EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014R0522

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 522/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van de gedetailleerde regels met betrekking tot de beginselen voor de selectie en het beheer van innovatieve acties op het gebied van duurzame stedelijke ontwikkeling die ondersteund moeten worden door het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling

PB L 148 van 20.5.2014, p. 1–3 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 12/11/2017

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2014/522/oj

20.5.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 148/1


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 522/2014 VAN DE COMMISSIE

van 11 maart 2014

tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van de gedetailleerde regels met betrekking tot de beginselen voor de selectie en het beheer van innovatieve acties op het gebied van duurzame stedelijke ontwikkeling die ondersteund moeten worden door het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (1), en met name artikel 8, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Volgens artikel 4, lid 7, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad (2) dienen de middelen uit de structuurfondsen voor de doelstelling „investeren in groei en werkgelegenheid” die zijn toegewezen aan de innovatieve acties op het gebied van duurzame stedelijke ontwikkeling (hierna „innovatieve acties”) door de Commissie te worden beheerd.

(2)

Artikel 92, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 staat de Commissie toe de voor innovatieve acties toegewezen middelen uit te voeren in het kader van indirect beheer zoals voorzien in artikel 60 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (3).

(3)

Het is noodzakelijk gedetailleerde regels vast te stellen betreffende de beginselen voor het beheer van innovatieve acties door een met de uitvoering van begrotingstaken belast(e) entiteit of orgaan uit hoofde van artikel 58, lid 1, onder c), van Verordening (EU) nr. 966/2012.

(4)

Het is noodzakelijk gedetailleerde regels vast te stellen betreffende de beginselen voor de selectie van innovatieve acties die moeten worden ondersteund door het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO). Om te waarborgen dat hoogwaardige voorstellen worden geselecteerd, moeten de procedures en de criteria voor de selectie van innovatieve acties worden vastgesteld, rekening houdende met de territoriale verscheidenheid van de stedelijke gebieden in de Unie.

(5)

De Commissie dient de thema's voor de selectie van innovatieve acties vast te stellen, om ervoor te zorgen dat de uitnodigingen tot het indienen van voorstellen betrekking hebben op kwesties in verband met stedelijke ontwikkeling die in de komende jaren van toenemend belang kunnen worden voor de Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Beheer van innovatieve acties

1.   De Commissie wijst een of meer entiteiten of organen aan die worden belast met de uitvoering van de begroting voor de innovatieve acties op het niveau van de Unie op grond van artikel 58, lid 1, onder c), van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (hierna „entiteit waaraan de uitvoering is toevertrouwd”).

Behalve dat zij dient te voldoen aan de eisen die zijn aangegeven in artikel 60, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 dient de entiteit waaraan de uitvoering is toevertrouwd te beschikken over een aantoonbare staat van dienst op het gebied van het beheer van middelen van de Unie in verschillende lidstaten.

2.   De Commissie sluit een delegatieovereenkomst met de entiteit waaraan de uitvoering is toevertrouwd overeenkomstig artikel 61, lid 3, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012; deze delegatieovereenkomst bevat naast de eisen in artikel 40 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie (4) bepalingen inzake:

a)

richtsnoeren voor aanvragers en begunstigden;

b)

een jaarlijks werkprogramma ter goedkeuring door de Commissie;

c)

de organisatie van uitnodigingen tot het indienen van voorstellen voor de selectie van de innovatieve acties;

d)

de beoordeling van de subsidiabiliteit van de aanvragers;

e)

de oprichting van een panel van deskundigen, in overleg met de Commissie, om de voorstellen te beoordelen en een rangorde vast te stellen;

f)

de selectie van de innovatieve acties op basis van de aanbeveling van het panel van deskundigen, in overleg met de Commissie;

g)

de voorwaarde dat de begunstigde een document dient te ontvangen waarin de voorwaarden voor de steun, zoals vastgesteld door de Commissie, staan aangegeven;

h)

het onderzoek van de door de begunstigden ingediende verslagen en van de betalingen aan de begunstigden;

i)

de monitoring van afzonderlijke innovatieve acties;

j)

de organisatie van communicatie-evenementen (voorlichtingsacties);

k)

de verspreiding van resultaten, in overleg met de Commissie;

l)

auditing van individuele innovatieve acties, om te waarborgen dat zij de subsidie aanwenden overeenkomstig de beginselen van goed financieel beheer;

m)

een financiële bijdrage ter ondersteuning van de beheerstaken van de entiteit waaraan de uitvoering is toevertrouwd, te verstrekken in de vorm van een vast bedrag als bijdrage in de operationele kosten van de entiteit waaraan de uitvoering is toevertrouwd, vastgesteld op basis van een vast percentage van het bedrag aan middelen van de Unie voor het verlenen van subsidies dat aan aan die entiteit is toevertrouwd.

3.   De entiteit waaraan de uitvoering is toevertrouwd, verstrekt de Commissie de documenten overeenkomstig artikel 60, lid 5, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 plus alle noodzakelijke informatie die nodig is voor de evaluatie van de uitvoering van de innovatieve acties.

Artikel 2

Selectie van innovatieve acties

1.   De entiteit waaraan de uitvoering is toevertrouwd, selecteert innovatieve acties op basis van uitnodigingen tot het indienen van voorstellen, rekening houdende met de door de diensten van de Commissie op jaarbasis vastgestelde thema's.

2.   De volgende autoriteiten kunnen ondersteuning voor het ondernemen van innovatieve acties aanvragen:

a)

stedelijke autoriteiten van een plaatselijke administratieve eenheid, op basis van de urbanisatiegraad gedefinieerd als agglomeratie, stad of voorstad, met ten minste 50 000 inwoners;

b)

verenigingen of groeperingen van stedelijke autoriteiten van plaatselijke administratieve eenheden, op basis van de urbanisatiegraad gedefinieerd als agglomeratie, stad of voorstad, met in totaal ten minste 50 000 inwoners; dit kan ook grensoverschrijdende verenigingen of groeperingen, of verenigingen of groeperingen in verschillende regio's en/of lidstaten omvatten.

3.   Het panel van deskundigen bedoeld in artikel 1, lid 2, onder e), doet aanbevelingen betreffende de te selecteren innovatieve acties. Het panel van deskundigen vertoont een evenwichtige geografische spreiding en wordt voorgezeten door de Commissie. Bij het formuleren van zijn aanbevelingen houdt het panel van deskundigen met name rekening met de volgende criteria:

a)

de innovatieve inhoud van het voorstel en het potentieel voor het identificeren of testen van nieuwe oplossingen;

b)

de kwaliteit van het voorstel;

c)

de betrokkenheid van relevante partners bij de voorbereiding van het voorstel;

d)

het vermogen om meetbare resultaten aan te tonen;

e)

de overdraagbaarheid (algemene toepasbaarheid) van de voorgestelde oplossingen.

Het panel van deskundigen houdt bij zijn aanbevelingen rekening met de territoriale diversiteit van de stedelijke gebieden in de Unie.

4.   De entiteit waaraan de uitvoering is toevertrouwd, selecteert de innovatieve acties op basis van de aanbeveling van het panel van deskundigen en in overleg met de Commissie.

5.   Het bedrag dat aan afzonderlijke innovatieve acties wordt toegekend is niet hoger dan 5 000 000 EUR.

6.   Innovatieve acties worden uitgevoerd binnen een periode van maximaal drie jaar.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 11 maart 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289.

(2)  Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

(3)  Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

(4)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).


Top