Dit document is overgenomen van EUR-Lex
De bestrijding van fraude en corruptie is gebaseerd op artikel 325 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), waarbij de Raad en het Europees Parlement verzocht worden de noodzakelijke maatregelen in de strijd tegen fraude ten nadele van de financiële belangen van de EU goed te keuren.
Het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) werd ingesteld in 1999 bij Besluit van de Commissie 1999/352/EG, EGKS, Euratom; de bevoegdheden ervan zijn bepaald in Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013.
De belangrijkste doelstellingen van OLAF zijn:
Bij de uitoefening van zijn bevoegdheden verricht OLAF (administratieve) externe onderzoeken in de lidstaten en interne onderzoeken binnen de EU-instellingen, -organen, -kantoren en -agentschappen en doet het bureau aanbevelingen voor actie (waar nodig) aan de betrokken EU-instellingen en nationale overheden. Als resultaat van het werk van OLAF worden gelden die ten onrechte zijn uitgegeven geleidelijk aan teruggeleid naar de EU-begroting, criminelen moeten voor de nationale rechtbank verschijnen en in heel Europa wordt gezorgd voor betere maatregelen tegen fraude.
Op basis van het derde deel, titel V, hoofdstukken 4 en 5 van het VWEU, die de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken betreffen, hebben Eurojust en Europol de bevoegdheid om EU-landen te steunen in de strijd tegen fraude en corruptie door aanvullende steun te bieden aan nationale autoriteiten bij transnationale strafrechtelijke onderzoeken.
In 2017 hebben 22 van de 27 EU-landen overeenkomstig de procedure voor nauwere samenwerking een onafhankelijk en gedecentraliseerd openbaar ministerie van de EU opgericht. Het Europees Openbaar Ministerie, opgericht bij Verordening (EU) 2017/1939, heeft de bevoegdheid om misdaden tegen de financiële belangen van de EU op te sporen, te vervolgen en voor de rechter te brengen.
Sinds 2019 is een gemeenschappelijke, bij Richtlijn (EU) 2017/1371 ingevoerde EU-regeling van kracht voor de bestrijding van misdaad waardoor de EU-begroting wordt geschaad en voor betere bescherming van de financiële belangen van de EU door harmonisering van de definities van, en sancties en verjaringstermijnen voor, bepaalde strafbare feiten waardoor die belangen worden geschaad.
In de langetermijnbegroting van de EU (meerjarig financieel kader) voor de periode 2021-2027 is een krediet van 181 miljoen EUR beschikbaar voor steun bij de inspanningen van EU-landen om fraude, corruptie en andere onregelmatigheden waardoor de EU-begroting wordt geschaad.