EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB)

Het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) is een verzameling regels voor het behoud van mariene biologische rijkdommen en het beheer van en het toezicht op Europese visserij binnen en buiten EU-wateren. Het doel van het GVB is te waarborgen dat visserij- en acquacultuuractiviteiten bijdragen aan milieu-, economische en maatschappelijke duurzaamheid op de lange termijn. Dit omvat mede het waarborgen van de traceerbaarheid, veiligheid en kwaliteit van de producten die in de EU in de handel worden gebracht; het bijdragen aan hogere productiviteit, aan een fatsoenlijke levensstandaard in de visserij, met inbegrip van de kleinschalige visserij, en aan stabiele markten, en het waarborgen dat voor consumenten voedsel tegen redelijke prijzen beschikbaar is.

De werkingssfeer van het GVB omvat ook het behoud van mariene biologische rijkdommen en het beheer van de visserij die deze exploiteert. Wat betreft markt- en financiële maatregelen bestrijkt het GVB ook de biologische zoetwaterrijkdom en aquacultuuractiviteiten, naast de verwerking en het in de handel brengen van visserij- en aquacultuurproducten.

De meest recente hervorming van het GVB dateert van 2013 en werd van kracht op 1 januari 2014. Het huidige GVB is gebaseerd op vier hoofdpijlers:

  • 1.

    visserijbeheer,

  • 2.

    internationaal beleid,

  • 3.

    markt- en handelspolitiek,

  • 4.

    financiering van het beleid.

Het vierde element van het GVB is het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur (2021-2027), dat door middel van het financieren van in aanmerking komende activiteiten bijdraagt aan het bereiken van de doelstellingen van het GVB.

In het GVB is bepaald dat vangstbeperkingen moeten worden gesteld die duurzaam zijn en waarbij visbestanden op de lange termijn op peil blijven. Het GVB hanteert een voorzichtige benadering waarbij wordt erkend dat menselijke activiteit gevolgen heeft voor alle componenten van het ecosysteem. In het beleid wordt ernaar gestreefd vissersvloten selectiever te laten vangen, en om de teruggooipraktijk uit te faseren door ongewenste vangsten voor zover mogelijk te vermijden en te verminderen, en te waarborgen dat vangsten worden aangeland. Het GVB veranderde de manier waarop visserijmaatregelen worden beheerd, waarbij regionale groepen lidstaten meer controle krijgen door de invoering van zogenaamde regionalisering.

Het GVB is opgenomen in artikelen 38 tot en met 43 van het Verdrag inzake de werking van de Europese Unie (VWEU). Ingevolge artikel 3 VWEU is het behoud van mariene biologische rijkdommen in het kader van het GVB een “exclusieve bevoegdheid” van de EU, wat inhoudt dat alleen de EU wetgevend op kan treden en bindende handelingen kan vaststellen. Lidstaten kunnen dat alleen doen als ze van de EU de bevoegdheid hebben gekregen voor zulke handelingen. Ingevolge artikel 4 VWEU vallen die delen van het GVB die betrekking hebben op aspecten anders dan het behoud van mariene biologische rijkdommen onder “gedeelde bevoegdheid”, wat inhoudt dat de EU en de lidstaten wetgevend op kunnen treden en bindende handelingen kunnen vaststellen en dat lidstaten hun eigen bevoegdheid kunnen uitoefenen waar de EU haar eigen bevoegdheid niet gebruikt of heeft besloten die niet uit te oefenen.

ZIE OOK

Top