EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62013TN0248

Zaak T-248/13: Beroep ingesteld op 6 november 2013 — FK/Commissie

PB C 9 van 11.1.2014, p. 24–24 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

11.1.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 9/24


Beroep ingesteld op 6 november 2013 — FK/Commissie

(Zaak T-248/13)

2014/C 9/39

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: FK (Damascus, Syrië) (vertegenwoordigers: E. Grieves, Barrister, en J. Carey, Solicitor)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

verordening (EG) nr. 14/2007 van de Commissie van 10 januari 2007 tot 74e wijziging van verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al Qaida-netwerk en de Taliban, en tot intrekking van verordening (EG) nr. 467/2001 van de Raad (PB L 6, blz. 6), voor zover zij van toepassing is op verzoeker, en het besluit van de Commissie van 6 maart 2013 tot handhaving van de lijst nietig verklaren;

de Commissie verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoeker baseert zijn beroep op de volgende vijf middelen.

1)

Eerste middel: het bestreden besluit werd niet onverwijld of binnen een redelijke periode genomen.

2)

Tweede middel: de Commissie verrichtte geen zinvolle beoordeling of verzoeker voldeed aan de relevante criteria. In het bijzonder stelt verzoeker dat de Commissie: (a) het onderliggende bewijs van de stellingen niet heeft gezocht en/of gevonden; (b) niet naging of de motivering samenviel met de motivering waarop het sanctiecomité van de Verenigde Naties zich baseerde, en niet voldoende de bijzonderheden van de stellingen zocht en/of vond zodat verzoeker ze daadwerkelijk kon beantwoorden; (c) niet naging of de beweringen berusten op door marteling bezoedelde informatie; en (d) geen relevant ontlastend bewijs heeft gezocht en/of gevonden.

3)

Derde middel: de Commissie verzuimde de correcte bewijslast en vereisten voor het bewijs toe te passen.

4)

Vierde middel: de motivering waarop de Commissie zich baseerde, is juridisch verkeerd toegepast doordat: (a) geen van de stellingen is gestaafd door bewijs zodat niet is aangetoond dat de beweringen gegrond zijn; (b) een aantal beweringen onvoldoende nauwkeurig is om verzoeker in staat te stellen de beweringen daadwerkelijk te betwisten; (c) een aantal beweringen is zo historisch en/of zo vaag dat geen rationeel verband met de relevante criteria kan worden gelegd; en (d) een aantal beweringen strookt niet met ontlastend bewijs.

5)

Vijfde middel: de Commissie woog verzoekers fundamentele rechten niet evenredig af met het werkelijke gevaar dat hij beweerdelijk oplevert.


Top