EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Voorbereiding van een strategie voor het stadsmilieu

Via een Europese strategie voor het stadsmilieu wil de Commissie de bijdrage versterken van het milieubeleid aan de duurzame ontwikkeling van steden, met name door de te nemen maatregelen te concentreren op drie thema's: het beheer van steden, het vervoer, de bouw en de stadsplanning.

BESLUIT

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 11 februari 2004 - Naar een thematische strategie voor het stadsmilieu [COM(2004) 60 - Publicatieblad C 98 van 23 april 2004].

SAMENVATTING

Alle steden van Europa hebben te maken met gelijklopende milieuproblemen. Een Europese strategie voor het stadsmilieu zou het mogelijk maken die problemen op een systematische en samenhangende wijze aan te pakken, meer bepaald door een kader te creëren voor het ontplooien van plaatselijke initiatieven op basis van beste praktijken, waarbij de keuze van oplossingen en doelstellingen wordt overgelaten aan de plaatselijke beleidsmakers.

De toekomstige strategie wordt toegespitst op het stadsmilieu, maar zal ook rekening houden met economische en sociale kruisverbanden. Er worden vier essentiële transversale thema's behandeld: het stadsbeheer, het stedelijk vervoer, de bouw en de stadsplanning.

Duurzaam stadsbeheer

De diverse op stedelijke gebieden ten uitvoer gelegde beleidslijnen zijn vaak weinig op elkaar afgestemd, dit ten gevolge van de specificiteit van de gebieden waarop zij betrekking hebben (gebouwen, infrastructuur, vervoer, energie, afvalstoffen, enz.) en de administratieve scheiding van het betreffende beheer. Er is dus een versterkt kader op Europees niveau nodig om het milieubeleid in de grote Europese steden een nieuwe dynamiek te geven en te veralgemenen.

Het belangrijkste element van de strategie op dit gebied is dat hoofdsteden en agglomeraties met meer dan 100 000 inwoners een stedelijk milieubeleidsplan met het oog op een duurzaam stadsmilieu moeten aannemen, en dat zij een passend milieubeheersysteem dienen in te voeren aan de hand waarvan dit beleidsplan kan worden gerealiseerd.

Dergelijke beheersplannen moeten het mogelijk maken:

  • het beheer van de aan de gemeenten toevertrouwde Europese verplichtingen (de richtlijnen inzake luchtkwaliteit en lawaai) beter te combineren;
  • de samenwerking te versterken tussen de onderscheiden beleidsniveaus (plaatselijk, regionaal en nationaal) alsmede tussen de verschillende diensten van de plaatselijke administraties;
  • de vereiste continuïteit te waarborgen van het milieubeleid dat door de elkaar opvolgende gemeentebesturen wordt gevoerd;
  • de milieuverplichtingen en -initiatieven van de 500 grootste Europese steden gemakkelijker te vergelijken.

Duurzaam stadsvervoer

Het vervoer in de steden heeft een weerslag op het milieu en de gezondheid van de stadsbewoners en op de algemene kwaliteit van het stadsleven. Het autoverkeer is bijvoorbeeld een van de voornaamste bronnen van luchtverontreiniging met onder meer ozon en NO2 en het stadsverkeer is verantwoordelijk voor 40% van alle door het vervoer voortgebrachte CO2-emissies. Bovendien vonden in 2000 in de Europese Unie (EU) tweederde van alle verkeersongevallen met gewonden plaats binnen agglomeraties. Ook het lawaai in stedelijke gebieden, dat voor 80% door het wegverkeer wordt veroorzaakt, vormt een steeds ernstiger probleem.

De Commissie is van mening dat elke hoofdstad en elke stad met meer dan 100 000 inwoners een plan voor duurzaam stadsvervoer moet opstellen, aannemen, ten uitvoer leggen en actualiseren, dat doelstellingen op korte, middellange en lange termijn omvat. Er moeten ook andere initiatieven worden ontwikkeld, meer in het bijzonder om de aankoop van minder vervuilende en energievretende voertuigen te bevorderen en het gebruik van alternatieve brandstoffen te stimuleren.

Duurzaam bouwen

Een slecht ontwerp en slechte bouwmethoden kunnen ernstige gevolgen hebben voor de gezondheid van de bewoners (Europeanen brengen haast 90% van hun tijd door binnen gebouwen) en voor het milieu (het verbruik van energie voor verwarming en verlichting is goed voor 35% van de totale uitstoot van broeikasgassen; de bouwsector brengt jaarlijks 450 miljoen ton bouw- en sloopafval voort).

De Commissie stelt voor om in het kader van een thematische strategie een gemeenschappelijke methodologie uit te werken voor de evaluatie van de algemene duurzaamheid van gebouwen en van de gebouwde omgeving, en indicatoren in te voeren om de kosten gedurende de totale levensduur te bepalen. Alle lidstaten worden ertoe aangespoord een nationaal programma voor duurzaam bouwen uit te werken en ten uitvoer te leggen. Voorts stelt de Commissie aanvullende maatregelen voor, zoals de mogelijkheid van renovatie van kleine gebouwen, nieuwe eisen inzake niet met energie verband houdende milieuprestaties, de milieu-etikettering van bouwmaterialen en de tenuitvoerlegging van de thematische strategie voor de preventie en recycling van afvalstoffen.

Duurzame stadsplanning

De term 'duurzame stadsplanning' verwijst naar ruimtelijke ordening binnen het stedelijk gebied. De Commissie wijst op bepaalde problemen in dat verband, waaronder de aantasting van het landschap (de ongebreidelde uitbreiding van steden naar de omringende plattelandsgebieden, wat zones met een relatief kleine bevolkingsdichtheid doet ontstaan en de vervoersproblemen doet toenemen), het grote aantal braakliggende terreinen en leegstaande panden, de problemen die verband houden met de inplanting van infrastructuur en de noodzaak de oppervlakte aan groene ruimte te vergroten en te beschermen.

Teneinde tot een duurzame stadsplanning te komen moedigt de toekomstige strategie de lidstaten aan om:

  • te waarborgen dat hun plansystemen voor ruimtelijke ordening rekening houden met de milieurisico's;
  • stimulansen te ontwikkelen om te bevorderen dat bebouwde, maar leegstaande percelen, met name vervallen industrieterreinen en leegstaande panden, opniew in gebruik worden genomen;
  • een ondergrens te stellen aan de woningdichtheid teneinde een hogere dichtheid te bevorderen en ongebreidelde stadsuitbreiding tegen te gaan;
  • in hun beleid voor ruimtelijke ordening de gevolgen van de klimaatverandering voor hun steden te integreren.

Een meer geïntegreerde aanpak (transversale strategie)

Parallel met deze vier prioritaire gebieden stelt de Commissie een transversale aanpak voor, meer bepaald door:

  • de problemen van het stadsmilieu op drie niveaus te integreren: in de meest relevante communautaire beleidsterreinen (vervoer, cohesie, gezondheid, onderzoek, technologische ontwikkeling, enz.), in de voornaamste onderdelen van het communautaire milieubeleid (water, lucht, lawaai, afval, klimaatverandering, natuur en biodiversiteit) en tussen de verschillende bestuurslagen (EU, nationaal, regionaal en lokaal);
  • gemeenschappelijke Europese indicatoren vast te stellen om de effecten van de thematische strategie te meten en de staat van het stadsmilieu te bepalen;
  • goede praktijken op plaatselijk niveau te ondersteunen en te veralgemenen en de verspreiding van de resultaten te bevorderen.

Context

Met deze mededeling lanceert de Commissie een brede raadpleging van alle betrokken partijen met het oog op de selectie van de beste maatregelen voor een thematische strategie die het voor de Europese steden mogelijk moet maken hun milieu te verbeteren en het wonen erin aangenamer en gezonder te maken.

De strategie voor het stadsmilieu is één van de zeven thematische strategieën die zijn opgenomen in het zesde milieuactieprogramma.

GERELATEERDE BESLUITEN

Mededeling van de Commissie van 11 januari 2006 over een thematische strategie voor het stadsmilieu [COM(2005) 718 def.- Niet verschenen in het Publicatieblad].

See also

Meer informatie over de gevolgen die aan deze mededeling worden gegeven, kan worden gevonden op de website inzake de strategie voor het stadsmilieu (EN).

Laatste wijziging: 22.02.2006

Top