This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62015CN0600
Case C-600/15: Request for a preliminary ruling from the Hoge Raad der Nederlanden (Netherlands) lodged on 16 November 2015 — Staatssecretaris van Financiën; Other party: Lemnis Lighting BV
Zaak C-600/15: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden (Nederland) op 16 november 2015 — Staatssecretaris van Financiën, andere partij: Lemnis Lighting BV
Zaak C-600/15: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden (Nederland) op 16 november 2015 — Staatssecretaris van Financiën, andere partij: Lemnis Lighting BV
PB C 48 van 8.2.2016, p. 13–13
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
|
8.2.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 48/13 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden (Nederland) op 16 november 2015 — Staatssecretaris van Financiën, andere partij: Lemnis Lighting BV
(Zaak C-600/15)
(2016/C 048/20)
Procestaal: Nederlands
Verwijzende rechter
Hoge Raad der Nederlanden
Partijen in het hoofdgeding
Verzoeker: Staatssecretaris van Financiën
Andere partij: Lemnis Lighting BV
Prejudiciële vraag
Dienen de posten 8539, 8541, 8543, 8548 en 9405 van de GN aldus te worden uitgelegd dat producten als de led-lampen, die zijn samengesteld uit lichtgevende dioden en andere elektrische componenten, alsmede een glazen omhulsel en een Edison-fitting, en die dienen tot verlichting na te zijn aangebracht in een verlichtingstoestel, onder een van deze posten moeten worden ingedeeld? Zo ja, onder welke van deze posten dienen de producten dan te worden ingedeeld? Zo nee, onder welke andere post dient indeling dan plaats te vinden?