Use quotation marks to search for an "exact phrase". Append an asterisk (*) to a search term to find variations of it (transp*, 32019R*). Use a question mark (?) instead of a single character in your search term to find variations of it (ca?e finds case, cane, care).
Dit akkoord moet de wijze waarop de EU wetten maakt, verbeteren door ervoor te zorgen dat het Europees Parlement, de Raad en de Europese Commissie („de drie instellingen”) zich ertoe verbinden in alle stadia van de wetgevingscyclus loyaal en transparant samen te werken.
Aan het begin van elke zittingsperiode komen de drie instellingen meerjarige prioriteiten overeen. Bovendien nemen ze elk jaar een gezamenlijke verklaring aan over de jaarlijkse interinstitutionele prioriteiten op basis van het jaarlijkse werkprogramma van de Commissie. Een dergelijke gezamenlijke verklaring werd voor het eerst voor 2017 aangenomen.
Effectbeoordelingen
In het akkoord wordt bepaald dat de Commissie effectbeoordelingen verricht voor al haar belangrijke voorstellen voor wetgevingshandelingen en niet-wetgevingshandelingen. Het akkoord stelt de elementen vast waarvoor effectbeoordelingen moeten worden verricht:
gevolgen voor het concurrentievermogen en in het bijzonder voor kmo’s/mkb-bedrijven;
digitale aspecten;
territoriale gevolgen.
De Commissie maakt gebruik van een Raad voor regelgevingstoetsing, die gedeeltelijk is samengesteld uit externe deskundigen, om een objectieve kwaliteitscontrole van de effectbeoordelingen van de Commissie uit te voeren.
Het Parlement en de Raad kunnen effectbeoordelingen over hun wezenlijke wijzigingen opstellen wanneer zij dit passend en noodzakelijk achten. Verder zijn in het akkoord regels vastgesteld voor raadplegingen van het publiek en van belanghebbenden en een evaluatie achteraf van EU-wetgeving.
Transparantie
In het akkoord wordt gewezen op het belang van een grotere transparantie van de wetgevingsprocedures, o.a. te bereiken door:
verbeterde praktische regelingen te treffen voor samenwerking en informatie-uitwisseling inzake internationale overeenkomsten tussen de drie instellingen;
een gezamenlijke openbare bekendmaking van de succesvolle afronding van het wetgevingsproces;
een gezamenlijke database voor wetgevingsdossiers, waarmee de verschillende stadia van het wetgevingsproces traceerbaar zijn.
Gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen
Het akkoord stelt regels vast om het gebruik van gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen overeenkomstig artikelen 290 en 291 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) te verduidelijken en te vergemakkelijken, en bevat daartoe een bijlage met standaardbepalingen. Met name is overeengekomen dat:
de Commissie deskundigen van de EU-landen raadpleegt bij de voorbereiding van gedelegeerde handelingen en deskundigen van het Parlement en de Raad gelijke toegang hebben tot alle desbetreffende vergaderingen en documenten;
gezorgd wordt voor een snelle aanpassing van alle vóór het Verdrag van Lissabon daterende dossiers;
verdere onderhandelingen plaatsvinden om niet-bindende afbakeningscriteria voor gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen vast te stellen (d.w.z. niet-bindende criteria voor de toepassing van artikelen 290 en 291 VWEU), en
een openbaar register voor gedelegeerde handelingen wordt ingesteld (het interinstitutioneel register van gedelegeerde handelingen „DelReg” is sinds eind 2017 operationeel).
Uitvoering en toepassing van EU-wetgeving
Het akkoord houdt drie vernieuwingen in om de uitvoering en toepassing van EU-wetgeving te verbeteren en te verduidelijken:
EU-landen moeten het publiek duidelijk informeren over nationale maatregelen die EU-wetten omzetten in nationaal recht of EU-wetten uitvoeren, overeenkomstig de gezamenlijke verklaringen van 2011 over toelichtende stukken die de kennisgeving van de omzettingsmaatregelen vergezellen;
EU-landen wordt verzocht elementen die ze in hun nationale wetgeving toevoegen en die geen verband houden met de EU-wetgeving („gold plating”), duidelijk aan te geven in de omzettingsmaatregel (de handeling waarbij EU-wetgeving wordt omgezet in nationaal recht) of in daarmee verband houdende documenten;
De Commissie vermeldt in haar jaarlijks verslag aan het Parlement en de Raad alle gevallen van „gold plating”.
Vereenvoudiging
In het akkoord verbinden de drie instellingen zich ertoe samen te werken om de wetgeving te vereenvoudigen en administratieve lasten te vermijden terwijl ze er tegelijkertijd voor zorgen dat de doelstellingen van de wetgeving worden verwezenlijkt. De drie instellingen bevestigen:
dat ze zich ertoe verbinden om vaker gebruik te maken van de techniek van herschikking voor het wijzigen van bestaande wetgeving en, wanneer herschikking niet passend is, om wetteksten zo spoedig mogelijk na de vaststelling van een wijzigingshandeling te codificeren;
de efficiëntste regelgevingsinstrumenten, zoals harmonisering en wederzijdse erkenning, te willen bevorderen om overregulering te vermijden en administratieve lasten te verminderen.
De Commissie presenteert een jaarlijks lastenoverzicht van de resultaten die de EU heeft geboekt bij het vereenvoudigen van wetgeving en het verminderen van administratieve lasten door gebruik te maken van haar programma voor gezonde en resultaatgerichte regelgeving (REFIT).
Uitvoering van het akkoord
In lid 50 van het akkoord wordt bepaald dat de drie instellingen de uitvoering ervan regelmatig monitoren via de interinstitutionele coördinatiegroep en dat ze jaarlijks op politiek niveaubijeenkomen om de voortgang te evalueren.
Trialogen: informele tripartiete vergaderingen met vertegenwoordigers van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie.
ELANGRIJKSTE DOCUMENT
Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie over beter wetgeven (PB L 123 van , blz. 1–14)
GERELATEERDE DOCUMENTEN
Besluit van het Europees Parlement van over de sluiting van een interinstitutioneel akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie over beter wetgeven (2016/2005(ACI)) (PB C 50 van , blz. 91–97)
Gezamenlijke verklaring over de wetgevingsprioriteiten van de EU voor 2018-2019 (PB C 446 van , blz. 1–3)
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (geconsolideerde versie) — Zesde deel — Institutionele en financiële bepalingen — Titel I — Bepalingen inzake de instellingen — Hoofdstuk 2 — Rechtshandelingen van de Unie, vaststellingsprocedures en overige bepalingen — Eerste afdeling — Rechtshandelingen van de Unie — Artikel 290 (PB C 202 van , blz. 172)
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (geconsolideerde versie) — Zesde deel — Institutionele en financiële bepalingen — Titel I — Bepalingen inzake de instellingen — Hoofdstuk 2 — Rechtshandelingen van de Unie, vaststellingsprocedures en overige bepalingen — Eerste afdeling — Rechtshandelingen van de Unie — Artikel 291 (PB C 202 van , blz. 173)
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (geconsolideerde versie) — Zesde deel — Institutionele en financiële bepalingen — Titel I — Bepalingen inzake de instellingen — Hoofdstuk 2 — Rechtshandelingen van de Unie, vaststellingsprocedures en overige bepalingen — Tweede afdeling — Vaststellingsprocedures en overige bepalingen — Artikel 295 (PB C 202 van , blz. 175)
Gezamenlijke verklaring over de wetgevingsprioriteiten van de EU voor 2017 (PB C 484 van , blz. 7–8)
Verklaring van het Europees Parlement en de Commissie ter gelegenheid van de vaststelling van het interinstitutioneel akkoord over beter wetgeven van (PB L 124 van , blz. 1)