EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62016CA0676

Zaak C-676/16: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 17 januari 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Nejvyšší správní soud — Tsjechië) — CORPORATE COMPANIES s.r.o. / Ministerstvo financí ČR [Prejudiciële verwijzing — Voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme — Richtlijn 2005/60/EG — Werkingssfeer — Artikel 2, lid 1, punt 3, onder c), en artikel 3, punt 7, onder a) — Maatschappelijk doel van een onderneming bestaande in de verkoop van handelsvennootschappen die in het vennootschapsregister zijn ingeschreven en uitsluitend met het oog op verkoop zijn opgericht — Verkoop via de overdracht van de deelneming van de onderneming in de vooraf opgerichte vennootschap]

PB C 83 van 5.3.2018, p. 5–5 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

5.3.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 83/5


Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 17 januari 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Nejvyšší správní soud — Tsjechië) — CORPORATE COMPANIES s.r.o. / Ministerstvo financí ČR

(Zaak C-676/16) (1)

([Prejudiciële verwijzing - Voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme - Richtlijn 2005/60/EG - Werkingssfeer - Artikel 2, lid 1, punt 3, onder c), en artikel 3, punt 7, onder a) - Maatschappelijk doel van een onderneming bestaande in de verkoop van handelsvennootschappen die in het vennootschapsregister zijn ingeschreven en uitsluitend met het oog op verkoop zijn opgericht - Verkoop via de overdracht van de deelneming van de onderneming in de vooraf opgerichte vennootschap])

(2018/C 083/06)

Procestaal: Tsjechisch

Verwijzende rechter

Nejvyšší správní soud

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: CORPORATE COMPANIES s.r.o.

Verwerende partij: Ministerstvo financí ČR

Dictum

Artikel 2, lid 1, punt 3, onder c), van richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, gelezen in samenhang met artikel 3, punt 7, onder a), van deze richtlijn, moet aldus worden uitgelegd dat deze bepalingen van toepassing zijn op een persoon als die in het hoofdgeding, wiens handelsactiviteit bestaat in de verkoop van vennootschappen die hijzelf heeft opgericht, zonder dat zijn mogelijke cliënten vooraf daarom hebben verzocht, met het oog op verkoop aan deze cliënten, via de overdracht van zijn aandelen in het kapitaal van de vennootschap die wordt verkocht.


(1)  PB C 86 van 20.3.2017.


Top