EUR-Lex El acceso al Derecho de la Unión Europea

Volver a la página principal de EUR-Lex

Este documento es un extracto de la web EUR-Lex

Documento 52016PC0631

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de invoering van tijdelijke autonome handelsmaatregelen voor Oekraïne ter aanvulling van de handelsconcessies uit hoofde van de Associatieovereenkomst

COM/2016/0631 final - 2016/0308 (COD)

Brussel, 29.9.2016

COM(2016) 631 final

2016/0308(COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de invoering van tijdelijke autonome handelsmaatregelen voor Oekraïne ter aanvulling van de handelsconcessies uit hoofde van de Associatieovereenkomst


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

De Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds, (hierna "de Overeenkomst" genoemd), is door de partijen in twee delen ondertekend in maart en juni 2014. Sommige delen van de Associatieovereenkomst worden sinds 1 november 2014 voorlopig toegepast. De diepe en brede vrijhandelsruimte (DCFTA) wordt sinds 1 januari 2016 voorlopig toegepast.

Een van de doelstellingen van de Overeenkomst bestaat erin de voorwaarden voor versterkte economische en handelsrelaties te creëren met het oog op de geleidelijke integratie van Oekraïne in de interne markt van de EU – onder meer door een diepe en brede vrijhandelsruimte tot stand te brengen overeenkomstig titel IV (Handel en daarmee verband houdende aangelegenheden) van de Overeenkomst – en de inspanningen van Oekraïne te ondersteunen om de overgang naar een goed functionerende markteconomie te voltooien door onder meer de Oekraïense wetgeving geleidelijk op de wetgeving van de Unie af te stemmen.

Om de bestaande handelsstromen met betrekking tot de invoer van bepaalde landbouwproducten uit Oekraïne in de Unie te vergroten en de bilaterale handel en de economische samenwerking met de Unie te bevorderen moeten bijkomende autonome handelspreferenties aan Oekraïne worden verleend.

De nieuwe autonome maatregelen zullen dezelfde grondbeginselen respecteren als de in de Associatieovereenkomst tussen de EU en Oekraïne opgenomen grondbeginselen. Artikel 2 van de Associatieovereenkomst met Oekraïne bepaalt met name dat de eerbiediging van de democratische beginselen, de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, evenals het respect voor de rechtsstaat een essentieel onderdeel van die Overeenkomst vormen. 

De in deze verordening vastgestelde autonome handelsmaatregelen zijn afhankelijk van de naleving van die beginselen door Oekraïne.

De normale vrijwaringsprocedures zijn van toepassing.

Samenhang met bestaande bepalingen op het beleidsgebied

De nieuwe autonome handelsmaatregelen zijn in overeenstemming met de uitvoering van de Associatieovereenkomst tussen de EU en Oekraïne, en met name met de voorlopige toepassing van titel IV van de DCFTA vanaf 1 januari 2016.

Bovendien voorzien recente vrijhandelsovereenkomsten van de Europese Unie (met name met Peru en Colombia, Midden-Amerika, Vietnam en Canada) al in een onbeperkte rechtenvrije toegang voor sommige landbouwproducten die onder deze verordening vallen.

Samenhang met andere beleidsgebieden van de Unie

De Europese Unie heeft tot nu toe de politieke en economische stabilisatie in Oekraïne en de consolidatie van de hervormingen ondersteund, met name op het gebied van justitie, corruptiebestrijding, capaciteitsopbouw van het openbaar bestuur en decentralisatie. Een uitgebreid steunpakket van 12,8 miljard EUR omvat macrofinanciële bijstand, talrijke projecten voor technische en financiële bijstand via jaarlijkse bijzondere maatregelen en bijstand van de EIB en andere internationale financiële instellingen bij de uitvoering van de diepe en brede vrijhandelsruimte.

2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag van dit voorstel is artikel 207, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Subsidiariteit (voor niet-exclusieve bevoegdheden)

De gemeenschappelijke handelspolitiek is krachtens artikel 3 VWEU een exclusieve bevoegdheid van de Unie. Het subsidiariteitsbeginsel is daarom niet van toepassing.

Evenredigheid

Dit voorstel is nodig om de gemeenschappelijke handelspolitiek uit te voeren.

Keuze van het instrument

Dit voorstel strookt met artikel 207, lid 2, VWEU, over maatregelen voor de uitvoering van de gemeenschappelijke handelspolitiek. Er bestaat geen ander rechtsinstrument om de doelstellingen van dit voorstel te verwezenlijken.

3.RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

Ex-postevaluaties/geschiktheidscontroles van bestaande wetgeving

Niet van toepassing.

Raadpleging van belanghebbenden

De belanghebbenden werden geraadpleegd in het kader van de duurzaamheidseffectbeoordeling, die in 2007 door DG Handel in opdracht is gegeven en waarvan bij de DCFTA-onderhandelingen is gebruikgemaakt. Bovendien moet de maatregel volgens de medebeslissingsprocedure worden vastgesteld. Daarom zullen de Raad van de EU en het Europees Parlement de maatregel grondig analyseren.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

Niet van toepassing.

Effectbeoordeling

Gezien de moeilijke economische situatie in Oekraïne is het belangrijk dat de verordening zo snel mogelijk in werking treedt. Daarom is de maatregel niet aan een effectbeoordeling onderworpen. De handels- en handelsgerelateerde bepalingen van de Overeenkomst zijn echter onderworpen geweest aan de bovenvermelde duurzaamheidseffectbeoordeling. Uit die beoordeling is gebleken dat de uitvoering van handels- en handelsgerelateerde bepalingen een positief economisch effect zou hebben voor zowel de EU als Oekraïne.

Gezonde regelgeving en vereenvoudiging

De maatregel leidt niet tot meer administratieve lasten voor bedrijven.

Grondrechten

De nieuwe autonome maatregelen zullen dezelfde grondbeginselen respecteren als de in de Associatieovereenkomst tussen de EU en Oekraïne opgenomen grondbeginselen. Artikel 2 van de Associatieovereenkomst met Oekraïne bepaalt met name dat de eerbiediging van de democratische beginselen, de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, evenals het respect voor de rechtsstaat een essentieel onderdeel van die Overeenkomst vormen.

3.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De Europese Unie zal een verlies aan inkomsten uit douanerechten lijden van minder dan 50 miljoen EUR per jaar met een zeer beperkt effect op de eigen middelen van de Unie. De waarde van de gederfde rechten op de invoer van industriële producten zal goed zijn voor ongeveer 20 % van het totaalbedrag.

4.OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplannen en monitoring, evaluatie en rapportage

Onlineverslagen over de toepassing van landbouwgerelateerde tariefcontingenten zijn beschikbaar op specifieke websites van de Europese Commissie.

Toelichtende stukken (voor richtlijnen)

Niet van toepassing.

Toelichting bij de specifieke bepalingen van het voorstel

Gezien de moeilijke economische situatie en de economische hervormingsinspanningen van Oekraïne en ter ondersteuning van de ontwikkeling van nauwere economische betrekkingen met de Europese Unie beoogt de maatregel de handelsstromen met betrekking tot de invoer van bepaalde landbouwproducten te vergroten en concessies in de vorm van autonome handelsmaatregelen ten aanzien van geselecteerde industriële producten te verlenen in overeenstemming met de versnelde afschaffing van de douanerechten op de handel tussen de Europese Unie en Oekraïne.

De autonome handelsmaatregelen zullen worden verleend in de vorm van contingenten tegen nultarief voor bepaalde landbouwproducten – naast de contingenten tegen een preferentieel tarief in de Overeenkomst – en de volledige of gedeeltelijke afschaffing van invoerrechten op verscheidene industriële producten.

2016/0308 (COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de invoering van tijdelijke autonome handelsmaatregelen voor Oekraïne ter aanvulling van de handelsconcessies uit hoofde van de Associatieovereenkomst

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)De Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds, 1 vormt de basis voor de betrekkingen tussen de Unie en Oekraïne. Titel IV betreffende handel en daarmee verband houdende aangelegenheden wordt sinds 1 januari 2016 voorlopig toegepast 2 . In de preambule hebben de partijen bij de Associatieovereenkomst hun wens te kennen gegeven om de betrekkingen nog uit te breiden en te versterken op ambitieuze en innoverende wijze.

(2)Gezien de economische hervormingsinspanningen van Oekraïne en ter ondersteuning van de ontwikkeling van nauwere economische betrekkingen met de Europese Unie moeten de handelsstromen met betrekking tot de invoer van bepaalde landbouwproducten worden vergroot en concessies in de vorm van autonome handelsmaatregelen ten aanzien van geselecteerde industriële producten worden verleend in overeenstemming met de versnelde afschaffing van de douanerechten op de handel tussen de Europese Unie en Oekraïne.

(3)De autonome handelsmaatregelen zullen worden verleend in de vorm van contingenten tegen nultarief voor producten in de bijlagen I en II – naast de contingenten tegen een preferentieel tarief in de overeenkomst – en de volledige of gedeeltelijke afschaffing van invoerrechten op industriële producten in bijlage III.

(4)Om fraude te voorkomen moet aan het recht op bijkomende contingenten tegen nultarief de voorwaarde worden verbonden dat Oekraïne – overeenkomstig de Overeenkomst – voldoet aan de regels inzake de oorsprong van de betrokken producten en de daarmee samenhangende procedures en zich ertoe verbindt administratief nauw met de Europese Unie samen te werken.

(5)Oekraïne mag geen nieuwe douanerechten of heffingen van gelijke werking dan wel nieuwe kwantitatieve beperkingen of maatregelen van gelijke werking vaststellen, de bestaande douanerechten of heffingen niet verhogen en geen andere beperkingen invoeren. De Europese Commissie moet de bevoegdheid krijgen om alle of een deel van de autonome handelsmaatregelen tijdelijk op te schorten indien aan een of meer van deze voorwaarden niet wordt voldaan.

(6)Wanneer na onderzoek van de Europese Commissie blijkt dat een product ernstige moeilijkheden veroorzaakt of dreigt te veroorzaken voor producenten van soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten in de Europese Unie, moeten de normale invoerrechten van het gemeenschappelijk douanetarief opnieuw ingesteld worden.

(7)Om een eenvormige uitvoering van deze verordening te waarborgen moeten uitvoeringsbevoegdheden aan de Commissie worden verleend die haar in staat stellen om – wanneer de markt van de Unie door deze verordening negatief wordt beïnvloed – de bij deze verordening vastgestelde preferentiële regelingen tijdelijk op te schorten en corrigerende maatregelen te nemen. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad 3 .

(8)De tariefcontingenten moeten door de Commissie worden beheerd overeenkomstig de artikelen 49 tot en met 54 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 2015/2447 van de Commissie 4 , met uitzondering van die voor specifieke landbouwproducten, die door de Commissie overeenkomstig artikel 184 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad 5 moeten worden beheerd.

(9)Artikel 2 van de Associatieovereenkomst bepaalt dat de eerbiediging van de democratische beginselen, de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, evenals het respect voor de rechtsstaat een essentieel onderdeel van die Overeenkomst vormen. Er moet in de mogelijkheid worden voorzien de preferenties tijdelijk op te schorten als Oekraïne de grondbeginselen van de mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat niet eerbiedigt.

(10)Gezien de moeilijke economische situatie in Oekraïne is het belangrijk dat de verordening in werking treedt op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Preferentiële regelingen en toegang tot tariefcontingenten

1.De producten in de bijlagen I en II mogen in de Europese Unie worden ingevoerd binnen de grenzen van de in die bijlagen vastgestelde tariefcontingenten van de Unie.

2.De tariefcontingenten voor de producten in bijlage I worden door de Commissie beheerd overeenkomstig de artikelen 49 tot en met 54 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015.

3.De tariefcontingenten voor de specifieke landbouwproducten in bijlage II worden door de Commissie beheerd overeenkomstig artikel 184 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

4.De preferentiële douanerechten op de invoer van bepaalde industriële producten van oorsprong uit Oekraïne worden toegepast overeenkomstig bijlage III.

Artikel 2

Voorwaarden voor het recht op preferentiële regelingen

Het recht op de tariefcontingenten van artikel 1 is afhankelijk van de volgende voorwaarden:

a)overeenkomstig de Associatieovereenkomst – en met name protocol I betreffende de definitie van het begrip "producten van oorsprong" en regelingen voor administratieve samenwerking en protocol II inzake wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken – worden de regels inzake de oorsprong van producten en de daarmee samenhangende procedures nageleefd;

b)Oekraïne stelt na de datum van inwerkingtreding van deze verordening geen nieuwe douanerechten of heffingen van gelijke werking dan wel nieuwe kwantitatieve beperkingen of maatregelen van gelijke werking vast voor de invoer van producten van oorsprong uit de Unie, verhoogt de bestaande douanerechten of heffingen niet en voert geen andere beperkingen in.

c)de democratische beginselen, de mensenrechten, de fundamentele vrijheden en de rechtsstaat worden overeenkomstig artikel 2 van de Associatieovereenkomst gerespecteerd.

Artikel 3

Tijdelijke opschorting

Als de Commissie oordeelt dat er voldoende bewijs is dat de voorwaarden van artikel 2 niet worden nageleefd, kan zij de bij deze verordening vastgestelde preferentiële regelingen geheel of gedeeltelijk opschorten overeenkomstig de onderzoeksprocedure van artikel 5, lid 2.

Artikel 4

Vrijwaringsclausule

1.Wanneer de invoer van een product van oorsprong uit Oekraïne ernstige moeilijkheden veroorzaakt of dreigt te veroorzaken voor een communautaire producent van soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten, kan de Raad te allen tijde op voorstel van de Commissie en met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief op dat product opnieuw instellen.

2.Op verzoek van een lidstaat of op eigen initiatief neemt de Commissie binnen een redelijke termijn een formeel besluit tot het openen van een onderzoek. Wanneer de Commissie besluit een onderzoek te openen, publiceert zij een bericht van opening van een onderzoek in het Publicatieblad van de Europese Unie. In het bericht wordt een samenvatting van de ontvangen informatie gegeven en meegedeeld dat alle relevante informatie aan de Commissie moet worden toegezonden. In het bericht wordt de termijn vermeld – die niet meer dan vier maanden mag bedragen te rekenen vanaf de bekendmaking van het bericht – waarbinnen belanghebbenden hun standpunt schriftelijk kenbaar kunnen maken.

3.De Commissie verzamelt alle informatie die zij noodzakelijk acht en kan deze informatie bij Oekraïne en eventuele andere bronnen verifiëren. Zij kan worden bijgestaan door ambtenaren van de lidstaat waar de verificatie plaatsvindt, als die lidstaat daarom verzoekt.

4.Wanneer de Commissie onderzoekt of er ernstige moeilijkheden zijn, houdt zij – als er informatie beschikbaar is – onder meer rekening met de volgende factoren met betrekking tot de producenten in de Gemeenschap:

marktaandeel,

productie,

voorraden,

productiecapaciteit,

bezettingsgraad,

werkgelegenheid,

invoer,

prijzen.

5.Het onderzoek wordt uiterlijk zes maanden na de bekendmaking van het in lid 2 bedoelde bericht afgerond. De Commissie mag deze periode in uitzonderlijke omstandigheden verlengen overeenkomstig de procedure van artikel 5.

6.De Commissie neemt binnen drie maanden een besluit overeenkomstig de procedure van artikel 5. Dat besluit treedt uiterlijk één maand na de bekendmaking ervan in werking.

7.Als geen onderzoek mogelijk is als gevolg van uitzonderlijke omstandigheden die onmiddellijke maatregelen vereisen, mag de Commissie, nadat zij het comité daarvan in kennis heeft gesteld, alle strikt noodzakelijke preventieve maatregelen nemen.

Artikel 5

Comitéprocedure

1.Voor de toepassing van artikel 1, lid 2, en artikel 4 van deze verordening wordt de Commissie bijgestaan door het Comité douanewetboek, dat is opgericht bij artikel 248 bis van Verordening (EEG) nr. 2913/92. Het Comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

2.Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Artikel 6

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is gedurende drie jaar van toepassing.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement    Voor de Raad

De voorzitter    De voorzitter

FINANCIEEL MEMORANDUM VOOR VOORSTELLEN DIE UITSLUITEND GEVOLGEN HEBBEN VOOR DE ONTVANGSTENZIJDE VAN DE BEGROTING

1.BENAMING VAN HET VOORSTEL:

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de invoering van tijdelijke autonome handelsmaatregelen voor Oekraïne ter aanvulling van de handelsconcessies uit hoofde van de Associatieovereenkomst

2.BEGROTINGSONDERDELEN

Hoofdstuk en artikel: Hoofdstuk 12, artikel 120 (douanerechten)

Begroot bedrag voor 2016: 18 465,30 miljoen EUR

3.FINANCIËLE GEVOLGEN

Het voorstel heeft geen financiële gevolgen

Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de uitgaven maar wel voor de ontvangsten, namelijk:

(in miljoen EUR, tot op één decimaal)

Onderdeel ontvangsten 6

2016

2017

Artikel 120

0

35,3

Situatie na de actie

Onderdeel ontvangsten

2016

2017

2018

2019

2020

Artikel 120

18 465,30

18 430

18 430

18 430

4.FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

De douanewetgeving van de EU is ontworpen om een correcte toepassing van alle EUmaatregelen op douanegebied te waarborgen, met inbegrip van de in deze verordening vastgestelde tariefpreferenties. Deze verordening voorziet voorts in de toepassing van de nodige bepalingen van de Associatieovereenkomst tussen de EU en Oekraïne, de toepassing van protocol I (de definitie van het begrip "producten van oorsprong" en regelingen voor administratieve samenwerking) en de bijlagen ervan, en de mogelijkheid om, na overleg, in geval van fraude en onregelmatigheden met betrekking tot de preferentiële behandeling de tariefpreferenties tijdelijk te schorsen.

5.ANDERE OPMERKINGEN

Deze schatting is gebaseerd op interne berekeningen. 

(1) PB L 161 van 29.5.2014, blz. 3.
(2) Besluit 2014/668/EU van de Raad van 23 juni 2014 (PB L 278 van 20.9.2014, blz. 1).
(3) Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
(4) Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558).
(5) Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke marktordening voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671). 
(6) Voor traditionele eigen middelen (landbouwrechten, suikerheffingen en douanerechten) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 25 % aan inningskosten.
Arriba

Brussel, 29.9.2016

COM(2016) 631 final

BIJLAGEN

bij

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de invoering van tijdelijke autonome handelsmaatregelen voor Oekraïne ter aanvulling van de handelsconcessies uit hoofde van de Associatieovereenkomst


BIJLAGEN

BIJLAGE I

Niettegenstaande de regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur heeft de beschrijving van de producten slechts een indicatieve waarde, aangezien voor deze bijlage de reikwijdte van het preferentiestelsel wordt bepaald door de GN-codes op het moment van vaststelling van deze verordening.

Volgnummer

GN-code

Beschrijving van de goederen

Contingentperiode

36 maanden vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening

Omvang van het jaarlijkse contingent

(nettogewicht in ton, tenzij anders bepaald)

09.6750

0409



Natuurhonig


3 000

09.6751

Ex 1103 19 20


1103 19 90






1103 20 90




1104 19 10
1104 19 50
1104 19 61
1104 19 69

ex 1104 29






1104 30

Gries van gerst

Gries en griesmeel van granen (met uitzondering van tarwe, rogge, haver, mais, rijst en gerst)


Pellets van granen (met uitzondering van tarwe, rogge, haver, mais, rijst en gerst)


Granen (geplet of in vlokken) van tarwe
Granen (geplet of in vlokken) van mais
Granen (geplet) van gerst
Granen (in vlokken) van gerst


Andere bewerkte granen (bijvoorbeeld gepeld, gepareld, gesneden of gebroken) dan haver, rogge of mais

Graankiemen (volledig, geplet, in vlokken of gemalen)

7 800

09.6752

2002

Tomaten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur

5 000

09.6753

2009 61 90

2009 69 11

2009 69 71 2009 69 79 2009 69 90

Druivensap (druivenmost daaronder begrepen), met een brixwaarde van niet meer dan 30, met een waarde van niet meer dan 18 EUR per 100 kg nettogewicht

Druivensap (druivenmost daaronder begrepen), met een brixwaarde van meer dan 67, met een waarde van niet meer dan 22 EUR per 100 kg nettogewicht

Druivensap (druivenmost daaronder begrepen), met een brixwaarde van meer dan 30 maar niet meer dan 67, met een waarde van niet meer dan 18 EUR per 100 kg nettogewicht

500

09.6754

1004

Haver

4 000

BIJLAGE II

De in artikel 1, lid 3, bedoelde tariefcontingenten voor specifieke landbouwproducten

Niettegenstaande de regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur heeft de beschrijving van de producten slechts een indicatieve waarde, aangezien voor deze bijlage de reikwijdte van het preferentiestelsel wordt bepaald door de GN-codes op het moment van vaststelling van deze verordening.

Product

Tariefindeling

Hoeveelheid

Zachte tarwe, spelt en mengkoren (meel, gries, griesmeel en pellets)

1001 99 00

1101 00 15, 1101 00 90

1102 90 90

1103 11 90 1103 20 60

100 000 ton per jaar

Mais (behalve zaden, meel, gries, griesmeel, pellets en granen)

1005 90 00

1102 20

1103 13

1103 20 40

1104 23

650 000 ton per jaar

Gerst (behalve zaden, meel en pellets)

1003 90 00

1102 90 10

ex 1103 20 25

350 000 ton per jaar

BIJLAGE III

De preferentiële tarieven voor specifieke in artikel 1, lid 4, bedoelde producten

Niettegenstaande de regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur heeft de beschrijving van de producten slechts een indicatieve waarde, aangezien voor deze bijlage de reikwijdte van het preferentiestelsel wordt bepaald door de GN-codes op het moment van vaststelling van deze verordening.

GN 2016

BESCHRIJVING

Toegepaste rechten

 

HOOFDSTUK 31 - MESTSTOFFEN

3102 10 10

Ureum, ook indien in waterige oplossing, met een stikstofgehalte van meer dan 45 gewichtspercenten, berekend op het droge kristalwatervrije product (m.u.v. ureum in pellets of soortgelijke vormen, dan wel in verpakkingen met een brutogewicht van maximaal 10 kg)

3 %

3102 21 00

Ammoniumsulfaat (m.u.v. ammoniumsulfaat in pellets of soortgelijke vormen, dan wel in verpakkingen met een brutogewicht van maximaal 10 kg)

0 %

3102 40 10

Mengsels van ammoniumnitraat met calciumcarbonaat of andere niet- vruchtbaarmakende anorganische stoffen, met een stikstofgehalte van niet meer dan 28 gewichtspercenten (m.u.v. mengsels in pellets of soortgelijke vormen, dan wel in verpakkingen met een brutogewicht van maximaal 10 kg)

0 %

3102 50 00

Natriumnitraat (m.u.v. natriumnitraat in pellets of soortgelijke vormen, dan wel in verpakkingen met een brutogewicht van maximaal 10 kg)

0 %

3105 20 10

Minerale of chemische meststoffen die stikstof, fosfor en kalium bevatten, met een gehalte aan stikstof van meer dan 10 gewichtspercenten, berekend op het droge kristalwatervrije product (m.u.v. meststoffen in tabletten of soortgelijke vormen, dan wel in verpakkingen met een brutogewicht van maximaal 10 kg)

0 %

3105 51 00

Minerale of chemische meststoffen die nitraten en fosfaten bevatten

0 %

HOOFDSTUK 32 - LOOI- EN VERFEXTRACTEN; LOOIZUUR (TANNINE) EN DERIVATEN DAARVAN; PIGMENTEN EN ANDERE KLEUR- EN VERFSTOFFEN; VERF EN VERNIS; MASTIEK; INKT

320611 00

Pigmenten en preparaten op basis van titaandioxide die 80 of meer gewichtspercenten titaandioxide bevatten, berekend op de droge stof

0 %

HOOFDSTUK 64 - SCHOEISEL, BEENKAPPEN EN SOORTGELIJKE ARTIKELEN; DELEN VAN DERGELIJKE ARTIKELEN

6402 91 90

Schoeisel met buitenzolen en bovendelen van rubber of kunststof dat de enkel bedekt

0 %

6402 99 98

Damesschoeisel met buitenzolen van rubber of kunststof en bovendelen van kunststof, met een binnenzoollengte van 24 cm of meer

0 %

6403 99 96

Mannenschoeisel (dat de enkel niet bedekt) met buitenzolen van rubber, kunststof of kunstleder en bovendelen van leder, met een binnenzoollengte van 24 cm of meer (m.u.v. 6403.11-00 tot en met 6403.40.00, 6403.99.11, 6403.99.36 en 6403.99.50)

0 %

6403 99 98

Damesschoeisel met buitenzolen van rubber, kunststof of kunstleder en bovendelen van leder, met een binnenzoollengte van 24 cm of meer

0 %

HOOFDSTUK 74 - KOPER EN ARTIKELEN VAN KOPER

7407 21 10

Staven van koper-zinklegeringen (messing)

0 %

7408 11 00

Draad van geraffineerd koper, met een grootste afmeting der dwarsdoorsnede van meer dan 6 mm

0 %

HOOFDSTUK 76 - ALUMINIUM EN ARTIKELEN VAN ALUMINIUM

7601 10 00

Aluminium, niet-gelegeerd, ruw

0 %

7601 20 20

Legeringen van ruw aluminium in de vorm van staven of billets

0 %

7601 20 80

Legeringen van ruw aluminium (m.u.v. staven en billets)

0 %

7604 21 00

Holle profielen van aluminiumlegeringen

0 %

760429 90

Massieve profielen van aluminiumlegeringen

0 %

7616 99 90

Artikelen van aluminium, niet gegoten

0 %

HOOFDSTUK 85 - ELEKTRISCHE MACHINES, APPARATEN, UITRUSTINGSSTUKKEN, ALSMEDE DELEN DAARVAN; TOESTELLEN VOOR HET OPNEMEN OF HET WEERGEVEN VAN GELUID, VOOR HET OPNEMEN OF HET WEERGEVEN VAN BEELDEN EN GELUID VOOR TELEVISIE, ALSMEDE DELEN EN TOEBEHOREN VAN DEZE TOESTELLEN

8525 80 99

Videocameraopnametoestellen, andere dan die welke alleen zijn voorzien van een opnamemogelijkheid van het door de televisiecamera geregistreerde beeld en geluid

0 %

8528 71 19

Videotuners (m.u.v. elektronische assemblages voor inbouw in een automatische gegevensverwerkende machine en m.u.v. toestellen gestuurd door een microprocessor, uitgerust met een ingebouwde modem voor toegang tot het internet, een functie voor interactieve informatie-uitwisseling en de mogelijkheid tot ontvangst van televisiesignalen ("set-top-boxen met communicatiefunctie"))

0 %

8528 71 99

Ontvangtoestellen voor televisie, ook indien met ingebouwd ontvangtoestel voor radio-omroep of toestel voor het opnemen of weergeven van geluid of van beelden, niet ontworpen om een beeldscherm of een videoscherm te bevatten (m.u.v. videotuners, set-top boxes met een communicatiefunctie)

0 %

8528 72 40

Ontvangtoestel voor televisie, voor kleurenweergave, met lcd-scherm

0 %

Arriba