Financieringsmechanisme van de EU voor hernieuwbare energie

 

SAMENVATTING VAN:

Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1294 over het financieringsmechanisme van de EU voor hernieuwbare energie

WAT IS HET DOEL VAN DE VERORDENING?

Deze uitvoeringsverordening bevat de regels voor de werking van het nieuwe financieringsmechanisme van de EU voor hernieuwbare energie overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1999 inzake de governance van de energie-unie.

Het mechanisme ondersteunt nieuwe projecten op het gebied van hernieuwbare energie in de hele EU en draagt bij tot de inzet van hernieuwbare energie volgens Richtlijn (EU) 2018/2001 over hernieuwbare energie.

KERNPUNTEN

Financiering komt uit drie bronnen:

• de regeringen van de EU-landen kunnen vrijwillige betalingen doen;
• andere EU-programma’s en -fondsen kunnen bijdragen doen, met name om de kapitaalkosten voor projecten op het gebied van hernieuwbare energie te beperken en de regionale samenwerking binnen de EU en met niet-EU-landen te verbeteren;
• de particuliere sector kan financiële middelen verstrekken, waarbij de particuliere entiteit kan aangeven welk project, welke technologie of welk eindgebruik zij wil ondersteunen.

Bij alle financiering moeten de financiële regels van de EU worden nageleefd zoals omschreven in Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 (zie de samenvatting).

De Europese Commissie vraagt de EU-regeringen elk jaar of ze een vrijwillige betaling willen doen (bijdragend land) of willen toestaan dat installaties voor de productie van hernieuwbare energie op hun grondgebied worden geïnstalleerd (gastheerland).

Gastheerlanden moeten bepaalde informatie verstrekken, zoals:

• de maximale totale capaciteit hernieuwbare energie die beschikbaar is voor projecten die door het mechanisme worden gefinancierd;
• de technologieën of eindgebruikssectoren waaraan zij de voorkeur geven;
• alle plaatselijke of geografische beperkingen.

Bijdragende landen moeten bepaalde informatie verstrekken, zoals:

• de volumes opgewekte hernieuwbare energie die zij willen ondersteunen en waarvoor zij statistische voordelen willen krijgen;
• hun maximale financiële bijdrage;
• een voorkeur voor technologieneutrale aanbestedingen, aanbestedingen voor meerdere of voor één specifieke technologie, voor een specifiek project of voor een specifieke eindtoepassing.

De Commissie:

• ontwerpt, op basis van de ontvangen offertes en aanvragen, aanbestedingen (oproepen tot het indienen van voorstellen genoemd), met daarin onder meer het volgende:
  • de doelstellingen van de oproep,
  • de vorm van de subsidies (investeringssteun of operationele steun) en de gunningscriteria,
  • de maximumprijs van voorstellen,
  • de technologieën die in aanmerking komen;
• stelt de EU-landen in kennis van haar voornemen om een oproep tot het indienen van voorstellen te doen;
• schrijft de oproep of oproepen tot het indienen van voorstellen uit, met inbegrip van de subsidiabiliteits- en selectiecriteria, na ontvangst van bindende toezeggingen van de gastheerlanden dat zij installaties op hun grondgebied zullen toestaan om de financiële steun te krijgen, en van de bijdragende landen dat zij het aangeboden geld zullen verstrekken.

Als een projectpromotor er niet in slaagt zijn toezegging na te komen, zijn de regels inzake schorsing, beëindiging en vermindering van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van toepassing.

Het subsidieverleningssysteem:

• omvat beginselen om te zorgen voor concurrentie en het financiële risico en de transactiekosten te beperken;
• voorziet in het toepassingsgebied voor verschillende procedures, afhankelijk van de betrokken technologie of projecten;
• kent subsidies toe om:
  • de capaciteit voor de productie van hernieuwbare energie te vergroten (investeringssteun);
  • stimulansen te geven voor de werking van installaties voor hernieuwbare energie, door premies bovenop de marktinkomsten te verstrekken (operationele steun).

De uitvoeringstermijnen vormen een realistische afspiegeling van de oplevertermijnen en zijn technologiespecifiek en gelijk in de hele EU, tenzij de Commissie anders bepaalt.

Projecten die worden gefinancierd via de regeling voor hernieuwbare energie, kunnen financiële middelen ontvangen uit andere EU-, nationale, publieke of particuliere programma’s, voor zover die in overeenstemming zijn met de regels voor staatssteun en dezelfde kosten niet tweemaal uit de EU-begroting worden gefinancierd.

Van de statistische voordelen van de hernieuwbare energie die wordt opgewekt door installaties die steun krijgen via de regeling, wordt over het algemeen 80 % toegewezen aan het bijdragende land en 20 % aan het gastheerland (de Commissie kan deze verhouding evenwel wijzigen) tijdens de uitvoeringsperiode of de periode dat steun wordt verleend. Na die periode blijven alle statistische voordelen bij het gastheerland. Deze statistische voordelen worden in aanmerking genomen voor het nationale aandeel hernieuwbare energie, ongeacht waar en op welke manier de werkelijk door de installaties opgewekte hernieuwbare energie wordt verbruikt.

De Commissie:

• berekent jaarlijks, op basis van de beschikbare gegevens over de energieproductie van de deelnemende EU- en niet-EU-landen, de werkelijke statistische voordelen die de deelnemende landen ontvangen;
• brengt uiterlijk op 31 oktober van elk jaar verslag uit aan:
  • het Comité voor de energie-unie, en maakt openbaar op welke manier het financieringsmechanisme helpt om de bindende EU-streefcijfers voor hernieuwbare energie voor 2030 en de doelstellingen van de Europese Green Deal (zie de samenvatting) te halen,
  • het Comité voor de energie-unie en het Europees Parlement over de financiële middelen van het mechanisme, inclusief de ontvangen, toegekende en resterende bedragen.

VANAF WANNEER IS DE VERORDENING VAN TOEPASSING?

De verordening is van toepassing sinds 7 oktober 2020 en heeft geen einddatum.

ACHTERGROND

• De wetgeving is bedoeld om de EU-landen te helpen nauwer samen te werken, zodat zij hun individuele en gezamenlijke streefcijfers voor hernieuwbare energie kunnen halen.
• Zie voor meer informatie:
  • Financieringsmechanisme van de EU voor hernieuwbare energie (Europese Commissie).

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1294 van de Commissie van 15 september 2020 over het financieringsmechanisme van de Unie voor hernieuwbare energie (PB L 303 van 17.9.2020, blz. 1-17)

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — De Europese Green Deal (COM(2019) 640 final van 11 december 2019)

Verordening (EU) 2018/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 inzake de governance van de energie-unie en van de klimaatactie, tot wijziging van Richtlijn 94/22/EG, Richtlijn 98/70/EG, Richtlijn 2009/31/EG, Verordening (EG) nr. 663/2009, Verordening (EG) nr. 715/2009, Richtlijn 2009/73/EG, Richtlijn 2009/119/EG van de Raad, Richtlijn 2010/31/EU, Richtlijn 2012/27/EU, Richtlijn 2013/30/EU en Richtlijn (EU) 2015/652 van de Raad, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 525/2013 (PB L 328 van 21.12.2018, blz. 1-77)

Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen (herschikking) (PB L 328 van 21.12.2018, blz. 82-209)

Achtereenvolgende wijzigingen aan Richtlijn (EU) 2018/2001 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1-222)

Zie de geconsolideerde versie.

Laatste bijwerking 25.11.2020