Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Hoe wordt de EU-begroting vastgesteld?

 

SAMENVATTING VAN:

Artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU)

WAT IS HET DOEL VAN ARTIKEL 314 VAN HET VWEU?

  • In het artikel worden de procedures bepaald voor het opstellen en aannemen van de jaarlijkse begroting van de EU.

KERNPUNTEN

  • De EU-instellingen en -organen sturen op uiterlijk 1 juli hun begrotingsramingen voor het volgende jaar naar de Europese Commissie. In de praktijk probeert de Commissie haar ontwerpbegroting al in het voorjaar (april-mei) gereed te hebben.
  • Op basis van deze ramingen stelt de Commissie de ontwerpbegroting voor het volgende jaar op. Zij moet deze ontwerpbegroting op uiterlijk 1 september naar de Raad en het Europees Parlement sturen.
  • De Raad moet uiterlijk 1 oktober een standpunt over de ontwerpbegroting innemen. De Raad stuurt zijn standpunt en een toelichting daarop naar het Europees Parlement.
  • Het Europees Parlement moet binnen zes weken (42 dagen) amendementen op het standpunt van de Raad aannemen.
  • De Raad heeft tien dagen de tijd om de amendementen van het Parlement te aanvaarden. Zo niet, wordt er een bemiddelingscomité gevormd dat uit gelijke aantallen vertegenwoordigers van de Raad en leden van het Europees Parlement bestaat. Dit comité moet binnen drie weken (21 dagen) overeenstemming bereiken over een gemeenschappelijk ontwerp.
  • Als het bemiddelingscomité het niet eens kan worden over een gemeenschappelijk ontwerp, moet de Commissie een nieuwe ontwerpbegroting presenteren.
  • Nadat in het bemiddelingscomité overeenstemming is bereikt, moeten de Raad en het Parlement de tekst binnen twee weken (14 dagen) goedkeuren of verwerpen.
  • Als de Raad het gemeenschappelijke ontwerp verwerpt, kan het Parlement hem nog steeds aannemen maar alleen als meer dan de helft van de leden aan de stemming deelneemt en drie vijfde van de leden de tekst steunt.
  • Als het gemeenschappelijke ontwerp door beide instellingen wordt verworpen, moet de Commissie een nieuwe ontwerpbegroting opstellen.
  • Als er voor het eind van het jaar geen overeenstemming over de begroting is, treedt er een systeem in werking dat bekend staat als de voorlopige twaalfden (artikel 315 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie). Dit houdt in dat tot de begroting definitief is aangenomen, per maand niet meer mag worden uitgegeven dan één twaalfde van de begroting van het vorige jaar of van de ontwerpbegroting van de Commissie — afhankelijk van welke van de twee lager is.
  • Als zich nieuwe ontwikkelingen voordoen, bestaat de kans dat de begroting moet worden gewijzigd. De procedure voor de wijziging van de begroting is gelijk aan die voor de jaarlijkse begroting.

ACHTERGROND

Zie voor meer informatie:

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Laatste bijwerking 18.07.2016

Top