Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32020D0452

    Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/452 van de Commissie van 26 maart 2020 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/570 betreffende de capaciteit die wordt opgezet om te reageren op weinig waarschijnlijke risico’s met ernstige gevolgen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2020) 2011) (Voor de EER relevante tekst)

    C/2020/2011

    PB L 94I van 27.3.2020, p. 1–3 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2020/452/oj

    27.3.2020   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    LI 94/1


    UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2020/452 VAN DE COMMISSIE

    van 26 maart 2020

    tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/570 betreffende de capaciteit die wordt opgezet om te reageren op weinig waarschijnlijke risico’s met ernstige gevolgen

    (Kennisgeving geschied onder nummer C(2020) 2011)

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (1), en met name artikel 32, lid 1, onder h bis,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Besluit nr. 1313/2013/EU stelt het rechtskader vast van rescEU. rescEU is een capaciteitsreserve op Unieniveau en heeft tot doel bijstand te verlenen in overweldigende situaties waarbij de algehele bestaande capaciteit op nationaal niveau en de door de lidstaten aan de Europese pool voor civiele bescherming toegezegde capaciteit niet volstaan om doeltreffend te reageren op door de natuur of de mens veroorzaakte rampen.

    (2)

    In Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/570 van de Commissie (2) wordt de samenstelling van rescEU in termen van capaciteit en kwaliteitsvereisten uiteengezet. De rescEU-reserve bestaat tot dusver uit capaciteit voor de bestrijding van bosbranden vanuit de lucht, medische teams voor noodgevallen en medische voorraden.

    (3)

    Artikel 21, lid 4, van Besluit nr. 1313/2013/EU voorziet in de mogelijkheid rescEU-capaciteit op te zetten om weinig waarschijnlijke risico’s met ernstige gevolgen te beheersen. Om deze capaciteit op te zetten, moeten in dit besluit de categorieën van weinig waarschijnlijke risico’s met ernstige gevolgen worden vastgesteld, waarbij rekening moet worden gehouden met de mogelijke scenario’s voor dergelijke risico’s.

    (4)

    rescEU-capaciteit om te reageren op weinig waarschijnlijke risico’s met ernstige gevolgen moet, gezien het zeer gespecialiseerde karakter, de hoge kosten en de schaarste op Unieniveau, volledig door de Unie worden gefinancierd. Overeenkomstig artikel 21, lid 4, en artikel 23, lid 4 ter, van Besluit nr. 1313/2013/EU moet de financiële bijstand van de Unie voor dergelijke capaciteit alle kosten dekken die nodig zijn om beschikbaarheid en inzetbaarheid te garanderen, alsook alle operationele kosten indien de rescEU-capaciteit wordt ingezet in het kader van het Uniemechanisme.

    (5)

    Wanneer de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen capaciteit aan rescEU toewijst, moet zij beoordelen of de capaciteit in kwestie kan worden gebruikt om te reageren op weinig waarschijnlijke risico’s met ernstige gevolgen.

    (6)

    De procedure voor de identificatie van capaciteit die wordt opgezet om te reageren op weinig waarschijnlijke risico’s met ernstige gevolgen moet uitgaan van de strategische relevantie van de capaciteit en moet op transparante wijze en in nauwe samenwerking met de lidstaten worden uitgevoerd.

    (7)

    Om weinig waarschijnlijke risico’s met ernstige gevolgen zoals grootschalige biologische aanslagen of epidemieën met een groot aantal patiënten met een zeer besmettelijke ziekte, te beheersen, moet capaciteit voor de medische evacuatie van patiënten met een zeer besmettelijke ziekte (“Medevac HID”), voor de medische luchtevacuatie van slachtoffers van rampen en voor medische teams voor noodgevallen type 3 (“EMT-3”) worden ingezet. De capaciteit in de vorm van medische voorraden moet ook worden gebruikt om te reageren op langdurige ernstige grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid, die de sociale en economische dienstverlening en de dienstverlening op het gebied van milieu en volksgezondheid vanwege hun omvang en complexiteit kunnen verstoren.

    (8)

    In het licht van de noodsituatie in verband met COVID-19, en aangezien het nodig is om snel een gemeenschappelijke Europese reserve op te zetten die de lidstaten kan helpen bij hun respons op de crisis, moeten de bepalingen inzake rescEU-capaciteit met terugwerkende kracht gelden vanaf de datum waarop de capaciteit in de vorm van medische voorraden bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/414 van de Commissie (3) als rescEU-capaciteit is aangemerkt.

    (9)

    Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/570 moet daarom worden gewijzigd.

    (10)

    De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het in artikel 33, lid 1, van Besluit nr. 1313/2013/EU bedoelde comité,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/570 wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    punt e) wordt vervangen door:

    “e)

    totale geraamde kosten van rescEU-capaciteit in de vorm van medische voorraden;”;

    b)

    de volgende punten f) en g) worden toegevoegd:

    “f)

    de categorieën weinig waarschijnlijke risico’s met ernstige gevolgen;

    g)

    de voor het beheersen van weinig waarschijnlijke risico’s met ernstige gevolgen opgezette rescEU-capaciteit.”.

    2)

    De volgende artikelen worden ingevoegd:

    “Artikel 3 quinquies

    Categorieën weinig waarschijnlijke risico’s met ernstige gevolgen

    Voor het opzetten van rescEU-capaciteit die nodig is om te reageren op weinig waarschijnlijke risico’s met ernstige gevolgen, houdt de Commissie rekening met de volgende elementen:

    a)

    de onvoorspelbaarheid of de uitzonderlijke aard van een ramp;

    b)

    de omvang van een ramp, met inbegrip van een groot aantal, eventueel dodelijke, slachtoffers, en massale verplaatsingen;

    c)

    de aanhoudende duur van een ramp;

    d)

    de mate van complexiteit van een ramp;

    e)

    het potentiële risico in verband met het ernstig ontwrichten van de werking van het nationale bestuur, waaronder de verlening van sociale en economische diensten en diensten op het gebied van milieu en volksgezondheid, of de ontwrichting van kritieke infrastructuur zoals bedoeld in artikel 2, onder a), van Richtlijn 2008/114/EG van de Raad (*1);

    f)

    het geografische bereik, waaronder de mogelijkheid van grensoverschrijdende impact;

    g)

    andere factoren zoals de volledige activering van de geïntegreerde EU-regeling politieke crisisrespons (IPCR) van de Raad of de inroeping van de solidariteitsclausule krachtens artikel 222 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

    Artikel 3 sexies

    rescEU-capaciteit voor het beheersen van weinig waarschijnlijke risico’s met ernstige gevolgen

    1.   Er moet capaciteit worden opgezet voor het beheersen van gebeurtenissen waarvan de kenmerken onder ten minste twee van de in artikel 3 quinquies omschreven categorieën vallen, met als doel te reageren op weinig waarschijnlijke risico’s met ernstige gevolgen.

    2.   Voor elke in artikel 2, lid 2, genoemde capaciteit beoordeelt de Commissie of de capaciteit kan worden ingezet om te reageren op weinig waarschijnlijke risico’s met ernstige gevolgen.

    3.   De in artikel 2, lid 2, onder c), d), e) en f), bedoelde rescEU-capaciteit wordt opgezet met als doel weinig waarschijnlijke risico’s met ernstige gevolgen te beheersen. Overeenkomstig artikel 21, lid 4, van Besluit nr. 1313/2013/EU dekt de financiële bijstand van de Unie alle kosten die nodig zijn om de beschikbaarheid en inzetbaarheid van de capaciteit te garanderen.

    4.   Wanneer in artikel 2, lid 2, onder c), d), e) en f), bedoelde rescEU-capaciteit wordt ingezet in het kader van het Uniemechanisme, dekt de financiële bijstand van de Unie, overeenkomstig artikel 23, lid 4 ter, van Besluit nr. 1313/2013/EU, 100 % van de operationele kosten.

    (*1)  Richtlijn 2008/114/EG van de Raad van 8 december 2008 inzake de identificatie van Europese kritieke infrastructuren, de aanmerking van infrastructuren als Europese kritieke infrastructuren en de beoordeling van de noodzaak de bescherming van dergelijke infrastructuren te verbeteren (PB L 345 van 23.12.2008, blz. 75).”."

    Artikel 2

    Adressaten

    Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

    Het is van toepassing met ingang van 19 maart 2020.

    Gedaan te Brussel, 26 maart 2020.

    Voor de Commissie

    Janez LENARČIČ

    Lid van de Commissie


    (1)   PB L 347 van 20.12.2013, blz. 924.

    (2)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/570 van de Commissie van 8 april 2019 tot vaststelling van regels voor de uitvoering van Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende de rescEU-capaciteit en tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2014/762/EU van de Commissie (PB L 99 van 10.4.2019, blz. 41).

    (3)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/414 van de Commissie van 19 maart 2020 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/570 betreffende rescEU-capaciteit in de vorm van medische voorraden (PB L 82I van 19.3.2020, blz. 1).


    Top