitoring van de mensenrechten, ook als het gaat om de omstandigheden in gevangenissen en het voorkomen van foltering en mishandeling. Dit is met name het geval in landen als Noord-Macedonië, Moldavië en Servië, waar geen stelselmatig gevolg is gegeven aan aanbevelingen van het Europees Comité inzake de voorkoming van folteringen. Het maatschappelijk middenveld blijft optreden van de overheid aanvullen of zelfs vervangen op het gebied van diensten voor mensen in kwetsbare situaties, bijvoorbeeld door het verzorgen van opvang voor slachtoffers van seksueel en gendergerelateerd geweld of van mensenhandel in Albanië en Servië. Voor de Westelijke Balkan blijven de zorgen en aanbevelingen uit de vorige jaarverslagen grotendeels dezelfde en is nu op korte termijn actie nodig. In Turkije is de mensenrechtensituatie verder verslechterd; zij blijft er een ernstig punt van zorg, onder meer met betrekking tot de niet-uitvoering van bepaalde arresten van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, met name in de zaak-Kavala.

Vrijheid van meningsuiting, mediavrijheid en pluralisme zijn belangrijke pijlers van een democratische samenleving en moeten worden beschermd. In de Westelijke Balkanregio zagen we met betrekking tot de uitvoering van vorige aanbevelingen weinig tot geen vooruitgang of zelfs achteruitgang. In meerdere landen kenmerkt het medialandschap zich door een scherpe politieke polarisatie. Pluralisme, onafhankelijkheid en de ontwikkeling van goede professionele journalistiek worden in een aantal landen ondermijnd door mediaconcentraties en politieke invloed op de media. De arbeidsomstandigheden van journalisten blijven slecht, hetgeen tot zelfcensuur kan leiden. Bedreigingen, intimidatie en geweld jegens journalisten en denigrerende opmerkingen van overheidsfunctionarissen blijven voor de gehele regio zeer verontrustend. In enkele landen wordt getracht om hier iets aan te doen, maar alle landen moeten voor alle gevallen een stelselmatige gerechtelijke follow-up waarborgen. Onvoldoende bescherming van journalisten en een niet-doeltreffende follow-up van zaken kan een afschrikkend effect hebben op de uitoefening van de vrijheid van de media.

In algemene zin wordt de onafhankelijkheid van publieke omroepen ondermijnd door ontoereikende financiering en politieke inmenging. De onafhankelijkheid van mediatoezichthouders moet worden gewaarborgd, onder meer door op verdienste gebaseerde benoemingen in managementstructuren. Waar dit niet het geval is, zoals in Servië, moeten toezichthouders onpartijdig handelen en hun taken volledig uitvoeren. Ook het effectieve functioneren van onafhankelijke zelfregulerende instanties moet verder worden ondersteund. Alle landen moeten transparanter zijn over de financiering van media. Inspanningen om Russische desinformatie tegen te gaan, hebben ertoe geleid dat in Moldavië uitzendvergunningen zijn opgeschort en in Oekraïne internetbronnen zijn geblokkeerd. In Turkije bleef de ernstige achteruitgang van de vrijheid van meningsuiting aanhouden. Journalisten, mensenrechtenactivisten, advocaten, schrijvers, leden van de politieke oppositie, studenten en gebruikers van sociale media hangt nog steeds stelselmatig strafrechtelijke vervolging en veroordeling boven het hoofd.

In de meeste landen hebben de autoriteiten gewerkt aan invoering van het juridische en institutionele kader voor de uitvoering van afspraken op het gebied van gendergelijkheid en de bestrijding van gendergerelateerd geweld, met name om de bepalingen van het Verdrag van Istanbul om te zetten. Dat verdrag is geratificeerd door alle uitbreidingspartners, met uitzondering van Kosovo (vanwege statuskwesties) en Turkije, dat zich na een besluit van zijn raad van state definitief uit de overeenkomst heeft teruggetrokken. Er moet echter meer worden gedaan om gendergelijkheid te bewerkstelligen en om de houdbaarheid van beleid te waarborgen. In een groot deel van de regio komt nog steeds gendergerelateerd geweld voor. Alle landen moeten slachtoffers van alle vormen van geweld beter ondersteunen. Het toenemende gebruik in het openbare debat van denigrerende taal of haatzaaiende uitingen tegen vrouwelijke politici, journalisten en mensenrechtenactivisten is verontrustend, met name in Turkije, Montenegro, Servië en Noord-Macedonië. Er zijn ook gevallen bekend van haatzaaien en geweld tegen lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transseksuelen, interseksuelen en queers (lhbtiq’s), van wie de grondrechten in diverse landen vaak ter discussie worden gesteld.

Meestal bestaat er wel antidiscriminatiewetgeving en -beleid om haatdelicten en haatzaaiende uitlatingen te bestrijden, maar de nog resterende lacunes en tekortkomingen in de wetgeving vragen wel om maatregelen, onder meer in verband met beschermde gronden. Gelijkheidsorganen en andere instanties die gelijke behandeling en de uitvoering en bewaking van antidiscriminatiebeleid moeten bevorderen, moeten over voldoende middelen beschikken voor de uitvoering van hun taken, waaronder hulpverlening aan slachtoffers, het doen van onderzoek en het uitbrengen van rapporten en aanbevelingen.

Hoewel er meestal regelingen voor versterking van de rechten van het kind bestaan, moet de interinstitutionele coördinatie in de gehele regio en met name in Kosovo en Noord-Macedonië sterk worden verbeterd om kinderbeschermingsstelsels effectiever in het belang van het kind te laten functioneren. Het blijft lastig om kinderen in Oekraïne en ontheemde Oekraïense kinderen daadwerkelijk toegang tot onderwijs te kunnen aanbieden. Rechtsstelsels moeten kindvriendelijker worden en er moeten vaker alternatieven voor gevangenisstraf worden aangeboden en toegepast, zodat pas in allerlaatste instantie en voor een zo kort en passend mogelijke duur een gevangenisstraf wordt opgelegd. Geweld tegen kinderen en huwelijken op jonge leeftijd blijven zeer verontrustend. In de meeste gevallen zijn betrouwbare, vergelijkbare en naar leeftijd en geslacht uitgesplitste gegevens niet beschikbaar, terwijl die informatie van wezenlijk belang is voor de aanpak van geweld tegen kinderen. Aanhoudende institutionalisering van kinderen zonder ouderlijke zorg, en van kinderen en personen met beperkingen is in veel landen een punt van zorg, met name in Georgië, Moldavië, Oekraïne en Bosnië en Herzegovina. Alleen in Noord-Macedonië is een volledige de-institutionalisering van kinderen uit grootschalige instellingen tot stand gekomen. Hoewel er wordt gewerkt aan verbetering van de regelingen die de rechten van mensen met een beperking moeten beschermen, zijn veel grotere investeringen nodig om volledige naleving te waarborgen van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap, met name bij de overgang naar gemeenschapsgebaseerde zorg, zelfstandig wonen, toegankelijkheid en inclusie.

De rechten van leden van minderheden worden in de gehele regio nog steeds niet overal even goed beschermd. Rechtskaders en uitvoeringsregelingen moeten nog steeds worden voltooid in Albanië, Georgië, Moldavië en Oekraïne, terwijl aan aanbevelingen van het raadgevend comité van het Kaderverdrag inzake de bescherming van nationale minderheden gevolg moet worden gegeven door Servië en Noord-Macedonië. Roma vormen nog steeds de meest achtergestelde gemeenschap en worden vaak het slachtoffer van discriminatie, haatincidenten en sociale en economische uitsluiting.

Justitie, vrijheid en veiligheid

De Westelijke Balkan en Turkije blijven hotspots voor criminele activiteiten en georganiseerde criminele organisaties die in de EU actief zijn, en dienen als belangrijke doorvoerpunten voor de smokkel van migranten, slachtoffers van mensenhandel en illegale grondstoffen die de EU binnenkomen via diverse varianten van de Balkanroute. Criminelen en criminele netwerken uit de regio hebben ook grote invloed op de zware en georganiseerde misdaad in andere delen van de wereld, waaronder Latijns- en Zuid-Amerika, waar zij een belangrijke rol spelen in de wereldwijde handel in cocaïne en de doorvoer van heroïne naar de EU en de aankomst in EU-landen faciliteren van slachtoffers van mensenhandel, illegale migranten en illegale grondstoffen. De criminele infrastructuur die voor de handel in heroïne en synthetische drugs werd opgezet, wordt ook gebruikt voor de handel in cocaïne via de Balkanroutes in twee richtingen en naar havens aan de Zwarte Zee.

Georganiseerde criminele organisaties uit Moldavië en Georgië houden zich bezig met migrantensmokkel, georganiseerde vermogenscriminaliteit, mensenhandel, digitale criminaliteit, girale betalingsfraude, accijnsfraude, wapenhandel en andere aanverwante criminaliteit, waaronder documentfraude. Veel van deze criminele groepen zijn op meerdere terreinen actief en verhandelen diverse soorten illegale grondstoffen. Oekraïne bevindt zich op een kruispunt voor de smokkel van illegale goederen naar de EU en is daarnaast op het gebied van mensenhandel een land van herkomst, doorvoer en bestemming. Ondanks de uitdagingen die de oorlog met zich meebrengt, waaronder grote druk op de institutionele capaciteit door aanzienlijke verliezen aan persoonlijke uitrusting en minder financiële middelen voor de bestrijding van de georganiseerde misdaad, gaven de betrokken instellingen in Oekraïne blijk van opmerkelijke veerkracht en operationele capaciteit.

Sinds februari 2022 heeft de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne grote gevolgen gehad voor de criminaliteit in de regio, onder meer voor de samenwerking tussen machtige criminele organisaties in de regio, die grotendeels tot een eind kwam. Er ontstonden echter nieuwe omstandigheden, waarvan wordt geprofiteerd door criminele organisaties uit de regio.

De samenwerking op het gebied van wetshandhaving (onder meer op operationeel niveau) tussen de EU en de uitbreidingslanden bleef zich positief ontwikkelen. Alle landen van de Westelijke Balkan hebben operationele overeenkomsten met Europol geratificeerd (behalve Kosovo, waarmee een werkregeling bestaat) en hebben toegang tot het beveiligde platform van Europol voor de uitwisseling van informatie (Siena). Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo, Montenegro, Noord-Macedonië en Servië hebben verbindingsfunctionarissen gestationeerd bij Europol in Den Haag. De samenwerking tussen Europol en Turkije is gebaseerd op een strategische samenwerkingsovereenkomst, die de mogelijke uitwisseling van persoonsgegevens uitsluit maar samenwerking op een breed scala van gebieden mogelijk maakt. Bij Europol is een Turkse verbindingsfunctionaris gestationeerd en Turkije heeft ook toegang tot Siena. Ook Oekraïne, Moldavië en Georgië hebben operationele samenwerkingsovereenkomsten met Europol gesloten, zijn aangesloten op Siena en hebben verbindingsbureaus bij Europol geopend. Over het geheel bezien zijn de uitbreidingslanden intensiever (hoewel niet allemaal in dezelfde mate) gaan deelnemen aan Empact, het door de lidstaten geleide Europese multidisciplinaire platform tegen criminaliteitsdreiging. Daarnaast staan operationele acties vaker (mede) onder leiding van uitbreidingslanden, hetgeen een zeer welkome ontwikkeling is. Alle landen van de Westelijke Balkan plus Moldavië en Oekraïne namen deel aan een aantal gezamenlijke actiedagen, met onmiddellijke resultaten in de vorm van aanhoudingen van criminelen en corrupte ambtenaren, inbeslagnames en de start van nieuwe onderzoeken.

Drugshandel blijft een lucratieve criminele markt in uitbreidingslanden. Hoewel het aantal cannabisvangsten in de Westelijke Balkan over de lange termijn een dalende trend vertoont, neemt het aantal cocaïnevangsten (met name in zeehavens) toe, terwijl het aantal heroïnevangsten min of meer stabiel bleef. Met uitzondering van Albanië hebben alle landen van de Westelijke Balkan een nationale drugsstrategie, of hadden zij er tot voor kort één, soms in combinatie met een actieplan. Informatie over (de kwaliteit van) de uitvoering van de plannen is niet beschikbaar omdat in veruit de meeste gevallen geen evaluatie heeft plaatsgevonden. De nationale strategie en het actieplan van Turkije lopen dit jaar af. Moldavië en Georgië hebben nieuwe strategieën en actieplannen voor drugs vastgesteld, terwijl Oekraïne geen speciale strategie of actieplan voor drugs heeft. In de regio zijn grote inspanningen nodig voor de opening van nationale waarnemingsposten voor drugs (National Drug Observatories, NDO’s) en nationale systemen voor vroegtijdige waarschuwing (National Early Warning Systems, NEWS) voor nieuwe psychoactieve stoffen (NPS). Alleen Servië beschikt over een vaste operationele NDO, terwijl een NDO cruciaal is voor de coördinatie van het drugsinformatiesysteem, en een voorwaarde voor aansluiting bij het Reitox-netwerk van de EU (Europees Netwerk voor informatie over drugs en drugsverslaving). Behalve in Servië is in de regio geen enkel ander formeel en/operationeel NEWS voor NPS geopend, iets waar dringend verandering in moet komen. Het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving biedt langlopende ondersteuning of werkt op basis van werkafspraken of bilaterale overeenkomsten met de uitbreidingslanden.

Het stappenplan voor integraal toezicht op handvuurwapens en lichte wapens in de Westelijke Balkanlanden in de periode tot 2024 wordt nog steeds uitgevoerd. In mei 2023 werd politieke overeenstemming bereikt over voortzetting van het stappenplan na 2024, met steun van het Uitwisselingscentrum voor Zuidoost- en Oost-Europa inzake de beheersing van het aantal handvuurwapens en lichte wapens (Seesac). Gezien de als gevolg van de grootschalige Russische invasie grote en toenemende aantallen handvuurwapens en lichte wapens heeft de EU samen met Oekraïne al een aantal preventieve maatregelen tegen de risico’s van wapenhandel genomen, en Oekraïne moet met de internationale wetshandhavingsgemeenschap blijven samenwerken om deze risico’s te bestrijden. Daaronder valt ook steun van Europol en het Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex), de deelname van Oekraïne aan Empact voor vuurwapens, en het werk van de adviesmissie van de Europese Unie in Oekraïne.

Er werd nog steeds vooruitgang geboekt, zij het niet overal evenveel, met de aanpak van mensenhandel in uitbreidingslanden. Voor aanpassing aan, en daadwerkelijke uitvoering van het toepasselijke EU-acquis zijn aanhoudende inspanningen nodig, waaronder preventiemaatregelen, vroegtijdige opsporing, bescherming en ondersteuning van slachtoffers, doeltreffende opsporing van gevallen van mensenhandel, vervolging en veroordelingen van daders.

Hoewel er soms vooruitgang wordt geboekt, blijven de resultaten op het gebied van proactieve opsporing, vervolging en onherroepelijke veroordeling van georganiseerde misdaad en corruptie met name op hogere niveaus over het geheel bezien onvoldoende en zijn aanhoudende inspanningen nodig. Opsporing en vervolging van witwassen als op zichzelf staand misdrijf moeten worden geïntensiveerd. Er moet meer en stelselmatiger financieel onderzoek worden verricht om georganiseerde criminele organisaties te ontmantelen en de opbrengsten van misdrijven in beslag te nemen en verbeurd te verklaren. Uit een aantal recente zaken is opnieuw gebleken wat de risico’s zijn van infiltratie door georganiseerde criminele organisaties in alle niveaus van de strafrechtketen. De inspanningen van enkele landen om hun operationele capaciteit te versterken en corruptie binnen hun rechterlijke instanties uit te bannen, moeten zich vertalen in concrete resultaten. Om een afschrikkend effect te hebben op criminele activiteiten en om het vertrouwen van burgers in wetshandhavingsinstanties en de rechterlijke macht te herstellen, moeten blijvende en geloofwaardige resultaten worden geboekt. In Oekraïne, Moldavië en Georgië moet de strijd tegen de traditionele criminele onderwereld worden voortgezet.

Albanië moet zijn inspanningen in de strijd tegen mensenhandel, witwassen, corruptie op hoog niveau en cybercriminaliteit verder opvoeren (onder meer door het strafbaar stellen van online seksueel misbruik van kinderen). Hoewel er aanzienlijk meer goederen verbeurd zijn verklaard, gaat het daarbij nog steeds om een zeer beperkt deel van wat in beslag is genomen (en dan wordt er ook nog eens minder in beslag genomen). In het land bestaat nog steeds geen bureau voor de ontneming van vermogensbestanddelen. De hoeveelheid in beslag genomen drugs nam ook aanzienlijk af. De gespecialiseerde eenheden tegen corruptie en georganiseerde misdaad (SPAK) bereikten meer resultaten en moeten zich verder toeleggen op opsporing en veroordelingen op hoog niveau. Het aanhoudende gebrek aan vooruitgang in de strijd tegen de georganiseerde misdaad in Bosnië en Herzegovina is zeer verontrustend. Kosovo boekte in algemene zin beperkte vooruitgang in de strijd tegen de georganiseerde misdaad en moet zijn nog steeds zeer geringe inspanningen op het gebied van proactieve opsporing, veroordeling en verbeurdverklaring van criminele vermogensbestanddelen opvoeren. Voor Noord-Macedonië bestaan er ernstige zorgen over ongepaste externe beïnvloeding van het werk van de Raad voor de Justitie en de rechterlijke macht. Enkele wijzigingen van het wetboek van strafrecht, die middels een versnelde procedure door het parlement werden aangenomen, hebben gevolgen voor een groot aantal corruptiezaken op hoog niveau, waardoor bepaalde zaken zijn opgeschort of zelfs beëindigd. De autoriteiten moeten ook hun inspanningen in de strijd tegen witwassen en financiële criminaliteit opvoeren. In Montenegro was sprake van bemoedigende ontwikkelingen in de strijd tegen de georganiseerde misdaad en werden hooggeplaatste leden van criminele organisaties en hoge functionarissen van wetshandhavingsdiensten aangehouden. Hieruit blijkt nadrukkelijk hoe belangrijk het is om infiltratie bij politie en justitie door de georganiseerde misdaad consistent en zichtbaar te bestrijden. Het gebrek aan veroordelingen op het gebied van tabakssmokkel, witwassen, mensenhandel en cybercriminaliteit en de geringe hoeveelheid verbeurdverklaarde vermogensbestanddelen is echter zorgwekkend. Hoewel het aantal veroordelingen voor financiële delicten in 2022 toenam, waren deze uitsluitend gebaseerd op schuldbekentenissen in ruil voor lagere straffen. Servië boekte wisselende resultaten in de strijd tegen de georganiseerde misdaad: het aantal onderzoeken en veroordelingen (onder andere voor mensensmokkel) nam toe maar er werden minder veroordelingen in eerste aanleg en onherroepelijke veroordelingen uitgesproken en zeer weinig goederen in beslag genomen. Hoewel Turkije intensiever is gaan deelnemen aan gezamenlijke operaties met EU-lidstaten en buurlanden, moet het land witwassen en financiële criminaliteit beter bestrijden, onder meer door verbeurdverklaring van criminele vermogensbestanddelen. Moldavië verrichtte een aantal financiële onderzoeken, nam in enkele gevallen vermogensbestanddelen in beslag (of verklaarde deze in nog minder gevallen verbeurd), boekte eerste resultaten met onherroepelijke veroordelingen en moet nu op deze ingeslagen weg doorgaan. In Georgië was sprake van een significante stijging van het aantal onherroepelijke veroordelingen van leden van de traditionele criminele onderwereld en kwam het ook in witwaszaken tot veroordelingen. In Oekraïne zagen we enkele eerste resultaten maar zijn verdere inspanningen nodig in de strijd tegen zware vormen van georganiseerde misdaad, witwassen en andere financiële delicten.

Hoewel samenwerking op het gebied van terrorismebestrijding en het voorkomen van radicalisering relevant is voor alle uitbreidingslanden, blijft dit ook een belangrijke prioriteit voor de samenwerking van de EU met de Westelijke Balkan. Terrorisme en gewelddadig extremisme in al hun vormen blijven ongeacht hun achtergronden een uitdaging en een bedreiging voor de veiligheid vormen. Er werden aanhoudingen van gewelddadige extremisten en verijdelde aanslagen gemeld. Tijdens het ministeriële forum over justitie en binnenlandse zaken dat de EU en de Westelijke Balkanlanden in november 2022 hielden, werd nogmaals benadrukt hoe belangrijk het is om de maatregelen aan te scherpen die zijn genomen om de door Ruslands aanvalsoorlog tegen Oekraïne veranderende bedreigingen op te sporen en te bestrijden. Het gezamenlijke actieplan voor terrorismebestrijding in de Westelijke Balkan blijft het belangrijkste kader voor samenwerking met de regio en combineert politieke afspraken met ondersteuning en geregelde monitoring. Er is in de hele regio sprake van vooruitgang en Albanië en Noord-Macedonië hebben de meeste maatregelen uitgevoerd. Daarnaast werden door twee landen in december 2022 op ministerieel niveau bijgewerkte uitvoeringsregelingen ondertekend voor nog openstaande doelstellingen. De overige landen van de Westelijke Balkan dienden in het eerste kwartaal van 2023 nieuwe verslagen in over de uitvoering van het actieplan. Montenegro boekte ook aanzienlijke vooruitgang, en momenteel wordt met de Europese Commissie gesproken over een bijgewerkte versie van de bilaterale regeling. In algemene zin moet meer worden gedaan op het gebied van preventie van alle vormen van radicalisering (onder meer in gevangenissen), van de follow-up bij vervroegde voorwaardelijke vrijlating van gewelddadige extremistische overtreders uit de gevangenis, en van de effectieve aanpak van terroristisch en extremistisch materiaal op internet. Zoals ook werd gemeld in het verslag van Europol uit 2023 over de stand van zaken en de tendensen in verband met het terrorisme in de Europese Unie, wordt er zowel online geworven als tijdens bijeenkomsten in informele religieuze gebouwen, maar ook in gevangenissen. In Servië en Albanië worden de nationale strategieën en actieplannen momenteel herzien, terwijl die herziening reeds is voltooid in Bosnië en Herzegovina, Kosovo, Noord-Macedonië en Montenegro. De dreiging van terrorisme blijft gering in Georgië, Moldavië en Oekraïne, en hun antiterrorismewetgeving voldoet grotendeels aan internationale normen. In hun strategische veiligheidskaders wordt terrorisme als bedreiging erkend, en er bestaan gespecialiseerde diensten. Op operationeel niveau wordt goed samengewerkt met Europese instanties voor terrorismebestrijding.

De aanpassing aan, en de daadwerkelijke uitvoering van wetgeving inzake de bestrijding van terrorismefinanciering en witwassen verschilt per land. Op het gebied van wetgeving, strategie en uitvoering is in Noord-Macedonië sprake van vooruitgang, terwijl in Bosnië en Herzegovina nog wetgeving door het parlement moet worden goedgekeurd en resultaten moeten worden geboekt op het gebied van opsporing, vervolging en onherroepelijke rechterlijke uitspraken. Albanië, dat onder toezicht van de FATF staat, heeft alle punten uit het actieplan in het afgelopen half jaar uitgevoerd. De FATF besloot in juni 2023 om een locatiebezoek voor te stellen, waarna Albanië in oktober 2023 van de “grijze lijst” werd verwijderd. De FATF zal zijn monitoring echter voortzetten om te controleren of eventuele vrijwillige Albanese programma’s voor belastingnaleving (met inbegrip van mogelijke strafrechtelijke amnestie) in overeenstemming zijn met de beginselen en beste praktijken van de FATF. Het Turkse rechtskader moet worden aangepast aan de punten uit het FATF-actieplan, wil het land van de “grijze lijst” van de FATF worden verwijderd. In Oekraïne, Moldavië en Georgië bestaat wetgeving die de financiering van terrorisme strafbaar stelt, maar op sommige gebieden moeten de Moneyval-aanbevelingen en de toepasselijke EU-wetgeving nog worden uitgevoerd.

De zes Westelijke Balkanpartners zijn zich in toenemende mate bewust van het belang van een robuust kader voor de bescherming van kritieke infrastructuur. Kosovo, Montenegro en Servië hebben op dit gebied passende wetgeving ontwikkeld, terwijl dergelijke wetgeving in Bosnië en Herzegovina slechts gedeeltelijk bestaat.

De meeste partners uit de Westelijke Balkan hebben buitenlandse terroristische strijders en hun gezinnen uit het noordoosten van Syrië gerepatrieerd. Bosnië en Herzegovina heeft zijn bereidheid uitgesproken om alle buitenlandse terroristische strijders te repatriëren. Hoewel er wettelijke bepalingen bestaan voor hun vervolging na terugkeer, heeft daadwerkelijke vervolging niet overal in de regio op dezelfde wijze plaatsgevonden. Bosnië en Herzegovina vervolgde zeven teruggekeerde buitenlandse terroristische strijders, terwijl de zes meegereisde vrouwen voorwaardelijke straffen kregen. Albanië onderzoekt negen gevallen van onderdanen die zich nog in het noordoosten van Syrië bevinden, terwijl geen van de tot dusverre gerepatrieerde 37 vrouwen en kinderen is aangeklaagd of vervolgd. Montenegro heeft één onderdaan vervolgd die was teruggekeerd van de Russische invasie in Oekraïne in 2014. Deze uitspraken kenmerken zich door milde straffen, hetgeen verontrustend is. Met betrekking tot personen die zijn gaan meevechten in de Russische oorlog tegen Oekraïne, heeft geen van de landen van de Westelijke Balkan gemeld dat burgers in de afgelopen tijd naar buitenlandse oorlogsgebieden zijn afgereisd, met uitzondering van Albanië, dat melding maakte van één onderdaan die naar Oekraïne is vertrokken om te gaan vechten. Volgens openbare bronnen zijn er echter wel mensen uit de regio naar Oekraïne vertrokken.

Vanwege de aanhoudende bedreigingen door verschillende terroristische groeperingen bleef Turkije voorrang geven aan de strijd tegen de PKK en de ontmanteling van de Gülen-beweging. De PKK blijft op de EU-lijst staan van personen, groepen en entiteiten die betrokken zijn bij terreurdaden. Ook heeft Turkije zijn actieve samenwerking met de internationale gemeenschap op het gebied van terrorismebestrijding voortgezet als lid van de wereldwijde coalitie tegen IS, het wereldwijde forum voor terrorismebestrijding en het Comité van terrorismedeskundigen van de Raad van Europa. Als medevoorzitter van de werkgroep buitenlandse terroristische strijders van de coalitie tegen IS gaf Turkije ook toegang tot zijn luchtruim en tot faciliteiten voor terrorismebestrijdingsoperaties van de coalitie in Irak en Syrië. Tegelijkertijd moeten de Turkse autoriteiten waarborgen dat de antiterrorismewetgeving van het land en de toepassing ervan voldoen aan het beginsel van de rechtsstaat en de grondrechten en vrijheden eerbiedigen. Turkije moet zijn antiterrorismewetgeving aanpassen aan de normen van de EU en voldoen aan het advies van de Commissie van Venetië over de wet die de financiering van de verspreiding van massavernietigingswapens moet voorkomen.

Hybride bedreigingen

Hybride bedreigingen, waaronder desinformatie, buitenlandse informatiemanipulatie en inmenging (foreign information manipulation and interference, FIMI) en cyberaanvallen, met name op kritieke infrastructuur, blijven op politiek en veiligheidsgebied een uitdaging voor de uitbreidingslanden. Na een sterke toename vorig jaar als gevolg van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne vormen deze bedreigingen nog steeds een aanzienlijk risico voor zowel de EU als de uitbreidingslanden. In reactie op de recente toekenning van de status van kandidaat-lidstaat aan Oekraïne en Moldavië en van het Europese perspectief voor Georgië blijven diverse, en met name door Rusland gesteunde partijen de geloofwaardigheid van de EU ter discussie stellen en het vertrouwen van de bevolking in de democratische instellingen ondermijnen. Deze partijen blijven zich rechtstreeks of indirect, via stromannen, bezighouden met informatiemanipulatie en inmenging, en laten hun activiteiten vaak vergezeld gaan van opzettelijke verstoringen in diverse sectoren en benutting van kwetsbaarheden.

Het aantal gevallen van desinformatie en FIMI is sinds vorig jaar aanzienlijk toegenomen. Naarmate de grootschalige Russische invasie in Oekraïne voortduurde, nam ook de verspreiding van diverse Kremlinboodschappen in de uitbreidingslanden toe, met uiteenlopende resultaten. Deze activiteiten zijn bijzonder effectief in Servië, waar een deel van de lokale media en enkele belangrijke politieke krachten pro-Russische boodschappen verspreiden, onder meer in de regio van de Westelijke Balkan. Hoewel er veel is gedaan, is de veerkracht tegen dergelijke bedreigingen nog steeds beperkt, en dat is een gevolg van een geringe mediageletterdheid, een laag vertrouwen in instellingen, beperkte onafhankelijke en professionele journalistiek en een geringe mate van mediavrijheid. Verder werden Oekraïne, Moldavië en Georgië nadat zij een Europees perspectief hadden gekregen en Moldavië en Oekraïne kandidaat-lidstaten waren geworden het doelwit van een nieuwe golf van FIMI-campagnes, die hoofdzakelijk bedoeld waren om de Europese aspiraties in diskrediet te brengen en om het Westen de schuld te geven van de huidige situatie in de regio. In Georgië werd met een specifieke desinformatiecampagne geprobeerd te suggereren dat het Westen vanuit Georgië een “tweede front” tegen Rusland zou willen beginnen. Actievere ontkrachting van deze desinformatie door de autoriteiten zou wenselijk zijn.

Cyberbeveiliging en cyberveerkracht blijven een belangrijke prioriteit in alle uitbreidingslanden. Enkele landen maakten in de loop van het jaar melding van cyberaanvallen met grote gevolgen voor het openbaar bestuur en openbare diensten. In Albanië, Noord-Macedonië, Montenegro, Oekraïne en Moldavië werd vooruitgang geboekt met de aanpassing aan het EU-acquis op het gebied van cyberbeveiliging. In juni 2023 vond in Brussel een conferentie op hoog niveau over cyberbeveiliging plaats onder de titel Naar een veerkrachtige cyberspace in de Westelijke Balkan. Een tweede dialoog tussen de EU en Oekraïne over cyberbeveiliging vond fysiek plaats in september 2022.

In Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo, Moldavië, Montenegro en Turkije werden in de loop van de verslagperiode verkiezingen gehouden. In de komende tijd zullen er verkiezingen plaatsvinden in Noord-Macedonië, Oekraïne, Moldavië en Georgië. Er zijn verdere maatregelen nodig om pogingen tot inmenging door derde landen en niet-overheidsactoren te voorkomen en te bestrijden.

De buitenlandse directe investeringen namen in alle landen toe, met uitzondering van Oekraïne. Robuuste kaders voor toezicht op buitenlandse directe investeringen, die aansluiten bij de EU-verordening voor de screening van buitenlandse directe investeringen, ontbreken nog in de meeste uitbreidingslanden, behalve Moldavië, waar wel een stelsel bestaat.

Migratie

De Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne heeft een toename van het aantal Oekraïense vluchtelingen tot gevolg gehad, en met name een land als Moldavië, maar ook Montenegro, Servië, Albanië en Noord-Macedonië hebben een cruciale rol als gastland vervuld.

Irreguliere migratie blijft een grote uitdaging voor zowel de Westelijke Balkan als Turkije, en dan met name de bestrijding van migrantensmokkel en mensenhandel. Volgens het Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex) waren er in 2022 aan de buitengrenzen van de EU in totaal circa 144 100 illegale grensoverschrijdingen vanuit de Westelijke Balkan. Dat was 134 % meer dan in 2021 (61 600). Tussen het begin van het jaar en 31 juli 2023 daalde het totale aantal irreguliere aankomsten in de EU vanuit de Westelijke Balkan echter in vergelijking met dezelfde periode in 2022. In de eerste zeven maanden van 2023 werden op de Westelijke Balkanroute circa 52 200 irreguliere grensoverschrijdingen geconstateerd, 26 % minder dan in dezelfde periode in het vorige jaar. In 2022 en de eerste zeven maanden van 2023 kwamen hoofdzakelijk personen met een Syrische, Afghaanse of Turkse nationaliteit aan.

De belangrijkste factoren die van invloed zijn op het grote aantal mensen dat per vliegtuig vanuit Turkije en Servië aankomt zijn: i) visumvrije regelingen; ii) de korte tijd die nodig is om door de regio te reizen, d.w.z. gemiddeld acht dagen in 2022, tegen 53 dagen in 2021, volgens de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM); iii) de naar verhouding lage prijzen die door smokkelnetwerken worden gevraagd om door de regio te reizen; en iv) het gegeven dat het via andere routes (bv. via het westelijke deel van de Middellandse Zee) lastiger is om de EU binnen te komen.

Het beleid van de Europese Commissie heeft tot doel om landen op de Westelijke Balkan die met migratiedruk in de regio te kampen hebben als mogelijke toekomstige EU-lidstaten te steunen. In overeenstemming met het actieplan van de EU voor de Westelijke Balkan is deze steun breed gericht op verbetering van grensbeheer, asielprocedures en opvangcapaciteit, bestrijding van migrantensmokkel, uitbreiding van de samenwerking op het gebied van overname en terugkeer van irreguliere migranten zonder verblijfsrechten naar hun landen van herkomst, en verbetering van asiel- en beschermingsstelsels en opvangcapaciteit, en verder op onderlinge afstemming van visumbeleid. In 2022 stuurden de EU-lidstaten volgens Frontex 5 962 onderdanen van derde landen terug naar de Westelijke Balkan, 22 % meer dan in 2021. Albanië was het belangrijkste land van bestemming voor deze terugkeerders, gevolgd door Servië en Noord-Macedonië. Daarnaast bevonden zich volgens de IOM tot 8 juni 2023 circa 3 657 migranten en vluchtelingen in de opvangcentra in de regio, en naar schatting 700 buiten opvangvoorzieningen. Ter vergelijking: in totaal was er in de opvang plaats voor circa 12 172 mensen. De Westelijke Balkan neemt deel aan het regionale operationele partnerschap voor de bestrijding van smokkel dat in november 2022 van start ging om wetshandhaving en justitiële samenwerking tegen criminele smokkelnetwerken te ondersteunen en om het grensbeheer te versterken.

Tot september 2023 kwamen 22 421 irreguliere migranten vanuit Turkije aan in de EU (onder meer in Griekenland, Italië en Bulgarije), tegen 22 821 in dezelfde periode in 2022. Het aantal migranten dat in Griekenland aankwam, steeg met 123 %, terwijl op de route over zee naar Italië sprake was van een substantiële daling (met 55 %). Het aantal migranten dat via de Groene lijn op Cyprus aankwam, daalde aanzienlijk, met 42 %.

De verklaring van de EU en Turkije uit 2016 bleef het belangrijkste kader voor samenwerking op migratiegebied en wierp nog steeds zijn vruchten af, ondanks aanhoudende moeilijkheden bij de uitvoering ervan. Turkije bleef ook een belangrijke rol vervullen bij de aanpak van de migratie langs de oostelijke Middellandse Zeeroute. Turkije bleef grote inspanningen leveren om 3,6 miljoen vluchtelingen uit Syrië en andere landen op te vangen, en de EU handhaafde haar aanzienlijke steun. In het kader van de EU-faciliteit voor vluchtelingen in Turkije was 6 miljard EUR beschikbaar, waarvan in september 2023 een bedrag van 5,1 miljard EUR was uitbetaald. Na een overbruggingsfinanciering van 535 miljoen EUR in 2020 zette de Commissie de uitvoering van het door de Raad gewenste pakket van 3 miljard EUR voort.

Visumliberalisering blijft een krachtig instrument om contacten tussen mensen te vergemakkelijken en hervormingen op het gebied van justitie, veiligheid en fundamentele vrijheden in de Westelijke Balkan en in Oekraïne, Moldavië en Georgië te ondersteunen. Zoals ook wordt bevestigd in het verslag uit 2023 in het kader van het opschortingsmechanisme voor vrijstelling van de visumplicht 1 , moeten Albanië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro, Noord-Macedonië 2 , Servië, Georgië, Moldavië en Oekraïne hun visumbeleid verder aanpassen aan de EU-lijsten met visumplichtige derde landen, waaronder met name de derde landen die voor de EU op het gebied van irreguliere migratie of veiligheid een risico vormen. Afstemming van het visumbeleid op dat van de EU blijft cruciaal voor een goede werking van de visumvrije regelingen van deze partners met de EU. Turkije boekte tijdens de verslagperiode geen vooruitgang met betrekking tot de voltooiing van de nog openstaande benchmarks van de routekaart naar visumliberalisering.

Hervorming van het openbaar bestuur

De kwaliteit van het openbaar bestuur en van het regelgevingskader is van cruciaal belang voor het concurrentievermogen van de EU op de lange termijn 3 . Jarenlang heeft de Europese Commissie mogelijke toekomstige EU-lidstaten stelselmatig begeleid en ondersteund bij de opbouw van een stabiel en goed functionerend openbaar bestuur op basis van de vijf beginselen van goede beleidsvorming, goed beheer van het overheidsapparaat, een doeltreffende organisatie van de staat en duidelijke verantwoordingslijnen, een consistente en op de burger gerichte dienstverlening en een gezond beheer van de overheidsfinanciën. Hoewel uitbreidingslanden actief van deze ondersteuning gebruikmaken, ontbreekt het in de meeste van die landen aan de politieke inzet en het leiderschap die nodig zijn om hervormingen door te voeren die gevoeliger zouden liggen in een overwegend cliëntelistische cultuur, en om stabielere en professionelere organisaties en systemen op te bouwen. Op dit moment zijn de meeste hervormingen vooral cosmetisch van aard, en niet zozeer inhoudelijk. Als landen de heersende bestuurscultuur niet gaan veranderen, dan zal het voor hun openbaar bestuur lastig blijven om het talent aan te trekken en te behouden dat nodig is om het beleid, de diensten en de investeringen te coördineren en uit te voeren die nodig zijn om voor de langere termijn welvaart en maatschappelijk welzijn op te bouwen. 

Over het algemeen zijn de uitbreidingslanden in het beste geval redelijk voorbereid als het gaat om de kwaliteit van hun openbaar bestuur. In de loop van de verslagperiode werd over de hele linie zeer beperkte vooruitgang geboekt met hervormingen. De meeste aanbevelingen uit vorige jaren gelden nog steeds. In veel gevallen is slechts ten dele voorzien in een formele juridische en institutionele grondslag voor professioneel bestuur, maar wordt deze niet stelselmatig toegepast. De meeste landen hebben strategieën voor de hervorming van het openbaar bestuur (behalve Turkije) of zijn deze aan het bijwerken. De uitvoering daarvan verschilt echter per land, leidt vaak niet tot duurzame hervormingen en heeft geen blijvende effecten op de opbouw van een beter openbaar bestuur. 

In Oekraïne is enige vooruitgang zichtbaar, maar blijven door de oorlog ook uitdagingen bestaan. Georgië en Moldavië hebben met de versterking van hun openbaar bestuur enige vooruitgang geboekt na de vaststelling van een hervorming van het openbaar bestuur en de bijbehorende actieplannen.

Goede beleidscoördinatie en -ontwikkeling blijven de hoeksteen van hervormingen van het openbaar bestuur. Uitbreidingslanden moeten beleid en wetgeving stelselmatig met gegevens en informatie onderbouwen, wetgeving en beleid inclusief en op basis van raadplegingen ontwikkelen en potentiële gevolgen beoordelen. Met een goede planning en een ordentelijke procedure voor de beleidsagenda worden vertrouwen, veerkracht en een voor burgers en bedrijfsleven beter voorspelbare regelgeving opgebouwd.  

Met betrekking tot personele middelen en beheer van het overheidsapparaat worstelen de meeste landen nog steeds met de ontwikkeling en stelselmatige uitvoering van een transparant, samenhangend en eerlijk salarisstelsel en met een stelsel voor werving, promotie en ontslag op basis van verdienste. Deze hervormingen zijn nodig om gemotiveerde en gekwalificeerde medewerkers aan te trekken en te behouden, en om een professioneel en goed functionerend overheidsapparaat tot stand te brengen. Het beheer van dergelijke hervormingen ligt doorgaans zeer gevoelig. Inzicht in de belangen en zorgen van de diverse belanghebbenden is naast de verwerving van brede steun cruciaal om vooruitgang te kunnen boeken.  

Een doeltreffende organisatie en verantwoordingsplicht van de staat worden nog steeds belemmerd door onvoldoende vooruitgang bij de stroomlijning van het staatsbestel en de vaststelling van duidelijke verantwoordingslijnen tussen ministeries en lagere organen (in Bosnië en Herzegovina, Albanië, Kosovo, Noord-Macedonië, Servië en Moldavië). De capaciteit van bestuursrechters en de kwaliteit van beslissingen is onvoldoende om de rechten van mensen op rechtsbedeling te waarborgen (in Servië, Noord-Macedonië, Albanië, Bosnië en Herzegovina en Moldavië). De kwaliteit van toezichthoudende instanties loopt uiteen, en aanbevelingen worden niet stelselmatig opgevolgd, waardoor doeltreffende controlemechanismen en mogelijkheden voor structurele verbetering worden beperkt. Verbetering van het bestuur op verschillende niveaus vereist betere samenwerking en afstemming tussen nationale, regionale en lokale overheden om de kwaliteit van de dienstverlening op alle niveaus te waarborgen en bestuurlijke verantwoordelijkheden te koppelen aan middelen en capaciteit. Gezien het belang van zowel een goed evenwicht tussen landelijke, regionale en lokale overheden als een samenhangende toepassing van regels, procedures en normen op alle niveaus van het openbaar bestuur, moeten de inspanningen in alle landen worden opgevoerd.

Het aanbieden van digitale bestuursdiensten blijft een van de gebieden waarop met de hervormingsagenda voor het openbaar bestuur de meeste vooruitgang is geboekt, met name in Albanië, Servië en Oekraïne. Hoewel in sommige landen nog een inhaalslag moet worden gemaakt, moeten alle landen blijven waarborgen dat overheidsdiensten ook goed toegankelijk zijn voor mensen met onvoldoende digitale middelen of vaardigheden. Ook is er nog ruimte voor verdere stroomlijning van bestuurlijke processen en vermindering van de regeldruk voor burgers en bedrijven.  

Onvoldoende effectiviteit en integriteit bij het beheer van de overheidsfinanciën ondermijnt het vertrouwen en is in de meeste uitbreidingslanden van invloed op zowel de overheidsontvangsten als het beheer van de uitgaven. Transparantie over de begroting en de doeltreffendheid van de overheidsuitgaven zijn belangrijke zaken, met name in tijden van toenemende budgettaire beperkingen. Stelsels voor overheidsopdrachten vertonen nog steeds te veel mazen om een doelmatige besteding van belastinggeld te waarborgen. Met een cultuur waarin leidinggevenden verantwoordingsplichtig zijn en interne en externe audits plaatsvinden, kan de houdbaarheid van de financiën van een land worden gewaarborgd, maar dit is nog niet de norm. Het beheer van activa en investeringen moet nog veel verder worden verbeterd, willen de uitbreidingslanden de infrastructurele kloof met de lidstaten van de EU dichten en de vruchten kunnen plukken van een toekomstig lidmaatschap van de EU, waaronder middelen voor investeringen.  

Maatschappelijk middenveld

Een vrij en mondig maatschappelijk middenveld is een belangrijk onderdeel van elk democratisch bestel. In alle uitbreidingslanden bestaat een actief en bruisend maatschappelijk middenveld dat het werk van de overheid bewaakt en een bijdrage levert aan de beleidsvorming. Organisaties uit het maatschappelijk middenveld zijn ook nog steeds aanbieders van diensten, waaronder met name hulp aan mensen in kwetsbare situaties en betrokkenheid bij de humanitaire reactie op de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne.

De vrijheid van vereniging en vergadering is in wettelijke kaders neergelegd en wordt doorgaans geëerbiedigd. Toch blijven hervormingen nodig, willen internationale normen volledig kunnen worden toegepast, en moet de uitvoering veel consistenter worden. Het maatschappelijk middenveld staat continu onder druk en heeft steeds minder bewegingsvrijheid gekregen door beperkingen van zijn activiteiten en die van mensenrechtenactivisten. Het gebruik van strategische rechtszaken tegen publieke participatie (strategic lawsuits against public participation, SLAPP) door onder andere overheidsfunctionarissen neemt alarmerend toe in Servië en Bosnië en Herzegovina, en komt ook voor in andere landen, waaronder Albanië. Zo is het ook van wezenlijk belang dat veiligheidsmaatregelen niet worden misbruikt en bijvoorbeeld tegen politieke tegenstanders of critici worden ingezet via antiterrorismewetgeving in Turkije, vrije toegang tot informatie in Montenegro en tot op heden bestaande buitensporige toezichts- en rapportagemaatregelen tegen witwassen in Kosovo. De meest verontrustende ontwikkelingen houden echter verband met de opkomst van “wetgeving tegen buitenlandse agenten”, die tot stigmatisering en repressie van organisaties uit het maatschappelijk middenveld leidt. Dergelijke wetgeving is voorgesteld in de Republika Srpska-entiteit in Bosnië en Herzegovina en in Georgië (maar in Georgië vervolgens onder internationale en lokale druk weer ingetrokken).

In bijvoorbeeld Georgië, Servië, Montenegro, Bosnië en Herzegovina en Kosovo moeten de beschikbaarheid en de transparantie van overheidsfinancieringen significant worden verbeterd en moeten deze op basis van objectieve criteria worden toegekend. Hoewel het rechtskader voor liefdadigheid en donaties in Moldavië is verbeterd, is wetgeving over vrijwilligerswerk in Albanië en Montenegro nog steeds niet aangenomen. De procedures voor registratie van organisaties uit het maatschappelijk middenveld moeten worden verbeterd, onder meer in Albanië, Noord-Macedonië en Montenegro.

Hoewel er beleid is om het klimaat voor het maatschappelijk middenveld gunstiger te maken of om samenwerking tussen de overheid en het maatschappelijk middenveld te bevorderen in Albanië, Kosovo, Noord-Macedonië of Oekraïne, is de uitvoering ervan ontoereikend en vaak afhankelijk van financiering door donateurs. Bij hun beleidsvorming erkennen de meeste landen de waardevolle bijdrage van het maatschappelijk middenveld. Er bestaan ook regelingen voor openbare raadplegingen, maar de manier waarop deze worden toegepast moet worden verbeterd. De geïnstitutionaliseerde regelingen voor samenwerking tussen het maatschappelijk middenveld en de overheid vertonen nog steeds zwakke punten. Het is van essentieel belang dat overheden de juiste voorwaarden scheppen voor een betekenisvolle en inclusieve deelname van organisaties uit het maatschappelijk middenveld aan de beleidsvorming.

Economie                                    

Na de grootschalige Russische invasie in Oekraïne in februari 2022 hebben de economieën van de tien uitbreidingslanden met grote economische en maatschappelijke uitdagingen te kampen gekregen. In Oekraïne daalde het bbp in 2022 met 29,1 % toen het hele land zwaar werd getroffen door de Russische aanvalsoorlog en de macro-economische stabiliteit onder grote druk kwam te staan. De groei van het bbp in de Westelijke Balkanregio vertraagde in 2022 tot 3,2 %, terwijl die groei na de recessie door COVID-19 in 2021 juist weer was gestegen tot 7,7 %. De ernst van de vertraging verschilde echter per economie en de werkelijke groei van het bbp daalde tot 6,1 % in Montenegro, 5,6 % in Turkije, 4,8 % in Albanië, 4 % in Bosnië en Herzegovina, 3,5 % in Kosovo, 2,3 % in Servië en 2,1 % in Noord-Macedonië. In Moldavië kromp het bbp sterk (met 5,9 %) en in Georgië bleef het met dubbele cijfers groeien (10,1 %). De verschillen in economische groei tussen de landen werden hoofdzakelijk veroorzaakt door rechtstreekse en indirecte gevolgen van de Russische oorlog in Oekraïne, waaronder de effecten daarvan op handelsrelaties, energie, voedselprijzen en migratie. De economische vooruitzichten voor de tien economieën blijven omgeven door grote onzekerheid over de verdere gevolgen van de oorlog voor de groei, de werkgelegenheid en de sociale cohesie.

Gedurende het jaar 2022 namen landen begrotingsmaatregelen om de economische effecten van de oorlog en van de oplopende energie- en voedselprijzen te beperken. Aangezien de energieprijzen na een hoge piek weer aanzienlijk zijn gedaald, moeten de maatregelen nu geleidelijk worden afgebouwd, maar moet tegelijkertijd worden gezorgd dat de begrotingsconsolidatie wordt gehandhaafd en dat de sociale bescherming goed wordt gericht op degenen die het nodig hebben. Na eerder sterk te zijn gestegen, begon de inflatie in de Westelijke Balkanlanden, Moldavië en Georgië na de piek in het najaar van 2022 weer af te nemen. Ook in Turkije vertraagde de inflatie in het eerste halfjaar van 2023, nadat de wereldwijde prijsdruk in combinatie met een onorthodox monetair beleid tot een grote waardevermindering van de lira had geleid en de inflatie was gestegen tot het hoogste niveau in 20 jaar tijd (meer dan 85 % in oktober 2022). Door verstoringen in toeleveringsketens, hogere productiekosten en het aanzetten van de geldpers door de nationale bank om de oorlog te financieren steeg de inflatie in Oekraïne sterk, tot een piek van 26,6 % eind 2022, om daarna weer af te nemen.

De arbeidsmarkten in de Westelijke Balkanlanden en Turkije blijven zich kenmerken door een geringe activiteit over de hele linie (met name onder vrouwen en jongeren), hoge werkloosheid en kennisvlucht onder geschoolde arbeiders. Op het gebied van vaardigheden blijven er structurele discrepanties tussen vraag en aanbod bestaan, die het gevolg zijn van onvoldoende investeringen in menselijk kapitaal en zwakke onderwijsstelsels. Dit vereist een actiever arbeidsmarktbeleid, meer bilaterale en trilaterale sociale dialoog en investeringen in bij-, na- en omscholing. In dit verband hebben de Westelijke Balkanpartners in 2021 afgesproken om in navolging van het EU-model jongerengarantieregelingen op te zetten. Medio 2023 hadden de meeste van hen interministeriële deskundigengroepen ingesteld om uitvoeringsplannen te ontwikkelen. Drie van hen hadden hun plannen al vastgesteld, en enkele waren in 2023 al begonnen met het uitvoeren van de regeling. De arbeidsmarkten in Moldavië en Georgië deden het in 2022 naar verhouding goed en profiteerden van de komst van gekwalificeerde vluchtelingen die uit Rusland waren vertrokken vanwege Ruslands oorlog tegen Oekraïne en de mobilisatie in hun land, maar er blijven structurele zwakheden bestaan. Hoge informele werkgelegenheid blijft in alle partnerlanden een belangrijk onderwerp. In Oekraïne hadden vluchtelingenstromen en binnenlandse ontheemding in combinatie met de enorme vernietiging van kapitaal ingrijpende gevolgen voor de arbeidsmarkt, die zich toch al kenmerkte door naar verhouding geringe activiteit en door kennisvlucht. Er zullen enorme inspanningen nodig zijn om na de oorlog weer een functionerende arbeidsmarkt op te bouwen en de tekorten aan vakmensen op te vullen. Versterking van de sociale dialoog, met inbegrip van capaciteitsopbouw voor de sociale partners, zal in dat verband cruciaal zijn.

Het wordt steeds belangrijker dat de economieën van alle tien uitbreidingslanden sneller structurele hervormingen doorvoeren om duurzaam herstel op de middellange termijn mogelijk te maken en vooruitgang te boeken met betrekking tot de twee economische criteria voor het EU-lidmaatschap: waarborgen van een goed functionerende markteconomie en aantonen in staat te zijn om aan de concurrentiedruk en de marktkrachten in de EU het hoofd te bieden.

Met betrekking tot de goed functionerende markteconomie kan van geen van de Westelijke Balkanlanden op dit moment worden gezegd dat het een volledig functionerende markteconomie heeft, en de mate van naleving verschilt, hoewel in enkele landen wel sprake is van vooruitgang. Waar Bosnië en Herzegovina zich nog in een vroeg stadium van voorbereiding bevindt en in het afgelopen jaar geen vooruitgang heeft geboekt, hebben de meeste andere partners enige of goede vooruitgang geboekt bij het opbouwen van functionerende markteconomieën en een redelijk tot goed niveau van voorbereiding bereikt. De markteconomie van Turkije is goed gevorderd, maar er blijven ernstige zorgen bestaan over de werking ervan, omdat sprake is van een terugval op belangrijke onderdelen, waaronder het voeren van monetair beleid en het institutionele en regelgevingsklimaat. Na de verkiezingen zijn stappen ondernomen om enkele van deze punten van zorg aan te pakken. Moldavië en Oekraïne bevinden zich in een vroeg stadium/zijn enigszins voorbereid, terwijl Georgië redelijk is voorbereid. Met betrekking tot hun vermogen om aan concurrentiedruk en marktkrachten het hoofd te bieden, is alleen Turkije goed voorbereid. Servië, Montenegro en Noord-Macedonië zijn redelijk voorbereid, Albanië en Georgië zijn enigszins voorbereid en Bosnië en Herzegovina en Moldavië bevinden zich in een vroeg stadium/zijn enigszins voorbereid, terwijl Kosovo en Oekraïne zich in een vroeg stadium bevinden.

De mate van uitvoering van het gezamenlijk overeengekomen beleidsadvies bleef in de Westelijke Balkan en Turkije verslechteren en daalde van 50,8 % in 2020 tot 42,9 % in 2021 en 40,8 % in 2022. Uitvoering van de beleidsrichtsnoeren is voor de landen van groot belang voor een verdere aanpassing van hun economieën aan die van de EU en ter voorbereiding op hun toekomstige deelname aan het kader van de EU voor onderlinge afstemming van, en toezicht op economisch en sociaal beleid. De houdbaarheid van de begroting moet worden verbeterd, de ontwikkeling van menselijk kapitaal moet worden bevorderd en er moet veerkracht tegen toekomstige schokken worden opgebouwd. Om investeringen aan te trekken en de economische groei te stimuleren, zijn aanhoudende inspanningen nodig om vooruitgang te boeken met betrekking tot de transitie naar een digitale en groene economie, de verbetering van het zakelijke klimaat en verdere regionale economische integratie op basis van EU-normen.



Bijlage 2. Uitvoering van het economisch en investeringsplan voor de Westelijke Balkan

De uitvoering van het op 6 oktober 2020 vastgestelde economisch en investeringsplan (EIP) voor de Westelijke Balkan 4 is in volle gang. Het plan is gericht op nauwere integratie en het dichten van de sociaal-economische kloof tussen de regio en de EU, het ondersteunen van de transitie naar een groene en digitale economie en het dichter bij de eengemaakte markt van de EU brengen van de Westelijke Balkan. Het plan wordt uitgevoerd met een pakket van 9 miljard EUR aan EU-subsidies en de garantiefaciliteit voor de Westelijk Balkan, die naar verwachting tot 20 miljard EUR aan investeringen zal aantrekken.

Het effect van deze investeringen op de economie van de regio zal naar verwachting worden versterkt door tastbare vooruitgang bij de uitvoering van de gemeenschappelijke regionale markt en de programma’s voor economische hervorming, maar ook door aanhoudende vooruitgang op het gebied van de rechtsstaat, het beheer van de overheidsfinanciën en de hervorming van het openbaar bestuur.

Op dit moment heeft de EU voor 4,29 miljard EUR aan subsidies goedgekeurd of vastgelegd, die naar verwachting meer dan 10,76 miljard EUR aan investeringen zullen genereren uit andere bronnen. Hieronder vallen onder meer de financiering voor 54 vlaggenschipprojecten in het kader van het investeringskader voor de Westelijke Balkan (Western Balkans Investment Framework, WBIF), bilaterale en meerlandenacties in het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (Instrument for Pre-accession Assistance, IPA) en Ipard-financiering (IPA voor plattelandsontwikkeling) ter ondersteuning van landbouwmaatregelen. Daarnaast heeft de EU 21 garantiestellingen goedgekeurd in het kader van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO+), waarmee grote investeringen via banken en internationale financieringsinstellingen worden gefaciliteerd.

Investeren in vervoersconnectiviteit is met name gericht op de ontwikkeling van de noodzakelijke infrastructuur voor vervoer over de weg, per spoor en over het water, in overeenstemming met de prioriteiten van de trans-Europese vervoersnetwerken. Deze rubriek is ook gericht op verbetering en vergroening van bestaande infrastructuur, om bij te dragen aan oplossingen voor slimme mobiliteit in overeenstemming met de groene agenda.

De belangrijkste vlaggenschipprojecten die in het kader van het WBIF zijn goedgekeurd als onderdeel van het EIP richten zich met name op: i) de spoorlijn tussen Servië en Bulgarije van corridor X; ii) de vredessnelweg die Kosovo en Servië met elkaar verbindt; iii) de autosnelweg van corridor Vc in Bosnië en Herzegovina, die het land verbindt met de Adriatische zee, Hongarije en Kroatië; iv) de blauwe snelweg in Albanië; v) de snelweg in Noord-Macedonië van corridor VIII; en vi) andere aansluitingen van snelwegen en spoorlijnen en andere rondwegen in de regio.

Deze projecten vormen een aanvulling op de investeringen in verbindingen die in vorige jaren zijn goedgekeurd en waarvan enkele in de afgelopen maanden zijn voltooid. Daartoe behoren het gedeelte van de Tarcin-snelweg van corridor Vc en de Ivan-tunnel in Bosnië en Herzegovina en het gedeelte van de spoorweg Bar-Vrbnica van corridor IV in Montenegro.

In overleg met het permanent secretariaat van het Verdrag tot oprichting van de Vervoersgemeenschap blijft de regio ook aan hervormingsmaatregelen werken door de uitvoering van vijf sectorale actieplannen (spoor, weg, verkeersveiligheid, vergemakkelijking van vervoer, en vervoer over water en multimodaal vervoer) en de strategie voor duurzame en slimme mobiliteit voor de Westelijke Balkan. Het door de zes partners goedgekeurde doorlopende werkplan met een looptijd van vijf jaar dient als aanvullend planningsinstrument voor de hervormingen en de infrastructuur waaraan de regio in de komende jaren prioriteit moet geven.

De uitvoering van deze actieplannen en de modernisering van bestaande infrastructuur wordt ondersteund via het programma van 80 miljoen EUR voor veilig en duurzaam vervoer dat in juni 2023 door de operationele raad van het WBIF werd vastgesteld. Vanuit dit programma worden slimme en duurzame mobiliteitsoplossingen door vergroening en digitalisering gefinancierd.

Na de succesvolle invoering van “groene corridors” in de regio tijdens de COVID-19-pandemie, worden soortgelijke groene en blauwe corridors (bij grenzen op zee) ook tussen de Westelijke Balkan en landen van de EU tot stand gebracht in het kader van de maatregelen om het vervoer te vergemakkelijken. Zij worden op dit moment samen met Griekenland, Italië en Kroatië uitgevoerd, en er lopen onderhandelingen over corridors aan de Servisch-Hongaarse grens.

Tot slot is in het kader van het voorstel voor herziening van de verordening inzake het trans-Europees vervoersnetwerk (TEN-T) een Westelijke Balkancorridor ingesteld en opgenomen in het uitgebreide netwerk en voor een deel in het kernnetwerk. Dit laat zien dat de EU zich inzet voor verbindingen in de regio, die als een integraal onderdeel van het vervoersnetwerk van de EU worden beschouwd.

Aan financiële steun voor duurzaam vervoer in het kader van het EIP is tot dusverre 1,74 miljard EUR goedgekeurd in het kader van het WBIF en vastgelegd in het kader van bilaterale en meerlandenprogramma’s van het IPA. Dit zal naar verwachting nog eens 5,7 miljard EUR uit andere bronnen genereren.

Vlaggenschipprojecten op het gebied van de transitie naar schone energie en connectiviteit zijn met name gericht op investeringen in hernieuwbare energiebronnen, de “renovatiegolf” voor energie-efficiëntie en het faciliteren van de afbouw van steenkool. Daarnaast worden voorzieningszekerheid en diversificatie op energiegebied ondersteund.

In oktober 2022 kondigde de Commissie een energiesteunpakket van 1 miljard EUR voor de regio aan. De helft daarvan is gerichte steun voor kwetsbare sociale groepen en bedrijven, en de andere helft is bestemd voor versnelling van de energietransitie, met name door investeringen in energie-efficiëntiemaatregelen, diversificatie van de energievoorziening en de opwekking van hernieuwbare energie. Het grootste deel van de rechtstreekse steun werd begin 2023 uitbetaald, terwijl in de loop van 2023 zal worden bepaald welke investeringen voorrang hebben, waarna deze worden vastgesteld.

De operationele raad van het WBIF heeft tot dusverre 18 EIP-investeringsprojecten goedgekeurd die zich richten op de bouw van zonnecentrales (bv. in Albanië, Kosovo en Noord-Macedonië), windparken (bv. in Servië), renovatie van waterkrachtcentrales (bv. in Albanië, Bosnië en Herzegovina, Noord-Macedonië en Servië), transportnetten voor elektriciteit (bv. de trans-Balkan elektriciteitscorridor) en energie-efficiëntie. Ook verleent de EU steun aan, en investeert zij in gasknooppunten om een betere diversificatie van energiebronnen te bewerkstelligen.

Om hernieuwbare energie en energie-efficiëntie te bevorderen en de vooruitgang bij de renovatie van openbare en particuliere gebouwen te ondersteunen, heeft de Commissie 100 miljoen EUR aan het regionale programma voor energie-efficiëntie bijgedragen op grond van een overeenkomst die in december 2022 werd ondertekend. In april 2022 bracht de operationele raad van het WBIF een positief advies uit over een financiering van 45 miljoen EUR voor een speciale garantiefaciliteit voor projecten die hoofdzakelijk verband houden met energie-efficiëntie en hernieuwbare energie, en over deze financiering wordt op dit moment onderhandeld.

In december 2022 stelden de landen van de Westelijke Balkan energie-en klimaatdoelen voor 2030 vast in het kader van het Verdrag tot oprichting van de Energiegemeenschap. Op basis daarvan ontwikkelen zij op dit moment hun respectieve nationale energie- en klimaatplannen waarin de stappen worden omschreven die nodig zijn om deze doelen te bereiken. Ook ontwikkelen de Commissie en de energiegemeenschap in het kader van het toetredingsproces van de Westelijke Balkanlanden samen met die landen een regionaal emissiehandelssysteem.

De afbouw van steenkool in de regio, die grotendeels afhankelijk is van fossiele brandstoffen, wordt een grote sociaal-economische uitdaging. De Commissie heeft daarom steun verleend aan een samenwerkingsplatform voor steenkoolregio’s in transitie in de Westelijke Balkan en Oekraïne, dat een afspiegeling is van een soortgelijk initiatief in de EU. Er heeft al een hele reeks bilaterale uitwisselingen met EU-regio’s plaatsgevonden, en andere worden gepland.

Aan financiële steun voor schone energie in het kader van het EIP is tot dusverre 617 miljoen EUR goedgekeurd in het kader van het WBIF en vastgelegd in het kader van bilaterale en meerlandenprogramma’s van het IPA. Dit zal naar verwachting nog eens 1,3 miljard EUR uit andere bronnen genereren.

Verder heeft de operationele raad van het WBIF een positief advies uitgebracht over zes bijbehorende “open access” garantiestellingen, die naar verwachting aanzienlijke investeringen in energie-infrastructuur, energie-efficiëntie en de energietransitie zullen genereren. De onderhandelingen over de contracten zijn op dit moment gaande.

De EIP-prioriteiten voor vervoer en energie vormen een aanvulling op de inspanningen op het gebied van milieu en klimaatverandering. Samen dragen zij bij aan de uitvoering van de groene agenda voor de Westelijke Balkan die samen met het EIP werd vastgesteld en door de leiders van de Westelijke Balkanlanden in november 2020 werd bekrachtigd in de verklaring van Sofia. De uit vijf pijlers bestaande agenda voorziet in hervormingen van de regelgeving en investeringen in de regio, zodat deze zich kan aansluiten bij de ambities van de Europese Green Deal, met name op het gebied van de energietransitie, voorkoming van verontreiniging, de circulaire economie, bescherming van de biodiversiteit en duurzame voedselproductie. De uitvoering van de agenda wordt bevorderd door middel van de EIP-vlaggenschipprojecten voor duurzaam vervoer, de energietransitie en afvalstoffen- en zuiveringsbeheer.

De regio voert een gedetailleerd actieplan voor de agenda uit, dat in oktober 2021 door de leiders werd bekrachtigd tijdens de top in Brdo. Hoewel de Raad voor regionale samenwerking een sleutelrol blijft spelen bij de coördinatie van regionale initiatieven in het kader van de groene agenda, heeft de Commissie een EU4Green-programma van 11 miljoen EUR met het Oostenrijkse milieuagentschap afgesloten om elke partner in de regio te ondersteunen bij zijn eigen strategieën en hervormingen.

Naast de reeds genoemde energie- en vervoersprojecten ondersteunde de EU ook investeringen in projecten voor de groene agenda op het gebied van afvalstoffen- en zuiveringsbeheer, de circulaire economie, milieubescherming en duurzame landbouw. In het kader van vlaggenschip 7 hebben de operationele raad van het WBIF en de Commissie tot dusverre financieringen goedgekeurd voor zeven investeringsprojecten op het gebied van water en zuiveringsbeheer in alle zes partnerlanden (onder meer in de hoofdsteden Podgorica, Skopje, Belgrado en Sarajevo) en drie programma’s om het beheer van afvalstoffen te ondersteunen (in Albanië, Noord-Macedonië en Servië). Ook is er een reeks bilaterale programma’s op het gebied van biodiversiteit en bescherming van het milieu in specifieke gebieden (bv. het Prespameer). Daarnaast bestaat er een regionaal programma om vervuiling in steden te bestrijden door ondersteuning van het Burgemeestersconvenant voor klimaat en energie, dat steden helpt bij de ontwikkeling van plannen en de uitvoering van proefprojecten op dit gebied.

De groene transitie in de agrovoedingssector wordt grotendeels uitgevoerd via het Ipard. Tot dusverre is in het kader van het EIP 152 miljoen EUR vastgelegd voor steun aan de modernisering van een duurzame voedselproductie.

Aan financiële steun voor milieubescherming en klimaatverandering in het kader van het EIP is tot dusverre 633 miljoen EUR goedgekeurd in het kader van het WBIF en vastgelegd in het kader van bilaterale en meerlandenprogramma’s van het IPA en het Ipard. Dit zal naar verwachting nog eens 685 miljoen EUR uit andere bronnen genereren.

Daarnaast heeft de operationele raad van het WBIF een positief advies uitgebracht over zes “open access” garantiestellingen in verband met de groene transitie, gericht op de duurzame transitie van steden, koolstofputten en groene obligaties. De contracten worden momenteel opgesteld en zullen naar verwachting in 2023 worden ondertekend.

Verder ondersteunt het EIP de regio bij haar digitale transitie met technische bijstand en investeringen. Het richt zich op de hervormingen van de regelgeving die bevorderlijk zijn voor de ontwikkeling van een markt voor digitale diensten en op het bevorderen van investeringen in innovatieve digitale oplossingen en digitale infrastructuur. Tot dusverre zijn in het kader van het WBIF twee projecten goedgekeurd, voor breedband in Servië en ict-laboratoria in Albanië.

Over de hervorming van het rechtskader voert de Commissie jaarlijks een regelgevende dialoog over digitaal beleid met de regio en steunt zij de geregelde digitale topontmoetingen op hoog niveau van de Westelijke Balkan. Tijdens de dialoog op 30 juni 2023 ondertekenden Albanië, Montenegro, Noord-Macedonië en Servië associatieovereenkomsten met het programma Digitaal Europa (Digital). Door deelname aan Digital krijgen de landen toegang tot het netwerk van Europese digitale-innovatiehubs waarmee bedrijven en de overheidssector worden ondersteund bij de transitie naar een groene en digitale economie. In 2022 ondertekenden de zes landen de Verklaring over de toekomst van het internet, waarin de visie en de uitgangspunten voor een betrouwbaar internet uiteen worden gezet. De regio is ook volledig betrokken bij de werkzaamheden van het Orgaan van Europese regulerende instanties voor elektronische communicatie.

De Commissie speelde samen met de Raad voor regionale samenwerking een belangrijke rol bij de totstandkoming van de regionale roamingovereenkomst, waarmee op 1 juli 2021 een regeling voor “roaming tegen thuistarief” in de regio is ingevoerd. De eerste vrijwillige verlaging van de dataroamingtarieven door de belangrijkste aanbieders in de EU en op de Westelijke Balkan is op 1 oktober 2023 ingegaan. De aanbieders bereikten ook overeenstemming over een geleidelijke verdere afbouw in de komende jaren, waardoor de prijzen uiteindelijk in 2028 in de buurt zullen komen van een “roaming tegen thuistarief”-regeling.

Tegelijkertijd stimuleert de EU de ontwikkeling van nieuwe digitale oplossingen voor diverse aspecten van de Westelijke Balkaneconomieën, waaronder vervoer, energie, logistiek, overheid en handel. Een belangrijk initiatief om dergelijke oplossingen te stimuleren is de jaarlijkse Balkathon, waar prijzen worden uitgereikt voor innovatieve digitale transitieprojecten.

Een regionaal programma onder de naam EU4Digital is in voorbereiding. Het heeft een budget van 15 miljoen EUR en moet in drie jaar tijd worden uitgevoerd. Het programma is bedoeld als aanvulling op de lopende werkzaamheden van de gemeenschappelijke regionale markt — Regionale digitale ruimte, waarmee wordt voortgebouwd op de doelstellingen van de digitale agenda voor de Westelijke Balkan.

Cyberbeveiliging blijft een belangrijk onderdeel van het economisch en investeringsplan. Voor de regio werden de behoeften op het gebied van cyberbeveiliging beoordeeld, en om voorbereid te zijn op cyberincidenten vindt er een reeks evenementen over technische bijstand plaats in het kader van het instrument voor uitwisseling van informatie over technische bijstand (Taiex).

Aan financiële steun voor de digitale transitie in het kader van het EIP is tot dusverre meer dan 50 miljoen EUR goedgekeurd in het kader van het WBIF en vastgelegd in het kader van bilaterale en meerlandenprogramma’s van het IPA. Dit zal naar verwachting nog eens 240 miljoen EUR uit andere bronnen genereren.

Daarnaast heeft de operationele raad van het WBIF een “open access” garantiestelling op dit gebied goedgekeurd, het platform voor de digitale transitie.

De particuliere sector ondersteunen is met name bedoeld voor gerichte financiering door middel van speciale garantiefaciliteiten voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) om te starten, te innoveren en concurrerend te worden. Soortgelijke steun wordt ook via het Ipard verleend aan bedrijven in de agro-industrie op het platteland.

Voor ontwikkeling en groei van de particuliere sector moeten de juiste voorwaarden tot stand worden gebracht, in het bijzonder voor micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (mkmo’s). Dit staat centraal in de jaarlijkse economische beleidsdialoog met de Westelijke Balkanpartners via de economische hervormingsprogramma’s (Economic Reform Programmes, ERP) en de daaruit voortvloeiende economische beleidsaanbevelingen, afgestemd op de prioriteiten van het EIP.

Steun aan de particuliere sector, met name om innovatie te bevorderen en de transitie naar een groene en digitale economie te versterken, wordt momenteel verleend door middel van zes speciale aanpassingsregelingen voor de particuliere sector: SMEs Go Green (Kmo’s gaan groen), Climate Programme (Klimaatprogramma), Green Finance for Inclusion (Groene financiering voor inclusie), Sustainable Access to Finance for Entrepreneurship (Duurzame toegang tot financiën voor ondernemerschap), Go Digital (Ga digitaal) en Green for Growth (Groen voor groei), om groene leningen te stimuleren.

Ook ondersteunt de Commissie het WB6 Chambers-investeringsforum om de economische belangen van de Westelijke Balkan en verder te behartigen. Zij financiert met name het regionale programma voor de ontwikkeling van leveranciers, dat het makkelijker moet maken om verbindingen/mogelijkheden te creëren voor binnenlandse leveranciers

Tot slot startte de Commissie een aantal initiatieven in het kader van de garantiefaciliteit voor de Westelijke Balkan, als onderdeel van het bredere EFSD+. Dit omvat tien garantieregelingen voor kmo’s om algemene groeifinanciering te verkrijgen, en een faciliteit om risico’s in de landbouw te delen en inclusieve groei en de dubbele transitie te bevorderen. Hiervoor worden momenteel contracten afgesloten.

Aan financiële steun voor de ontwikkeling van de particuliere sector in het kader van het EIP is tot dusverre 341 miljoen EUR goedgekeurd in het kader van het WBIF en vastgelegd in het kader van bilaterale en meerlandenprogramma’s van het IPA. Dit zal naar verwachting nog eens 2,1 miljard EUR uit andere bronnen genereren.

Het zesde prioriteitsgebied dat door het EIP wordt ondersteund is het ontwikkelen van menselijk kapitaal en innovatie, waaronder jongeren, onderwijs en omarmen van innovatie. In juli 2021 bekrachtigden de ministers uit de regio een verklaring waarin hun landen toezeggen de beginselen van de Europese pijler van sociale rechten te zullen eerbiedigen en het vlaggenschipproject inzake de jongerengarantie uit het EIP te zullen uitvoeren. Tijdens de top van de EU en de Westelijke Balkanlanden in oktober 2021 werd een uitgebreide agenda voor innovatie, onderzoek, onderwijs, cultuur, jeugd en sport geïntroduceerd (de innovatieagenda).

De jongerengarantie is een regeling voor de activering van jongeren, die ervoor moet zorgen dat zij in de Westelijke Balkan binnen een bepaalde tijd nadat zij werkloos zijn geworden of het formele onderwijs hebben verlaten een hoogwaardig aanbod krijgen voor een baan, verdere opleiding, een plaats in het leerlingstelsel of een stage. In het kader van de regeling moeten hervormingen worden doorgevoerd en moet capaciteit worden opgebouwd op het gebied van onderwijs en beroepsopleidingen, werkgelegenheid, arbeidsdiensten en sociale bescherming. Alle partners uit de Westelijke Balkan, met uitzondering van Bosnië en Herzegovina (waar hieraan wordt gewerkt) hebben nationale uitvoeringsplannen voor de jongerengarantie vastgesteld en coördinatieregelingen ingevoerd, en sommige landen voeren deze al uit.

Sinds eind 2022 is de EU-faciliteit voor onderlinge technische bijstand (Socieux+) beschikbaar voor de Westelijke Balkan. Deze faciliteit is met name bedoeld voor werkgelegenheid, arbeid en sociale bescherming, en voorziet in kortlopende ondersteuning van nationale en lokale instellingen uit partnerlanden die actief zijn in de sectoren die in aanmerking komen. Op dit moment lopen er 26 acties in de Westelijke Balkan, met name op het gebied van sociale bescherming, arbeid en werkgelegenheid.

De agenda van de Westelijke Balkan voor innovatie, onderzoek, onderwijs, cultuur, jeugd en sport blijft voor de landen van de Westelijke Balkan een solide leidraad op weg naar nauwere samenwerking op deze beleidsgebieden. Vele samenwerkingsinspanningen tussen EU-lidstaten en partners uit de Westelijke Balkan hebben verbeteringen opgeleverd op belangrijke gebieden, waaronder steun voor de modernisering van stelsels voor hoger onderwijs, industriële samenwerking en slim fabriceren, versterking van innovatie-ecosystemen, opleiding van medisch personeel, digitalisering en cyberbeveiliging.

Het belangrijkste uitvoeringsinstrument van de innovatieagenda is het programma Horizon Europa, waarbij alle zes partners van de Westelijke Balkan nu zijn aangesloten. De regio heeft ook toegang tot de ondersteuningsfaciliteit voor OTO-beleid, en is zich meer gaan inzetten voor, en gaan deelnemen aan onderzoeksinitiatieven van de EU, waaronder COST en Eureka. Noord-Macedonië en Servië zijn aangesloten bij Erasmus+, terwijl vier andere partners gebruikmaken van ondersteuning uit de internationale dimensie van dat programma. Sinds 2023 kunnen alle instellingen voor hoger onderwijs uit de Westelijke Balkan als volwaardige partners deelnemen aan het initiatief “Europese Universiteiten” van Erasmus+. Het “Europese universiteiten”-initiatief omvat transnationale allianties van instellingen voor hoger onderwijs die langlopende structurele en strategische samenwerking ontwikkelen om de universiteiten van de toekomst te creëren en Europese waarden en de Europese identiteit te stimuleren. De partners uit de Westelijke Balkan zijn ook volledig aangesloten bij EU-initiatieven op het gebied van cultuur, waaronder het Creatief Europa-programma en het initiatief “Nieuw Europees Bauhaus”. Dit initiatief bevordert innovatie, duurzaamheid, inclusie en esthetiek op het gebied van infrastructuur en andere projecten, en houdt met name verband met de uitvoering van de groene agenda.

De EU-ondersteuning op dit gebied omvat ook nauwe samenwerking met de landen van de Westelijke Balkan op het terrein van gezondheid. De regio blijft verbonden met het werk van het Gezondheidsbeveiligingscomité van de EU en het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding, en heeft toegang tot de gezamenlijke inkoop van medische benodigdheden. De EU financiert een project voor veerkracht bij gezondheidscrises in de Westelijke Balkan en een investeringsproject voor de uitbreiding van het universitair kinderziekenhuis in Belgrado.

Aan financiële steun voor de ontwikkeling van menselijk kapitaal in het kader van het EIP is tot dusverre 368 miljoen EUR goedgekeurd in het kader van het WBIF en vastgelegd in het kader van bilaterale en meerlandenprogramma’s van het IPA. Dit zal naar verwachting nog eens 477 miljoen EUR uit andere bronnen genereren.

De zes prioriteiten van het EIP worden geschraagd — en het effect ervan versterkt — door de toezegging van de regio (en de steun van de EU) om een gemeenschappelijke regionale markt in de Westelijke Balkan tot stand te brengen op basis van de vier vrijheden van verkeer. Een belangrijke doorbraak aan het eind van 2022 was de ondertekening van drie overeenkomsten over vrij verkeer van personen in de regio. Als deze overeenkomsten succesvol worden uitgevoerd, dan wordt het makkelijker om te reizen en om kwalificaties uit het hoger onderwijs en bepaalde beroepskwalificaties te erkennen. De EU ondersteunt de ontwikkeling van de gemeenschappelijke markt via de Raad voor regionale samenwerking en de Cefta.

Tot slot kan het economisch en investeringsplan alleen een succes worden als alle partners beste praktijken toepassen op het gebied van de rechtsstaat, de overheidsfinanciën en investeringsbeheer en de bevordering van een professioneel en efficiënt openbaar bestuur.


Bijlage 3. Uitvoering van het economisch en investeringsplan (EIP) — overzicht voor Oekraïne, Moldavië en Georgië

In 2021 lanceerden de EU en haar vijf oostelijke partners een economisch en investeringsplan voor het Oostelijk Partnerschap 5 (EIP). Het doel is om economisch herstel te ondersteunen na twee jaar van een sociaal en economisch schadelijke gezondheidscrisis. Het plan heeft ook tot doel de groene en digitale transformaties teweeg te brengen die nodig zijn om innovatieve, ecologisch duurzame, sociaal inclusieve en veerkrachtige economieën op te bouwen.

Sinds het begin van de niet-uitgelokte aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne heeft het EIP een geheel nieuwe sociaal-economische betekenis en politieke relevantie gekregen. Het is een integraal onderdeel geworden van de reactie van de EU op de gevolgen van de oorlog tegen Oekraïne door de liquiditeit te verschaffen en de investeringen te mobiliseren die nodig zijn om de economie van Oekraïne — en Moldavië — overeind te houden. Het EIP maakt ook deel uit van de steun van de EU om deze twee landen — en Georgië — te integreren in de economie en de energie-, digitale en vervoersmarkten van de EU. Het is een belangrijk mechanisme om hun voorbereidingen op het EU-lidmaatschap te vergemakkelijken en de voordelen van Europese integratie te ontsluiten.

Het plan heeft de ambitie om in 2021-2027 tot 17 miljard EUR aan investeringen in de regio te mobiliseren door 2,3 miljard EUR aan EU-subsidies en -garanties in te zetten. Flankerende beleidsmaatregelen en technische ondersteuning maken ook deel uit van de uitvoering van het EIP.

In september 2023 was een totaalbedrag van 6,2 miljard EUR gemobiliseerd via bilaterale en regionale subsidies, blending en garanties ter ondersteuning van de prioriteiten van het EIP in Oekraïne, Moldavië en Georgië. Van dit bedrag is 3,5 miljard EUR bestemd voor de uitvoering van nationale vlaggenschipprojecten. Het aantal investeringen dat tot nu toe is gemobiliseerd in het kader van het EIP vertegenwoordigt 40 % van het streefbedrag van 17 miljard EUR aan te mobiliseren investeringen. In de eerste helft van 2023 namen de investeringen die dankzij het plan werden gemobiliseerd, snel toe. Met de sluiting van nieuwe garantieovereenkomsten met financiële partnerinstellingen in het kader van het EFDO+-instrument zal de uitvoering van het plan naar verwachting verder versnellen.

Duurzaam vervoer

Sinds de start van het Oostelijk Partnerschap in 2009 zijn duurzame vervoersverbindingen een belangrijke prioriteit in de regio. In december 2021 hebben de EU en haar oostelijke partners hun verbintenis hernieuwd om de belangrijkste vervoersverbindingen te versterken, met een focus op het uitgebreide indicatieve TEN-T-kernnetwerk, inclusief verbindingen over de Zwarte Zee. Verbeteringen aan belangrijke lucht-, weg-, spoor-, zee- en binnenvaartverbindingen hebben een enorm potentieel om duurzame economische ontwikkeling, marktintegratie en grensoverschrijdende handel in de regio en tussen de regio en de EU te stimuleren. Sinds 2021 is er 1,2 miljard EUR gemobiliseerd ter ondersteuning van vervoersverbindingen.

In Oekraïne en Moldavië is de EU haar belofte nagekomen om de uitvoering van het initiatief inzake solidariteitscorridors tussen de EU en Oekraïne te ondersteunen. Solidariteitscorridors zijn prioritaire vervoersassen die Oekraïne en Moldavië verbinden met de EU. Ze vormen de belangrijkste route voor de handel in essentiële goederen van en naar Oekraïne en zijn een levensader geworden voor de economie van het land. De Commissie heeft samengewerkt met de EU-lidstaten, Oekraïne, Moldavië, internationale partners en bedrijven, en vervoersbedrijven om de werking van de solidariteitscorridors uit te breiden en te verbeteren. De Commissie richt zich op het verminderen van de kosten van vervoer en logistiek langs de solidariteitscorridors door procedures te stroomlijnen, de infrastructuur te verbeteren en het potentieel van alle routes volledig te benutten. In deze context zullen negen projecten van de Connecting Europe Facility, met een totale EU-steun van bijna 250 miljoen EUR, grensoverschrijdende spoor- en wegverbindingen tussen naburige EU-lidstaten (Hongarije, Polen, Roemenië en Slowakije) en Oekraïne en Moldavië verbeteren.

In 2022 werkte de Commissie samen met de Moldavische autoriteiten, de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) en de Europese Investeringsbank (EIB) om het herstel van de noord-zuidspoorwegas te ondersteunen. Het hoofddoel is het verbeteren van de capaciteit van het Moldavische spoorwegnet dat zich uitstrekt over ongeveer 128 km op de corridor Vălcineț-Ocnița-Ungheni-Chișinău-Căinari, met name op het gebied van gewichtsnormen en rijsnelheid. Dit komt bovenop de kortetermijninvesteringen om de belangrijkste wegdoorlaatpost tussen Oekraïne en Slowakije snel te verbeteren en apparatuur aan te schaffen, zoals scanners en generatoren, voor prioritaire grensdoorlaatposten tussen Oekraïne en EU-lidstaten. De Commissie heeft 20 miljoen EUR aan subsidies beschikbaar gesteld via het instrument voor buitenlands beleid, naast een lening van 12 miljoen EUR van de EBWO.

In Georgië zijn de EU en de EIB blijven investeren in de oost-westsnelweg, met de nadruk op “black spots”, dat zijn weggedeelten waar het aantal verkeersongevallen en dodelijke slachtoffers bijzonder hoog is. De EU en de EIB zullen de ontwikkeling van deze cruciale corridor blijven steunen voor een totaalbedrag van 446 miljoen EUR (inclusief 16,8 miljoen EUR aan subsidies). Ter ondersteuning van vlaggenschipproject 2 in Georgië startte de EU ook een uitgebreid haalbaarheidsonderzoek naar de commerciële levensvatbaarheid van extra veerverbindingen/aanvoerlijnen om Georgië via de Zwarte Zee met Bulgarije te verbinden.

In november 2022 werden Oekraïne, Moldavië en Georgië waarnemende deelnemers aan de organen van de Vervoersgemeenschap. Dit levert de landen concrete voordelen op wat betreft de uitvoering van het relevante EU-vervoersacquis en de ontwikkeling van het indicatieve TEN-T-netwerk op hun grondgebied, en het delen van goede praktijken met de regionale partners in de westelijke Balkan en de EU-lidstaten. Het permanente secretariaat van het Verdrag tot oprichting van de Vervoersgemeenschap (TCT) is al op verschillende niveaus in contact getreden met de waarnemende deelnemers om hen kennis te laten maken met het werk van de vervoersgemeenschap, hen te betrekken bij het werk van de technische comités van het TCT en een begin te maken met het werk aan enkele van de belangrijkste resultaten van het TCT (zoals de actieplannen voor spoorvervoer, wegvervoer, verkeersveiligheid, vergemakkelijking van het vervoer, vervoer over water en multimodaliteit).

Moldavië en Oekraïne associeerden zich respectievelijk in mei en juni 2023 met de Connecting Europe Facility. Dit moet leiden tot intensievere samenwerking in de vervoerssector en de uitvoering van het uitgebreide TEN-T-netwerk ondersteunen.

Toegang tot financiering voor kmo’s vergemakkelijken

Sinds de lancering van het EIP heeft de EU de inspanningen van haar oostelijke partners om hun economieën weer op gang te krijgen actief ondersteund, na twee zeer moeilijke jaren van lockdowns en handelsverstoringen als gevolg van COVID-19. De EU heeft bijzondere aandacht besteed aan de financieringsbehoeften van micro-, kleine en middelgrote ondernemingen door 1,5 miljard EUR aan kredietlijnen en bedrijfsadviesdiensten beschikbaar te stellen om hen te helpen hun activiteiten opnieuw op te starten, verloren marktaandeel terug te winnen en hun activiteiten te digitaliseren en te moderniseren. Door de EU gesteunde kredietlijnen bieden betere leningsvoorwaarden voor micro-, kleine en middelgrote ondernemingen, met name omdat zij gepaard gaan met langere looptijden, verminderde zekerheidsvereisten, op maat gesneden technische bijstand en investeringsstimulansen. De EU heeft Oekraïne in samenwerking met BGK een garantie van 10 miljoen EUR verstrekt om opnieuw leningen te kunnen verstrekken aan de mkb-ondernemingen die niet in aanmerking zouden komen voor nieuwe financiering vanwege de risico’s in verband met de aanhoudende oorlog.

Handelsbevordering

In oktober 2022 lanceerde de EU de handelshelpdesk voor het Oostelijk Partnerschap, die tot doel heeft de toegang van bedrijven tot handelsgerelateerde informatie te vergemakkelijken. De helpdesk is een online portaal dat toegang geeft tot gedetailleerde marktinformatie (toepasselijke export- en importregelgeving, tarifaire en niet-tarifaire maatregelen, rechten, belastingen, procedures enz.), handelsstatistieken en analytische inzichten in het potentieel van de nationale markten van de EU en het Oostelijk Partnerschap. In elk land zijn de niet-tarifaire (regelgevende en procedurele) maatregelen onderzocht om belemmeringen voor de handel in goederen en diensten vast te stellen en aanbevelingen te doen om deze weg te nemen.

Implementatie van EU4Business: Het project Connecting Companies werd in 2022 en begin 2023 voortgezet. Het project heeft als doel handelsbetrekkingen en zakelijke partnerschappen in oostelijke partnerlanden te bevorderen door bruggen te slaan tussen kmo’s en bedrijfsondersteunende organisaties in de EU en hun partners in het Oostelijk Partnerschap. Er werd een mobiliteitsprogramma ontwikkeld dat uitwisselingen tussen kmo’s en bedrijfsondersteunende organisaties uit beide regio’s mogelijk maakt.

Duurzame energie en het koolstofvrij maken van economieën

Sinds de start van het EIP is aanzienlijke vooruitgang geboekt op het cruciale gebied van duurzame energie, waarvoor in de hele regio van het Oostelijk Partnerschap al 1,6 miljard EUR aan investeringen is gemobiliseerd.

In 2022 bleef het EU4Energy-programma Oekraïne, Moldavië en Georgië steunen bij de opbouw van hun wettelijke en regelgevende energiekaders. Het programma hielp de oostelijke partners ook bij het creëren van een gunstig klimaat voor de ontwikkeling van hernieuwbare energie en groenere energiemixen. Het programma speelde een centrale rol bij de ondersteuning van Oekraïne en Moldavië in het post-synchronisatieproces van het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders. Het ondersteunde Oekraïne ook bij de wederopbouw van zijn energiesysteem en droeg zo bij aan de voorzieningszekerheid in de regio.

Er werd samengewerkt met het Internationale Agentschap voor hernieuwbare energie (Irena). Het doel hiervan was het identificeren van voorwaarden en belemmeringen voor de ontwikkeling en integratie van hernieuwbare energiebronnen in de landen van het Oostelijk Partnerschap.

In Oekraïne heeft het door de EU ondersteunde vlaggenschipinitiatief van het energie-efficiëntiefonds (EEF) (104 miljoen EUR gedekt door de EU) met goed gevolg de uitvoering voortgezet van het programma voor investeringen in energie-efficiëntie in gebouwen met meerdere appartementen. Eind maart 2023 had het EEF projecten uitgevoerd voor bijna 80 000 huishoudens, met 261 volledig of gedeeltelijk voltooide projecten in gebouwen met meerdere appartementen (meer dan 80 % hiervan waren grondige renovaties). In 2022 introduceerde het EEF een nieuw “restauratie”-programma, dat snelle reparaties van niet-structureel door oorlog beschadigde woongebouwen ondersteunt.

In het kader van het Oost-Europees Partnerschap voor energie-efficiëntie en milieu (E5P) heeft de EU verschillende door de EBWO geleide projecten voor energie-efficiëntie en stadsverwarming in Oekraïne medegefinancierd. De projecten voor het herstel van de stadsverwarming hebben betrekking op Zhytomyr, Ternopil, Lviv, Lutsk en Chernivtsi en hebben een totaal budget van ongeveer 110 miljoen EUR waaronder een EBWO-lening van 48 miljoen EUR. Er lopen energie-efficiëntieprojecten voor openbare gebouwen in Dnipro met een budget van 39 miljoen EUR, inclusief een EBWO-lening van 20 miljoen EUR. In maart 2023 lanceerde de EIB met subsidies van de EU en het E5P-programma een groot nieuw programma voor de renovatie van openbare gebouwen in Oekraïne (tot 1 000 ziekenhuizen en scholen). Dit omvat nu ook aspecten die niet met energie-efficiëntie te maken hebben, zoals schuilkelders, betere brandveiligheidsmaatregelen en verbeterde toegang voor gehandicapten. Een belangrijke werkstroom, die in 2022 van start ging en nog steeds loopt, omvat twee door de EU gefinancierde noodhulpprogramma’s voor huisvesting voor binnenlandse ontheemden.

In Moldavië werd in 2022 het energie-efficiëntieprogramma ondertekend (gefinancierd door een subsidie van 15 miljoen EUR en twee leningen van 30 miljoen EUR van de EBWO en de EIB). Het is het eerste landelijke energie-efficiëntie-initiatief in Moldavië. De belangrijkste categorieën gebouwen waarop het programma is gericht, zijn openbare gebouwen die eigendom zijn van de staat en/of gemeenten. De totale investering wordt geschat op ongeveer 94 miljoen EUR. Het programma voor energie-efficiëntie in openbare gebouwen in Chisinau, dat gefinancierd wordt in het kader van het E5P-programma, is de tweede uitvoeringsfase ingegaan en heeft als doel 119 openbare gebouwen te renoveren. Fase 1 van de stadsverwarming in Balti (totaal budget van 11 miljoen EUR, waaronder een EBWO-lening van 7 miljoen EUR) is voltooid en fase 2 gaat van start (totaal budget van 18 miljoen EUR, waaronder een EBWO-lening van 14 miljoen EUR).

In Georgië eindigde in april 2023 een samenwerkingsproject met de regelgevende commissie voor energie, dat werd uitgevoerd door een consortium onder leiding van Oostenrijk en Duitsland. Het omvatte activiteiten om de ontwikkeling van de energiemarkt te bevorderen, waaronder het stimuleren van de rol die de Georgische nationale regelgevende instantie voor energie- en watervoorziening heeft bij de marktregulering, integratie van hernieuwbare energie en energie-efficiëntie. In 2021-2022 heeft de EU Moldavië 135 miljoen EUR steun verleend om de meest kwetsbare bevolkingsgroepen te helpen het hoofd te bieden aan de stijgende energiekosten en om het sociaal-economische herstel op lange termijn, de energiezekerheid en de energietransitie van het land te ondersteunen. Het Energiesteunfonds voor Oekraïne, beheerd door het secretariaat van de Energiegemeenschap en mede voorgezeten door de Europese Commissie, heeft de levering gefinancierd van geavanceerde gasapparatuur ter waarde van bijna 7,6 miljoen EUR aan de beheerder van het gastransmissiesysteem in Oekraïne voor het herstel van beschadigde faciliteiten en faciliteiten in bevrijde gebieden.

In Georgië werd in het kader van het E5P-programma een energie-efficiëntieproject voor scholen in bergachtige regio’s uitgevoerd (subsidie van 2,6 miljoen EUR). De KfW en de EBWO implementeren een parallel programma om de energie-efficiëntie van openbare gebouwen te verbeteren, dat wordt ondersteund door een EU-subsidie van 13 miljoen EUR.

Het door de EBWO beheerde Finance and Technology Transfer Centre for Climate Change — EU4Climate window (centrum voor financiering en technologieoverdracht voor klimaatverandering — EU4Climate-venster) helpt kmo’s en midcapondernemingen hun impact op het milieu en hun energie- en waterkosten te verminderen door innovatieve en groene technologieën in te voeren.

Het lopende EU4Climate-programma heeft de partnerlanden geholpen hun beleid inzake de beperking van en aanpassing aan de klimaatverandering te verbeteren en te evolueren naar een emissiearme en klimaatbestendige economie in overeenstemming met de Overeenkomst van Parijs. Er is een nieuw project gestart met het Europees Milieuagentschap als uitvoerende partner om Georgië, Moldavië en Oekraïne te helpen bij het opzetten van een effectief governancesysteem voor klimaatactie.

Beheer van natuurlijke hulpbronnen, klimaat en milieu

In 2022 zijn de investeringen in de circulaire economie bevorderd door de financiering die werd ontsloten via steun aan kmo’s. Dit ging gepaard met ondersteuning op het gebied van regelgeving en bedrijfsadviesdiensten, voornamelijk via het EU4Environment-programma. In Oekraïne bleef de EU steun verlenen aan het opzetten van stelsels van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (EPR) voor verschillende afvalstromen. Bovendien werden overzichten van industrieel afval voltooid voor regio’s in Georgië en Oekraïne. In Moldavië werden voorbereidende haalbaarheidsonderzoeken afgerond om de vrije economische zone Valkanes en het industriepark Tracom om te vormen tot eco-industriële parken. In Moldavië werd een evaluatie van de bestaande EPR-mechanismen afgerond en werden beleidsaanbevelingen gedaan. Deze omvatten aanbevelingen ter verbetering van het wettelijke kader voor de uitvoering van de EPR voor afval van elektrische en elektronische apparatuur en afgedankte batterijen. Wat de ondersteuning op het gebied van regelgeving betreft, kreeg Georgië bijstand om zijn nationale afvalstrategie voor 2016-2030 bij te werken en een nieuw nationaal afvalbeheerplan voor 2022-2026 te ontwikkelen. De regering heeft deze documenten in augustus 2022 aangenomen. Ze bevatten geactualiseerde doelstellingen, behandelen kwesties in verband met biologisch afbreekbaar en gevaarlijk afval en schetsen de vereisten voor EPR-regelingen.

Op het gebied van adviesverlening werden eco-innovatie-evaluaties en routekaarten ontwikkeld voor vijf mkb-bedrijven uit de wijn- en kledingsector in Moldavië, dankzij samenwerking met de Organisation for Entrepreneurship Development (organisatie voor de ontwikkeling van het ondernemerschap). Aan acht Georgische kmo’s uit de landbouw- en horecasector werd vergelijkbaar advies verleend. De producten van drie exportgerichte bedrijven in Oekraïne en vijf exportgerichte bedrijven in Georgië worden beoordeeld met behulp van de methode om de ecologische voetafdruk van producten te bepalen.

De waterinfrastructuur in Oekraïne, Moldavië en Georgië heeft een chronisch gebrek aan kapitaalinvesteringen, onderhoud en reparatie. Het EIP heeft daarom tot doel de watervoorziening en sanitaire voorzieningen verder te verbeteren en te helpen om stroomgebiedbeheersplannen ten uitvoer te brengen. In Oekraïne, Moldavië en Georgië lopen verschillende investeringsprojecten met steun van de EU. In de context van de Russische aanvalsoorlog heeft EU-financiering ertoe bijgedragen dat 6,9 miljoen mensen in Oekraïne weer toegang hebben tot schoon water. De EU heeft in samenwerking met verschillende internationale financiële instellingen, waaronder de AFD, de EIB, de EBWO, de KfW en de NEFCO, middelen vrijgemaakt voor investeringen in waterinfrastructuur.

Om technische ondersteuning te bieden voor hervormingen en investeringen in de watersector is begin 2022 het programma EU4Environment — Water and Data van start gegaan, waarmee de eerste resultaten zijn geboekt. Het proces van nationale beleidsdialogen over water werd in alle partnerlanden opnieuw opgestart. In het kader van het programma werd de ontwikkeling van nieuwe stroomgebiedbeheersplannen gestart in Georgië en werd verder gewerkt aan het stroomgebiedbeheersplan voor de rivier de Dnipro in Oekraïne. De steun voor het identificeren van investeringen in bosbouw, biodiversiteit en natuurbescherming bevindt zich in de beginfase. Oekraïne en Moldavië hebben echter vooruitgang geboekt op dat gebied door hun toetreding tot het LIFE-programma van de EU.

De steun voor het identificeren van investeringen in bosbouw en beschermde gebieden bevindt zich in de beginfase.

Digitale infrastructuur en diensten

Via het EIP heeft de EU zich ertoe verbonden tot 1,5 miljard EUR aan publieke en private investeringen te mobiliseren om de digitale transformatie van de regio in overeenstemming met de EU-standaarden te ondersteunen. Het plan voorziet ook in een reeks vlaggenschipinitiatieven met betrekking tot digitale connectiviteit, die samen met de oostelijke partners als investeringsprioriteiten zijn aangemerkt. Deze projecten passen in de bredere Global Gateway-strategie. 

Sinds de lancering van het EIP heeft de EU actief samengewerkt met Europese en internationale financiële instellingen, EU-lidstaten en de particuliere sector om digitale projecten in de regio te ondersteunen. Dit omvat de uitrol van snel en betaalbaar internet in plattelandsgebieden in Georgië en het voorbereiden van de aanleg van een digitale kabel die de EU via de Zwarte Zee verbindt met Georgië en de zuidelijke Kaukasus. De betrokkenheid van de EU bij deze projecten is cruciaal geweest om ervoor te zorgen dat ze voldoen aan de digitale normen van de EU, met name op het gebied van cyberveiligheid (5G-toolbox) en open toegang tot het internet.

Op het gebied van de digitale economie werden in het kader van het EU4Digital-initiatief negen proefactiviteiten uitgevoerd tussen EU-lidstaten en Oekraïne, Moldavië en Georgië met betrekking tot elektronische handel, e-douane en elektronische handtekeningen om de toegang tot de digitale eengemaakte markt van de Europese Unie te verbeteren. De Commissie heeft het sluiten van vrijwillige roamingovereenkomsten tussen telecomexploitanten in de EU en in Oekraïne en Moldaviëvergemakkelijkt, wat concrete voordelen heeft opgeleverd voor het publiek en het bedrijfsleven.

In Moldavië en Georgië werden nationale breedbandstrategieën ontwikkeld om investeringen in snel en betaalbaar internet in de regio te vergemakkelijken. Zo investeerden de EIB en de Wereldbank samen 70 miljoen EUR in Georgië in de uitrol van breedband in plattelandsgemeenschappen. De prijs van internationale connectiviteit voor onderzoeks- en onderwijsinstellingen is de afgelopen jaren met 70 % gedaald. Daarnaast werden twee ultrasnelle digitale snelwegen (tot 400 Gbps) opgezet tussen de EU, Moldavië en Oekraïne om de samenwerking op het gebied van onderzoek en innovatie te vergemakkelijken, waaronder deelname aan Horizon Europa.

In Oekraïne heeft de extra financiering sinds het begin van de Russische agressie de veerkrachtige digitale transformatie van het land ondersteund, met inbegrip van de interoperabiliteit van registers, op EU-standaarden afgestemde elektronische identiteit en databack-ups. De steun helpt ook om de Oekraïense wetgeving aan te passen aan het relevante EU-acquis op het gebied van roaming, zodat het land kan toetreden tot de Europese “roaming tegen thuistarief”-zone.

Gezondheid en gezondheidszorgstelsels

In Moldavië bood een project van de EU en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) voor het inzetten van vaccins technische ondersteuning aan het ministerie van Volksgezondheid en andere belanghebbenden bij het ontwikkelen van plannen voor het leveren van vaccinatiediensten, nationale noodvaccinatieplannen en een risicobeoordeling inzake de opvang van vluchtelingen in het land. Er werden middelen toegewezen voor de aankoop van apparatuur voor de koudeketen en IT-apparatuur. Dit omvatte computers en apparatuur voor de nationale magazijnen en 10 regionale vaccinmagazijnen, en 15 voertuigen voor ondersteunende supervisiebezoeken door het Nationaal Agentschap voor Volksgezondheid. De EU steunde communicatiecampagnes in 10 van de 37 districten met de laagste vaccinatiegraad.

In Georgië werd gerichte technische bijstand verleend voor de ontwikkeling van een protocol voor kwalitatief formatief onderzoek naar vaccinatie en een geïntegreerd opleidingspakket voor gezondheidszorgpersoneel over routinevaccinatie en COVID-19-vaccinatie. Het EU/WHO-project leverde ook apparatuur voor de koudeketen om de infrastructuur voor de opslag van vaccins op nationaal en districtsniveau te versterken.

Menselijk kapitaal

Steun voor onderwijshervormingen, waaronder basisonderwijs, hoger onderwijs en beroepsonderwijs, beroepsopleidingen en een leven lang leren, is een belangrijk aandachtspunt van het EIP. Mogelijkheden bieden voor jongeren- en studentenuitwisselingen (bv. via Erasmus+) en meer investeren in onderzoekscapaciteit zijn centrale onderdelen van de EIP-steun voor de ontwikkeling van menselijk kapitaal.

In 2022 konden in het kader van studentenuitwisselingen 3 507 studenten uit Oekraïne, Moldavië en Georgië studeren aan universiteiten in de EU, en 429 studenten aan een universiteit in een van de drie landen. In totaal konden 2 504 universiteitsmedewerkers tijd doorbrengen aan een andere Europese universiteit en 1 864 universiteitsmedewerkers brachten tijd door aan een universiteit in een van de drie landen.

In Oekraïne ondersteunt de EU de onderwijssector al lange tijd op ruwweg vier gebieden: steun voor basis-/voortgezet onderwijs en de hervorming van de “Nieuwe Oekraïense School” (2 miljoen EUR); steun voor hervormingen van beroepsonderwijs en -opleiding (16 miljoen EUR als technische bijstand) en renovatie van die onderwijsgebouwen (21 miljoen EUR); en steun voor het hoger onderwijs door middel van subsidies aan universiteiten die in 2014 hun onderwijs moesten verplaatsen als gevolg van de Russische agressie in het oosten van Oekraïne (diverse subsidies, 10 miljoen EUR).

De Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne heeft geleid tot een bijstelling van bestaande steun en aanvullende prioriteiten om noodhulp mogelijk te maken (bijvoorbeeld elektriciteitsgeneratoren voor scholen voor beroepsonderwijs en -opleiding). Daarnaast heeft de EU: i) onderwijsvoorzieningen hersteld — 66 miljoen EUR aan begrotingssteun (naast 34 miljoen EUR via door de Europese Commissie beheerde projecten); ii) schoolbussen aangeschaft (14 miljoen EUR); en iii) in het kader van fase II van het programma U-LEAD with Europe: werd via Local School Rehabilitation for Resilience 5 miljoen EUR verstrekt om door de oorlog getroffen gemeenten weerbare leveranciers van lokale openbare diensten te maken, met name onderwijs, om de lokale gevolgen van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne te verzachten.

In 2022 heeft de EU 12 miljoen EUR toegewezen ter ondersteuning van onderwijs en werkgelegenheid in Moldavië, waarvan 10 miljoen EUR voor onderwijs om de kwaliteit en relevantie van het onderwijs en de mogelijkheden voor een leven lang leren voor iedereen te verbeteren. Het andere bedrag van 2 miljoen EUR was bedoeld om het wettelijk kader, het beleid en de capaciteit voor een betere toegang tot de arbeidsmarkt en betere arbeidsomstandigheden in het land te verbeteren.

In Georgië is het programma voor de ontwikkeling van vaardigheden en het afstemmen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt (48,5 miljoen EUR) gericht op ondersteuning van de versterking van vaardigheden om te voldoen aan de behoeften van de particuliere sector door de kwaliteit van beroepsonderwijs en -opleiding te verbeteren. In 2022 werd 7 miljoen EUR uitbetaald in het kader van het onderdeel begrotingssteun van dit programma. Er is met name vooruitgang geboekt met de invoering van een nieuwe methode voor de ontwikkeling van kwalificaties voor beroepsonderwijs en -opleiding om het Georgische systeem dichter bij de EU- en internationale normen te brengen. 

Indices

Indicatoren van derde partijen met betrekking tot de status van democratie, goed bestuur en de rechtsstaat in kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten 6

Albanië

Bosnië en Herzegovina

Kenya

Noord-Macedonië

Montenegro

Servië

Turkije

Georgië

Moldavië

Oekraïne

Nations in Transit 2023 — Democracy Scores (Democratie-index), Freedom House

https://freedomhouse.org/countries/nations-transit/scores

Totaalscore: 46/100

(2022: 46/100)

Status: regime in transitie of hybride regime

(2022: regime in transitie of hybride regime)

Totaalscore: 37/100

(2022: 38/100)

Status: regime in transitie of hybride regime

(2022: regime in transitie of hybride regime)

Totaalscore: 38/100

(2022: 38/100)

Status: regime in transitie of hybride regime

(2022: regime in transitie of hybride regime)

Totaalscore: 48/100

(2022: 47/100)

Status: regime in transitie of hybride regime

(2022: regime in transitie of hybride regime)

Totaalscore: 46/100

(2022: 47/100)

Status: regime in transitie of hybride regime

(2022: regime in transitie of hybride regime)

Totaalscore: 46/100

(2022: 46/100)

Status: regime in transitie of hybride regime

(2022: regime in transitie of hybride regime)

n.v.t.

Totaalscore: 34/100

(2022: 35/100)

Status: regime in transitie of hybride regime

(2022: regime in transitie of hybride regime)

Totaalscore: 36/100

(2022: 35/100)

Status: regime in transitie of hybride regime

(2022: regime in transitie of hybride regime)

Totaalscore: 39/100

(2022: 39/100)

Status: regime in transitie of hybride regime

(2022: regime in transitie of hybride regime)

Freedom in the World 2023 — Global Freedom Score (Vrijheidsindex), Freedom House

https://freedomhouse.org/countries/freedom-world/scores

Totaalscore: 67/100

(2022: 67/100)

Status: gedeeltelijk vrij

(2022: gedeeltelijk vrij)

Totaalscore: 52/100

(2022: 53/100)

Status: gedeeltelijk vrij

(2022: gedeeltelijk vrij)

Totaalscore: 60/100

(2022: 56/100)

Status: gedeeltelijk vrij

(2022: gedeeltelijk vrij)

Totaalscore: 68/100

(2022: 67/100)

Status: gedeeltelijk vrij

(2022: gedeeltelijk vrij)

Totaalscore: 67/100

(2022: 67/100)

Status: gedeeltelijk vrij

(2022: gedeeltelijk vrij)

Totaalscore: 60/100

(2022: 62/100)

Status: gedeeltelijk vrij

(2022: gedeeltelijk vrij)

Totaalscore: 32/100

(2022: 32/100)

Status: onvrij

(2022: onvrij)

Totaalscore: 58/100

(2022: 58/100)

Status: gedeeltelijk vrij

(2022: gedeeltelijk vrij)

Totaalscore: 62/100

(2022: 62/100)

Status: gedeeltelijk vrij

(2022: gedeeltelijk vrij)

Totaalscore: 50/100

(2022: 61/100)

Status: gedeeltelijk vrij

(2022: gedeeltelijk vrij)

Democracy Index 2022 (Democratie-index) — The Economist Intelligence Unit

https://www.eiu.com/n/campaigns/democracy-index-2022/  

Totaalscore: 6,41/10

(2021: 6,11/10)

Plaats: 64/167

(2021: 68/167)

Regeringsstelsel: gebrekkige democratie

(2021: gebrekkige democratie)

Totaalscore: 5,00/10

(2021: 5,04/10)

Plaats: 97/167

(2021: 95/167)

Regeringsstelsel: hybride regime

(2021: hybride regime)

n.v.t.

Totaalscore: 6,10/10

(2021: 6,03/10)

Plaats: 72/167

(2021: 73/167)

Regeringsstelsel: gebrekkige democratie

(2021: gebrekkige democratie)

Totaalscore: 6,45/10

(2021: 6,02/10)

Plaats: 61/167

(2021: 74/167)

Regeringsstelsel: gebrekkige democratie

(2021: gebrekkige democratie)

Totaalscore: 6,33/10

(2021: 6,36/10)

Plaats: 68/167

(2021: 63/167)

Regeringsstelsel: gebrekkige democratie

(2021: gebrekkige democratie)

Totaalscore: 4,35/10

(2021: 4,35/10)

Plaats: 103/167

(2021: 103/167)

Regeringsstelsel: hybride regime

(2021: hybride regime)

Totaalscore: 5,20/10

(2021: 5,12/10)

Plaats: 90/167

(2021: 91/167)

Regeringsstelsel: hybride regime

(2021: hybride regime)

Totaalscore: 6,23/10

(2021: 6,10/10)

Plaats: 69/167

(2021: 69/167)

Regeringsstelsel: gebrekkige democratie

(2021: gebrekkige democratie)

Totaalscore: 5,42/10

(2021: 5,57/10)

Plaats: 87/167

(2021: 86/167)

Regeringsstelsel: hybride regime

(2021: hybride regime)

World Press Freedom Index 2023 (Wereldpersvrijheidindex) — Verslaggevers zonder grenzen

https://rsf.org/en/index

Globale score: 57,86/100

(2022: 56,41/100)

Plaats: 96/180

(2022: 103/180)

Globale score: 65,43/100

(2022: 65,64/100)

Plaats: 64/180

(2022: 67/180)

Globale score: 68,38/100

(2022: 67,00/100)

Plaats: 56/180

(2022: 61/180)

Globale score: 74,35/100

(2022: 68,44/100)

Plaats: 38/180

(2022: 57/180)

Globale score: 74,28/100

(2022: 66,54/100)

Plaats: 39/180

(2022: 63/180)

Globale score: 59,16/100

(2022: 61,51/100)

Plaats: 91/180

(2022: 79/180)

Globale score: 33,97/100

(2022: 41,25/100)

Plaats: 165/180

(2022: 149/180)

Globale score: 61,69/100

(2022: 59,30/100)

Plaats: 77/180

(2022: 89/180)

Globale score: 77,62/100

(2022: 73,47/100)

Plaats: 28/180

(2022: 40/180)

Globale score: 61,19/100

(2022: 55,76/100)

Plaats: 79/180

(2022: 106/180)

Rule of Law Index (Rechtsstaatindex) 2022 — World Justice Project

https://worldjusticeproject.org/rule-of-law-index/global/2022/

Totaalscore: 0,49/1

(2021: 0,49/1)

Globale plaats: 87/140

(2021: 83/139)

Totaalscore: 0,52/1

(2021: 0,52/1)

Globale plaats: 70/140

(2021: 72/139)

Totaalscore: 0,56/1

(2021: 0,55/1)

Globale plaats: 57/140

(2021: 60/139)

Totaalscore: 0,53/1

(2021: 0,53/1)

Globale plaats: 63/140

(2021: 64/139)

n.v.t.

Totaalscore: 0,49/1

(2021: 0,49/1)

Globale plaats: 83/140

(2021: 81/139)

Totaalscore: 0,42/1

(2021: 0,42/1)

Globale plaats: 116/140

(2021: 117/139)

Totaalscore: 0,60/1

(2021: 0,61/1)

Globale plaats: 49/140

(2021: 49/139)

Totaalscore: 0,52/1

(2021: 0,51/1)

Globale plaats: 68/140

(2021: 73/139)

Totaalscore: 0,50/1

(2021: 0,51/1)

Globale plaats: 76/140

(2021: 74/139)

Worldwide Governance Indicators 2022 — Rule of Law (Wereldwijde indicatoren voor goed bestuur 2022 — Rechtsstaat) — Wereldbankgroep

http://info.worldbank.org/governance/wgi/  

Percentielscore: 47,17/100

Percentielscore: 41,5/100

Percentielscore: 39,62/100

Percentielscore: 50,00/100

Percentielscore: 48,58/100

Percentielscore: 49,06/100

Percentielscore: 36,79/100

Percentielscore: 56,60/100

Percentielscore:

41,98/100

Percentielscore:

18,87/100

Worldwide Governance Indicators 2022 — Government Effectiveness (Wereldwijde indicatoren voor goed bestuur 2022 — Doeltreffendheid van de overheid) — Wereldbankgroep

http://info.worldbank.org/governance/wgi/  

Percentielscore: 56,60/100

Percentielscore: 12,74/100

Percentielscore: 44,34/100

Percentielscore: 49,53/100

Percentielscore: 51,42/100

Percentielscore: 57,08/100

Percentielscore:

43,87/100

Percentielscore: 72,64/100

Percentielscore: 40,57/100

Percentielscore: 33,02/100

Worldwide Governance Indicators 2022 — Control of Corruption (Wereldwijde indicatoren voor goed bestuur 2022 — Strijd tegen corruptie) — Wereldbankgroep

http://info.worldbank.org/governance/wgi/

Percentielscore: 38,68/100

Percentielscore: 25,94/100

Percentielscore: 47,17/100

Percentielscore: 43,87/100

Percentielscore: 50,94/100

Percentielscore: 35,38/100

Percentielscore: 34,91/100

Percentielscore: 72,17/100

Percentielscore: 42,92/100

Percentielscore: 29,25/100

Corruption Perceptions Index 2022 (Corruptieperceptie-index) — Transparency International

https://www.transparency.org/en/cpi/2022  

Score: 36/100

(2021: 35/100)

Plaats: 101/180

(2021: 110/180)

Score: 34/100

(2021: 35/100)

Plaats: 110/180

(2021: 110/180)

Score: 41/100

(2021: 39/100)

Plaats: 84/180

(2021: 87/180)

Score: 40/100

(2021: 39/100)

Plaats: 85/180

(2021: 87/180)

Score: 45/100

(2021: 46/100)

Plaats: 65/180

(2021: 64/180)

Score: 36/100

(2021: 38/100)

Plaats: 101/180

(2021: 96/180)

Score: 36/100

(2021: 38/100)

Plaats: 101/180

(2021: 96/180)

Score: 56/100

(2021: 55/100)

Plaats: 41/180

(2021: 45/180)

Score: 39/100

(2021: 36/100)

Plaats: 91/180

(2021: 105/180)

Score: 33/100

(2021: 32/100)

Plaats: 116/180

(2021: 122/180)



STATISTISCHE GEGEVENS (op 31/8/2023), deel 1 (Albanië — Montenegro)

Demografie

Voetnoot

Albanië

Bosnië en Herzegovina

Kenya

Noord-Macedonië

Montenegro

EU-27

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2020

2021

Totaal bevolking (x 1000)

2 846 s

2 830 s

:

:

1 782 s

1 798 s

2 076 s

2 069 s

622 s

621 s

447 485 s

447 001 bps

Aandeel 15-64 jaar in totale bevolking (%)

68,4 s

68,2 s

:

:

67,1 s

67,3 s

69,3 s

69,1 s

66,5 s

66,2 s

64,3 ps

64,1 bps

Ruw cijfer nationale bevolkingsontwikkeling (per 1 000 inwoners)

0,2

- 1,2

:

:

7,4 ep

:

- 3,2

- 5,1

- 0,3

- 3,4

- 2,5 ep

- 2,7 bep

Levensverwachting bij geboorte, mannen (jaren)

75,2

73,6

:

:

:

:

72,2

71,1 b

73,2

70,8

77,5 ep

77,2 bep

Levensverwachting bij geboorte, vrouwen (jaren)

79,6

77,7

:

:

:

:

76,7

75,5 b

78,8

77,0

83,2 ep

82,9 bep

Arbeidsmarkt

Voetnoot

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2020

2021

Economische activiteit, personen 20-64 jaar: deel van de bevolking tussen 20 en 64 jaar dat economisch actief is (%)

Totaal

1) 2) 3) 4) 5) 6) 7)

75,3 ew

75,1 ew

62,3 bw

63,4 bw

42,9 w

43,9 w

70,5

70,5 w

67,2

64,7 w

77,6

78,4 b

Mannen

1) 2) 3) 4) 5) 6) 7)

83,9 ew

84,2 ew

75,4 bw

76,7 bw

63,0 w

63,8 w

82,5

83,2 w

74,6

71,7 w

83,6

84,0 b

Vrouwen

1) 2) 3) 4) 5) 6) 7)

66,9 ew

66,3 ew

49,1 bw

50,0 bw

23,1 w

24,4 w

58,2

57,4 w

59,9

57,8 w

71,7

72,9 b

Arbeidsparticipatie personen 20-64 jaar (% van bevolking)

Totaal

1) 2) 3) 4) 5) 6)

66,3 ew

66,3 ew

52,5 bw

52,6 bw

32,3 w

35,1 w

59,1

59,5 w

55,2

54,2 w

72,2

73,1 b

Mannen

1) 2) 3) 4) 5) 6)

74,0 ew

74,6 ew

64,9 bw

66,0 bw

48,8 w

51,9 w

68,9

69,5 w

61,7

59,8 w

78,0

78,5 b

Vrouwen

1) 2) 3) 4) 5) 6)

58,8 ew

58,3 ew

40,0 bw

39,1 bw

16,0 w

18,5 w

49,0

49,2 w

48,8

48,7 w

66,5

67,6 b

Personen tussen 15-24 jaar die niet werken en geen opleiding volgen, % van bevolking in leeftijdsgroep

1) 2) 8) 5) 4) 9)

26,6 w

24,0 w

21,6 w

19,9 w

33,6 w

32,1 w

19,6

17,9 w

21,1

20,2 w

11,1

10,8 b



Arbeidsmarkt (vervolg)

Voetnoot

Albanië

Bosnië en Herzegovina

Kenya

Noord-Macedonië

Montenegro

EU-27

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2019

2020

2021

2020

2021

2020

Personen tussen 15-29 jaar die niet werken en geen opleiding volgen, % van bevolking in leeftijdsgroep

1) 2) 8) 5) 4) 9)

27,9 w

26,1 w

25,9 w

25,1 w

40,4 w

36,6 w

26,2

24,3 w

26,6

26,5 w

13,8

13,1 b

Werkgelegenheid belangrijkste sectoren

Landbouw, bosbouw en visserij (%)

1) 2) 3) 4) 5) 6) 10)

36,1 ew

33,8 ew

12,0 bw

9,4 bw

4,8 w

2,8 w

12,0 s

11,5 w

7,5 s

6,4 w

4,3 s

3,8 bs

Industrie (%)

1) 2) 3) 4) 5) 6) 10)

13,4 ew

13,8 ew

23,9 bw

24,4 bw

16,3 w

14,8 w

23,9 s

23,9 w

10,1 s

10,2 w

18,2 s

18,0 bs

Bouw (%)

1) 2) 3) 4) 5) 6) 10)

7,0 ew

8,1 ew

9,5 bw

9,1 bw

11,1 w

10,5 w

6,9 s

6,8 w

8,3 s

6,7 w

6,6 s

6,6 bs

Diensten (%)

1) 2) 3) 4) 5) 6) 10)

43,5 ew

44,3 ew

54,7 bw

57,0 bw

67,9 w

71,9 w

57,1 s

57,7 w

73,5 s

76,7 w

70,1 s

70,9 bs

Aantal mensen dat werkzaam is in de publieke sector als % van totale werkgelegenheid, 20-64 jaar (%)

11) 12) 13) 5) 4)

15,5 ew

16,3 ew

19,1 bw

19,8 bw

28,7 w

28,3 w

24,4 w

25,6 w

30,5 w

32,7 w

:

:

Aantal mensen dat werkzaam is in de particuliere sector als % van totale werkgelegenheid, 20-64 jaar (%)

14) 1) 13) 2) 5)

84,5 ew

83,7 ew

80,9 bw

80,2 bw

71,3 w

71,7 w

75,6 w

74,4 w

65,6 w

63,7 w

:

:

Werkloosheid (% totale beroepsbevolking)

Totaal

1) 2) 3) 4) 5) 6) 15) 16)

11,8 ew

11,6 ew

15,9 bw

17,4 bw

25,8 w

20,6 w

16,4

15,7 w

17,9

16,6 w

7,1

7,1 b

Mannen

1) 2) 3) 4) 5) 6) 15) 16)

11,6 ew

11,4 ew

14,2 bw

14,4 bw

23,4 w

18,9 w

16,7

16,4 w

17,5

17,1 w

6,8

6,8 b

Vrouwen

1) 2) 3) 4) 5) 6) 15) 16)

12,0 ew

11,8 ew

18,6 bw

22,0 bw

32,2 w

24,9 w

15,9

14,6 w

18,4

15,9 w

7,4

7,4 b

Jongeren, 15-24 jaar

1) 2) 3) 4) 5) 6)

26,5 ew

27,1 ew

36,6 bw

38,3 bw

49,1 w

38,0 w

35,7

36,4 w

36,0

37,1 w

16,8

16,7 b

Langdurig (>12 maanden)

1) 2) 3) 4) 5) 6) 15) 16)

7,0 ew

7,3 ew

11,9 bw

13,7 bw

18,4 w

14,5 w

12,4

12,5 w

13,4

11,0 w

2,5

2,8

Gemiddelde nominale maandlonen en -salarissen (EUR)

17) 18) 19) 20) 21) 6)

434 sw

474 sw

489 sw

510 sw

466 sw

484 sw

441 sw

466 sw

524 sw

532 sw

:

:



Onderwijs

Voetnoot

Albanië

Bosnië en Herzegovina

Kenya

Noord-Macedonië

Montenegro

EU-27

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2019

2020

2021

2020

2021

2020

Schooluitval: percentage van de bevolking 18-24 jaar met ten hoogste lager middelbaar onderwijs dat geen verder onderwijs/opleiding volgt (%)

1) 2) 8) 5) 4)

15,6 w

17,4 w

4,7 w

4,7 w

7,8 w

7,0 w

5,7

4,6 w

3,6

6,7 w

9,9

9,8 b

Overheidsuitgaven voor onderwijs in verhouding tot het bbp (%)

6) 22) 23)

3,3 psw

3,1 sw

4,3 sw

:

4,6 sw

4,3 sw

:

:

:

:

5,0 d

:

Percentage van de bevolking van 20-24 jaar dat ten hoogste lager secundair onderwijs heeft gevolgd, totaal

1) 2) 3) 4) 5) 6) 24)

17,9 w

17,2 w

5,8 bw

6,1 bw

10,2 w

9,8 w

6,1

4,9 w

:

2,8 w

15,7

15,6 b

Percentage van de bevolking van 20-24 jaar dat ten hoogste lager secundair onderwijs heeft gevolgd, mannen

1) 2) 3) 4) 5) 6)

18,5 w

18,4 w

5,8 bw

6,8 bw

9,1 w

10,3 w

5,9

4,9 w

:

3,4 w

18,5

18,1 b

Percentage van de bevolking van 20-24 jaar dat ten hoogste lager secundair onderwijs heeft gevolgd, vrouwen

1) 2) 3) 4) 5) 6)

17,4 w

16,1 w

5,9 bw

5,3 bw

11,5 w

9,4 w

6,2

4,9 w

:

2,2 w

12,9

12,9 b

Percentage van de bevolking van 20-24 jaar dat hoger secundair of postsecundair niet-tertiair onderwijs heeft gevolgd, totaal

1) 2) 3) 4) 5) 6)

51,5 w

56,3 w

84,2 bw

84,5 bw

78,8 w

75,6 w

85,2

88,8 w

83,3

85,2 w

66,8

65,7 b

Percentage van de bevolking van 20-24 jaar dat hoger secundair of postsecundair niet-tertiair onderwijs heeft gevolgd, mannen

1) 2) 3) 4) 5) 6)

60,2 w

65,0 w

86,1 bw

86,5 bw

83,1 w

78,4 w

89,0

91,8 w

85,7

87,6 w

67,5

66,3 b

Percentage van de bevolking van 20-24 jaar dat hoger secundair of postsecundair niet-tertiair onderwijs heeft gevolgd, vrouwen

1) 2) 3) 4) 5) 6)

42,4 w

48,1 w

82,3 bw

82,4 bw

73,8 w

72,6 w

81,1

85,7 w

80,6

82,6 w

66,0

65,1 b

Percentage van de bevolking 30-34 jaar dat hoger onderwijs heeft gevolgd, totaal

1) 2) 3) 4) 5) 6)

33,2 ew

32,1 ew

28,4 bw

28,8 bw

29,1 w

32,3 w

39,7

36,9 w

38,4

39,0 w

41,1

41,9 b

Percentage van de bevolking 30-34 jaar dat hoger onderwijs heeft gevolgd, mannen

1) 2) 3) 4) 5) 6)

26,7 ew

25,4 ew

23,2 bw

23,9 bw

28,1 w

30,8 w

34,3

31,8 w

35,1

34,9 w

36,0

36,6 b

Percentage van de bevolking 30-34 jaar dat hoger onderwijs heeft gevolgd, vrouwen

1) 2) 3) 4) 5) 6)

40,0 ew

39,3 ew

34,0 bw

34,0 bw

30,3 w

34,0 w

45,3

42,3 w

41,7

43,0 w

46,2

47,2 b



Nationale rekeningen

Voetnoot

Albanië

Bosnië en Herzegovina

Kenya

Noord-Macedonië

Montenegro

EU-27

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2019

2020

2021

2020

2021

2020

Bruto binnenlands product

In lopende prijzen (miljoen EUR)

6) 23)

13 310

15 157 p

17 756

19 995

6 772

7 958

10 852

11 688 p

4 186

4 955

13 471 071

14 567 204

Per hoofd van de bevolking (EUR)

6) 23)

4 690

5 390 p

:

:

3 800 s

4 426 s

5 240 e

5 672 sw

6 740

8 000

30 050

32 520

In koopkrachtstandaard (KKS) per hoofd van de bevolking

9 213

10 296 p

10 200

:

:

:

11 349 e

:

13 436

15 538

30 054

32 524

In KKS per hoofd van de bevolking in vergelijking met EU-gemiddelde (EU-27 = 100)

30,7

31,7

33,1 s

:

:

:

37,8

:

44,7

47,8

100

100

Jaarlijkse reële procentuele wijziging (volume) t.o.v. het jaar ervoor (%)

6) 23)

- 3,5 p

:

- 3,0

7,4

- 5,3

10,7

- 4,7

3,9 p

- 15,3

13,0

- 5,6

5,6

Bruto toegevoegde waarde belangrijkste sectoren

Landbouw, bosbouw en visserij (%)

6) 23) 25)

21,9

21,1 p

7,0

6,0

8,9

8,6

9,8

8,4 p

9,1

8,0

1,8

1,8

Industrie (%)

6) 23) 25)

12,8

12,9 p

22,8

24,5

24,1

23,6

19,8

19,6 p

13,5

12,5

19,7

20,0

Bouw (%)

6) 23) 25)

10,2

10,9 p

5,4

5,1

9,3

10,6

6,0

6,3 p

7,3

5,8

5,5

5,5

Diensten (%)

6) 23) 25)

55,2 s

55,2 ps

64,7 s

64,3 s

57,7 s

57,2 s

64,3 s

65,8 ps

70,0 s

73,8 s

73,0 s

72,7 s

Betalingsbalans

Voetnoot

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2020

2021

Netto buitenlandse directe investeringen (inkomende minus uitgaande) (in miljoen EUR)

63) 64) 59) 65) 66)

893,6 s

988,8 s

322,2 w

459,8 w

286,6 w

320,4 w

154,7 w

387,5 w

470,5 w

581,6 w

c

- 318 026,0 s

Netto buitenlandse directe investeringen (inkomende minus uitgaande) (% van bbp)

63) 64) 67) 23)

6,71 s

6,52 ps

1,84 sw

2,41 sw

4,23 s

4,03 s

1,45 psw

3,32 ps

11,24 sw

11,74 sw

c

- 2,18 s

Netto buitenlandse directe investeringen (inkomende minus uitgaande) in vergelijking met EU-27 (in miljoen EUR)

68) 59) 65) 69) 66)

506,8 s

652,5 s

226,3 w

186,8 w

135,6 s

189,1 s

11,1 w

390,0 s

92,9 w

180,1 w

c

- 56 205,8 s

Netto buitenlandse directe investeringen (inkomende minus uitgaande) in vergelijking met EU-27 (% bbp)

68) 70) 23)

3,81 s

4,30 sp

1,29 sw

0,98 sw

2,00 s

2,38 s

0,10 psw

3,34 sp

2,22 sw

3,64 sw

c

- 0,39 s

Overmakingen (% van bbp)

71) 72) 23)

5,06 s

5,02 ps

7,26 s

7,78 s

14,47 s

14,49 s

3,07 s

2,95 ps

6,26 s

6,82 s

0,15 s

0,14 s



Externe handel in goederen

Voetnoot

Albanië

Bosnië en Herzegovina

Kenya

Noord-Macedonië

Montenegro

EU-27

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2019

2020

2021

2020

2021

2020

Aandeel uitvoer naar EU-27 in de totale uitvoer (%)

26) 27)

74,7 s

72,2 s

72,4 s

72,8 s

34,5 s

31,5 s

77,5 s

77,1 s

37,7 s

31,1 s

:

:

Aandeel invoer uit EU-27 in de totale invoer (%)

26) 27)

57,9 s

54,4 s

60,8 s

58,9 s

45,8 s

44,3 s

46,3 s

46,2 s

44,2 s

45,7 s

:

:

Handelsbalans (in miljoen EUR)

26) 28) 27)

- 2 670

- 3 533

- 3 254

- 3 744

- 2 822

- 3 929

- 1 818

- 2 678

- 1 739

- 2 067

215 288

55 040

Internationale handel in goederen en diensten in verhouding tot het bbp

Invoer (% bbp)

6) 23)

37,2

44,7 p

47,9

53,9

53,9

65,2

70,5

82,3 p

61,0

62,2

42,8

46,7

Uitvoer (% bbp)

6) 23)

22,7

31,3 p

34,2

42,2

21,7

33,4

57,8

66,2 p

26,0

42,8

46,4

50,5

Overheidsfinanciën

Voetnoot

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2020

2021

Overheidsoverschot (+) / -tekort (-) (%)

29) 30) 31) 23)

- 6,8 w

- 6,8 fw

- 5,3 w

:

- 5,2 w

:

- 8,1 w

:

- 10,7 ew

:

- 6,7

- 4,8

Overheidsschuld (%)

32) 29) 33) 31) 34) 23)

72,7 w

76,7 fw

36,6 w

w

21,8 w

:

51,2 w

:

103,1 w

:

90,0

88,0

Financiële indicatoren

Voetnoot

Albanië

Bosnië en Herzegovina

Kenya

Noord-Macedonië

Montenegro

EU-27

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2019

2020

2021

2020

2021

2020

Jaarlijkse verandering consumentenprijzen (%)

35) 36) 37) 38)

2,2 d

2,3 d

- 1,1 w

2,0 w

0,2 d

3,4 d

1,2 d

3,4 d

- 0,5 d

2,5 d

0,7

2,9

Particuliere schuld, geconsolideerd, in verhouding tot het bbp (%)

39) 40)

:

:

- 1,2 w

:

:

:

:

:

:

:

:

:

Totale buitenlandse schuld in verhouding tot het bbp (%)

41) 42) 43) 44) 23)

64,2 s

64,4 ps

64,3 sw

60,1 sw

37,2 sw

37,4 sw

78,7 s

81,9 ps

221,6 s

191,5 s

:

:

Totale schuld in vreemde valuta in verhouding tot het bbp (%)

45)

66 w

:

:

:

:

:

:

:

17 w

:

:

:

Rente op leningen (1 jaar), per jaar (%)

46) 47) 48) 49) 50) 51) 52)

6,05 w

5,91 w

3,05 w

3,20 w

6,21 w

5,96 w

2,00 w

1,75 w

5,84 w

5,66 w

:

:

Depositorente (1 jaar), per jaar (%)

46) 53) 48) 54) 55) 50) 56) 57)

0,40 w

0,48 w

0,07 w

0,05 w

1,49 w

1,33 w

0,15 w

0,15 w

0,40 w

0,35 w

:

:

Waarde van reserves (inclusief goud) (in miljoen EUR)

48) 41) 42) 43) 58) 59)

3 942,4 w

4 972,2 w

7 091,0 w

8 359,1 w

900,8 w

1 100,3 w

3 359,9 w

3 643,3 w

1 738,5 w

1 748,8 w

:

:

Internationale reserves (uitgedrukt in maanden invoer)

60) 48) 41) 42) 61) 62)

9,6 sw

17,0 sw

10,0 sw

:

3,0 sw

:

5,3 sw

:

8,2 sw

:

:

:



Bedrijfsleven

Voetnoot

Albanië

Bosnië en Herzegovina

Kenya

Noord-Macedonië

Montenegro

EU-27

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2019

2020

2021

2020

2021

2020

Index industriële productie (2015 = 100)

73) 74) 75) 76)

89,5 w

113,0 w

96,7

106,2

:

:

102,4

103,9

105,8

110,3

98,5

107,5

Infrastructuur

Voetnoot

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2020

2021

Dichtheid spoorwegnetwerk (aantal operationele lijnen per duizend km²)

77) 78) 79) 80) 81) 82)

7,8 sw

7,8 s

19,9 sw

19,9 sw

30,5 sw

30,5 sw

26,9 s

26,9 s

18,0 s

18,0 s

:

:

Aantal kilometer autosnelweg

83)

22

25

218

218

137 w

137 w

335

335

z

z

:

:

Energie

Voetnoot

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2020

2021

Netto invoer van energie in verhouding tot het bbp

84)

1,7 s

2,7 ps

2,7 s

3,5 s

4,2 s

6,7 s

4,8 s

7,7 ps

2,6 s

4,1 s

1,6 s

2,7 s



STATISTISCHE GEGEVENS (op 31/8/2023), deel 2 (Servië — Oekraïne)

Demografie

Voetnoot

Servië

Turkije

Georgië

Moldavië

Oekraïne

EU-27

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2020

2021

Totaal bevolking (x 1000)

6 927 s

6 872 s

83 155 s

83 614 s

3 717 s

3 729 s

2 640 s

2 597 ps

41 733 s

41 419 s

447 485 s

447 001 bps

Aandeel 15-64 jaar in totale bevolking (%)

64,8 s

64,5 s

67,8 s

67,7 s

64,5 s

64,2 s

:

66,7 ps

67,6 s

67,4 s

64,3 ps

64,1 bps

Ruw cijfer nationale bevolkingsontwikkeling (per 1 000 inwoners)

- 8,0

- 10,9

:

:

- 1,1

- 3,8

- 3,8 ep

:

- 7,8

- 10,7 e

- 2,5 ep

- 2,7 bep

Levensverwachting bij geboorte, mannen (jaren)

71,6

70,0

:

:

:

:

:

:

:

:

77,5 ep

77,2 bep

Levensverwachting bij geboorte, vrouwen (jaren)

77,5

75,7

:

:

:

:

:

:

:

:

83,2 ep

82,9 bep

Arbeidsmarkt

Voetnoot

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2020

2021

Economische activiteit, personen 20-64 jaar: deel van de bevolking tussen 20 en 64 jaar dat economisch actief is (%)

Totaal

1) 2) 3) 4) 5) 6) 7)

72,5

75,0 b

58,7

61,2 bw

63,2 bw

64,5 w

51,1 w

52,8 w

72,0 w

71,9 w

77,6

78,4 b

Mannen

1) 2) 3) 4) 5) 6) 7)

79,9

82,6 b

79,8

82,3 bw

74,0 bw

76,2 w

55,5 w

57,8 w

78,4 w

78,2 w

83,6

84,0 b

Vrouwen

1) 2) 3) 4) 5) 6) 7)

65,2

67,4 b

37,5

40,0 bw

52,8 bw

53,4 w

47,0 w

48,1 w

66,0 w

66,0 w

71,7

72,9 b

Arbeidsparticipatie personen 20-64 jaar (% van bevolking)

Totaal

1) 2) 3) 4) 5) 6)

65,9

66,7 b

51,0

53,9 bw

51,1 bw

50,6 w

49,1 w

51,1 w

65,2 w

64,8 w

72,2

73,1 b

Mannen

1) 2) 3) 4) 5) 6)

72,9

74,2 b

70,1

73,6 bw

58,7 bw

58,1 w

53,1 w

55,6 w

70,8 w

70,8 w

78,0

78,5 b

Vrouwen

1) 2) 3) 4) 5) 6)

58,9

59,3 b

32,0

34,1 bw

43,9 bw

43,5 w

45,5 w

46,9 w

60,0 w

59,3 w

66,5

67,6 b

Personen tussen 15-24 jaar die niet werken en geen opleiding volgen, % van bevolking in leeftijdsgroep

1) 2) 8) 5) 4) 9)

15,9

16,4 b

28,3

24,7 bw

28,5 bw

26,8 w

17,6 w

17,2 w

15,5 w

14,3 w

11,1

10,8 b



Arbeidsmarkt (vervolg)

Voetnoot

Servië

Turkije

Georgië

Moldavië

Oekraïne

EU-27

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2019

2020

2021

2020

2021

2020

Personen tussen 15-29 jaar die niet werken en geen opleiding volgen, % van bevolking in leeftijdsgroep

1) 2) 8) 5) 4) 9)

20,0

18,8 b

32,0

28,4 bw

35,1 bw

34,6 w

26,0 w

26,4 w

20,0 w

19,8 w

13,8

13,1 b

Werkgelegenheid belangrijkste sectoren

Landbouw, bosbouw en visserij (%)

1) 2) 3) 4) 5) 6) 10)

14,6 s

15,0 bs

17,6 s

17,2 bw

19,8 bw

18,9 w

21,1 w

21,5 w

14,1 w

14,1 w

4,3 s

3,8 bs

Industrie (%)

1) 2) 3) 4) 5) 6) 10)

22,6 s

23,7 bs

20,5 s

21,3 bw

11,4 bw

11,3 w

14,6 w

14,4 w

17,8 w

18,2 w

18,2 s

18,0 bs

Bouw (%)

1) 2) 3) 4) 5) 6) 10)

5,4 s

6,0 bs

5,7 s

6,2 bw

6,9 bw

7,8 w

7,2 w

7,7 w

7,0 w

7,0 w

6,6 s

6,6 bs

Diensten (%)

1) 2) 3) 4) 5) 6) 10)

57,5 s

55,3 bs

56,2 s

55,3 bw

61,9 bw

62,1 w

57,1 w

56,4 w

61,1 w

60,7 w

70,1 s

70,9 bs

Aantal mensen dat werkzaam is in de publieke sector als % van totale werkgelegenheid, 20-64 jaar (%)

11) 12) 13) 5) 4)

26,4 w

25,8 w

17,7 w

16,9 bw

23,5 bw

24,3 w

29,6 w

28,6 w

:

:

:

:

Aantal mensen dat werkzaam is in de particuliere sector als % van totale werkgelegenheid, 20-64 jaar (%)

14) 1) 13) 2) 5)

73,6 w

74,2 w

82,3 w

83,1 bw

76,5 bw

75,7 w

70,4 w

71,4 w

:

:

:

:

Werkloosheid (% totale beroepsbevolking)

Totaal

1) 2) 3) 4) 5) 6) 15) 16)

9,1

11,1 b

13,2

12,0 bw

18,5 bw

20,6 w

3,8 w

3,2 w

9,5 w

9,8 w

7,1

7,1 b

Mannen

1) 2) 3) 4) 5) 6) 15) 16)

8,8

10,2 b

12,4

10,7 bw

20,2 bw

22,7 w

4,3 w

3,9 w

9,8 w

9,5 w

6,8

6,8 b

Vrouwen

1) 2) 3) 4) 5) 6) 15) 16)

9,5

12,1 b

14,9

14,8 bw

16,2 bw

17,8 w

3,3 w

2,5 w

9,1 w

10,1 w

7,4

7,4 b

Jongeren, 15-24 jaar

1) 2) 3) 4) 5) 6)

26,6

26,4 b

25,1

22,6 bw

39,4 bw

42,9 w

10,9 w

9,2 w

19,3 w

19,1 w

16,8

16,7 b

Langdurig (>12 maanden)

1) 2) 3) 4) 5) 6) 15) 16)

4,5

4,9

3,3

3,7 bw

5,8 bw

7,2 w

0,7 w

0,8 w

2,0 w

2,4 w

2,5

2,8

Gemiddelde nominale maandlonen en -salarissen (EUR)

17) 18) 19) 20) 21) 6)

706 sw

772 sw

384 sw

256 sw

296 sw

372 sw

376 sw

447 sw

334 sw

453 sw

:

:



Onderwijs

Voetnoot

Servië

Turkije

Georgië

Moldavië

Oekraïne

EU-27

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2019

2020

2021

2020

2021

2020

Schooluitval: percentage van de bevolking 18-24 jaar met ten hoogste lager middelbaar onderwijs dat geen verder onderwijs/opleiding volgt (%)

1) 2) 8) 5) 4)

5,6

6,3 b

26,7

23,0 bw

8,2 w

7,3 w

16,9 w

19,6 w

:

:

9,9

9,8 b

Overheidsuitgaven voor onderwijs in verhouding tot het bbp (%)

6) 22) 23)

3,5 sw

3,3 psw

4,0

3,5 sw

3,8 psw

3,6 sw

:

:

5,4 sw

:

5,0 d

:

Percentage van de bevolking van 20-24 jaar dat ten hoogste lager secundair onderwijs heeft gevolgd, totaal

1) 2) 3) 4) 5) 6) 24)

6,4

6,7 b

34,4

29,5 bw

7,9 w

7,3 w

21,2 w

23,3 w

2,9 w

2,7 w

15,7

15,6 b

Percentage van de bevolking van 20-24 jaar dat ten hoogste lager secundair onderwijs heeft gevolgd, mannen

1) 2) 3) 4) 5) 6)

6,0

7,7 b

36,7

31,6 bw

8,3 w

7,4 w

24,5 w

27,3 w

3,1 w

2,9 w

18,5

18,1 b

Percentage van de bevolking van 20-24 jaar dat ten hoogste lager secundair onderwijs heeft gevolgd, vrouwen

1) 2) 3) 4) 5) 6)

6,8

5,7 b

32,2

27,3 bw

7,5 w

7,2 w

18,0 w

19,4 w

2,8 w

2,5 w

12,9

12,9 b

Percentage van de bevolking van 20-24 jaar dat hoger secundair of postsecundair niet-tertiair onderwijs heeft gevolgd, totaal

1) 2) 3) 4) 5) 6)

85,4

85,3 b

43,1

47,8 bw

77,3 w

77,2 w

69,4 w

68,2 w

54,9 w

55,2 w

66,8

65,7 b

Percentage van de bevolking van 20-24 jaar dat hoger secundair of postsecundair niet-tertiair onderwijs heeft gevolgd, mannen

1) 2) 3) 4) 5) 6)

87,5

86,3 b

45,3

51,1 bw

82,4 w

84,0 w

68,7 w

66,4 w

59,6 w

58,9 w

67,5

66,3 b

Percentage van de bevolking van 20-24 jaar dat hoger secundair of postsecundair niet-tertiair onderwijs heeft gevolgd, vrouwen

1) 2) 3) 4) 5) 6)

83,2

84,1 b

40,8

44,5 bw

71,3 w

70,2 w

70,2 w

69,9 w

50,0 w

51,3 w

66,0

65,1 b

Percentage van de bevolking 30-34 jaar dat hoger onderwijs heeft gevolgd, totaal

1) 2) 3) 4) 5) 6)

33,0

35,3 b

33,1

35,5 bw

38,2 w

35,5 w

31,5 w

31,8 w

57,1 w

58,0 w

41,1

41,9 b

Percentage van de bevolking 30-34 jaar dat hoger onderwijs heeft gevolgd, mannen

1) 2) 3) 4) 5) 6)

27,1

27,7 b

33,9

36,1 bw

33,6 w

32,3 w

24,3 w

28,6 w

49,7 w

51,4 w

36,0

36,6 b

Percentage van de bevolking 30-34 jaar dat hoger onderwijs heeft gevolgd, vrouwen

1) 2) 3) 4) 5) 6)

39,1

43,2 b

32,2

35,0 bw

42,7 w

38,9 w

38,2 w

34,7 w

64,8 w

64,8 w

46,2

47,2 b



Nationale rekeningen

Voetnoot

Servië

Turkije

Georgië

Moldavië

Oekraïne

EU-27

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2019

2020

2021

2020

2021

2020

Bruto binnenlands product

In lopende prijzen (miljoen EUR)

6) 23)

46 815

53 329

626 742

689 547

13 871 w

15 732 w

10 116 w

11 569 w

137 133 w

168 710 w

13 471 071

14 567 204

Per hoofd van de bevolking (EUR)

6) 23)

6 790

7 800

7 520

8 190

3 726 w

4 242 w

3 839 w

4 424 w

3 285 w

4 077 w

30 050

32 520

In koopkrachtstandaard (KKS) per hoofd van de bevolking

12 812

14 349

18 325

20 337

:

:

12 977 w

16 069 w

:

:

30 054

32 524

In KKS per hoofd van de bevolking in vergelijking met EU-gemiddelde (EU-27 = 100)

42,6

44,2

61,0

62,7

:

:

:

:

:

:

100

100

Jaarlijkse reële procentuele wijziging (volume) t.o.v. het jaar ervoor (%)

6) 23)

- 0,9

7,5

1,9

11,4

- 6,8 w

10,5 w

- 8,3 w

13,9 w

- 3,8 w

3,4 w

- 5,6

5,6

Bruto toegevoegde waarde belangrijkste sectoren

Landbouw, bosbouw en visserij (%)

6) 23) 25)

7,6

7,6

7,5

6,2

8,3 w

7,4 w

10,8 w

12,3 w

10,8 w

12,7 w

1,8

1,8

Industrie (%)

6) 23) 25)

23,4

23,0

25,6

29,1

15,5 w

17,0 w

15,2 w

14,7 w

20,9 w

23,8 w

19,7

20,0

Bouw (%)

6) 23) 25)

6,6

7,3

5,9

5,7

8,7 w

7,5 w

11,5 w

9,3 w

3,3 w

3,2 w

5,5

5,5

Diensten (%)

6) 23) 25)

62,4 s

62,2 s

61,0 s

59,1 s

67,5 w

68,1 w

62,5 w

63,6 w

65,0 w

60,3 w

73,0 s

72,7 s

Betalingsbalans

Voetnoot

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2020

2021

Netto buitenlandse directe investeringen (inkomende minus uitgaande) (in miljoen EUR)

63) 64) 59) 65) 66)

2 938,5 w

3 656,9 w

3 942,6 s

5 832,2 s

498,7 w

783,6 w

133,4 w

322,7 w

- 50,8 w

6 351,5 w

c

- 318 026,0 s

Netto buitenlandse directe investeringen (inkomende minus uitgaande) (% van bbp)

63) 64) 67) 23)

c

6,86 s

0,63 s

0,85 s

3,60 sw

4,98 sw

1,32 sw

2,79 sw

- 0,04 sw

3,76 sw

c

- 2,18 s

Netto buitenlandse directe investeringen (inkomende minus uitgaande) in vergelijking met EU-27 (in miljoen EUR)

68) 59) 65) 69) 66)

c

1 801,0 s

140,6 s

600,5 s

178,9 w

189,7 w

:

:

- 691,7 w

4 748,7 w

c

- 56 205,8 s

Netto buitenlandse directe investeringen (inkomende minus uitgaande) in vergelijking met EU-27 (% bbp)

68) 70) 23)

c

3,38 s

0,02 s

0,09 s

1,29 sw

1,21 sw

:

:

- 0,50 sw

2,81 sw

c

- 0,39 s

Overmakingen (% van bbp)

71) 72) 23)

4,81 s

:

0,02 s

:

7,34 sw

8,65 sw

8,87 dpsw

:

0,75 psw

:

0,15 s

0,14 s



Externe handel in goederen

Voetnoot

Servië

Turkije

Georgië

Moldavië

Oekraïne

EU-27

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2019

2020

2021

2020

2021

2020

Aandeel uitvoer naar EU-27 in de totale uitvoer (%)

26) 27)

66,2 s

65,8 s

41,1 s

41,1 s

20,9 ew

16,9 sw

66,4 sw

62,5 sw

:

:

:

:

Aandeel invoer uit EU-27 in de totale invoer (%)

26) 27)

55,6 s

53,9 s

33,1 s

31,1 s

23,0 ew

22,9 sw

45,6 sw

46,6 sw

:

:

:

:

Handelsbalans (in miljoen EUR)

26) 28) 27)

- 5 019

- 6 279

- 42 293

- 38 925

- 3 838 sw

- 5 171 sw

- 2 572 sw

- 2 166 sw

- 4 438 sw

:

215 288

55 040

Internationale handel in goederen en diensten in verhouding tot het bbp

Invoer (% bbp)

6) 23)

56,5

62,3

32,2

35,5

56,6 w

59,6 w

51,4 w

57,8 w

40,3 w

41,9 w

42,8

46,7

Uitvoer (% bbp)

6) 23)

48,2

54,5

28,7

35,3

37,3 w

43,2 w

27,9 w

30,6 w

38,8 w

40,7 w

46,4

50,5

Overheidsfinanciën

Voetnoot

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2020

2021

Overheidsoverschot (+) / -tekort (-) (%)

29) 30) 31) 23)

- 8,0 w

- 4,2 ew

- 4,7 w

:

- 9,3 w

- 6,3 w

- 5,1 ew

0,0 ew

- 5,4 w

- 3,3 w

- 6,7

- 4,8

Overheidsschuld (%)

32) 29) 33) 31) 34) 23)

57,7 w

57,5 ew

39,8 w

:

60,1 w

49,6 w

33,1 w

32,6 w

60,4 w

49,0 w

90,0

88,0

Financiële indicatoren

Voetnoot

Servië

Turkije

Georgië

Moldavië

Oekraïne

EU-27

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2019

2020

2021

2020

2021

2020

Jaarlijkse verandering consumentenprijzen (%)

35) 36) 37) 38)

1,8 d

4,0 d

12,3 d

19,6 d

5,2 w

9,6 w

3,8 w

5,1 w

2,7 w

9,4 w

0,7

2,9

Particuliere schuld, geconsolideerd, in verhouding tot het bbp (%)

39) 40)

:

:

13,0 w

7,6 w

:

:

:

:

:

:

:

:

Totale buitenlandse schuld in verhouding tot het bbp (%)

41) 42) 43) 44) 23)

c

75,8 s

60,4 sw

54,3 sw

135,5 sw

124,0 sw

65,5 sw

66,9 sw

74,6 sw

67,8 sw

:

:

Totale schuld in vreemde valuta in verhouding tot het bbp (%)

45)

:

:

:

:

:

:

:

:

:

:

:

:

Rente op leningen (1 jaar), per jaar (%)

46) 47) 48) 49) 50) 51) 52)

1,90 w

1,90 w

16,25 w

22,79 w

8,52 w

9,46 w

5,15 w

8,50 w

7,89 w

7,67 w

:

:

Depositorente (1 jaar), per jaar (%)

46) 53) 48) 54) 55) 50) 56) 57)

0,10 w

0,10 w

13,51 w

17,85 w

8,46 w

9,13 w

0,15 w

4,50 w

7,22 w

6,95 w

:

:

Waarde van reserves (inclusief goud) (in miljoen EUR)

48) 41) 42) 43) 58) 59)

13 491,7 w

16 454,5 w

81 937,5 w

94 006,1 w

3 532,4 w

3 787,3 w

3 082,9 w

3 445,8 w

23 711,1 w

27 294,4 w

:

:

Internationale reserves (uitgedrukt in maanden invoer)

60) 48) 41) 42) 61) 62)

6,1 sw

:

4,9 sw

6,3 sw

5,4 sw

4,8 sw

7,1 sw

:

:

:

:

:



Bedrijfsleven

Voetnoot

Servië

Turkije

Georgië

Moldavië

Oekraïne

EU-27

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2019

2020

2021

2020

2021

2020

Index industriële productie (2015 = 100)

73) 74) 75) 76)

111,0

118,5

115,4

135,6

:

:

107,1 w

120,3 w

102,7 w

105,0 w

98,5

107,5

Infrastructuur

Voetnoot

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2020

2021

Dichtheid spoorwegnetwerk (aantal operationele lijnen per duizend km²)

77) 78) 79) 80) 81) 82)

37,9 sw

38,1 sw

13,3 sw

13,5 sw

22,6 sw

22,2 sw

34,0 sw

34,0 sw

32,8 sw

32,7 sw

:

:

Aantal kilometer autosnelweg

83)

928

928 w

3 523

3 532

208 w

263 w

:

:

15 w

15 w

:

:

Energie

Voetnoot

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2020

2021

2020

2021

Netto invoer van energie in verhouding tot het bbp

84)

2,9 s

4,0 s

3,3 s

5,2 s

1,0 sw

1,8 sw

:

:

:

:

1,6 s

2,7 s

Bron: Eurostat en/of de statistische instanties van de uitbreidingslanden

: = niet beschikbaar

b = onderbreking van serie

c = vertrouwelijke waarde

d = verschillende definitie

e = schatting

f = prognose

p = voorlopig

s = schatting van Eurostat

w = gegevens die door en onder de verantwoordelijkheid van de nationale statistische instantie worden verstrekt en worden vermeld “zoals deze zijn”, zonder enige garantie wat betreft de kwaliteit of de conformiteit met statistische methoden van de EU

z = niet van toepassing en dus gelijk aan 0

Voetnoten:

1)

Noord-Macedonië: de nieuwe IESS-verordening is niet geïmplementeerd.

2)

Bosnië en Herzegovina: sinds januari 2020 wordt de arbeidskrachtenenquête in Bosnië en Herzegovina continu uitgevoerd, gedurende het hele jaar, en worden gegevens elk kwartaal bekendgemaakt. Vanaf 2020 wordt ook de procedure voor gewogen kalibratie volgens bevolkingsschattingen van leeftijdsgroepen per vijf jaar en geslacht uitgevoerd.

3)

Bosnië en Herzegovina: vanaf januari 2021 gebruikt het Bureau voor de Statistiek van Bosnië en Herzegovina de nieuwe, herontworpen methode van de arbeidskrachtenenquête. Het herontwerp van de enquête vond plaats op basis van en in overeenstemming met de nieuwe verordening van het Europees Parlement en de Raad, die op 1 januari 2021 in werking is getreden. Met de invoering van de nieuwe, herontworpen methode van de arbeidskrachtenenquête vanaf januari 2021 werd de reeks gegevens die in het voorgaande jaar werd gepubliceerd, onderbroken.

4)

Turkije: * in HLFS is de reeks niet vergelijkbaar met voorgaande jaren als gevolg van de aanpassingen in de definitie, reikwijdte en opzet van de enquête voor het jaar 2021.

5)

Turkije: resultaten van de jaarlijkse arbeidskrachtenenquête.

6)

Oekraïne: de gegevens zijn exclusief het tijdelijk bezette gebied van de Autonome Republiek Krim, de stad Sebastopol en de tijdelijk bezette delen van de regio’s Donetsk en Loehansk.

7)

Oekraïne: Op basis van de gegevens over 2019 voor de economisch actieve bevolking — beroepsbevolking.

8)

Bosnië en Herzegovina: vanaf 2020 wordt de arbeidskrachtenenquête op kwartaalbasis uitgevoerd, wat leidt tot breuken in de reeksen in vergelijking met de resultaten van voorgaande jaren. Met de invoering van de nieuwe, herontworpen methode van de arbeidskrachtenenquête (Verordening (EU) 2019/1700; Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2240) vanaf januari 2021 werd de reeks gegevens die in het voorgaande jaar werd gepubliceerd, onderbroken. Dit betekent dat de gegevens voor 2020 en 2021 ook niet vergelijkbaar zijn.

9)

Oekraïne: de gegevens zijn exclusief het tijdelijk bezette gebied van de Autonome Republiek Krim, de stad Sebastopol en de tijdelijk bezette delen van de regio’s Donetsk en Loehansk.

10)

Georgië: Sinds 2020 — NACE Rev. 2, vóór 2020 — NACE Rev. 1.1.

11)

Montenegro: gegevens hebben betrekking op het aantal werknemers in de openbare sector als percentage van het totale aantal werkende personen.

12)

Noord-Macedonië: in de publieke sector zijn gegevens opgenomen: overige (gemengd, collectief, staat, ongedefinieerd).

13)

Bosnië en Herzegovina: de openbare sector omvat secties O, P en Q van de NACE rev 2, de particuliere sector omvat de andere NACE-secties.

14)

Montenegro: onderbreking in de tijdreeks omdat voorheen alleen bedienden deze vraag beantwoordden. Sinds 2018 wordt deze vraag door alle werknemers beantwoord.

15)

Oekraïne: Personen van 15 jaar en ouder.

16)

Georgië: Personen van 15 jaar en ouder.

17)

Servië: lonen worden verkregen uit administratieve bronnen (belastingadministratie). Gemiddelde verdiensten worden berekend op basis van het totale bedrag aan opgebouwde verdiensten voor de verslagmaand en het aantal werknemers (voltijdequivalent/vte).

18)

Albanië: Informatiebron: algemeen directoraat belastingen, bijdragers van sociale verzekeringen; berekening van INSTAT.

19)

Bosnië en Herzegovina: nettoloon.

20)

Turkije: Bron: enquêtes met betrekking tot inkomen en levensomstandigheden.

21)

Moldavië: omvat eenheden met 1 of meer werknemers.

22)

Georgië: het bbp is berekend volgens het SNR van 2008.

23)

Georgië: gebaseerd op het SNR van 2008.

24)

Georgië: exclusief personen zonder opleiding.

25)

Georgië: berekeningen worden gemaakt volgens NACE Rev. 2.

26)

Moldavië: januari tot en met augustus.

27)

Georgië: gegevens omgerekend in EUR door Eurostat.

28)

Oekraïne: de gegevens zijn exclusief het tijdelijk bezette gebied van de Autonome Republiek Krim, de stad Sebastopol en de tijdelijk bezette delen van de regio’s Donetsk en Loehansk.

29)

Albanië: Prognoses van het ministerie van Financiën en Economie.

30)

Oekraïne: gewijzigde kasgegevens (Handboek voor de statistiek van de overheidsfinanciën 2014).

31)

Oekraïne: de gegevens zijn exclusief het tijdelijk bezette gebied van de Autonome Republiek Krim, de stad Sebastopol en de tijdelijk bezette delen van de regio’s Donetsk en Loehansk.

32)

Montenegro: voorlopige gegevens. De definitieve gegevens zullen eind maart 2021 beschikbaar zijn.

33)

Bosnië en Herzegovina: eind van het jaar (31 december).

34)

Oekraïne: staatsschuld en door de staat gegarandeerde schuld.

35)

Bosnië en Herzegovina: consumentenprijsinflatie.

36)

Moldavië: consumentenprijsinflatie.

37)

Oekraïne: de gegevens zijn exclusief het tijdelijk bezette gebied van de Autonome Republiek Krim, de stad Sebastopol en de tijdelijk bezette delen van de regio’s Donetsk en Loehansk.

38)

Georgië: consumentenprijsinflatie.

39)

Bosnië en Herzegovina: gegevens voor monetaire financiële instellingen.

40)

Turkije: gegevens hebben betrekking op schuldbewijzen en leningen.

41)

Bosnië en Herzegovina: op basis van het betalingsbalanshandboek van het IMF, zesde editie.

42)

Turkije: jaargemiddelde van de wisselkoers die wordt gebruikt voor de omrekening naar euro.

43)

Moldavië: omgerekend van USD naar EUR aan de hand van de wisselkoersen aan het einde van het jaar, volgens de Nationale Bank van Moldavië.

44)

Oekraïne: activa en schulden omgerekend van USD naar EUR op basis van de wisselkoersen aan het einde van het verslagjaar.

de gegevens zijn exclusief het tijdelijk bezette gebied van de Autonome Republiek Krim, de stad Sebastopol en de tijdelijk bezette delen van de regio’s Donetsk en Loehansk.

45)

Albanië: externe schuld (met inbegrip van buitenlandse directe investeringen).

46)

Montenegro: gewogen gemiddelde effectieve rente, uitstaande bedragen, per jaar.

47)

Albanië: gewogen gemiddelde rentepercentage dat gedurende die maand wordt toegepast op nieuwe leningen met looptijd van twaalf maanden.

48)

Noord-Macedonië: eind van het jaar (31 december).

49)

Bosnië en Herzegovina: kortetermijnkredietrente voor niet-financiële ondernemingen in nationale valuta (gewogen gemiddelde).

50)

Moldavië: het percentage wordt vanaf 2001 vastgesteld door de Nationale Bank van Moldavië (NBM). De NBM past de rente-“corridor”-methode toe: het hoogste rentetarief wordt toegepast op overnight-kredieten, het laagste op girale deposito’s. Waarden aan het einde van het jaar.

51)

Oekraïne: gemiddelde gewogen rente op alle instrumenten van de herfinanciering van de Nationale Bank.

52)

Georgië: toewijzing van herfinancieringskredieten.

53)

Albanië: depositorente vertegenwoordigt gewogen gemiddelde van rente gedurende die maand voor nieuwe deposito’s met looptijd van twaalf maanden.

54)

Bosnië en Herzegovina: termijndeposito’s voor huishoudens in nationale valuta (gewogen gemiddelde).

55)

Turkije: gemiddelde maandelijkse gegevens. Kortlopende depositofaciliteit.

56)

Oekraïne: distributie van depositocertificaten van de Nationale Bank van Oekraïne.

57)

Georgië: veilingen van depositobewijzen.

58)

Oekraïne: activa en schulden omgerekend van USD naar EUR op basis van de wisselkoersen aan het einde van het verslagjaar.

59)

Oekraïne: het tijdelijk bezette gebied van de Autonome Republiek Krim, de stad Sebastopol en de tijdelijk bezette delen van de regio’s Donetsk en Loehansk vallen niet onder de gegevens voor de externe sector.

60)

Albanië: eind augustus 2021.

Januari-juni 2021.

61)

Turkije: jaargemiddelde van de wisselkoers die wordt gebruikt voor de omrekening naar euro.

Vanaf het derde kwartaal van 2021.

Vanaf oktober 2021.

62)

Moldavië: omgerekend van USD naar EUR aan de hand van de wisselkoersen aan het einde van het jaar, volgens de Nationale Bank van Moldavië.

Omgerekend van USD naar EUR aan de hand van de jaarlijkse gemiddelde wisselkoersen, volgens de Nationale Bank van Moldavië.

63)

Bosnië en Herzegovina: op basis van het betalingsbalanshandboek van het IMF, benadering activa-passiva.

64)

Moldavië: Omgerekend van USD naar EUR aan de hand van de jaarlijkse gemiddelde wisselkoersen, volgens de Nationale Bank van Moldavië.

65)

Oekraïne: de Nationale Bank van Oekraïne heeft sinds het jaar 2021 verbeteringen aangebracht in de compilatie van gegevens over buitenlandse directe investeringen: herbelegde winsten van niet-financiële vennootschappen zijn opgenomen in de gegevens over BDI-stromen en standen. De gegevens over de betalingsbalans, de internationale investeringspositie en de buitenlandse directe investeringen voor de jaren 2015-2020 zijn naar aanleiding daarvan herzien.

66)

Oekraïne: de Nationale Bank van Oekraïne heeft sinds het jaar 2021 verbeteringen aangebracht in de compilatie van gegevens over buitenlandse directe investeringen: leningen tussen zusterondernemingen zijn opgenomen in de gegevens over BDI-stromen en standen. De gegevens over de betalingsbalans, de internationale investeringspositie en de buitenlandse directe investeringen voor de jaren 2015-2020 zijn naar aanleiding daarvan herzien.

67)

Oekraïne: de gegevens zijn exclusief het tijdelijk bezette gebied van de Autonome Republiek Krim, de stad Sebastopol en de tijdelijk bezette delen van de regio’s Donetsk en Loehansk. de Nationale Bank van Oekraïne heeft sinds het jaar 2021 verbeteringen aangebracht in de compilatie van gegevens over buitenlandse directe investeringen: herbelegde winsten van niet-financiële vennootschappen zijn opgenomen in de gegevens over BDI-stromen en standen. De gegevens over de betalingsbalans, de internationale investeringspositie en de buitenlandse directe investeringen voor de jaren 2015-2020 zijn naar aanleiding daarvan herzien.

68)

Bosnië en Herzegovina: op basis van het betalingsbalanshandboek van het IMF, zesde editie, en de Benchmark Definition of Foreign Direct Investment (referentiedefinitie voor buitenlandse directe investeringen) van de OESO — 4e editie.

69)

Oekraïne: de gegevens over de buitenlandse directe investeringen zijn herberekend, waarbij rekening is gehouden met de 27 lidstaten van de EU, met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk.

70)

Oekraïne: de gegevens zijn exclusief het tijdelijk bezette gebied van de Autonome Republiek Krim, de stad Sebastopol en de tijdelijk bezette delen van de regio’s Donetsk en Loehansk. De gegevens over de buitenlandse directe investeringen zijn herberekend, waarbij rekening is gehouden met de 27 lidstaten van de EU, met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk.

De Nationale Bank van Oekraïne heeft sinds het jaar 2021 verbeteringen aangebracht in de compilatie van gegevens over buitenlandse directe investeringen: leningen tussen zusterondernemingen zijn opgenomen in de gegevens over BDI-stromen en standen. De gegevens over de betalingsbalans, de internationale investeringspositie en de buitenlandse directe investeringen voor de jaren 2015-2020 zijn naar aanleiding daarvan herzien.

71)

Moldavië: Omgerekend van USD naar EUR aan de hand van de jaarlijkse gemiddelde wisselkoersen, volgens de Nationale Bank van Moldavië.

Persoonlijke overdrachten.

72)

Oekraïne: de gegevens zijn exclusief het tijdelijk bezette gebied van de Autonome Republiek Krim, de stad Sebastopol en een deel van de tijdelijk bezette gebieden van de regio’s Donetsk en Loehansk.

Vorige gegevens.

73)

Albanië: Activiteit B_D.

74)

Moldavië: vanaf 2016 wordt de volume-index van de industriële productie voor seizoensinvloeden en het aantal werkdagen gecorrigeerd, de tijdreeks werd gecorrigeerd.

75)

Oekraïne: correctie voor het effect van kalenderdagen van de dynamische reeks indexcijfers aan de gemiddelde maandwaarde van de grondslag. (2016) jaar is uitgevoerd met behulp van het DEMETRA+-programma, waarbij gebruik is gemaakt van de TRAMO/SEATS-methode.

76)

Oekraïne: de gegevens zijn exclusief het tijdelijk bezette gebied van de Autonome Republiek Krim, de stad Sebastopol en de tijdelijk bezette delen van de regio’s Donetsk en Loehansk.

77)

De gegevens zijn afkomstig van de Republic Geodetic Authority.

78)

Bosnië en Herzegovina: binnenwateren geschat op 210 km².

79)

Turkije: alleen hoofdlijnen.

Oppervlaktewaarden worden berekend aan de hand van Corine-classificaties en aangepast aan LUCAS. De Corine-gegevens worden elke 6 jaar geactualiseerd.

80)

Moldavië: inclusief de regio Transnistrië.

Aan het einde van het jaar.

81)

Moldavië: inclusief de regio Transnistrië.

Aan het einde van het jaar.

Inclusief wetlands.

82)

Oekraïne: de gegevens zijn exclusief het tijdelijk bezette gebied van de Autonome Republiek Krim, de stad Sebastopol en de tijdelijk bezette delen van de regio’s Donetsk en Loehansk. Gegevens van de Oekraïense Staatsdienst voor Geodesie, Cartografie en Kadaster.

Gegevens vermeld volgens de nieuwe indeling van grondtypen.

83)

Oekraïne: de gegevens zijn exclusief het tijdelijk bezette gebied van de Autonome Republiek Krim, de stad Sebastopol en de tijdelijk bezette delen van de regio’s Donetsk en Loehansk.

84)

Georgië: gegevens omgerekend in EUR door Eurostat.

Gebaseerd op het SNR van 2008.

(1)

  COM(2023) 730 final .

(2)

Noord-Macedonië slaagde erin de lijsten van de EU volledig te verwerken in zijn visumbeleid; slechts één land (Turkije), waarvan de burgers een visum nodig hebben om de EU in te reizen heeft een visumvrije regeling met Noord-Macedonië.

(3)

  COM(2023) 168 final , COM(2023) 667 final.

(4)

  COM(2020) 641 final .

(5)

  SWD(2021) 186 final .

(6)

 De tabel geeft de meest recente plaats en/of scores van derden weer. Aanvullende verwijzingen naar gegevens van de vorige beoordeling worden tussen haakjes weergegeven, indien beschikbaar.