02011R1169 — NL — 01.01.2018 — 003.009
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
VERORDENING (EU) Nr. 1169/2011 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, Richtlijn 90/496/EEG van de Raad, Richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie, en Verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie (PB L 304 van 22.11.2011, blz. 18) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
nr. |
blz. |
datum |
||
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 1155/2013 VAN DE COMMISSIE van 21 augustus 2013 |
L 306 |
7 |
16.11.2013 |
|
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 78/2014 VAN DE COMMISSIE van 22 november 2013 |
L 27 |
7 |
30.1.2014 |
|
VERORDENING (EU) 2015/2283 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 25 november 2015 |
L 327 |
1 |
11.12.2015 |
Gerectificeerd bij:
VERORDENING (EU) Nr. 1169/2011 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 25 oktober 2011
betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, Richtlijn 90/496/EEG van de Raad, Richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie, en Verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie
(Voor de EER relevante tekst)
HOOFDSTUK I
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Onderwerp en toepassingsgebied
Deze verordening is van toepassing op cateringdiensten die worden geleverd door transportbedrijven wanneer het vertrek plaatsvindt op het grondgebied van de lidstaten waarop de Verdragen van toepassing zijn.
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze verordening gelden de volgende definities:
de definities van „levensmiddel”, „levensmiddelenwetgeving”, „levensmiddelenbedrijf”, „exploitant van een levensmiddelenbedrijf”, „detailhandel”, „in de handel brengen” en „eindverbruiker” in artikel 2 en in artikel 3, punten 1), 2), 3), 7), 8) en 18), van Verordening (EG) nr. 178/2002;
de definities van „verwerking”, „onverwerkte producten” en „verwerkte producten” in artikel 2, lid 1), onder m), n) en o), van Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne ( 1 );
de definitie van „voedingsenzym” in artikel 3, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1332/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake voedingsenzymen ( 2 );
de definitie van „levensmiddelenadditieven”, „technische hulpstoffen” en „draagstoffen” in artikel 3, lid 2, onder a) en b), en bijlage I, punt 5, van Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven ( 3 );
de definitie van „aroma's” in artikel 3, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake aroma's en bepaalde voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen voor gebruik in levensmiddelen ( 4 );
de definities van „vlees”, „separatorvlees”, „vleesbereidingen”, „visserijproducten” en „vleesproducten” in de punten 1.1, 1.14, 1.15, 3.1 en 7.1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong ( 5 );
de definitie van „reclame” in artikel 2, onder a), van Richtlijn 2006/114/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 inzake misleidende reclame en vergelijkende reclame ( 6 );
de definitie van „technisch vervaardigd nanomateriaal” zoals vastgesteld in artikel 3, lid 2, onder f), van Verordening (EU) 2015/2283 van het Europees Parlement en de Raad ( 7 ).
De volgende definities zijn ook van toepassing:
a) |
„voedselinformatie” : informatie over een levensmiddel, die ter beschikking van de eindverbruiker wordt gesteld door middel van een etiket, ander begeleidend materiaal of andere middelen, waaronder moderne technologie-instrumenten of mondelinge communicatie; |
b) |
„voedselinformatiewetgeving” : de bepalingen van de Unie over voedselinformatie, met name etikettering, waaronder voorschriften van algemene aard die van toepassing zijn op alle levensmiddelen in bijzondere omstandigheden of bepaalde categorieën van levensmiddelen en voorschriften die alleen op specifieke levensmiddelen van toepassing zijn; |
c) |
„verplichte voedselinformatie” : de gegevens die uit hoofde van bepalingen van de Unie aan de eindverbruiker moeten worden verstrekt; |
d) |
„grote cateraars” : bedrijven of instellingen (inclusief voertuigen en vaste of mobiele kramen), zoals restaurants, kantines, scholen, ziekenhuizen en cateringbedrijven waarin in het kader van een bedrijfsactiviteit voedsel wordt bereid dat klaar is voor consumptie door de eindverbruiker; |
e) |
„voorverpakt levensmiddel” : een verkoopeenheid die bestemd is om als zodanig aan de eindverbruiker en aan grote cateraars te worden aangeboden en bestaat uit een levensmiddel en het verpakkingsmateriaal waarin dit, alvorens ten verkoop te worden aangeboden, is verpakt, waarbij dit verpakkingsmateriaal het levensmiddel geheel of ten dele kan bedekken, maar zodanig dat de inhoud niet kan worden veranderd zonder dat het verpakkingsmateriaal wordt geopend of aangetast; levensmiddelen die op de plaats van verkoop op verzoek van de consument of met het oog op de onmiddellijke verkoop worden voorverpakt vallen niet onder „voorverpakte levensmiddelen”; |
f) |
„ingrediënt” : elke stof of product, waaronder aroma's, levensmiddelenadditieven en voedingsenzymen, en elk bestanddeel van een samengesteld ingrediënt, die/dat bij de vervaardiging of de bereiding van een levensmiddel wordt gebruikt en nog in het eindproduct aanwezig is, zelfs in een veranderde vorm; residuen worden niet als ingrediënten beschouwd; |
g) |
„plaats van herkomst” : de plaats waarvan een levensmiddel volgens de aanduiding afkomstig is en die niet het „land van oorsprong” is, als bepaald overeenkomstig de artikelen 23 tot en met 26 van Verordening (EEG) nr. 2913/92; de naam, handelsnaam of het adres van de exploitant van het levensmiddelenbedrijf die op het etiket staan, vormen geen aanwijzing van het land van oorsprong en de plaats van herkomst van het levensmiddel in de zin van deze verordening; |
h) |
„samengesteld ingrediënt” : een ingrediënt dat zelf uit meer dan één ingrediënt bestaat; |
i) |
„etiket” : label, merknaam, merkteken of afbeelding of ander beschrijvend materiaal, geschreven, gedrukt, gestencild, als merkteken aangebracht, in reliëf uitgevoerd of ingeperst op of bevestigd aan een levensmiddelenverpakking of -recipiënt; |
j) |
„etikettering” : de vermeldingen, aanwijzingen, fabrieks- of handelsmerken, afbeeldingen of tekens die betrekking hebben op een levensmiddel en voorkomen op een verpakkingsmiddel, document, schriftstuk, etiket, band of label, dat bij dit levensmiddel is gevoegd of daarop betrekking heeft; |
k) |
„gezichtsveld” : alle oppervlakken van een verpakking die uit één gezichtspunt kunnen worden gelezen; |
l) |
„hoofdgezichtsveld” : het gezichtsveld van een verpakking dat de consument bij aankoop hoogstwaarschijnlijk het eerst waarneemt en waarmee hij karakter of aard van een product en, indien van toepassing, de merknaam onmiddellijk kan identificeren. Indien een verpakking verschillende identieke gezichtsvelden heeft, kiest de exploitant van het levensmiddelenbedrijf het hoofdgezichtsveld; |
m) |
„leesbaarheid” of „leesbaar” : de verschijningsvorm van informatie, waarmee de informatie visueel toegankelijk wordt gemaakt voor het publiek, en die onder meer wordt bepaald door de grootte van het schrift, de afstand tussen de letters, de afstand tussen de regels, de lijndikte, de kleur, het lettertype, de verhouding tussen de letterbreedte en -hoogte, het oppervlak van het materiaal en het aanzienlijke contrast tussen het schrift en de achtergrond; |
n) |
„wettelijke benaming” : de benaming van een levensmiddel die wordt voorgeschreven in de bepalingen van de Unie die daarop van toepassing zijn of, bij ontstentenis van dergelijke bepalingen van de Unie, de benaming die is vastgesteld in de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die van toepassing zijn in de lidstaat waar het levensmiddel aan de eindverbruiker of aan grote cateraars wordt verkocht; |
o) |
„gebruikelijke benaming” : een benaming die zonder dat verdere uitleg nodig is, als de benaming van het levensmiddel wordt geaccepteerd door de consumenten in de lidstaat waar het wordt verkocht; |
p) |
„beschrijvende benaming” : een benaming die een beschrijving van het levensmiddel en, zo nodig, van het gebruik daarvan geeft en die duidelijk genoeg is om de consumenten in staat te stellen de echte aard daarvan te kennen en het te onderscheiden van andere producten waarmee het zou kunnen worden verward; |
q) |
„primair(e) ingrediënt(en)” : het ingrediënt van een levensmiddel dat meer dan 50 % van dit levensmiddel uitmaakt of dat gewoonlijk door de consument met de benaming van het levensmiddel wordt geassocieerd en waarvoor in de meeste gevallen een kwantitatieve aanduiding vereist is; |
r) |
„datum van minimale houdbaarheid van een levensmiddel” : de datum tot waarop het levensmiddel zijn specifieke eigenschappen behoudt, mits het op passende wijze wordt bewaard; |
s) |
„nutriënten” : eiwitten, koolhydraten, vetten, voedingsvezels, natrium, vitaminen en mineralen, opgesomd in punt 1 van deel A van bijlage XIII bij deze verordening alsmede stoffen die tot een van deze categorieën behoren of bestanddeel zijn van een tot die categorieën behorende stof; |
▼M3 —————
u) |
„techniek voor communicatie op afstand” : ieder middel dat, zonder gelijktijdige fysieke aanwezigheid van leverancier en consument kan worden gebruikt voor de sluiting van de overeenkomst tussen deze partijen. |
HOOFDSTUK II
ALGEMENE BEGINSELEN INZAKE VOEDSELINFORMATIE
Artikel 3
Algemene doelstellingen
Artikel 4
Beginselen van de verplichte voedselinformatie
Wanneer de voedselinformatiewetgeving verplichte voedselinformatie voorschrijft, betreft dit informatie die, met name, onder een van de volgende categorieën valt:
informatie over de identiteit en samenstelling, eigenschappen of andere kenmerken van het levensmiddel;
informatie over de bescherming van de gezondheid van de consumenten en het veilig gebruik van een levensmiddel. Dit betreft met name informatie over:
eigenschappen van de samenstelling die schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid van bepaalde groepen consumenten;
houdbaarheid, bewaring en veilig gebruik;
het effect op de gezondheid, waaronder de risico's en de gevolgen van een schadelijke en gevaarlijke consumptie van een levensmiddel;
informatie over de voedingskenmerken om de consumenten, onder wie personen met speciale voedingsbehoeften, in staat te stellen doordachte keuzes te maken.
Artikel 5
Raadpleging van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid
Maatregelen van de Unie op het gebied van de voedselinformatiewetgeving die gevolgen kunnen hebben voor de volksgezondheid, worden na raadpleging van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) vastgesteld.
HOOFDSTUK III
ALGEMENE VOORSCHRIFTEN INZAKE VOEDSELINFORMATIE EN VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN DE EXPLOITANTEN VAN LEVENSMIDDELENBEDRIJVEN
Artikel 6
Basisvoorschrift
Levensmiddelen die bestemd zijn voor levering aan de eindverbruiker of aan grote cateraars gaan vergezeld van voedselinformatie overeenkomstig deze verordening.
Artikel 7
Eerlijke informatiepraktijken
Voedselinformatie mag niet misleidend zijn, met name niet:
ten aanzien van de kenmerken van het levensmiddel, en vooral niet ten aanzien van de aard, identiteit, eigenschappen, samenstelling, hoeveelheid, houdbaarheid, land van oorsprong of plaats van herkomst en wijze van vervaardiging of productie;
door aan het levensmiddel effecten of eigenschappen toe te schrijven die het niet bezit;
door te suggereren dat het levensmiddel bijzondere kenmerken vertoont terwijl alle soortgelijke levensmiddelen dezelfde kenmerken bezitten, met name door nadrukkelijk te wijzen op het ontbreken of aanwezig zijn van bepaalde ingrediënten en/of voedingsstoffen;
door via de presentatie, beschrijving of afbeelding de aanwezigheid van een bepaald levensmiddel of ingrediënt te suggereren terwijl het in werkelijkheid een levensmiddel betreft waarin een van nature aanwezig bestanddeel of normaliter gebruikt ingrediënt is vervangen door een ander bestanddeel of een ander ingrediënt.
De leden 1, 2 en 3 gelden ook voor:
reclame;
de wijze van aanbieding van de levensmiddelen en met name de vorm of het uiterlijk van de levensmiddelen, en de verpakking, het gebruikte verpakkingsmateriaal, de wijze waarop de levensmiddelen worden gepresenteerd, alsmede de omgeving waarin zij worden uitgestald.
Artikel 8
Verantwoordelijkheden
In de volgende gevallen zorgen exploitanten van levensmiddelenbedrijven er in het onder hun controle staande bedrijf voor dat de in artikel 9 en artikel 10 voorgeschreven verplichte vermeldingen worden aangebracht op de voorverpakking of op een daarop aangebracht etiket, of op de op die levensmiddelen betrekking hebbende handelsdocumenten, als kan worden gegarandeerd dat deze documenten de levensmiddelen waarop zij betrekking hebben vergezellen, dan wel tegelijkertijd met of vóór de levering worden verzonden:
wanneer de voorverpakte levensmiddelen bestemd zijn voor de eindverbruiker, maar worden verhandeld in een stadium vóór de verkoop aan de eindverbruiker en wanneer dit stadium niet de verkoop aan een grote cateraar is;
wanneer de voorverpakte levensmiddelen bestemd zijn om aan grote cateraars te worden geleverd om daar te worden bereid, verwerkt, verdeeld of versneden.
Niettegenstaande de eerste alinea zorgen exploitanten van levensmiddelenbedrijven ervoor dat de in artikel 9, lid 1, onder a), f), g), en h), bedoelde vermeldingen ook voorkomen op de buitenste verpakking waarin de voorverpakte levensmiddelen in de handel worden aangeboden.
HOOFDSTUK IV
VERPLICHTE VOEDSELINFORMATIE
AFDELING 1
Inhoud en presentatie
Artikel 9
Lijst van verplichte vermeldingen
Overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 35 en behoudens de in dit hoofdstuk vervatte uitzonderingen zijn de volgende vermeldingen verplicht:
de benaming van het levensmiddel;
de lijst van ingrediënten;
elke stof of technische hulpstof die wordt genoemd in bijlage II of die is afgeleid van een in bijlage II genoemd(e) stof of product welk(e) allergieën of intoleranties veroorzaakt, en die bij de vervaardiging of de bereiding van een levensmiddel wordt gebruikt en nog in het eindproduct aanwezig is, zelfs in een veranderde vorm;
de hoeveelheid van bepaalde ingrediënten of categorieën ingrediënten;
de nettohoeveelheid van het levensmiddel;
de datum van minimale houdbaarheid of de uiterste consumptiedatum;
bijzondere bewaarvoorschriften en/of gebruiksvoorwaarden;
de naam of handelsnaam en het adres van de in artikel 8, lid 1, bedoelde exploitant van een levensmiddelenbedrijf;
het land van oorsprong of de plaats van herkomst overeenkomstig artikel 26;
een gebruiksaanwijzing, als het levensmiddel moeilijk te gebruiken is zonder gebruiksaanwijzing;
voor dranken met een alcoholvolumegehalte van meer dan 1,2 %: het effectieve alcoholvolumegehalte;
een voedingswaardevermelding.
Om ervoor te zorgen dat de verplichte voedselinformatie ten behoeve van de consument in een andere vorm wordt uitgedrukt dan met woord en getal, en op voorwaarde dat er evenveel informatie wordt verstrekt als met woord en getal, mag de Commissie, rekening houdend met aanwijzingen van een uniforme interpretatie door de consument, door middel van gedelegeerde handelingen in overeenstemming met artikel 51 de criteria vaststellen die van toepassing zijn om één of meer van de in lid 1 bedoelde vermeldingen te mogen uitgedrukt door pictogrammen of symbolen in plaats van woorden of getallen.
Artikel 10
Bijkomende verplichte vermeldingen voor specifieke typen of categorieën levensmiddelen
Indien dit om dwingende urgente redenen in verband met het ontstaan van een risico voor de menselijke gezondheid vereist is, is de in artikel 52 bepaalde procedure van toepassing op overeenkomstig dit artikel vastgestelde gedelegeerde handelingen.
Artikel 11
Maten en gewichten
Artikel 9 laat onverlet dat er specifiekere maatregelen van de Unie betreffende maten en gewichten genomen worden.
Artikel 12
Beschikbaarheid van de verplichte voedselinformatie en plaats waar zij wordt aangebracht
Artikel 13
Presentatie van verplichte vermeldingen
Met hetzelfde oogmerk als het in de eerste alinea genoemde kan de Commissie, overeenkomstig artikel 51, door middel van gedelegeerde handelingen, de voorschriften uit hoofde van lid 5 van dit artikel voor specifieke typen of categorieën van levensmiddelen verruimen tot aanvullende verplichte vermeldingen.
Artikel 14
Verkoop op afstand
Onverminderd de in artikel 9 vastgestelde informatievoorschriften geldt voor voorverpakte levensmiddelen die te koop worden aangeboden door middel van technieken voor communicatie op afstand, dat:
de verplichte voedselinformatie, met uitzondering van de gegevens in artikel 9, lid 1, onder f), beschikbaar is voordat de aankoop plaatsvindt, en voorkomt op het materiaal ter ondersteuning van de verkoop op afstand of via andere passende en duidelijk door de exploitant van het levensmiddelenbedrijf aangegeven middelen wordt verstrekt. Wanneer andere passende middelen worden gebruikt, wordt de verplichte voedselinformatie verstrekt zonder dat de exploitant van het levensmiddelenbedrijf aan de consumenten bijkomende kosten aanrekent;
alle verplichte vermeldingen bij de aflevering beschikbaar zijn.
Artikel 15
Taalvoorschriften
Artikel 16
Weglating van verplichte vermeldingen
De Commissie stelt uiterlijk 13 december 2014 een verslag op over de toepassing van artikel 18 en artikel 30, lid 1, op de in dit lid bedoelde producten, waarin wordt bekeken of alcoholhoudende dranken hier in de toekomst onder moeten vallen, en met name of hiervoor de verplichting om informatie te verstrekken over de energetische waarde moet gelden; mogelijke vrijstellingen worden met redenen omkleed, met inachtneming van de noodzakelijke samenhang met ander beleid van de Unie op dit gebied. In dit kader overweegt de Commissie of het nodig is een definitie van „alcopops” voor te stellen.
De Commissie doet dit verslag vergezeld gaan van een wetgevingsvoorstel, indien van toepassing, tot vaststelling van de voorschriften betreffende een lijst van ingrediënten of een verplichte voedingswaardevermelding voor deze producten.
AFDELING 2
Gedetailleerde bepalingen inzake verplichte vermeldingen
Artikel 17
Benaming van het levensmiddel
Artikel 18
Lijst van ingrediënten
▼M3 —————
Artikel 19
Weglating van de lijst van ingrediënten
Op de volgende levensmiddelen behoeft geen lijst van ingrediënten te worden aangebracht:
verse groenten en vers fruit, inclusief aardappelen, die niet zijn geschild of gesneden of soortgelijke bewerkingen hebben ondergaan;
koolzuurhoudend water waarvan deze hoedanigheid blijkt uit de benaming;
gistingsazijn indien deze uitsluitend afkomstig is van één basisproduct en mits er geen ander ingrediënt aan is toegevoegd;
kaas, boter, gefermenteerde melk en gefermenteerde room waaraan geen andere ingrediënten zijn toegevoegd dan melkbestanddelen, voedingsenzymen en culturen van micro-organismen die noodzakelijk zijn voor de vervaardiging, of zout dat noodzakelijk is voor de bereiding van andere kaas dan verse kaas of smeltkaas;
uit één ingrediënt bestaande levensmiddelen waarbij:
de benaming van het levensmiddel identiek is aan de benaming van het ingrediënt, of
de benaming van het levensmiddel de duidelijke identificatie van de aard van het ingrediënt mogelijk maakt.
Artikel 20
Weglating van bestanddelen van een levensmiddel uit de lijst van ingrediënten
Onverminderd artikel 21 hoeven de volgende bestanddelen van een levensmiddel niet in de lijst van ingrediënten te worden opgenomen:
bestanddelen van een ingrediënt die er tijdens de bereiding tijdelijk aan worden onttrokken en er vervolgens weer in worden verwerkt in een hoeveelheid die het aanvankelijke gehalte niet overschrijdt;
levensmiddelenadditieven en voedingsenzymen:
waarvan de aanwezigheid in een levensmiddel uitsluitend is toe te schrijven aan het feit dat zij verwerkt waren in één of meer ingrediënten van dat levensmiddel, overeenkomstig het „carry-over”-beginsel van artikel 18, lid 1, onder a) en b), van Verordening (EG) nr. 1333/2008, mits zij in het eindproduct geen technologische functie meer vervullen, of
die worden gebruikt als technische hulpstoffen;
draagstoffen en stoffen die geen levensmiddelenadditieven zijn, maar die in strikt noodzakelijke doses op dezelfde manier en met hetzelfde doel als draagstoffen worden gebruikt;
stoffen die geen levensmiddelenadditieven zijn, maar die op dezelfde wijze en voor hetzelfde doel als technische hulpstoffen worden gebruikt en, eventueel in gewijzigde vorm, nog in het eindproduct aanwezig zijn;
water:
indien het water tijdens de bereiding alleen wordt gebruikt om een ingrediënt dat in geconcentreerde of gedehydrateerde vorm is gebruikt, weer in zijn oorspronkelijke staat te brengen, of
in geval van een opgietvloeistof die gewoonlijk niet wordt geconsumeerd.
Artikel 21
Etikettering van bepaalde stoffen en producten die allergieën of intoleranties veroorzaken
Onverminderd de krachtens artikel 44, lid 2, vastgestelde voorschriften voldoen de in artikel 9, lid 1, onder c), bedoelde vermeldingen aan de volgende vereisten:
ze worden opgenomen in de lijst van ingrediënten overeenkomstig de voorschriften in artikel 18, lid 1, met een duidelijke vermelding van de naam van de in bijlage II opgenomen stoffen of producten, en
de naam van de in bijlage II opgenomen stoffen of producten wordt benadrukt door middel van een typografie die ervoor zorgt dat deze naam duidelijk te onderscheiden is van de rest van de lijst met ingrediënten, bijvoorbeeld door middel van het lettertype, de stijl of de achtergrondkleur.
Indien er geen lijst van ingrediënten is, wordt in de in artikel 9, lid 1, onder c), bedoelde vermeldingen het woord „bevat” gebruikt, gevolgd door de naam van de stof of het product zoals vermeld in bijlage II.
Wanneer verschillende stoffen of technische hulpstoffen van een levensmiddel afkomstig zijn van een in bijlage II vermelde stof of product, wordt zulks voor elk van die stoffen of technische hulpstoffen verduidelijkt op het etiket.
De in artikel 9, lid 1, onder c), bedoelde vermeldingen zijn niet vereist wanneer de benaming van het levensmiddel duidelijk verwijst naar de desbetreffende stof of het desbetreffende product.
Indien dit om dwingende urgente redenen in verband met het ontstaan van een risico voor de menselijke gezondheid vereist is, is de in artikel 52 bepaalde procedure van toepassing op overeenkomstig dit artikel vastgestelde gedelegeerde handelingen.
Artikel 22
Kwantitatieve vermelding van de ingrediënten
De vermelding van de hoeveelheid van een bij de vervaardiging of de bereiding van een levensmiddel gebruikt ingrediënt of gebruikte categorie ingrediënten is vereist wanneer het desbetreffende ingrediënt of de desbetreffende categorie ingrediënten:
voorkomt in de benaming van het levensmiddel of door de consument gewoonlijk met die benaming wordt geassocieerd;
opvallend in woord of beeld of als grafische voorstelling op de etikettering is aangegeven, of
van wezenlijk belang is om een levensmiddel te karakteriseren en het te onderscheiden van de producten waarmee het wegens zijn benaming of aanblik zou kunnen worden verward.
Artikel 23
Nettohoeveelheid
De nettohoeveelheid van een levensmiddel wordt, onder gebruikmaking van liter, centiliter, milliliter, kilogram of gram, naargelang het geval, uitgedrukt in:
volume-eenheden bij vloeibare producten;
massa-eenheden bij andere producten.
Artikel 24
Datum van minimale houdbaarheid, uiterste consumptiedatum en datum van invriezing
Artikel 25
Bewaarvoorschriften of gebruiksvoorwaarden
Artikel 26
Land van oorsprong of plaats van herkomst
Het vermelden van het land van oorsprong of de plaats van herkomst is verplicht:
indien het weglaten daarvan de consument zou kunnen misleiden aangaande het werkelijke land van oorsprong of de werkelijke plaats van herkomst van het levensmiddel, met name als de bij het levensmiddel gevoegde informatie of het etiket in zijn geheel anders zou impliceren dat het levensmiddel een ander land van oorsprong of een andere plaats van herkomst heeft;
voor vlees dat valt onder de codes van de Gecombineerde Nomenclatuur (GN) van bijlage XI. Voor de toepassing van dit punt worden uitvoeringshandelingen als bedoeld in lid 8 vastgesteld.
Wanneer het land van oorsprong of de plaats van herkomst van een levensmiddel vermeld wordt en niet hetzelfde of dezelfde is als voor het primaire ingrediënt ervan:
wordt tevens het land van oorsprong of de plaats van herkomst van het betreffende primaire ingrediënt vermeld, of
wordt vermeld dat het land van oorsprong of de plaats van herkomst van het primaire ingrediënt verschilt van die van het levensmiddel.
Voor de toepassing van dit lid worden uitvoeringshandelingen als bedoeld in lid 8 vastgesteld.
De Commissie dient uiterlijk 13 december 2014 bij het Europees Parlement en de Raad verslagen in betreffende de verplichte vermelding van het land van oorsprong of de plaats van herkomst voor de volgende levensmiddelen:
soorten vlees andere dan rundsvlees en de in lid 2, onder b), bedoelde vleessoorten;
melk;
melk die als ingrediënt in zuivelproducten wordt gebruikt;
onverwerkte levensmiddelen;
producten met maar één ingrediënt;
ingrediënten die meer dan 50 % van een levensmiddel uitmaken.
De Commissie kan deze verslagen vergezeld doen gaan van voorstellen tot wijziging van de betreffende wetgeving van de Unie.
In het geval van onder letter b) van lid 2, onder letter a) van lid 5 en in lid 6 bedoelde levensmiddelen, wordt in de verslagen en de effectbeoordelingen in het kader van dit artikel onder meer rekening gehouden met de opties voor de middelen om het land van oorsprong of de plaats van herkomst van deze levensmiddelen uit te drukken, met name met betrekking tot de volgende bepalende punten in het leven van het dier:
geboorteplaats;
plaats waar het dier is gehouden;
plaats van slachting.
Artikel 27
Gebruiksaanwijzingen
Artikel 28
Alcoholgehalte
AFDELING 3
Voedingswaardevermelding
Artikel 29
Relatie met andere wetgeving
Deze afdeling is niet van toepassing op levensmiddelen die onder het toepassingsgebied van de volgende wetgeving vallen:
Richtlijn 2002/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 10 juni 2002 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake voedingssupplementen ( 10 );
Richtlijn 2009/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de exploitatie en het in de handel brengen van natuurlijk mineraalwater ( 11 ).
Artikel 30
Inhoud
Waar nodig kan dicht bij de voedingswaardevermelding vermeld worden dat het zoutgehalte uitsluitend is toe te schrijven aan van nature voorkomend natrium.
De inhoud van de verplichte voedingswaardevermelding, bedoeld in lid 1, mag worden aangevuld met een indicatie voor hoeveelheden van een of meer van de volgende nutriënten:
enkelvoudig onverzadigde vetzuren;
meervoudig onverzadigde vetzuren;
polyolen;
zetmeel;
vezels;
in punt 1 van deel A van bijlage XIII genoemde vitaminen en mineralen die in significante hoeveelheden, als vastgesteld in punt 2 van deel A van bijlage XIII, aanwezig zijn.
Wanneer de etikettering van een voorverpakt levensmiddel de in lid 1 bedoelde verplichte voedingswaardevermelding bevat, mag de volgende informatie daarop worden herhaald:
de energetische waarde, of
de energetische waarde samen met de hoeveelheden vetten, verzadigde vetzuren, suikers en zout.
Onverminderd artikel 44 mag, wanneer de etikettering van de producten bedoeld in artikel 44, lid 1, een voedingswaardevermelding geeft, in afwijking van artikel 36, lid 1, de inhoud van die vermelding worden beperkt tot het onderstaande:
de energetische waarde, of
de energetische waarde samen met de hoeveelheid vetten, verzadigde vetzuren, suikers en zout.
Artikel 31
Berekening
Zo nodig kan de informatie betrekking hebben op het levensmiddel na bereiding, indien een voldoende gedetailleerde bereidingswijze is aangegeven en de informatie op het voor consumptie geschikt gemaakte levensmiddel betrekking heeft.
De gedeclareerde waarden zijn, naargelang het geval, gemiddelde waarden die zijn gebaseerd op:
de analyse van het levensmiddel door de fabrikant;
een berekening op basis van de bekende of effectieve gemiddelde waarde van de verwerkte ingrediënten, of
een berekening aan de hand van algemeen vaststaande en aanvaarde gegevens.
De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen met gedetailleerde voorschriften voor de eenvormige uitvoering van dit lid wat betreft de nauwkeurigheid van de aangegeven waarden, zoals de verschillen tussen de aangegeven waarden en de waarden die bij officiële controles worden geconstateerd. Deze uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 48, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
Artikel 32
Uitdrukking in 100 g of 100 ml
Artikel 33
Uitdrukking per portie of consumptie-eenheid
In onderstaande gevallen mogen de energetische waarde en de hoeveelheden nutriënten bedoeld in artikel 30, lid 1 tot en met 5, worden uitgedrukt per gemakkelijk door de consument te herkennen portie en/of consumptie-eenheid, op voorwaarde dat de portie of eenheid op het etiket wordt gekwantificeerd en dat wordt vermeld hoeveel porties of eenheden er in de verpakking zitten:
naast de uitdrukking per 100 g of 100 ml, bedoeld in artikel 32, lid 2;
naast de uitdrukking per 100 g of 100 ml, bedoeld in artikel 32, lid 3, wat betreft de hoeveelheden vitaminen en mineralen;
naast of in plaats van de uitdrukking per 100 g of 100 ml, bedoeld in artikel 32, lid 4.
Indien de hoeveelheden nutriënten in overeenstemming met de eerste alinea enkel worden uitgedrukt per portie of per consumptie-eenheid, wordt de energetische waarde uitgedrukt per 100 g/100 ml en per portie of per consumptie-eenheid.
Artikel 34
Presentatie
De in artikel 30, lid 3, bedoelde gegevens worden aangebracht:
in het hoofdgezichtsveld, en
met een lettergrootte in overeenstemming met artikel 13, lid 2.
De in lid 3 van artikel 30 bedoelde gegevens mogen worden gepresenteerd in een ander dan het in lid 2 van dit artikel bedoelde formaat.
Met het oog op de eenvormige uitvoering van dit lid, kan de Commissie uitvoeringshandelingen vaststellen voor de energetische waarde en de hoeveelheden nutriënten, bedoeld in artikel 30, leden 1 tot en met 5, die als verwaarloosbaar kunnen worden beschouwd. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 48, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
Artikel 35
Aanvullende vormen van uitdrukking en presentatie
Ter aanvulling op de in artikel 32, leden 2 en 4, en artikel 33 bedoelde uitdrukkingsvormen en de in artikel 34, lid 2, bedoelde presentatie mogen de energetische waarde en de hoeveelheden nutriënten bedoeld in artikel 30, lid 1 tot en met 5, in andere uitdrukkingsvormen vermeld en/of gepresenteerd worden met gebruikmaking van andere grafische vormen of symbolen dan woorden en getallen, op voorwaarde dat aan de volgende vereisten is voldaan:
zij zijn gebaseerd op degelijk en wetenschappelijk verantwoord consumentenonderzoek en zijn niet misleidend voor de consument, in de zin van artikel 7;
de ontwikkeling ervan is het resultaat van overleg met een brede waaier aan belanghebbenden;
zij hebben tot doel de consument in staat te stellen een beter inzicht te krijgen in de bijdrage van het levensmiddel aan of het belang daarvan voor het energie- en nutriëntgehalte van een voedingspatroon;
er zijn wetenschappelijk verantwoorde gegevens waaruit blijkt dat de gemiddelde consument dergelijke uitdrukkings- of presentatievormen begrijpt;
in geval van andere uitdrukkingsvormen: zij zijn gebaseerd op de geharmoniseerde referentie-innames in bijlage XIII of, bij ontstentenis daarvan, op algemeen aanvaarde wetenschappelijke adviezen over de inname van energie of nutriënten;
zij zijn objectief en niet discriminerend, en
de toepassing ervan levert geen belemmeringen op voor het vrije goederenverkeer.
►C1 Om het toezicht op het gebruik van die extra uitdrukkings- en presentatievormen te vergemakkelijken, kunnen de lidstaten eisen dat de levensmiddelenbedrijven die levensmiddelen met die informatie op hun grondgebied in de handel brengen de bevoegde autoriteiten van het gebruik van die uitdrukkings- en presentatievormen op de hoogte brengen, en daarbij vermelden hoe is voldaan aan de in de lid 1, punten a) tot en met g), vastgestelde vereisten. ◄ In dat geval kan tevens geëist worden dat ook informatie over de stopzetting van het gebruik van die extra uitdrukkings- en presentatievormen wordt verstrekt.
HOOFDSTUK V
VRIJWILLIGE VOEDSELINFORMATIE
Artikel 36
Van toepassing zijnde voorschriften
Vrijwillig verstrekte voedselinformatie voldoet aan de volgende eisen:
zij is niet misleidend voor de consument, in de zin van artikel 7;
zij is niet dubbelzinnig of verwarrend voor de consument, en
zij is in voorkomend geval gebaseerd op relevante wetenschappelijke gegevens.
De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast inzake de toepassing van de in lid 2 van dit artikel bedoelde voorschriften voor de volgende vrijwillige voedselinformatie:
informatie over de mogelijke onbedoelde aanwezigheid in voedsel van stoffen of producten die allergieën of intoleranties kunnen veroorzaken;
informatie met betrekking tot de geschiktheid van een levensmiddel voor vegetariërs of veganisten;
de vermelding van referentie-innames voor specifieke bevolkingsgroepen naast de in bijlage XIII weergegeven referentie-innames, en
informatie betreffende de afwezigheid van gluten of het zeer lage glutengehalte in levensmiddelen.
Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 48, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
Artikel 37
Presentatie
De vermelding van de vrijwillige voedselinformatie mag niet ten koste gaan van de ruimte die voor de verplichte voedselinformatie beschikbaar is.
HOOFDSTUK VI
NATIONALE MAATREGELEN
Artikel 38
Nationale maatregelen
Artikel 39
Nationale maatregelen inzake bijkomende verplichte vermeldingen
Naast de verplichte vermeldingen, bedoeld in artikel 9, lid 1, en artikel 10, mogen de lidstaten overeenkomstig de in artikel 45 vastgestelde procedure maatregelen vaststellen waarbij bijkomende verplichte vermeldingen worden opgelegd voor specifieke typen of categorieën levensmiddelen, die om ten minste een van de volgende redenen gerechtvaardigd zijn:
de bescherming van de volksgezondheid;
de bescherming van de consument;
de preventie van fraude;
de bescherming van industriële en commerciële eigendomsrechten en aanduidingen van herkomst en oorsprong, en de preventie van oneerlijke concurrentie.
Artikel 40
Melk- en melkproducten
Voor melk- en melkproducten die zijn verpakt in glazen flessen die bestemd zijn om opnieuw te worden gebruikt, mogen de lidstaten maatregelen vaststellen die afwijken van het bepaalde in artikel 9, lid 1, en artikel 10, lid 1.
Zij delen de Commissie de tekst van die maatregelen onverwijld mede.
Artikel 41
Alcoholhoudende dranken
In afwachting van de vaststelling van de bepalingen van de Unie, bedoeld in artikel 16, lid 4, mogen de lidstaten de nationale maatregelen voor de vermelding van de ingrediënten voor dranken met een alcoholgehalte van meer dan 1,2 volumeprocent blijven toepassen.
Artikel 42
Uitdrukken van de nettohoeveelheid
Bij ontstentenis van de in artikel 23, lid 2, bedoelde bepalingen van de Unie betreffende het anders uitdrukken van de nettohoeveelheid van nader gespecificeerde levensmiddelen dan op de in artikel 23, lid 1, beschreven wijze, kunnen de lidstaten nationale maatregelen handhaven die voor 12 december 2011 zijn vastgesteld.
De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk 13 december 2014 van deze maatregelen in kennis. De Commissie brengt de maatregelen ter kennis van de andere lidstaten.
Artikel 43
Vrijwillige vermelding van referentie-innames voor specifieke bevolkingsgroepen
In afwachting van de vaststelling van de in artikel 36, lid 3, onder c), bedoelde bepalingen van de Unie, mogen de lidstaten nationale maatregelen vaststellen met betrekking tot de vrijwillige vermelding van referentie-innames voor specifieke bevolkingsgroepen.
De lidstaten delen de Commissie de tekst van die maatregelen onverwijld mede.
Artikel 44
Nationale maatregelen voor niet-voorverpakte levensmiddelen
Voor levensmiddelen die niet voorverpakt aan de eindverbruiker of aan grote cateraars te koop worden aangeboden of voor levensmiddelen die op de plaats van verkoop op verzoek van de consument worden verpakt of met het oog op de onmiddellijke verkoop worden voorverpakt,
zijn de in artikel 9, lid 1, onder c), genoemde vermeldingen verplicht;
zijn andere, in de artikelen 9 en 10 genoemde vermeldingen niet verplicht, tenzij de lidstaten nationale maatregelen vaststellen waarbij het weergeven van bepaalde of alle vermeldingen of elementen van deze vermeldingen verplicht wordt gesteld.
Artikel 45
Kennisgevingsprocedure
HOOFDSTUK VII
UITVOERINGS-, WIJZIGINGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 46
Wijzigingen in de bijlagen
Teneinde rekening te houden met de technische vooruitgang, de wetenschappelijke ontwikkelingen, de gezondheid of de informatiebehoefte van de consument kan de Commissie, behoudens de bepalingen in verband met de wijziging van de bijlagen II en III, bedoeld in artikel 10, lid 2, en artikel 21, lid 2, de bijlagen bij deze verordening door middel van gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 51 bijwerken.
Artikel 47
Overgangsperiode en datum van inwerkingtreding van de uitvoeringsmaatregelen of gedelegeerde handelingen
Onverminderd lid 2 van dit artikel doet de Commissie, bij het uitoefenen van de bij deze verordening verleende bevoegdheden voor het vaststellen door middel van uitvoeringshandelingen van maatregelen overeenkomstig de in artikel 48, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure of door middel van gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 51, het volgende:
een passende overgangsperiode vaststellen voor de toepassing van de nieuwe maatregelen, tijdens welke levensmiddelen die zijn voorzien van etiketten die niet aan de nieuwe maatregelen voldoen, in de handel mogen worden gebracht en na het verstrijken waarvan voorraden van dergelijke levensmiddelen die vóór het einde van de overgangsperiode in de handel zijn gebracht, verkocht mogen blijven worden totdat zij zijn uitgeput, en
ervoor zorgen dat deze maatregelen van toepassing worden vanaf 1 april van elk kalenderjaar.
Artikel 48
Comité
Indien het comité geen advies uitbrengt, neemt de Commissie de ontwerp-uitvoeringshandeling niet aan en is artikel 5, lid 4, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.
Artikel 49
Wijzigingen in Verordening (EG) nr. 1924/2006
In artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1924/2006 worden de eerste en de tweede alinea vervangen door:
„Voedingswaarde-etikettering van producten waarover een voedings- en/of gezondheidsclaim wordt gemaakt, is verplicht, uitgezonderd bij generieke reclame. De te verstrekken informatie bestaat uit de in artikel 30, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan de consumenten genoemde gegevens ( 14 ). Wanneer een voedings- en/of gezondheidsclaim wordt gemaakt voor een in artikel 30, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1169/2011 bedoelde nutriënt, wordt de hoeveelheid van die nutriënt vermeld overeenkomstig de artikelen 31 tot en met 34 van genoemde verordening.
Van een stof/van stoffen waarop een voedings- of gezondheidsclaim betrekking heeft en die niet in de voedingswaarde-etikettering vermeld staat, wordt in hetzelfde gezichtsveld als de voedingswaarde-etikettering de hoeveelheid vermeld en uitgedrukt overeenkomstig de artikelen 31, 32 en 33 van Verordening (EU) nr. 1169/2011. De meeteenheden waarin de hoeveelheid van de stof(fen) wordt uitgedrukt, zijn geschikt voor de afzonderlijke stoffen in kwestie.
Artikel 50
Wijzigingen in Verordening (EG) nr. 1925/2006
Artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1925/2006 wordt vervangen door:
Artikel 51
Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
Artikel 52
Spoedprocedure
Artikel 53
Intrekking
Artikel 54
Overgangsmaatregelen
Levensmiddelen die voor 13 december 2016 in de handel zijn gebracht of geëtiketteerd en niet voldoen aan het vereiste vastgelegd in punt 1 van artikel 9, lid 1, mogen worden verhandeld totdat de voorraden zijn uitgeput.
Levensmiddelen die voor 1 januari 2014 in de handel zijn gebracht of geëtiketteerd en niet voldoen aan de vereisten vastgelegd in deel B van bijlage VI, mogen worden verhandeld totdat de voorraden zijn uitgeput.
Onverminderd Verordening (EG) nr. 1162/2009 van de Commissie van 30 november 2009 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 853/2004, (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad ( 16 ), mogen levensmiddelen die zijn geëtiketteerd overeenkomstig deel B van bijlage VI van deze verordening in de handel worden gebracht voor 1 januari 2014.
Artikel 55
Inwerkingtreding en datum van toepassing
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 13 december 2014, met uitzondering van punt l van artikel 9, lid 1, dat van toepassing is met ingang van 13 december 2016, en deel B van bijlage VI, dat van toepassing is met ingang van 1 januari 2014.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
BIJLAGE I
SPECIFIEKE DEFINITIES
als bedoeld in artikel 2, lid 4
„Voedingswaardevermelding” of „voedingswaarde-etikettering”: informatie over:
de energetische waarde, of
de energetische waarde en alleen één of meer van de volgende nutriënten:
„Vetten”: alle lipiden, fosfolipiden inbegrepen.
„Verzadigde vetzuren”: vetzuren zonder dubbele binding.
„Transvetzuren”: vetzuren met één of meerdere niet-geconjugeerde (d.w.z. door ten minste één methyleengroep gescheiden) dubbele koolstof-koolstofbindingen in de transconfiguratie.
„Enkelvoudig onverzadigde vetzuren”: vetzuren met één dubbele binding in de cisconfiguratie.
„Meervoudig onverzadigde vetzuren”: vetzuren met twee of meer door een methyleengroep gescheiden dubbele bindingen in de cisconfiguratie.
„Koolhydraten”: de koolhydraten die in het menselijk organisme worden gemetaboliseerd, met inbegrip van polyolen.
„Suikers”: alle in voedsel aanwezige mono- en disachariden, met uitzondering van polyolen.
„Polyolen”: alcoholen die meer dan twee hydroxylgroepen bevatten.
„Eiwitten”: het eiwitgehalte berekend aan de hand van de volgende formule: eiwit = totaal Kjeldahl-stikstof × 6,25.
„Zout”: het overeenkomstige zoutgehalte berekend aan de hand van de volgende formule: zout = natrium × 2,5.
„Vezels”: koolhydraatpolymeren bestaande uit drie of meer monomere eenheden, die in de menselijke dunne darm niet verteerd en niet opgenomen worden en tot de volgende categorieën behoren:
„Gemiddelde waarde”: de waarde waardoor de hoeveelheid van een nutriënt in een bepaald levensmiddel het best wordt weergegeven en waarin tevens rekening is gehouden met seizoenschommelingen, consumptiepatronen en andere factoren waardoor de reële waarde kan variëren.
BIJLAGE II
STOFFEN OF PRODUCTEN DIE ALLERGIEËN OF INTOLERANTIES VEROORZAKEN
1. Glutenbevattende granen, namelijk: tarwe (zoals spelt en khorasantarwe), rogge, gerst, haver of de hybride soorten daarvan en producten op basis van glutenbevattende granen, met uitzondering van:
glucosestroop op basis van tarwe, met inbegrip van dextrose ( 17 );
maltodextrinen op basis van tarwe (17) ;
glucosestroop op basis van gerst;
granen die worden gebruikt voor de vervaardiging van alcoholhoudende distillaten waaronder ethylalcohol uit landbouwproducten.
2. Schaaldieren en producten op basis van schaaldieren.
3. Eieren en producten op basis van eieren.
4. Vis en producten op basis van vis, met uitzondering van:
visgelatine die wordt gebruikt als drager voor vitamine- of carotenoïdenpreparaten;
visgelatine of vislijm die wordt gebruikt als klaringsmiddel in bier en wijn.
5. Aardnoten en producten op basis van aardnoten.
6. Soja en producten op basis van soja, met uitzondering van:
volledig geraffineerd(e) sojaolie en -vet (17) ;
natuurlijke gemengde tocoferolen (E306), natuurlijk D-alfa-tocoferol, natuurlijk D-alfa-tocoferolacetaat en natuurlijk D-alfa-tocoferolsuccinaat van soja;
fytosterolen en fytosterolesters van plantaardige oliën van soja;
plantenstanolesters geproduceerd uit sterolen van plantaardige oliën van soja.
7. Melk en producten op basis van melk (inclusief lactose), met uitzondering van:
wei die wordt gebruikt voor de vervaardiging van alcoholhoudende distillaten waaronder ethylalcohol uit landbouwproducten;
lactitol.
8. Noten, namelijk amandelen (Amygdalus communis L.), hazelnoten (Corylus avellana), walnoten (Juglans regia), cashewnoten (Anacardium occidentale), pecannoten (Carya illinoinensis (Wangenh.) K. Koch), paranoten (Bertholletia excelsa), pistachenoten (Pistacia vera), macadamianoten (Macadamia ternifolia) en producten op basis van noten, met uitzondering van noten die worden gebruikt voor de vervaardiging van alcoholhoudende distillaten waaronder ethylalcohol uit landbouwproducten.
9. Selderij en producten op basis van selderij.
10. Mosterd en producten op basis van mosterd.
11. Sesamzaad en producten op basis van sesamzaad.
12. Zwaveldioxide en sulfieten in concentraties van meer dan 10 mg/kg of 10 mg/l uitgedrukt als totaalgehalte aan SO2 moeten worden berekend voor producten die worden voorgesteld als klaar voor consumptie of als weer in de oorspronkelijke staat gebracht volgens de instructies van de fabrikanten.
13. Lupine en producten op basis van lupine.
14. Weekdieren en producten op basis van weekdieren.
BIJLAGE III
LEVENSMIDDELEN WAARVAN DE ETIKETTERING EEN OF MEER AANVULLENDE VERMELDINGEN MOET OMVATTEN
TYPE OF CATEGORIE LEVENSMIDDELEN |
VERMELDINGEN |
1. Levensmiddelen die in bepaalde gassen zijn verpakt |
|
1.1. Levensmiddelen waarvan de houdbaarheid is verlengd door middel van verpakkingsgassen die zijn toegestaan bij Verordening (EG) nr. 1333/2008. |
„Verpakt onder beschermende atmosfeer”. |
2. Levensmiddelen die zoetstoffen bevatten |
|
2.1. Levensmiddelen die een of meer zoetstoffen bevatten die zijn toegestaan bij Verordening (EG) nr. 1333/2008. |
„met zoetstof(fen)”: deze vermelding wordt tezamen met de benaming van het levensmiddel aangebracht. |
2.2. Levensmiddelen die zowel toegevoegde suiker(s) als een of meer zoetstoffen bevatten die zijn toegestaan bij Verordening (EG) nr. 1333/2008. |
„met suiker(s) en zoetstof(fen)”: deze vermelding wordt tezamen met de benaming van het levensmiddel aangebracht. |
2.3. Levensmiddelen die aspartaam/aspartaam-acesulfaamzout bevatten die zijn toegestaan bij Verordening (EG) nr. 1333/2008. |
„bevat aspartaam (een bron van fenylalanine)” wordt vermeld op het etiket indien aspartaam/aspartaam-acesulfaamzout enkel is opgenomen in de lijst met ingrediënten door een verwijzing naar het E-nummer. „bevat een bron van fenylalanine” wordt vermeld op het etiket indien aspartaam/aspartaam-acesulfaamzout met specifieke naam is opgenomen in de lijst met ingrediënten. |
2.4. Levensmiddelen die meer dan 10 % toegevoegde polyolen bevatten die zijn toegestaan bij Verordening (EG) nr. 1333/2008. |
„overmatig gebruik kan een laxerend effect hebben”. |
3. Levensmiddelen die glycyrrizinezuur of het ammoniumzout daarvan bevatten |
|
3.1. Zoetwaren en dranken die glycyrrizine zuur of het ammoniumzout daarvan bevatten als gevolg van de toevoeging van die stof(fen) als zodanig of van de zoethoutplant Glycyrrhiza glabra, in een concentratie van 100 mg/kg of 10 mg/l of meer. |
onmiddellijk na de lijst van ingrediënten worden de woorden „bevat zoethout” toegevoegd, tenzij het woord zoethout al voorkomt in de lijst van ingrediënten of in de benaming van het product. Indien er geen lijst van ingrediënten is, wordt de vermelding tezamen met de benaming van het levensmiddel aangebracht. |
3.2. Zoetwaren die glycyrrizinezuur of het ammoniumzout daarvan bevatten als gevolg van toevoeging van die stof(fen) als zodanig of van de zoethoutplant Glycyrrhiza glabra, in een concentratie van 4 g/kg of meer. |
„bevat zoethout — mensen met hoge bloeddruk dienen overmatig gebruik te vermijden” moet onmiddellijk na de lijst van ingrediënten worden toegevoegd. Indien er geen lijst van ingrediënten is, wordt de vermelding tezamen met de benaming van het levensmiddel aangebracht. |
3.3. Dranken die glycyrrizinezuur of het ammoniumzout daarvan bevatten als gevolg van de toevoeging van die stof(fen) als zodanig of van de zoethoutplant Glycyrrhiza glabra, in een concentratie van 50 mg/l of meer, dan wel 300 mg/l of meer in geval van dranken met een alcoholgehalte van meer dan 1,2 volumeprocent (1). |
„bevat zoethout - mensen met hoge bloeddruk dienen overmatig gebruik te vermijden” moet onmiddellijk na de lijst van ingrediënten worden toegevoegd. Indien er geen lijst van ingrediënten is, wordt de vermelding tezamen met de benaming van het levensmiddel aangebracht. |
4. Dranken met hoog cafeïnegehalte of levensmiddelen met toegevoegde cafeïne |
|
4.1. Dranken, met uitzondering van die op basis van koffie, thee of koffie- of thee-extract, waarvan de benaming de term „koffie” of „thee” omvat en die: — bestemd zijn om ongewijzigd te worden geconsumeerd en meer dan 150 mg/l aan cafeïne, van welke bron ook, bevatten, of — na reconstitutie van het geconcentreerde of gehydrateerde product meer dan 150 mg/l aan cafeïne, ongeacht de herkomst ervan, bevatten. |
„Hoog cafeïnegehalte. Niet aanbevolen voor kinderen en vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven” in hetzelfde gezichtsveld als de benaming van de drank, gevolgd door vermelding tussen haakjes en overeenkomstig artikel 13, lid 1, van het cafeïnegehalte uitgedrukt in mg/100 ml. |
4.2. Andere levensmiddelen dan dranken, waaraan cafeïne is toegevoegd met fysiologische doeleinden. |
„Bevat cafeïne. Niet aanbevolen voor kinderen en zwangere vrouwen” in hetzelfde gezichtsveld als de benaming van het levensmiddel, gevolgd door vermelding tussen haakjes en overeenkomstig artikel 13, lid 1, van het cafeïnegehalte uitgedrukt in mg/100 g/ml. Voor voedingssupplementen wordt het cafeïnegehalte uitgedrukt per in de etikettering voor dagelijkse consumptie aanbevolen portie. |
5. Levensmiddelen met toegevoegde fytosterolen, fytosterolesters, fytostanolen en/of fytostanolesters |
|
5.1. Levensmiddelen of levensmiddeleningrediënten met toegevoegde fytosterolen, fytosterolesters, fytostanolen of fytostanolesters. |
(1) „met toegevoegde plantensterolen” of „met toegevoegde plantenstanolen” in hetzelfde gezichtsveld als de benaming van het levensmiddel; |
6. Diepgevroren vlees, diepgevroren vleesbereidingen en diepgevroren onverwerkte visserijproducten |
|
6.1. Bevroren vlees, diepgevroren vleesbereidingen en diepgevroren onverwerkte visserijproducten. |
de datum van invriezing of de datum van de eerste invriezing wanneer het product meer dan een keer ingevroren is, in overeenstemming met punt 3) van bijlage X. |
(1)
De bedoelde gehalten gelden voor het product als aangeboden voor gebruik of als gereconstitueerd volgens de aanwijzingen van de fabrikant. |
BIJLAGE IV
DEFINITIE VAN DE X-HOOGTE
x - HOOGTE
Legenda
1 |
Stokletterlijn |
2 |
Hoofdletterlijn |
3 |
Hanglijn |
4 |
Basislijn |
5 |
Staartletterlijn |
6 |
x-hoogte |
7 |
Corpsgrootte |
BIJLAGE V
LEVENSMIDDELEN DIE ZIJN VRIJGESTELD VAN DE VERPLICHTE VOEDINGSWAARDEVERMELDING
1. Onverwerkte producten die bestaan uit één ingrediënt of categorie van ingrediënten.
2. Verwerkte producten die als enige vorm van verwerking zijn gerijpt en die bestaan uit één ingrediënt of categorie van ingrediënten.
3. Water bestemd voor menselijke consumptie, inclusief water waarbij de enige toegevoegde ingrediënten kooldioxide en/of aroma’s zijn.
4. Een kruid, een specerij of mengsels daarvan.
5. Zout en zoutvervangers.
6. Tafelzoetstoffen.
7. Producten die vallen onder Richtlijn 1999/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 februari 1999 inzake extracten van koffie en extracten van cichorei ( 18 ), hele of gemalen koffiebonen en hele of gemalen cafeïnevrije koffiebonen.
8. Kruiden- en vruchtenthee, thee, cafeïnevrije thee, instant- of oplosthee of thee-extract, cafeïnevrije instant- of oplosthee of thee-extract, die geen andere toegevoegde ingrediënten bevatten dan aroma’s die niets veranderen aan de voedingswaarde van de thee.
9. Gefermenteerde azijn of vervangers van azijn, inclusief die waarbij de enige toegevoegde ingrediënten aroma’s zijn.
10. Aroma’s.
11. Levensmiddelenadditieven.
12. Technische hulpstoffen.
13. Voedingsenzymen.
14. Gelatine.
15. Jamgeleermiddel.
16. Gist.
17. Kauwgom.
18. Levensmiddelen in verpakkingen of recipiënten waarvan het grootste oppervlak minder dan 25 cm2 bedraagt.
19. Levensmiddelen, met inbegrip van ambachtelijke levensmiddelen, die rechtstreeks door de producent in kleine hoeveelheden worden geleverd aan de eindverbruiker of aan de plaatselijke detailhandel die rechtstreeks aan de eindverbruiker levert.
BIJLAGE VI
BENAMING VAN HET LEVENSMIDDEL EN SPECIFIEKE VERMELDINGEN DIE TEZAMEN MET DE BENAMING MOETEN WORDEN AANGEBRACHT
DEEL A — VERPLICHTE VERMELDINGEN DIE TEZAMEN MET DE BENAMING MOETEN WORDEN AANGEBRACHT
1. De benaming van het levensmiddel omvat of gaat vergezeld van vermeldingen inzake de fysische toestand waarin het levensmiddel zich bevindt of de specifieke behandeling die het heeft ondergaan (bijvoorbeeld poeder, opnieuw ingevroren, gevriesdroogd, snelgevroren, concentraat, gerookt), in alle gevallen waarin het weglaten van deze informatie de koper zou kunnen misleiden.
2. Voor levensmiddelen die vóór verkoop diepgevroren waren en ontdooid worden verkocht, gaat de benaming van het levensmiddel vergezeld van de vermelding „ontdooid”.
Deze eis is niet van toepassing op:
ingrediënten aanwezig in het eindproduct;
levensmiddelen waarvoor invriezing een technologisch noodzakelijke stap is in het productieproces;
levensmiddelen waarvoor ontdooiing geen negatieve invloed heeft op de veiligheid of kwaliteit van het levensmiddel.
Deze bepaling laat de toepassing van punt 1 onverlet.
3. Op met ioniserende straling behandelde levensmiddelen wordt een van de volgende vermeldingen aangebracht:
„doorstraald” of „behandeld met ioniserende straling” en andere aanwijzingen zoals vermeld in Richtlijn 1999/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 februari 1999 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake de behandeling van voedsel en voedselingrediënten met ioniserende straling ( 19 ).
4. Voor voedsel waarbij een ingrediënt of bestanddeel waarvan de consument verwacht dat het van nature aanwezig of normaliter gebruikt is, vervangen is door een ander bestanddeel of een ander ingrediënt, vermeldt het etiket, naast de lijst van ingrediënten, duidelijk het bestanddeel of ingrediënt dat ter gehele of gedeeltelijke vervanging is gebruikt:
dicht in de buurt van de benaming van het product, en
met een lettergrootte met een x-hoogte van ten minste 75 % van de x-hoogte van de benaming van het product, en niet kleiner dan de in artikel 13, lid 2, vastgelegde minimumlettergrootte.
5. Ingeval van vleesproducten, vleesbereidingen en visserijproducten die toegevoegde eiwitten als zodanig bevatten, met inbegrip van gehydrolyseerde eiwitten, van een andere dierlijke oorsprong, wordt in de benaming van het levensmiddel melding gemaakt van de aanwezigheid van deze eiwitten en van hun oorsprong.
6. Ingeval van vleesproducten en vleesbereidingen die eruit zien als een lap, braadstuk, plak, portie of karkas, bevat de benaming van het levensmiddel een vermelding van de aanwezigheid van toegevoegd water indien het toegevoegde water meer dan 5 % uitmaakt van het gewicht van het afgewerkte product. Hetzelfde geldt voor visserijproducten en bereide visserijproducten die eruit zien als een lap, braadstuk, plak, portie, filet of als een volledig visserijproduct.
7. Vleesproducten, vleesbereidingen en visserijproducten die de indruk wekken dat ze uit één stuk vlees of vis gemaakt zijn, maar eigenlijk bestaan uit verschillende stukken die gecombineerd zijn door middel van andere ingrediënten, met inbegrip van levensmiddelenadditieven en voedingsenzymen of op andere manieren, is de volgende vermelding aangebracht:
In het Bulgaars |
: |
„формовано месо” en „формована риба”; |
In het Spaans |
: |
„elaborado a partir de piezas de carne” en „elaborado a partir de piezas de pescado”; |
In het Tsjechisch |
: |
„ze spojovaných kousků masa” en „ze spojovaných kousků rybího masa”; |
In het Deens |
: |
„Sammensat af stykker af kød” en „Sammensat af stykker af fisk”; |
In het Duits |
: |
„aus Fleischstücken zusammengefügt” en „aus Fischstücken zusammengefügt”; |
In het Ests |
: |
„liidetud liha” en „liidetud kala”; |
In het Grieks |
: |
„μορφοποιημένο κρέας” en „μορφοποιημένο ψάρι”; |
In het Engels |
: |
„formed meat” en „formed fish”; |
In het Frans |
: |
„viande reconstituée” en „poisson reconstitué”; |
In het Iers |
: |
„píosaí feola ceangailte” en „píosaí éisc ceangailte”; |
in het Italiaans |
: |
„costituito da parti di carne” en „costituito da parti di pesce”; |
In het Lets |
: |
„formēta gaļa” en „formēta zivs”; |
In het Litouws |
: |
„sudarytas (-a) iš mėsos gabalų” en „sudarytas (-a) iš žuvies gabalų”; |
In het Hongaars |
: |
„darabokból újraformázott hús” en „darabokból újraformázott hal”; |
In het Maltees |
: |
„laħam rikostitwit” en „ħut rikostitwit”; |
In het Nederlands |
: |
„samengesteld uit stukjes vlees” en „samengesteld uit stukjes vis”; |
In het Pools |
: |
„z połączonych kawałków mięsa” en „z połączonych kawałków ryby”; |
In het Portugees |
: |
„carne reconstituída” en „peixe reconstituído”; |
In het Roemeens |
: |
„carne formată” en „carne de pește formată”; |
In het Slowaaks |
: |
„zo spájaných kúskov mäsa” en „zo spájaných kúskov ryby”; |
In het Sloveens |
: |
„sestavljeno, iz koščkov oblikovano meso” en „sestavljene, iz koščkov oblikovane ribe”; |
In het Fins |
: |
„paloista yhdistetty liha” en „paloista yhdistetty kala”; |
In het Zweeds |
: |
„sammanfogade bitar av kött” en „sammanfogade bitar av fisk”. |
DEEL B — SPECIFIEKE VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE DE AANDUIDING VAN „GEHAKT VLEES”
1. Samenstellingscriteria, gecontroleerd op grond van een dagelijks gemiddelde:
|
Vetgehalte |
Verhouding collageen/vleeseiwit (1) |
— mager gehakt |
≤ 7 % |
≤ 12 % |
— puur rundergehakt |
≤ 20 % |
≤ 15 % |
— gehakt dat varkensvlees bevat |
≤ 30 % |
≤ 18 % |
— gehakt van andere soorten |
≤ 25 % |
≤ 15 % |
(1)
De collageen/vleeseiwitverhouding wordt uitgedrukt als het percentage collageen in het vleeseiwit. Het collageengehalte bedraagt achtmaal het hydroxyprolinegehalte. |
2. In aanvulling op de voorschriften van hoofdstuk IV van sectie V van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004 worden de volgende woorden op de etikettering aangebracht:
3. De lidstaten mogen toestaan dat op hun nationale markt gehakt dat niet voldoet aan de in punt 1 van dit deel vastgestelde criteria, in de handel wordt gebracht met een nationaal merk dat niet kan worden verward met de merken bedoeld in artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 853/2004.
DEEL C — SPECIFIEKE VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE DE AANDUIDING VAN WORSTVELLEN
Wanneer een worstvel niet eetbaar is, moet dit worden vermeld.
BIJLAGE VII
VERMELDING EN AANDUIDING VAN INGREDIËNTEN
DEEL A — SPECIFIEKE BEPALINGEN BETREFFENDE DE VERMELDING VAN DE INGREDIËNTEN IN DALENDE VOLGORDE VAN GEWICHT
Categorie ingrediënt |
Bepaling betreffende vermelding naar gewicht |
1. Toegevoegd water en vluchtige ingrediënten. |
Worden in de lijst vermeld in volgorde van hun gewicht in het eindproduct. De hoeveelheid water die als ingrediënt aan een levensmiddel is toegevoegd, wordt berekend door van de totale hoeveelheid eindproduct de totale hoeveelheid aan andere gebruikte ingrediënten af te trekken. Deze hoeveelheid behoeft niet te worden meegerekend indien zij in gewicht niet meer bedraagt dan 5 % van het eindproduct. Deze afwijking geldt niet voor vlees, vleesbereidingen, onverwerkte visserijproducten, en onverwerkte tweekleppige weekdieren. |
2. Ingrediënten die in geconcentreerde of gedehydrateerde vorm worden gebruikt en tijdens de vervaardiging weer in hun oorspronkelijke toestand worden gebracht. |
Mogen op de lijst worden opgenomen volgens hun gewicht vóór concentratie of dehydratatie. |
3. Ingrediënten die worden gebruikt in geconcentreerde of gedehydrateerde levensmiddelen, waaraan water moet worden toegevoegd om ze weer in hun oorspronkelijke toestand te brengen. |
Mogen in de lijst worden vermeld in de volgorde van de hoeveelheden in het gereconstitueerde product, mits de lijst van ingrediënten vergezeld gaat van een vermelding zoals „ingrediënten van het weer in oorspronkelijke staat gebrachte product” of „ingrediënten van het gebruiksklare product”. |
4. Vruchten, groenten of paddenstoelen, waarvan geen enkele aanmerkelijk in gewicht overheerst en die in verhoudingen die waarschijnlijk wisselen, in een mengsel als ingrediënten in een levensmiddel worden gebruikt. |
Mogen tezamen in de lijst van ingrediënten worden opgenomen onder de benaming „vruchten”, „groenten” of „paddenstoelen”, gevolgd door de woorden „in wisselende verhoudingen”, onmiddellijk gevolgd door een lijst van de aanwezige vruchten, groenten of paddenstoelen. In dergelijke gevallen wordt het mengsel overeenkomstig artikel 18, lid 1, op grond van het totale gewicht van de aanwezige vruchten, groenten of paddenstoelen in de ingrediëntenlijst vermeld. |
5. Mengsels van specerijen of kruiden waarin geen van deze producten aanmerkelijk in gewicht overheerst. |
Mogen in een andere volgorde worden vermeld, mits die lijst van ingrediënten vergezeld gaat van een vermelding zoals „in wisselende verhouding”. |
6. Ingrediënten die voor minder dan 2 % in het eindproduct aanwezig zijn. |
Mogen in een andere volgorde na de andere ingrediënten worden vermeld. |
7. Soortgelijke of onderling verwisselbare ingrediënten die voor de vervaardiging of bereiding van een levensmiddel kunnen worden gebruikt zonder de samenstelling of gepercipieerde waarde ervan te wijzigen, en mits deze minder dan 2 % van het eindproduct uitmaken. |
Mogen in de lijst van ingrediënten worden opgenomen met de vermelding „bevat … en/of …”, wanneer ten minste één van ten hoogste twee ingrediënten in het eindproduct aanwezig is. Deze bepaling is niet van toepassing op levensmiddelenadditieven of ingrediënten die vermeld staan in deel C van deze bijlage, noch op stoffen of producten van bijlage II die allergieën en intoleranties veroorzaken. |
8. Geraffineerde oliën van plantaardige oorsprong. |
Mogen tezamen in de lijst van ingrediënten worden opgenomen onder de benaming „plantaardige oliën”, onmiddellijk gevolgd door een lijst met aanduidingen van de specifieke plantaardige oorsprong, en mogen worden gevolgd door de woorden „in wisselende verhoudingen”. Indien ze tezamen worden opgenomen, worden plantaardige oliën overeenkomstig artikel 18, lid 1, op grond van het totale gewicht van de aanwezige plantaardige oliën in de ingrediëntenlijst vermeld. De vermelding „geheel gehard”of „gedeeltelijk gehard”, moet worden toegevoegd aan de vermelding van een geharde olie. |
9. Geraffineerde vetten van plantaardige oorsprong. |
Mogen tezamen in de lijst van ingrediënten worden opgenomen onder de benaming „plantaardige vetten”, onmiddellijk gevolgd door een lijst met aanduidingen van de specifieke plantaardige oorsprong, en mogen worden gevolgd door de woorden „in wisselende verhoudingen”. Indien ze tezamen worden opgenomen, worden plantaardige vetten overeenkomstig artikel 18, lid 1, op grond van het totale gewicht van de aanwezige plantaardige vetten in de ingrediëntenlijst vermeld. De vermelding „geheel dan wel gedeeltelijk gehard”, moet worden toegevoegd aan de vermelding van een gehard vet. |
DEEL B — AANDUIDING VAN BEPAALDE INGREDIËNTEN DOOR DE BENAMING VAN EEN CATEGORIE IN PLAATS VAN DOOR EEN SPECIFIEKE BENAMING
Onverminderd artikel 21 mogen ingrediënten die tot één van de hieronder vermelde categorieën levensmiddelen behoren en die bestanddelen zijn van een ander levensmiddel, worden aangeduid met de naam van die categorie in plaats van met de specifieke naam.
Categorie levensmiddelen |
Aanduiding |
|||||||||||||||
1. Geraffineerde oliën van dierlijke oorsprong |
„Olie”, nader omschreven met het adjectief „dierlijk”, of de vermelding van de specifieke dierlijke oorsprong. De vermelding „geheel gehard” of „gedeeltelijk gehard”, moet worden toegevoegd aan de vermelding van een geharde olie. |
|||||||||||||||
2. Geraffineerde vetten van dierlijke oorsprong |
„Vet”, nader omschreven met het adjectief „dierlijk”, of de vermelding van de specifieke dierlijke oorsprong. De vermelding „geheel gehard” of „gedeeltelijk gehard”, moet worden toegevoegd aan de vermelding van een gehard vet. |
|||||||||||||||
3. Mengsels van meel van twee of meer graansoorten |
„Meel”, gevolgd door een lijst van de graansoorten waarvan het afkomstig is, in dalende volgorde van hun gewichtspercentage. |
|||||||||||||||
4. Natief zetmeel en langs fysische weg of met enzymen gemodificeerd zetmeel |
„Zetmeel” |
|||||||||||||||
5. Alle soorten vis wanneer die vis een ingrediënt vormt van een ander levensmiddel, tenzij de benaming en de presentatie van dit levensmiddel duiden op een speciaal soort vis |
„Vis” |
|||||||||||||||
6. Alle soorten kaas wanneer de kaas of het mengsel van kaassoorten een ingrediënt vormt van een ander levensmiddel, tenzij de benaming en de presentatie van dit levensmiddel duiden op een speciale kaassoort |
„Kaas” |
|||||||||||||||
7. Alle specerijen die niet meer dan 2 % van het gewicht van het levensmiddel uitmaken |
„Specerijen” of „gemengde specerijen” |
|||||||||||||||
8. Alle kruiden of delen daarvan die niet meer dan 2 % van het gewicht van het levensmiddel uitmaken |
„Kruid(en)” of „gemengde kruiden” |
|||||||||||||||
9. Alle soorten gompreparaten die voor de bereiding van gom als basis voor kauwgom worden gebruikt |
„Gom” |
|||||||||||||||
10. Alle soorten paneermeel |
„Paneermeel” |
|||||||||||||||
11. Alle categorieën sacharose |
„Suiker” |
|||||||||||||||
12. Watervrije dextrose en dextrosemonohydraat |
„Dextrose” |
|||||||||||||||
13. Glucosestroop en gedehydreerde glucosestroop |
„Glucosestroop” |
|||||||||||||||
14. Alle melkeiwitten (caseïne, caseïnaten en eiwitten van wei) en mengsels daarvan |
„Melkeiwitten” |
|||||||||||||||
15. Cacaopersboter, cacaowringboter of geraffineerde cacaoboter |
„Cacaoboter” |
|||||||||||||||
16. Alle soorten wijnen die vallen onder bijlage XI ter van Verordening (EG) nr. 1234/2007 (1) |
„Wijn” |
|||||||||||||||
17. De skeletspieren (2) van als voor de menselijke consumptie geschikt erkende zoogdier- en vogelsoorten, met de van nature ingesloten of aanhangende weefsels, waarvan de totale gehalten aan vet en bindweefsel de hieronder vermelde waarden niet overschrijden en wanneer het vlees een ingrediënt vormt van een ander levensmiddel. Maximumgehalten aan vet en bindweefsel voor de met de term „… vlees” aangeduide ingrediënten.
Wanneer de maximumgehalten aan vet en/of bindweefsel worden overschreden en aan alle andere criteria van de definitie van „vlees” wordt voldaan, moet het gehalte aan „… vlees” dienovereenkomstig worden verlaagd en moet de lijst van ingrediënten naast de categorienaam „… vlees” ook de vermelding van het vet en/of bindweefsel bevatten. Producten die aan de definitie van „separatorvlees” beantwoorden, vallen niet onder deze definitie. |
„… vlees”, voorafgegaan door de naam/namen (3) van de diersoort(en) waarvan het afkomstig is. |
|||||||||||||||
18. Alle soorten producten die aan de definitie van „separatorvlees” beantwoorden. |
„separatorvlees”, voorafgegaan door de naam/namen (3) van de diersoort(en) waarvan het afkomstig is. |
|||||||||||||||
(1)
Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (Integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).
(2)
Het middenrif en de kauwspieren maken deel uit van de skeletspieren, terwijl het hart, de tong, de kopspieren (met uitzondering van de kauwspieren), het carpaal- en het tarsaalgewricht en de staart er geen deel van uitmaken.
(3)
Voor de etikettering in het Engels mag deze vermelding vervangen worden door de aan het vlees van de betrokken diersoort gegeven generieke naam. |
DEEL C — AANDUIDING VAN BEPAALDE INGREDIËNTEN MET DE NAAM VAN HUN CATEGORIE, GEVOLGD DOOR HUN SPECIFIEKE BENAMING OF HET E-NUMMER
Onverminderd artikel 21 moeten andere levensmiddelenadditieven en levensmiddelenenzymen dan die vermeld in artikel 20, onder b), die behoren tot één van de in dit deel opgenomen categorieën, worden aangeduid met de naam van die categorie, gevolgd door hun specifieke benaming of, in voorkomend het geval, het E-nummer. Ingeval een ingrediënt tot meer dan één categorie behoort, wordt de categorie vermeld die past bij de voornaamste functie in het betrokken levensmiddel.
DEEL D — AANDUIDING VAN AROMA’S IN DE LIJST VAN INGREDIËNTEN
1. Aroma’s worden aangeduid met hetzij de termen:
2. De term „natuurlijk” voor de beschrijving van aroma’s geschiedt overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1334/2008.
3. Kinine en/of cafeïne die worden gebruikt als aroma bij de vervaardiging of bereiding van een levensmiddel worden onmiddellijk na de term „aroma(’s)” met hun specifieke benaming in de lijst van ingrediënten vermeld.
DEEL E — AANDUIDING VAN SAMENGESTELDE INGREDIËNTEN
1. Een samengesteld ingrediënt mag onder zijn eigen benaming, voor zover die wettelijk erkend of algemeen bekend is, in de lijst van ingrediënten worden opgenomen in termen van zijn totale gewichtspercentage, onmiddellijk gevolgd door een lijst van zijn eigen ingrediënten.
2. Onverminderd artikel 21 is de lijst van ingrediënten voor samengestelde ingrediënten niet verplicht:
wanneer de samenstelling van het samengestelde ingrediënt door de geldende voorschriften van de Unie is vastgesteld en mits het samengestelde ingrediënt minder dan 2 % van het eindproduct uitmaakt; deze bepaling is echter niet van toepassing op levensmiddelenadditieven, behoudens de bepalingen van artikel 20, onder a) tot en met d), of
voor uit mengsels van specerijen en/of kruiden samengestelde ingrediënten die minder dan 2 % van het eindproduct uitmaken, met uitzondering van levensmiddelenadditieven, behoudens de bepalingen van artikel 20, onder a) tot en met d), of
wanneer het samengestelde ingrediënt een levensmiddel is waarvan de lijst van ingrediënten overeenkomstig de voorschriften van de Unie niet behoeft te worden vermeld.
BIJLAGE VIII
KWANTITATIEVE OPGAVE VAN DE INGREDIËNTEN
1. De kwantitatieve opgave is niet vereist:
voor een ingrediënt of categorie ingrediënten:
waarvan het netto-uitlekgewicht is aangegeven overeenkomstig punt 5 van bijlage IX;
waarvan de hoeveelheid reeds krachtens de bepalingen van de Unie verplicht op het etiket moet worden vermeld;
dat/die in kleine doses ter verhoging van het aroma wordt toegevoegd, of
dat/die weliswaar voorkomt in de benaming van het levensmiddel, maar niet van dien aard is dat het/zij de keuze van de consument in het land van verkoop bepaalt omdat de variërende hoeveelheid niet van wezenlijk belang is om het levensmiddel te karakteriseren of het niet van soortgelijke levensmiddelen onderscheidt;
wanneer specifieke bepalingen van de Unie de hoeveelheid van het ingrediënt of van de categorie ingrediënten nauwkeurig aangeven, zonder voor te schrijven dat deze op het etiket moet worden vermeld, of
in de gevallen bedoeld in de punten 4 en 5 van deel A van bijlage VII.
2. Artikel 22, lid 1, onder a) en b), is niet van toepassing in het geval van:
ingrediënten of categorieën van ingrediënten waarvoor de vermelding „met zoetstof(fen)” of „met suiker(s) en zoetstof(fen)” geldt, indien die vermelding vergezeld gaat van de benaming van het levensmiddel overeenkomstig bijlage III, of
toegevoegde vitaminen en mineralen, indien die stoffen onderworpen zijn aan een voedingswaardevermelding.
3. De vermelding van de hoeveelheid van een ingrediënt of categorie ingrediënten:
wordt uitgedrukt als percentage, overeenstemmend met de hoeveelheid van het ingrediënt of de ingrediënten op het ogenblik waarop het/zij wordt/worden gebruikt, en
wordt aangebracht in of onmiddellijk naast de benaming van het levensmiddel of in de lijst van ingrediënten voor het ingrediënt of de categorie ingrediënten in kwestie.
4. In afwijking van punt 3:
wordt voor levensmiddelen waarbij door een thermische of andere behandeling vochtverlies is opgetreden, de hoeveelheid uitgedrukt als een percentage dat overeenkomt met de hoeveelheid van het gebruikte ingrediënt of de gebruikte ingrediënten ten opzichte van het eindproduct, tenzij die hoeveelheid of de totale hoeveelheid van alle op het etiket vermelde ingrediënten meer dan 100 % bedraagt, in welk geval de hoeveelheid wordt vermeld op grond van het gewicht van het (de) ingrediënt(en) dat (die) wordt (worden) gebruikt voor de bereiding van 100 g eindproduct;
wordt de hoeveelheid vluchtige ingrediënten vermeld als hun gewichtspercentage in het eindproduct;
kan de hoeveelheid ingrediënten die in geconcentreerde of gedehydrateerde vorm worden gebruikt en tijdens de fabricage worden gereconstitueerd, worden vermeld als hun gewichtspercentage voordat zij werden geconcentreerd of gedroogd;
kan, wanneer het om geconcentreerde of gedehydrateerde levensmiddelen gaat waaraan water moet worden toegevoegd, de hoeveelheid van de ingrediënten worden uitgedrukt als gewichtspercentage in het gereconstitueerde product.
BIJLAGE IX
VERMELDING VAN DE NETTOHOEVEELHEID
1. De vermelding van de nettohoeveelheid is niet verplicht voor levensmiddelen:
die aanzienlijk aan volume of gewicht verliezen en die per stuk worden verkocht dan wel in aanwezigheid van de koper worden gewogen;
met een nettohoeveelheid van minder dan 5 g of 5 ml; deze bepaling is evenwel niet van toepassing op specerijen en kruiden, of
die in de regel per stuk worden verkocht, mits het aantal stuks duidelijk kan worden gezien en van buitenaf gemakkelijk kan worden geteld, of, zo dit niet het geval is, in de etikettering is vermeld.
2. Wanneer een bepaalde soort hoeveelheid (zoals nominale hoeveelheid, minimumhoeveelheid, gemiddelde hoeveelheid) moet worden vermeld volgens de bepalingen van de Unie of, als deze niet bestaan, volgens de nationale bepalingen, is deze hoeveelheid de nettohoeveelheid in de zin van deze verordening.
3. Wanneer een voorverpakking bestaat uit twee of meer afzonderlijke voorverpakkingen die dezelfde hoeveelheid van hetzelfde product bevatten, wordt de nettohoeveelheid vermeld door het aangeven van de nettohoeveelheid van elke afzonderlijke verpakking en het totale aantal daarvan. Die vermeldingen zijn evenwel niet verplicht wanneer het totale aantal afzonderlijke verpakkingen duidelijk kan worden gezien en van buitenaf gemakkelijk kan worden geteld en wanneer ten minste één vermelding van de in elke afzonderlijke verpakking aanwezige nettohoeveelheid van buitenaf duidelijk kan worden gezien.
4. Wanneer een voorverpakking bestaat uit twee of meer afzonderlijke verpakkingen die niet als verkoopeenheden worden beschouwd, wordt de nettohoeveelheid vermeld door het aangeven van de totale nettohoeveelheid en het totale aantal afzonderlijke verpakkingen.
5. Wanneer een vast levensmiddel wordt aangeboden in een opgietvloeistof, wordt ook het netto-uitlekgewicht van dat levensmiddel vermeld. Van een geglaceerd levensmiddel wordt het gedeclareerde nettogewicht aangegeven exclusief de glaceerlaag.
Voor de toepassing van dit punt worden onder „opgietvloeistof” de volgende producten en mengsels daarvan verstaan, ook wanneer zij bevroren of diepgevroren zijn, voor zover de vloeistof slechts van ondergeschikt belang is ten opzichte van de essentiële bestanddelen van die bereiding en derhalve niet doorslaggevend is voor de aankoop: water, waterige oplossingen van zouten, pekel, waterige oplossingen van voedingszuren, azijn, waterige oplossingen van suiker, waterige oplossingen van andere zoetstoffen, sap van vruchten of groenten voor wat groenten of fruit betreft.
BIJLAGE X
DATUM VAN MINIMALE HOUDBAARHEID, UITERSTE CONSUMPTIEDATUM EN DATUM VAN INVRIEZING
1. De datum van minimale houdbaarheid wordt als volgt aangegeven:
De datum wordt voorafgegaan door de woorden:
De in punt a) bedoelde vermeldingen gaan vergezeld van:
Zo nodig wordt hierna vermeld welke bewaarvoorschriften moeten worden nageleefd om de aangegeven houdbaarheid te waarborgen.
De datum wordt ongecodeerd aangegeven door vermelding van achtereenvolgens de dag, de maand en eventueel het jaar.
Wanneer het evenwel gaat om levensmiddelen:
Behoudens de bepalingen van de Unie waarbij andere datumaanduidingen worden voorgeschreven, is de vermelding van de datum van minimale houdbaarheid niet vereist voor:
2. De uiterste consumptiedatum wordt als volgt aangegeven:
De datum wordt voorafgegaan door de woorden „te gebruiken tot …”;
De vermelding in punt a) gaat vergezeld van:
Die vermeldingen worden gevolgd door een beschrijving van de bewaarvoorschriften.
De datum wordt ongecodeerd aangegeven door vermelding van achtereenvolgens de dag, de maand en eventueel het jaar;
De uiterste gebruiksdatum wordt op elke afzonderlijke voorverpakte portie vermeld.
3. De in punt 6 van bijlage III bedoelde datum van invriezing of datum van eerste invriezing wordt als volgt aangegeven:
De datum wordt voorafgegaan door de woorden „ingevroren op …”;
De vermelding in punt a) gaat vergezeld van:
De datum wordt ongecodeerd aangegeven door vermelding van achtereenvolgens de dag, de maand en het jaar.
BIJLAGE XI
VLEESSOORTEN WAARVOOR DE VERMELDING VAN HET LAND VAN OORSPRONG OF DE PLAATS VAN HERKOMST VERPLICHT IS
GN-codes (Gecombineerde nomenclatuur 2010) |
Beschrijving |
0203 |
Vlees van varkens, vers, gekoeld of bevroren |
0204 |
Vlees van schapen of van geiten, vers, gekoeld of bevroren |
Ex 02 07 |
Vlees van pluimvee bedoeld bij post 0105 , vers, gekoeld of bevroren |
BIJLAGE XII
ALCOHOLGEHALTE
Het effectieve alcoholvolumegehalte van dranken met een alcoholvolumegehalte van meer dan 1,2 % wordt aangegeven door een cijfer met ten hoogste één decimaal. Het wordt gevolgd door het symbool „% vol.” en kan worden voorafgegaan door het woord „alcohol” of door de afkorting „alc.”.
Het alcoholgehalte wordt bepaald bij 20 °C.
De toleranties, in positieve en in negatieve zin, die bij de vermelding van het alcoholgehalte zijn toegelaten, staan, uitgedrukt in absolute waarden, vermeld in de volgende tabel. Zij zijn van toepassing onverminderd de toleranties die voortvloeien uit de voor de bepaling van het alcoholgehalte toegepaste analysemethode.
Beschrijving van de drank |
Positieve of negatieve tolerantie |
1. Biersoorten van GN-code 2203 00 en een alcoholgehalte van ten hoogste 5,5 % vol.; niet-mousserende dranken van GN-code 2206 00 , verkregen van druiven; |
0,5 % vol. |
2. Biersoorten met een alcoholgehalte van meer dan 5,5 % vol.; mousserende dranken van GN-code 2206 00 , verkregen van druiven, ciders, perendrank, fruitwijnen en soortgelijke dranken die vervaardigd zijn van andere vruchten dan druiven, eventueel parelend of mousserend; honingdrank; |
1 % vol. |
3. Dranken met gemacereerde vruchten of plantendelen; |
1,5 % vol. |
4. Andere dranken met een alcoholgehalte van meer dan 1,2 volumeprocent. |
0,3 % vol. |
BIJLAGE XIII
REFERENTIE-INNAMES
DEEL A — DAGELIJKSE REFERENTIE-INNAMES VOOR VITAMINEN EN MINERALEN (VOLWASSENEN)
1. Vitaminen en mineralen die kunnen worden vermeld en hun voedingswaardereferenties
Vitamine A (μg) |
800 |
Vitamine D (μg) |
5 |
Vitamine E (mg) |
12 |
Vitamine K (μg) |
75 |
Vitamine C (mg) |
80 |
Thiamine (mg) |
1,1 |
Riboflavine (mg) |
1,4 |
Niacine (mg) |
16 |
Vitamine B6 (mg) |
1,4 |
Foliumzuur (μg) |
200 |
Vitamine B12 (μg) |
2,5 |
►C1 Biotine (μg) ◄ |
50 |
Pantotheenzuur (mg) |
6 |
Kalium (mg) |
2 000 |
Chloride (mg) |
800 |
Calcium (mg) |
800 |
Fosfor (mg) |
700 |
Magnesium (mg) |
375 |
IJzer (mg) |
14 |
Zink (mg) |
10 |
Koper(mg) |
1 |
Mangaan (mg) |
2 |
Fluoride (mg) |
3,5 |
Seleen (μg) |
55 |
Chroom (μg) |
40 |
Molybdeen (μg) |
50 |
Jood (μg) |
150 |
2. Significante hoeveelheid vitaminen en mineralen
In de regel moet voor het bepalen van wat een significante hoeveelheid is, worden uitgegaan van de volgende waarden:
DEEL B — REFERENTIE-INNAMES VOOR ENERGIE EN BEPAALDE ANDERE NUTRIËNTEN DAN VITAMINEN EN MINERALEN (VOLWASSENEN)
Energie of nutriënt |
Referentie-inname |
Energie |
8 400 kJ (2 000 kcal) |
Totale vetten |
70 g |
Verzadigde vetzuren |
20 g |
Koolhydraten |
260 g |
Suikers |
90 g |
Eiwitten |
50 g |
Zout |
6 g |
BIJLAGE XIV
OMREKENINGSFACTOREN
OMREKENINGSFACTOREN VOOR DE BEREKENING VAN ENERGIE
Bij de berekening van de te declareren energetische waarde worden de volgende omrekeningsfactoren gebruikt:
— koolhydraten (met uitzondering van polyolen) |
17 kJ/g - 4 kcal/g |
— polyolen |
10 kJ/g - 2,4 kcal/g |
— eiwitten |
17 kJ/g - 4 kcal/g |
— vetten |
37 kJ/g - 9 kcal/g |
— salatrims |
25 kJ/g - 6 kcal/g |
— alcohol (ethanol) |
29 kJ/g - 7 kcal/g |
— organische zuren |
13 kJ/g - 3 kcal/g |
— vezels |
8 kJ/g - 2 kcal/g |
— erytritol |
0 kJ/g - 0 kcal/g |
BIJLAGE XV
UITDRUKKING EN PRESENTATIE VAN DE VOEDINGSWAARDEVERMELDING
In de voedingswaardevermelding voor energie (kilojoules (kJ) en kilocalorieën (kcal)) en massa (grammen (g), milligrammen (mg), of microgrammen (μg)) wordt, afhankelijk van het geval, gebruikgemaakt van de volgende meeteenheden en volgorde van presentatie van de informatie:
energie |
kJ/kcal |
vetten |
g |
waarvan |
|
— verzadigde vetzuren |
g |
— enkelvoudig onverzadigde vetzuren |
g |
— meervoudig onverzadigde vetzuren |
g |
koolhydraten |
g |
waarvan |
|
— suikers |
g |
— polyolen |
g |
— zetmeel |
g |
vezels |
g |
eiwitten |
g |
zout |
g |
vitaminen en mineralen |
de in punt 1 van deel A van bijlage XIII aangegeven eenheden |
( 1 ) PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1.
( 2 ) PB L 354 van 31.12.2008, blz. 7.
( 3 ) PB L 354 van 31.12.2008, blz. 16.
( 4 ) PB L 354 van 31.12.2008, blz. 34.
( 5 ) PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55.
( 6 ) PB L 376 van 27.12.2006, blz. 21.
( 7 ) Verordening (EU) 2015/2283 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende nieuwe voedingsmiddelen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 258/97 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 1852/2001 van de Commissie (PB L 327 van 11.12.2015, blz. 1).
( 8 ) PB L 93 van 31.3.2006, blz. 1.
( 9 ) PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.
( 10 ) PB L 183 van 12.7.2002, blz. 51.
( 11 ) PB L 164 van 26.6.2009, blz. 45.
( 12 ) PB L 124 van 20.5.2009, blz. 21.
( 13 ) PB L 204 van 21.7.1998, blz. 37.
( 14 ) PB L 304 van 22.11.2011, blz. 18”.
( 15 ) PB L 304 van 22.11.2011, blz. 18”.
( 16 ) PB L 314 van 1.12.2009, blz. 10.
( 17 ) En producten daarvan, voor zover het proces dat zij hebben ondergaan naar verwachting niet zal leiden tot een grotere allergeniciteit dan de EFSA in het desbetreffende uitgangsproduct heeft vastgesteld.
( 18 ) PB L 66 van 13.3.1999, blz. 26.
( 19 ) PB L 66 van 13.3.1999, blz. 16.
( 20 ) Alleen voor smeltkaas en producten op basis van smeltkaas.
( 21 ) De specifieke benaming of het E-nummer behoeft niet te worden vermeld.