Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62003TJ0016

    Arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Derde kamer) van 30 september 2004.
    Albano Ferrer de Moncada tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen.
    Ambtenaren - Beoordelingsrapport - Motivering.
    Zaak T-16/03.

    Jurisprudentie – Ambtenarenrecht 2004 I-A-00261; II-01163

    ECLI identifier: ECLI:EU:T:2004:283

    ARREST VAN HET GERECHT (Derde kamer)

    30 september 2004

    Zaak T‑16/03

    Albano Ferrer de Moncada

    tegen

    Commissie van de Europese Gemeenschappen

    „Ambtenaren – Beoordelingsrapport – Onregelmatigheden in procedure – Motivering – Nietigverklaring van rapport – Vergoeding van geleden schade”

    Volledige Franse tekst II - 0000

    Betreft:         Enerzijds een verzoek tot nietigverklaring van verzoekers beoordelingsrapport over de periode 1995/1997, en anderzijds, een vordering tot schadevergoeding.

    Beslissing:         Verzoekers beoordelingsrapport over de periode 1995/1997 wordt nietig verklaard. De Commissie wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van 1 000 euro aan verzoeker. De Commissie wordt verwezen in de kosten.

    Samenvatting

    1.     Ambtenaren – Beoordeling – Beoordelingsrapport – Opstelling – Niet‑nakoming van verplichting van gesprek tussen beoordelaar en beoordeelde – Schending van wezenlijke vormvoorschriften

    (Ambtenarenstatuut, art. 43)

    2.     Ambtenaren – Beoordeling – Beoordelingsrapport – Opstelling – Verandering van beoordelaar in beroep noodzakelijk door vertrek van voorheen bevoegde beoordelaar in beroep bij instelling – Gesprek tussen beoordelaar in beroep en beoordeelde – Verplichting voor nieuwe beoordelaar in beroep

    (Ambtenarenstatuut, art. 43)

    3.     Ambtenaren – Beoordeling – Beoordelingsrapport – Opstelling – Gesprek tussen beoordelaar en beoordeelde – Noodzaak van rechtstreeks contact – Ontoereikendheid van telefoongesprek of briefwisseling

    (Ambtenarenstatuut, art. 43)

    4.     Ambtenaren – Beoordeling – Beoordelingsrapport – Motiveringsplicht – Omvang – Geval dat bijzondere motivering vereist

    (Ambtenarenstatuut, art. 43)

    5.     Ambtenaren – Beroep – Beroep tot schadevergoeding – Nietigverklaring van bestreden handeling, die geen passend herstel van morele schade verzekert – Systematische weigering van gesprek in kader van beoordelingsprocedure

    1.     Door het gesprek tussen de beoordelaar of de beoordelaar in beroep enerzijds en de beoordeelde anderzijds, voorzien in de door de Commissie vastgestelde algemene uitvoeringsbepalingen van artikel 43 van het Statuut, beschikt de ambtenaar in de hem betreffende beoordelingsprocedure over het recht van verdediging, en het volledig ontbreken ervan vormt dus een schending van een wezenlijk vormvoorschrift dat de nietigverklaring van het beoordelingsrapport rechtvaardigt.

    (cf. punten 31, 32 en 46)

    2.     In het kader van de beroepsprocedure voorzien in de door de Commissie vastgestelde algemene uitvoeringsbepalingen van artikel 43 van het Statuut, moet, indien de ambtenaar die voor de te beoordelen periode de functie van beoordelaar in beroep had moeten uitoefenen de instelling inmiddels heeft verlaten, als beoordelaar in beroep worden aangewezen de hiërarchieke meerdere van de beoordeelde die op het moment van de opstelling van het beoordelingsrapport in dienst was, maar dan moet hij wel zoveel mogelijk de vroegere beoordelaar raadplegen. Hieruit volgt dat het gesprek tussen de beoordelaar in beroep en de beoordeelde, voorzien in die algemene bepalingen, noodzakelijkerwijs moet plaatsvinden met de beoordelaar in beroep die op het moment van de opstelling van het beoordelingsrapport in dienst was.

    (cf. punt 37)

    3.     Het horen van de beoordeelde zoals dat in de door de Commissie vastgestelde algemene uitvoeringsbepalingen van artikel 43 van het Statuut is voorzien, kan niet bestaan in een telefoongesprek of, a fortiori, een briefwisseling. Dit gesprek veronderstelt naar zijn aard en doel immers een rechtstreeks contact tussen de beoordeelde en de beoordelaar. Zonder een rechtstreekse uitwisseling kan de beoordeling niet volledig voldoen aan haar functie van instrument voor het personeelsbeheer en voor de begeleiding van de professionele ontwikkeling van de betrokkene. Alleen door dit contact kan een open en diepgaand gesprek tussen de beoordelaar en de beoordeelde in de hand worden gewerkt, waardoor zij, enerzijds, nauwkeurig de aard, de redenen en de omvang van hun eventuele verschillen kunnen vaststellen en, anderzijds, over en weer tot een beter begrip kunnen komen.

    (cf. punten 38, 39 en 41)

    4.     De administratie is verplicht het beoordelingsrapport afdoende en omstandig te motiveren. In bepaalde gevallen moet aan die motivering bijzondere zorg worden besteed.

    Zo moet het beoordelingsrapport in het bijzonder worden gemotiveerd wanneer de beoordelaar de aanbevelingen van het paritair beoordelingscomité niet wil volgen en het advies van laatstgenoemd orgaan melding maakt van bijzondere omstandigheden die twijfel kunnen doen rijzen omtrent de geldigheid of de gegrondheid van de aanvankelijke beoordeling, en derhalve van de beoordelaar in beroep een specifieke beoordeling verlangt van de gevolgen die in voorkomend geval aan die omstandigheden moeten worden verbonden.

    Er moet eveneens bijzondere aandacht worden besteed aan de motivering van een beoordeling die ten opzichte van het voorgaande beoordelingsrapport minder gunstig is. De door de autoriteit vastgestelde achteruitgang moet immers zodanig worden gemotiveerd dat de ambtenaar de gegrondheid ervan kan beoordelen en het Gerecht, zo nodig, zijn rechterlijke toetsing kan uitoefenen.

    Ten slotte is een bijzondere motivering met name vereist wanneer de opstelling van het beoordelingsrapport met vertraging plaatsvindt en de beoordelaar niet langer de hiërarchieke meerdere is die gedurende de te beoordelen periode in dienst was. Uit de motivering moet blijken dat de autoriteit voor de nodige waarborgen heeft gezorgd om de beoordeling te doen steunen op nauwkeurige en betrouwbare gegevens. Zij moet eveneens doen blijken dat de beoordelaar verplicht is om met omzichtigheid te werk te gaan.

    (cf. punten 49, 50, 53 en 54)

    Referentie: Gerecht 12 juni 2002, Mellone/Commissie, T‑187/01, JurAmbt. blz. I‑A‑81 en II‑389, punten 27 en 33; Gerecht 5 november 2003, Lebedef-Caponi/Commissie, T‑98/02, JurAmbt. blz. I‑A‑277 en II‑1343, punt 61

    5.     De morele schade die een ambtenaar door een onregelmatig beoordelingsrapport heeft geleden wordt niet op passende en afdoende wijze hersteld door de nietigverklaring van dat rapport, wanneer het ontbreken van een gesprek, in strijd met het materiële recht om te worden gehoord, een systematisch karakter heeft en dit ondanks het advies van het paritair beoordelingscomité en in het bijzonder zijn aandringen op de noodzaak van een initiatief van de hiërarchie om een zeer slechte beroepsmatige en relationele situatie te verhelpen.

    (cf. punt 68)

    Top