EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Veiligheid op zee: Pakket Erika-II

Juridische status van het document Deze samenvatting is gearchiveerd en wordt niet meer bijgewerkt omdat het betrokken document achterhaald of niet meer van kracht is.

Veiligheid op zee: Pakket Erika-II

De Commissie stelt in deze mededeling verbeteringen voor van de veiligheid van het transport van olieproducten over zee.

BESLUIT

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 6 december 2000 over een tweede reeks maatregelen van de Gemeenschap op het gebied van de veiligheid van de zeevaart naar aanleiding van het vergaan van de olietanker Erika [COM(2000) 802 def. - Niet verschenen in het Publicatieblad]

SAMENVATTING

Het vergaan van de olietanker Erika voor de Franse kust in december 1999 was de impuls tot nieuwe ontwikkelingen bij de totstandkoming van het Europees beleid op het gebied van de veiligheid van de zeevaart.

Drie maanden na dit ongeluk, op 21 maart 2000, heeft de Commissie al een "mededeling over de veiligheid van het vervoer van olie over zee" aangenomen die vergezeld ging van een aantal voorstellen voor concrete maatregelen om herhaling van dergelijke ongevallen te voorkomen.

De Europese Raad van Biarritz heeft aangedrongen op snelle goedkeuring van het "pakket Erika-I" en heeft de Commissie verzocht zo spoedig mogelijk een tweede reeks maatregelen voor te stellen als aanvulling op de drie wetgevingsvoorstellen die op 21 maart 2000 waren ingediend. Deze tweede reeks maatregelen, die bedoeld is om de Europese wateren op duurzame wijze te beschermen tegen de risico's van ongevallen en verontreiniging op zee, is op 6 december 2000 ingediend. Zij bestaat uit een voorstel voor een richtlijn en twee voorstellen voor verordeningen.

1) Richtlijn betreffende de totstandbrenging van een communautair systeem voor de monitoring en controle van, alsook voor de informatieverstrekking aangaande, het verkeer op zee

De veiligheid van de zeevaart in de Europese wateren is van zeer groot belang: 90 % van het handelsverkeer tussen de Europese Unie en derde landen vindt plaats over zee. Het risico van ongevallen als gevolg van de concentratie van het verkeer langs de belangrijkste Europese zeeroutes is vooral hoog in bepaalde gebieden waar de verkeersstromen bij elkaar komen, zoals het Nauw van Calais of de Straat van Gibraltar. Bovendien kunnen de milieueffecten van een ongeluk op zee, dat ook kan plaatsvinden buiten gebieden met een zeer hoge verkeersdichtheid, rampzalige gevolgen hebben voor de economie en het milieu van de betrokken lidstaten. De Europese Unie moet derhalve de middelen verkrijgen om het transitoverkeer voor haar kusten beter te monitoren en te controleren en om effectiever op te treden wanneer zich op zee kritische situaties voordoen.

De richtlijn van de Commissie behelst in dat verband met name:

  • de verbetering van de identificatie van schepen die op doorvaart zijn in gebieden met een hoge verkeersdichtheid door de verplichte uitrusting van deze schepen met systemen waarmee zij automatisch kunnen worden geïdentificeerd en continu kunnen worden gemonitord door de kustautoriteiten;
  • een vereenvoudiging en harmonisatie van de procedures voor het doorgeven en gebruiken van de gegevens over gevaarlijke of verontreinigende goederen die met de schepen worden vervoerd, met name door systematisch gebruik van elektronische gegevensuitwisseling;
  • de verplichting voor schepen die communautaire havens aandoen om een zwarte doos (of reisgegevensrecorders) aan boord te hebben, teneinde het onderzoek na een ongeval te vergemakkelijken;
  • een uitbreiding van de bevoegdheden van de lidstaten om op te treden in hun hoedanigheid van kuststaat in geval van risico op een ongeval of vervuiling voor hun kust;
  • het verbod van schepen om uit te varen in geval van uitzonderlijke weersomstandigheden die een ernstig risico opleveren voor de veiligheid of het milieu.

2) Richtlijn betreffende de oprichting van een Fonds voor schadevergoeding aan slachtoffers van olievervuiling in de Europese wateren

Het voorstel voor een verordening van de Commissie vormt een aanvulling op het huidige tweeledige internationale stelsel voor de aansprakelijkheid voor en de vergoeding van de schade als gevolg van door tankschepen veroorzaakte vervuiling, meer bepaald door de oprichting van een aanvullend Europees fonds ("derde niveau"), het COPE-fonds (Compensation for Oil Pollution in European waters), voor schadevergoeding aan slachtoffers van olievervuiling in de Europese wateren.

Het COPE-fonds zal alleen een uitkering betalen aan slachtoffers waarvan de aanspraken gerechtvaardigd zijn gebleken, maar die, gezien de ontoereikendheid van de maxima voor schadevergoeding (200 miljoen euro) overeenkomstig de bestaande internationale regeling, geen volledige schadevergoedingen hebben kunnen krijgen. Het maximumbedrag dat toereikend wordt geacht, is 1 miljard euro. Het COPE-fonds zal worden gefinancierd door de Europese bedrijven die meer dan 150 000 ton ruwe olie en/of zware stookolie per jaar ontvangen, dit via een bijdrage die evenredig is aan de ontvangen hoeveelheden olie.

De voorgestelde verordening voorziet ook in financiële sancties in geval van grove nalatigheid van ieder die bij het vervoer van olie over zee betrokken is.

3) Oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de zeevaart

De oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de zeevaart, als voorzien in de richtlijn van de Commissie, is bedoeld om de Commissie en de lidstaten steun te bieden bij de toepassing en controle van de communautaire wetgeving en bij de beoordeling van de effectiviteit van de getroffen maatregelen.

Dit agentschap, dat qua organisatie en taakstelling vergelijkbaar is met het Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, zou de volgende taken krijgen: technische bijstand (bij voorstellen voor wijzigingen van de communautaire wetgeving), bijstand aan kandidaat-lidstaten, organisatie van opleidingsactiviteiten, verzameling van informatie en exploitatie van databases over de veiligheid op zee, taken in verband met de monitoring van de scheepvaart, beoordeling en audit van classificatiebureaus, inspecties ter plaatse en deelname aan onderzoek na een ongeluk op zee.

Laatste wijziging: 25.01.2007

Naar boven