EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62017CN0698

Zaak C-698/17 P: Hogere voorziening ingesteld op 13 december 2017 door Toni Klement tegen het arrest van het Gerecht (Zesde kamer) van 10 oktober 2017 in zaak T-211/14, Toni Klement/Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO)

PB C 134 van 16.4.2018, p. 13–14 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

16.4.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 134/13


Hogere voorziening ingesteld op 13 december 2017 door Toni Klement tegen het arrest van het Gerecht (Zesde kamer) van 10 oktober 2017 in zaak T-211/14, Toni Klement/Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO)

(Zaak C-698/17 P)

(2018/C 134/17)

Procestaal: Duits

Partijen

Rekwirant: Toni Klement (vertegenwoordiger: J. Weiser, Rechtsanwalt)

Andere partij in de procedure: Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO)

Conclusies

1.

het bestreden arrest van het Gerecht van 10 oktober 2017 in zaak T-211/14 RENV vernietigen; en

2.

verweerder verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Rekwirant voert in wezen drie middelen aan.

Met het eerste middel voert rekwirant aan dat de beoordeling van het onderscheidend vermogen van het betwiste driedimensionaal merk ontoereikend is gemotiveerd. In het bestreden arrest is geenszins gemotiveerd waarom het betwiste driedimensionaal merk een uitermate groot onderscheidend vermogen zou hebben, ofschoon zijn vorm louter door technische omstandigheden is bepaald. Bijgevolg is de motivering van het arrest op een essentieel punt onduidelijk en onbegrijpelijk en geeft het dus blijk van een onjuiste rechtsopvatting.

Met het tweede middel voert rekwirant aan dat in het bestreden arrest tegenstrijdig en ontoereikend is gemotiveerd welk onderscheidend vermogen het betwiste merk heeft bij gebruik van het daaraan toegevoegde woordelement „Bullerjan”. Het bestreden arrest bevat geen uiteenzetting van de mate waarin het toegevoegde woordelement volgens het Gerecht onderscheidend vermogen heeft. Zonder vast te stellen welk onderscheidend vermogen het toegevoegde element heeft, kan niet worden beoordeeld of het onderscheidend vermogen van het betwiste merk hierdoor wordt beïnvloed. Bovendien is het bestreden arrest op dit punt tegenstrijdig. Het Gerecht gaat er namelijk enerzijds vanuit dat dankzij het woordelement de commerciële herkomst van de producten gemakkelijker kan worden vastgesteld, maar is anderzijds van oordeel dat dit woordelement geen invloed heeft op het onderscheidend vermogen van het betwiste driedimensionaal merk. De mogelijkheid de commerciële herkomst eenvoudiger vast te stellen en het ontbreken van invloed op het onderscheidend vermogen, sluiten elkaar echter uit.

Met het derde middel voert rekwirant aan dat een onjuist juridisch criterium is gebruikt om het onderscheidend vermogen van het betwiste driedimensionaal merk te bepalen. Om vast te stellen welke mate aan onderscheidend vermogen een driedimensionaal merk heeft, dient de beschermde vorm vergeleken te worden met de op de markt beschikbare vormgevingen. De motivering van het Gerecht is evenwel niet gebaseerd op de beschikbare vormgevingen, maar op „de vorm van een oven in het algemeen”. Een dergelijke standaardovenvorm bestaat echter niet.


Top