Internationale overeenkomsten en de externe bevoegdheden van de EU
SAMENVATTING VAN:
Artikel 3 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU)
Artikel 4 VWEU
Artikel 207 VWEU
Artikel 216 VWEU
WAT IS HET DOEL VAN DEZE ARTIKELEN?
Ze stellen de wettelijke bevoegdheden van de EU vast met betrekking tot het voeren van onderhandelingen en het aangaan van internationale overeenkomsten en haar bevoegdheid, of deze nu exclusief of gedeeld is, om dergelijke overeenkomsten aan te gaan.
KERNPUNTEN
Internationale overeenkomsten (conventies, verdragen)
-
Internationale overeenkomsten met niet-EU-landen of met internationale organisaties maken integraal onderdeel uit van EU-recht. Deze overeenkomsten staan los van het primaire recht en het afgeleide recht en vormen een op zichzelf staande (sui generis) categorie. Volgens bepaalde uitspraken van het HJEU kunnen deze overeenkomsten een rechtstreekse werking hebben en staan zij boven het afgeleide recht, dat daarom in overeenstemming moet zijn met de internationale overeenkomsten.
-
Het zijn verdragen op grond van het internationaal publiekrecht. Er worden rechten en verplichtingen mee geschept voor de overeenkomstsluitende partijen.
-
In tegenstelling tot unilaterale handelingen zijn conventies en overeenkomsten niet gebaseerd op een wetgevingsprocedure noch op de wil van één instelling.
-
In artikel 216 VWEU worden de gevallen genoemd waarin de EU bevoegd is om dergelijke overeenkomsten aan te gaan.
-
Nadat deze zijn overeengekomen en ondertekend, en naargelang het onderwerp ervan, moeten deze overeenkomsten eventueel worden geratificeerd door een handeling van afgeleid recht.
-
Internationale overeenkomsten moeten worden toegepast in de hele EU. Zij staan boven de unilaterale handelingen van afgeleid recht, die bijgevolg met de internationale overeenkomsten in overeenstemming moeten zijn.
-
Bovendien regelt artikel 207 VWEU het handelsbeleid van de EU — een belangrijke externe bevoegdheid van de EU en een centraal onderdeel van haar relaties met de rest van de wereld.
Externe bevoegdheden van de EU
-
De EU heeft rechtspersoonlijkheid en is dus een internationale rechtspersoon die over internationale overeenkomsten kan onderhandelen en dergelijke internationale overeenkomsten in eigen naam kan ondertekenen, d.w.z. dat zij bevoegdheden (of machten) op dit gebied heeft die aan haar worden toegekend door de verdragen.
-
Als het onderwerp van een overeenkomst niet onder de exclusieve bevoegdheid van de EU valt, moeten EU-landen de overeenkomst eveneens ondertekenen. Deze overeenkomsten worden
“gemengde overeenkomsten”
genoemd.
Exclusieve bevoegdheden en gedeelde bevoegdheden
-
De
verdeling van bevoegdheden
tussen de EU en de EU-landen wordt ook op internationaal niveau doorgetrokken. Wanneer de EU over een internationale overeenkomst onderhandelt en deze ondertekent, heeft zij de exclusieve bevoegdheid of deelt zij haar bevoegdheid met de EU-landen.
-
Indien zij de exclusieve bevoegdheid heeft, is de EU de enige partij die onderhandelingsbevoegdheid heeft en de overeenkomst sluit. Artikel 3 VWEU stelt de beleidsdomeinen vast waarvoor de EU exclusief bevoegd is om internationale overeenkomsten te sluiten, inclusief handelsovereenkomsten.
-
Wanneer een internationale overeenkomst betrekking heeft op een gedeelde bevoegdheid van de EU en de EU-landen, wordt de overeenkomst zowel door de EU als door de EU-landen gesloten. Het resultaat is dan een gemengde overeenkomst die door de EU-landen moet worden goedgekeurd. Gemengde overeenkomsten kunnen tevens vereisen dat een internationale EU-handeling wordt aangenomen om de verplichtingen tussen de EU-landen en de EU te verdelen. Artikel 4 VWEU stelt vast welke bevoegdheden worden gedeeld.
ACHTERGROND
Voor meer informatie zie:
BELANGRIJKSTE DOCUMENTEN
Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie — Eerste deel — Beginselen — Titel I — Categorieën en gebieden van bevoegdheden van de Unie — Artikel 3 (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 51)
Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie — Eerste deel — De beginselen — Titel I — Categorieën en gebieden van bevoegdheden van de Unie — Artikel 4 (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 51-52)
Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie — Vijfde deel — Extern optreden van de Unie — Titel II — De gemeenschappelijke handelspolitiek — Artikel 207 (oud artikel 133 VEG) (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 140-141)
Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie — Vijfde deel — Extern optreden van de Unie — Titel V — Internationale overeenkomsten — Artikel 216 (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 144)
Laatste bijwerking 08.04.2020
Top