Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32019D0612(01)

Besluit van de Commissie van 11 juni 2019 tot oprichting van de Beleidsgroep radiospectrum en tot intrekking van Besluit 2002/622/EG (Voor de EER relevante tekst.)

C/2019/4147

PB C 196 van 12.6.2019, p. 16–21 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

12.6.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 196/16


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 11 juni 2019

tot oprichting van de Beleidsgroep radiospectrum en tot intrekking van Besluit 2002/622/EG

(Voor de EER relevante tekst)

(2019/C 196/08)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Beschikking nr. 676/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een regelgevingskader voor het radiospectrumbeleid in de Europese Gemeenschap (1) is een wettelijk kader tot stand gebracht voor het radiospectrumbeleid in de Europese Unie. Dit zorgt ervoor dat de beleidsbenaderingen worden gecoördineerd en dat er, waar nodig, geharmoniseerde voorwaarden zijn voor de beschikbaarheid en het efficiënte gebruik van het radiospectrum dat nodig is voor de totstandbrenging en de werking van de interne markt op beleidsterreinen van de Unie zoals elektronische communicatie, vervoer en onderzoek en ontwikkeling.

(2)

In Beschikking nr. 676/2002/EG is bepaald dat de Commissie raadplegingen kan organiseren om rekening te houden met de opvattingen van de lidstaten, instellingen van de Unie en de industrie, alsmede van alle betrokken (commerciële en niet-commerciële) radiospectrumgebruikers en andere partijen met een belang in de technologie-, markt- en regelgevingsontwikkelingen die betrekking kunnen hebben op het gebruik van het radiospectrum.

(3)

Bij Besluit 2002/622/EG van de Commissie (2) werd de Beleidsgroep radiospectrum (hierna „de groep” genoemd) opgericht om de Commissie bij te staan en te adviseren over radiospectrumbeleidskwesties. Het gaat daarbij onder meer over beschikbaarheid van radiospectrum, harmonisatie en toewijzing van radiospectrum, levering van informatie met betrekking tot toewijzing, beschikbaarheid en gebruik van radiospectrum, methoden voor het verlenen van rechten op radiospectrumgebruik, herschikking, verplaatsing, waardering en efficiënt gebruik van radiospectrum, alsmede bescherming van de volksgezondheid.

(4)

In december 2018 hebben het Europees Parlement en de Raad Richtlijn (EU) 2018/1972 (3) vastgesteld, die een herschikking en herziening is van het regelgevend kader van de Unie voor elektronische communicatie, waarbij onder meer nieuwe taken aan de groep zijn toegewezen.

(5)

De groep moet verder bijdragen aan de ontwikkeling van een radiospectrumbeleid in de Unie dat niet alleen rekening houdt met technische parameters, maar ook met economische, politieke, culturele, strategische, gezondheids- en maatschappelijke overwegingen, alsmede met de verschillende, potentieel tegenstrijdige behoeften van radiospectrumgebruikers, teneinde ervoor te zorgen dat een evenwichtige situatie wordt bereikt die eerlijk, niet-discriminerend en evenredig is.

(6)

In de groep moeten deskundigen op hoog niveau van de overheden van de lidstaten worden opgenomen. De groep kan ook waarnemers omvatten en zo nodig andere personen uitnodigen om vergaderingen bij te wonen, met inbegrip van regelgevers, mededingingsautoriteiten, marktdeelnemers en gebruikers- of consumentengroepen.

(7)

Als belangrijkste aandachtspunt bij de behandeling van radiospectrumbeleidskwesties in de context van alle relevante beleidslijnen van de Unie moet de groep nauwe operationele banden onderhouden met specifieke groepen of comités die werden ingesteld voor de tenuitvoerlegging van sectoraal beleid van de Unie, met inbegrip van beleid op het gebied van vervoer, de interne markt voor radioapparatuur, de audiovisuele sector, ruimtevaart en communicatie.

(8)

Wanneer verschillende nationale overheidsinstanties verantwoordelijk zijn voor verschillende delen van het radiospectrum, moet elke nationale afvaardiging die een vergadering van de groep bijwoont, om ervoor te zorgen dat besprekingen efficiënt zijn, beschikken over een geconsolideerd en gecoördineerd standpunt op nationaal niveau van alle beleid dat van invloed is op het gebruik van radiospectrum in haar lidstaat met betrekking tot niet alleen de interne markt maar ook openbare orde en veiligheid, burgerbescherming en defensie, aangezien het gebruik van radiospectrum voor deze beleidsgebieden van invloed kan zijn op de organisatie van radiospectrum als geheel.

(9)

De groep moet de betrokken radiospectrumgebruikers raadplegen, voor zowel commercieel als niet-commercieel gebruik, alsmede andere belanghebbende partijen, over de technologie-, markt- en regelgevingsontwikkelingen in verband met het gebruik van radiospectrum. De groep moet ervoor zorgen dat die raadpleging uitgebreid en toekomstgericht is.

(10)

Aangezien het gebruik van radiospectrum niet stopt bij de grenzen, moet de groep worden opengesteld voor deelname door waarnemers uit toetredende landen en uit landen van de Europese Economische Ruimte.

(11)

De Europese Conferentie van post- en telecommunicatieadministraties (CEPT) moet als waarnemer bij de werkzaamheden van de groep worden uitgenodigd, gezien de impact van de activiteiten van de groep op radiospectrum op pan-Europees niveau en gezien de technische expertise waarover de CEPT en de daaronder vallende organen op het gebied van radiospectrumbeheer beschikken. Het is ook passend gebruik te kunnen maken van de deskundigheid van de CEPT op basis van mandaten die overeenkomstig de radiospectrumbeschikking worden verleend om technische uitvoeringsmaatregelen te ontwikkelen op het gebied van radiospectrumindeling en beschikbaarheid van informatie. Gelet op het belang van de Europese normalisatie voor de ontwikkeling van apparatuur die van radiospectrum gebruikmaakt, is het eveneens belangrijk het ETSI (Europees Instituut voor telecommunicatienormen) als waarnemer bij de werkzaamheden van de groep te betrekken.

(12)

Na de inwerkingtreding van Richtlijn (EU) 2018/1972 en van Verordening (EU) 2018/1971 van het Europees Parlement en de Raad (4), moeten de taken van de groep worden aangepast aan dat nieuwe regelgevingskader en moet de rol van de groep dienovereenkomstig worden versterkt. Dit moet de vormgeving van het spectrumbeleid van de Unie op verschillende gebieden van de Europese markt voor elektronische communicatie vergemakkelijken, met name wat betreft draadloze breedband, de strategische oriëntatie en transparantie van het spectrumbeleid verder verbeteren en de strategische planning en coördinatie van radiospectrumbeleidsbenaderingen op het niveau van de Unie ondersteunen.

(13)

Overeenkomstig de nieuwe taken die bij Richtlijn (EU) 2018/1972 aan de groep zijn toegewezen, moet de groep het Europees Parlement en de Raad op hun verzoek advies verstrekken over radiospectrumaangelegenheden. Bovendien moet dit besluit de basis vormen om van de groep het forum te maken voor de coördinatie van de uitvoering door de lidstaten van hun verplichtingen op het gebied van radiospectrum in het kader van die richtlijn, onder meer door middel van een peerreviewprocedure, en om de groep een centrale rol te laten spelen op die gebieden die van essentieel belang zijn voor de interne markt, zoals grensoverschrijdende radiospectrumcoördinatie en -normalisatie.

(14)

Gezien het aantal wijzigingen dat nodig is als gevolg van de inwerkingtreding van Richtlijn (EU) 2018/1972, moet Besluit 2002/622/EG duidelijkheidshalve worden ingetrokken en vervangen.

(15)

Regels inzake de openbaarmaking van informatie door de leden van de groep moeten ook worden vastgesteld overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (5) en persoonsgegevens moeten worden verwerkt overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (6).

(16)

Dit besluit moet in overeenstemming zijn met de horizontale regels die door de Commissie zijn vastgesteld voor de oprichting en het functioneren van de deskundigengroepen van de Commissie (7), met name met betrekking tot het lidmaatschap van de groep, de waarnemers, de deelname van uitgenodigde deskundigen en vergaderkosten,

BESLUIT:

Artikel 1

Onderwerp

Er wordt een adviesgroep inzake radiospectrumbeleid, de „Beleidsgroep radiospectrum” (hierna „de groep” genoemd), ingesteld.

Artikel 2

Taken

1)   De groep staat de Commissie bij en adviseert haar:

a)

over strategische radiospectrumbeleidskwesties in de Unie;

b)

over de coördinatie van radiospectrumbeleidsbenaderingen in de Unie;

c)

door adviezen uit te brengen over wetgevingsvoorstellen voor meerjarenprogramma’s voor het radiospectrumbeleid en voor de vrijgave van geharmoniseerd spectrum voor gedeeld gebruik of voor gebruik waarvoor geen individuele rechten gelden;

d)

door adviezen uit te brengen met betrekking tot de aanbevelingen van de Commissie betreffende de geharmoniseerde toepassing van de bepalingen van het regelgevingskader voor elektronische communicatie op het gebied van het radiospectrum, onverminderd de rol van het Orgaan van Europese regulerende instanties voor elektronische communicatie (hierna „Berec” genoemd);

e)

over coördinatie en samenwerking tussen de Commissie, de lidstaten en de betrokken bevoegde instanties met betrekking tot de uitvoering van de bestaande wetgeving, programma’s en beleidsmaatregelen van de Unie op het gebied van radiospectrum;

f)

indien van toepassing, over geharmoniseerde voorwaarden met betrekking tot de beschikbaarheid en het efficiënte gebruik van radiospectrum, zoals vereist voor het tot stand brengen en functioneren van de interne markt.

2)   De groep helpt de lidstaten bij de samenwerking met elkaar en met de Commissie en, op hun verzoek, met de Raad en het Europees Parlement, ter ondersteuning van de strategische planning en de coördinatie van de radiospectrumbeleidsaanpak in de Unie door:

a)

met het oog op de uitvoering van de wetgeving van de Unie, beste praktijken te ontwikkelen voor zaken die verband houden met het radiospectrum;

b)

de coördinatie tussen de lidstaten te vergemakkelijken met het oog op de uitvoering van de wetgeving van de Unie en met het oog op de bijdrage aan de ontwikkeling van de interne markt;

c)

de aanpak van de lidstaten bij de toekenning van radiospectrum en de machtiging van radiospectrumgebruik te coördineren en rapporten en adviezen uit te brengen over zaken die verband houden met radiospectrum.

3)   De groep staat de lidstaten bij in de grensoverschrijdende coördinatie van het radiospectrumgebruik om ervoor te zorgen dat het gebruik van het radiospectrum op hun grondgebied zodanig is georganiseerd dat geen andere lidstaat wordt belet het gebruik van radiospectrum, met name geharmoniseerd radiospectrum, op zijn grondgebied toe te staan in overeenstemming met het Unierecht, met name als gevolg van grensoverschrijdende schadelijke interferentie tussen de lidstaten.

Hiertoe verstrekt de groep op verzoek van een getroffen lidstaat haar goede diensten om elk probleem of geschil, tussen lidstaten en met derde landen, dat de lidstaten belet radiospectrum op hun grondgebied te gebruiken in verband met grensoverschrijdende coördinatie of grensoverschrijdende schadelijke interferentie, op te lossen.

Wat het geharmoniseerde radiospectrum betreft, kan de groep advies uitbrengen om een gecoördineerde oplossing voor een dergelijk probleem of geschil tussen lidstaten voor te stellen.

4)   De groep staat de Commissie bij in haar voorbereidende werkzaamheden voor voorstellen aan de Raad voor de vaststelling van besluiten overeenkomstig artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie tot bepaling van de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in internationale organisaties die bevoegd zijn voor radiospectrumaangelegenheden.

5)   De groep kan vergaderingen beleggen om de nationale regelgevende instanties of andere bevoegde instanties op hun verzoek de mogelijkheid te geven te discussiëren, van gedachten te wisselen en ervaringen uit te wisselen over de vergunningsprocedures en de gebruiksvoorwaarden van radiospectrum.

6)   Vanaf 21 december 2020 roept de groep, onverminderd lid 5, voor de doeleinden van artikel 35 van Richtlijn (EU) 2018/1972, vergaderingen bijeen van het peerreviewforum met betrekking tot radiospectrum waarvoor geharmoniseerde voorwaarden zijn vastgesteld door middel van technische uitvoeringsmaatregelen overeenkomstig Beschikking nr. 676/2002/EG om het gebruik van radiospectrum voor draadloze breedbandnetwerken en -diensten mogelijk te maken, op verzoek van de nationale regelgevende instantie of een andere bevoegde instantie van de betrokken lidstaat of, in uitzonderlijke gevallen als bedoeld in artikel 35, lid 2, van die richtlijn, op initiatief van de groep zelf.

Artikel 3

Lidmaatschap

De leden van de groep zijn de autoriteiten van de lidstaten.

Elke lidstaat benoemt een vertegenwoordiger op hoog niveau die de algemene verantwoordelijkheid draagt voor het strategische radiospectrumbeleid.

De Commissie neemt op het passende niveau deel aan alle vergaderingen van de groep en verzorgt het secretariaat van de groep.

Artikel 4

Het functioneren

1)   Op verzoek van de Commissie of op eigen initiatief stelt de groep aan de Commissie gerichte adviezen en verslagen op. De adviezen en verslagen zijn gebaseerd op consensus of, als dat niet mogelijk is, op een gewone meerderheid, waarbij elk lid één stem heeft. Leden die hebben tegengestemd, hebben het recht een verklaring met een samenvatting van de redenen voor hun standpunt aan de adviezen of verslagen te laten hechten.

2)   Na een verzoek van het Europees Parlement of de Raad om een advies of een verslag van de groep betreffende radiospectrumbeleidskwesties in verband met elektronische communicatie stelt de groep volgens de regels van lid 1 een dergelijk advies of verslag op. De groep dient haar advies of verslag in bij de instelling die hierom heeft verzocht en bij de Commissie. In voorkomend geval kan het advies of het verslag de vorm aannemen van een mondelinge presentatie door de voorzitter van de groep of een door de groep aangewezen lid ten overstaan van het Europees Parlement of de Raad.

3)   De groep kiest een van haar leden tot voorzitter. De Commissie kan subgroepen oprichten om specifieke kwesties te onderzoeken op basis van een door de Commissie opgesteld mandaat. Subgroepen handelen volgens de horizontale regels die door de Commissie zijn vastgesteld voor de oprichting en het functioneren van de deskundigengroepen van de Commissie (8) en rapporteren aan de groep. De subgroepen worden ontbonden zodra hun mandaat is vervuld.

4)   De Commissie kan de vergaderingen van de groep over alle onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden bijeenroepen via het secretariaat en in samenspraak met de voorzitter. De Commissie doet dat indien dat nodig is voor de toepassing van artikel 2, lid 2, van dit besluit.

5)   De groep keurt haar reglement van orde goed op basis van een voorstel van de Commissie, hetzij met algemene stemmen, hetzij, indien geen consensus wordt bereikt, met een gewone meerderheid van de stemmen, waarbij per lidstaat één stem wordt uitgebracht. Het reglement van orde is onderworpen aan goedkeuring door de Commissie.

6)   De groep kan waarnemers uitnodigen om haar vergaderingen bij te wonen, onder meer uit de landen van de Europese Economische Ruimte, de kandidaat-lidstaten, de CEPT en het ETSI; zij kan ook deskundigen en belanghebbenden horen. De waarnemers wijzen hun vertegenwoordigers aan. Waarnemers en hun vertegenwoordigers kunnen toestemming krijgen van de voorzitter om aan besprekingen deel te nemen en hun deskundigheid te delen. De waarnemers hebben echter geen stemrecht en nemen niet deel aan het formuleren van de aanbevelingen of adviezen van de groep. Wanneer de groep het passend acht bewijsmateriaal te verzamelen voor het opstellen van een advies of een verslag, kan zij relevante vertegenwoordigers van de sector uitnodigen om op haar vergaderingen standpunten te presenteren.

7)   Wanneer de groep het passend acht, kan zij deskundigen van de nationale regelgevende instanties of andere bevoegde instanties en van Berec uitnodigen om aan haar vergaderingen deel te nemen.

Voor de doeleinden van artikel 35 van Richtlijn (EU) 2018/1972 staat de groep de deelname toe van in die richtlijn genoemde deskundigen van de nationale regelgevende instantie of een andere bevoegde instantie en van Berec.

Met inachtneming van gedetailleerde regels die met Berec en met de Commissie moeten worden overeengekomen, stelt de groep Berec in de gelegenheid om deel te nemen aan de activiteiten van de groep met betrekking tot marktregulering en mededinging op het gebied van radiospectrum die onder de bevoegdheid van Berec vallen.

Artikel 5

Betrekkingen met het Europees Parlement

Onverminderd de artikelen 2 en 4 zijn, wat betreft de aan het Europees Parlement te verstrekken informatie en de deelname van deskundigen van het Europees Parlement aan de vergaderingen van de groep, punt 15 van en de bijlagen I en II bij het Kaderakkoord over de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de Europese Commissie (9) van toepassing.

Artikel 6

Raadpleging

De groep zorgt in een vroeg stadium voor een uitgebreide raadpleging van marktdeelnemers, consumenten en eindgebruikers, op een open en transparante wijze.

Artikel 7

Vertrouwelijkheid

Wanneer de Commissie stelt dat het advies dat wordt gevraagd of de vraag die wordt gesteld, betrekking heeft op een kwestie van vertrouwelijke aard, zijn de leden van de groep, alsmede waarnemers of andere personen die een vergadering van de groep bijwonen, ertoe gehouden de informatie waarvan zij door de werkzaamheden van de groep, haar subgroepen of deskundigenwerkgroepen kennis hebben gekregen, niet openbaar te maken. In dergelijke gevallen kan de Commissie besluiten dat alleen leden van de groep de vergadering mogen bijwonen.

Artikel 8

Beroepsgeheim en behandeling van gerubriceerde informatie

De leden van de groep en hun vertegenwoordigers, alsmede uitgenodigde deskundigen en waarnemers, zijn gebonden aan het beroepsgeheim, dat op grond van de Verdragen en de uitvoeringsregels ervan voor alle leden van de instellingen en hun personeelsleden geldt, alsook aan de veiligheidsvoorschriften van de Commissie betreffende de bescherming van gerubriceerde informatie van de Unie, die zijn neergelegd in de Besluiten (EU, Euratom) 2015/443 (10) en (EU, Euratom) 2015/444 (11) van de Commissie. Bij niet-nakoming van die verplichtingen mag de Commissie alle passende maatregelen nemen.

Artikel 9

Transparantie

1)   De groep en haar subgroepen worden geregistreerd in het register van deskundigengroepen.

2)   Wat de samenstelling betreft, worden de volgende gegevens in het register van deskundigengroepen bekendgemaakt:

a)

de namen van de waarnemers;

b)

de namen van de autoriteiten van de lidstaten;

c)

de namen van de autoriteiten van derde landen.

3)   Alle relevante documenten, inclusief de agenda’s, de notulen en de bijdragen van deelnemers, worden ter beschikking gesteld in het register van deskundigengroepen of via een link in het register naar een specifieke website. De toegang tot specifieke websites wordt niet onderworpen aan gebruikersregistratie of enige andere beperking. Met name de agenda en andere relevante achtergronddocumentatie worden bijtijds vóór aanvang van de vergadering bekendgemaakt, gevolgd door de tijdige bekendmaking van de notulen. Op de bekendmakingsplicht wordt uitsluitend een uitzondering gemaakt wanneer wordt geoordeeld dat de openbaarmaking van een document de bescherming van een openbaar of particulier belang zou ondermijnen als bedoeld in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001.

4)   In overleg met de Commissie kan de groep bij een gewone meerderheid van haar leden besluiten om haar beraadslagingen open te stellen voor het publiek.

Artikel 10

Vergaderkosten

1)   Deelnemers aan de werkzaamheden van de groep en de subgroepen ontvangen geen bezoldiging voor de diensten die zij aanbieden.

2)   Voor de vergaderingen van de groep is de vergoeding van de reiskosten door de Commissie beperkt tot één persoon per delegatie van een lidstaat. De reiskosten van waarnemers en deskundigen of andere belanghebbenden als bedoeld in artikel 4, lid 6, worden niet door de Commissie vergoed, evenmin als kosten die verband houden met ontmoetingen tussen de groep, haar voorzitter of haar vertegenwoordigers en belanghebbenden.

3)   De kosten in verband met de organisatie van de vergaderingen van de groep worden door de Commissie gedragen voor zover deze vergaderingen in Brussel plaatsvinden. Voor vergaderingen van de groep buiten Brussel in de Europese Unie worden alleen de reiskosten door de Commissie vergoed.

4)   De Commissie kan externe studies bestellen om de werkzaamheden van de groep te ondersteunen. In dat geval heeft de Commissie het recht een besluit te nemen over de noodzaak van de studie, dekt zij de daarmee gemoeide kosten en is zij verantwoordelijk voor het beheer van deze studies.

5)   De kosten in verband met de opzet en het onderhoud van de website van de groep worden gedragen door de Commissie.

Artikel 11

Intrekking

Besluit 2002/622/EG wordt ingetrokken.

Gedaan te Brussel, 11 juni 2019.

Voor de Commissie

Mariya GABRIEL

Lid van de Commissie


(1)  Beschikking nr. 676/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een regelgevingskader voor het radiospectrumbeleid in de Europese Gemeenschap (PB L 108 van 24.4.2002, blz. 1).

(2)  Besluit 2002/622/EG van de Commissie van 26 juli 2002 tot oprichting van een Beleidsgroep Radiospectrum (PB L 198 van 27.7.2002, blz. 49).

(3)  Richtlijn (EU) 2018/1972 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie (PB L 321 van 17.12.2018, blz. 36).

(4)  Verordening (EU) 2018/1971 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 tot instelling van het Orgaan van Europese regulerende instanties voor elektronische communicatie (Berec) en het Bureau voor ondersteuning van Berec (Berec-Bureau), tot wijziging van Verordening (EU) 2015/2120 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1211/2009 (PB L 321 van 17.12.2018, blz. 1).

(5)  Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).

(6)  Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen, bureaus en agentschappen van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).

(7)  Commission Decision of 30 May 2016 establishing horizontal rules on the creation and operation of Commission expert groups, C(2016) 3301 final (Besluit van de Commissie van 30 mei 2016 tot vaststelling van horizontale regels voor de oprichting en het functioneren van haar deskundigengroepen, C(2016) 3301 final).

(8)  Commission Decision of 30 May 2016 establishing horizontal rules on the creation and operation of Commission expert groups, C(2016) 3301 final (Besluit van de Commissie van 30 mei 2016 tot vaststelling van horizontale regels voor de oprichting en het functioneren van haar deskundigengroepen, C(2016) 3301 final).

(9)  PB L 304 van 20.11.2010, blz. 47.

(10)  Besluit (EU, Euratom) 2015/443 van de Commissie van 13 maart 2015 betreffende veiligheid binnen de Commissie (PB L 72 van 17.3.2015, blz. 41).

(11)  Besluit (EU, Euratom) 2015/444 van de Commissie van 13 maart 2015 betreffende de veiligheidsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie (PB L 72 van 17.3.2015, blz. 53).


Top