Kleinschalige steun (de-minimissteun) voor de landbouw

KERNPUNTEN

Verordening (EU) nr. 1408/2013, waarin de wijzigingen zijn opgenomen in Verordening (EU) 2024/3118, voorziet in het volgende.

• Iedere lidstaat mag aan een bepaalde begunstigde steun toekennen tot een bedrag van 50 000 EUR over een periode van drie jaar.
• Het cumulatieve bedrag van toegekende de-minimissteun in elke lidstaat mag niet meer bedragen dan 2 % van de waarde van de jaarlijkse landbouwproductie van die lidstaat (“nationaal maximum”). De referentieperiode wordt verlengd van 2012-2017 tot 2012-2023 om rekening te houden met de toegevoegde waarde van de landbouwproductie in de afgelopen jaren, waardoor het nationale plafond voor alle lidstaten wordt verhoogd.
• De begunstigde moet actief zijn in de primaire productie van landbouwproducten (bijvoorbeeld levende dieren, fruit of groenten).
• Het bedrag van de steun moet transparant zijn, d.w.z. op voorhand meetbaar.
• Er wordt vanaf 1 januari 2027 een verplicht centraal register van de-minimissteun op nationaal of EU-niveau ingevoerd om de administratieve lasten te verminderen en transparantie te vergroten.
• Steun die aan die voorwaarden voldoet, wordt niet beschouwd als staatssteun in de zin van artikel 107, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en hoeft daarom niet te worden voorgelegd aan de Europese Commissie.
• De-minimissteun kan worden gecumuleerd met staatssteun (bijvoorbeeld onder Verordening (EU) 2022/2472 inzake staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector — zie de samenvatting) zolang de totale steun niet hoger is dan het maximale bedrag dat voor de andere steun is toegestaan volgens de regels voor staatssteun.
• De-minimissteun voor de landbouwsector kan ook worden gecumuleerd met de-minimissteun voor andere sectoren (bijvoorbeeld wanneer een begunstigde actief is in zowel de primaire landbouwproductie als in een of meer van de sectoren die vallen onder Verordening (EU) 2023/2831 (zie de samenvatting) toegekende de-minimissteun voor landbouwproductie kan worden gecumuleerd met de-minimissteun die wordt toegekend voor andere sectoren of activiteiten tot het in deze verordening vastgestelde maximum.

Uitsluitingen

Bepaalde soorten steun gelden niet als de-minimissteun:

• steun waarvan het bedrag wordt vastgesteld op basis van de prijs of de hoeveelheid van de op de markt gebrachte producten;
• steun die direct is gerelateerd aan de uitgevoerde hoeveelheden, en steun voor de oprichting en exploitatie van een distributienet of voor andere lopende uitgaven in verband met werkzaamheden op het gebied van uitvoer;
• steun die afhangt van het gebruik van binnenlandse in plaats van ingevoerde goederen.