EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52014XX1004(02)

Eindverslag van de raadadviseur-auditeur — Samsung — Handhaving van essentiële octrooien voor UMTS-standaarden (Zaak AT.39939)

PB C 350 van 4.10.2014, p. 6–7 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

4.10.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 350/6


Eindverslag van de raadadviseur-auditeur (1)

Samsung — Handhaving van essentiële octrooien voor UMTS-standaarden

(Zaak AT.39939)

(2014/C 350/07)

(1)

Na een ambtshalve onderzoek heeft de Commissie op 30 januari 2012 de procedure van artikel 11, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad (2) en artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 773/2004 van de Commissie (3) ingeleid ten aanzien van Samsung Electronics Co Ltd, Samsung Electronics France, Samsung Electronics GmbH, Samsung Electronics Holding GmbH en Samsung Electronics Italia SpA (hierna tezamen „Samsung” genoemd).

(2)

Op 21 december 2012 heeft de Commissie een mededeling van punten van bezwaar vastgesteld. Daarin kwam zij tot de voorlopige conclusie dat het feit dat Samsung bij rechtbanken van verscheidene lidstaten zonder enige objectieve rechtvaardiging tegen Apple Inc (hierna „Apple” genoemd) een voorlopig en definitief inbreukverbod had gevorderd voor haar octrooien voor gestandaardiseerde technologie (hierna „essentiële octrooien” genoemd) voor de Universal Mobile Telecommunications Service of UMTS-technologie, bezwaren deed rijzen op grond van artikel 102 VWEU en artikel 54 van de EER-overeenkomst.

(3)

Op 21 december 2012 kreeg Samsung toegang tot het dossier via een dvd met het dossier. Op 22 maart 2013 heeft zij op de mededeling van punten van bezwaar geantwoord, nadat directoraat-generaal Concurrentie (hierna „DG Concurrentie” genoemd) de initiële antwoordtermijn van tien weken had verlengd.

(4)

Na een verzoek in die zin heb ik, overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Besluit 2011/695/EU, besloten om Apple, HTC Corporation, Nokia GmbH en Google Inc toe te laten om te worden gehoord als belanghebbende derden. Nog een andere onderneming had gevraagd om als belanghebbende derde te worden gehoord. Ik was evenwel van mening dat die onderneming onvoldoende had aangetoond te worden geraakt door de gedragingen waarop de procedure ziet, aangezien zij geen daadwerkelijke of potentiële licentienemer van Samsung was ten aanzien van de essentiële UMTS-octrooien van deze laatste.

(5)

Nadat Apple als belanghebbende derde was toegelaten tot de procedure, heeft DG Concurrentie Samsung in kennis gesteld van haar voornemen om Apple een niet-vertrouwelijke versie van de mededeling van punten van bezwaar te verschaffen. DG Concurrentie heeft Samsung daarom verzocht bedrijfsgevoelige en anderszins vertrouwelijke informatie aan te geven. Samsung legde mij een aantal punten voor waarvoor DG Concurrentie het verzoek tot vertrouwelijke behandeling had afgewezen. Het betrof een aantal passages in de mededeling van punten van bezwaar waaruit de voorlopige conclusie van de Commissie en de verdedigingsstrategie van Samsung bleken. Volgens Samsung zou het feit dat deze passages aan Apple zouden worden vrijgegeven de integriteit van het onderzoek van de Commissie aantasten, de rechten van verdediging van Samsung schenden en het vermoeden van onschuld waarop Samsung recht heeft.

(6)

Bij een besluit op grond van artikel 8, lid 2, van Besluit 2011/695/EU heb ik de verzoeken van Samsung om vertrouwelijke behandeling verworpen om de volgende redenen. Gezien het voorlopige karakter van de mededeling van punten van bezwaar zou het feit dat de voorlopige conclusies van de Commissie aan Apple zouden worden vrijgegeven, de Commissie niet beletten om in een latere fase van de procedure haar bezwaren aan te passen in het voordeel van Samsung, noch Samsung beroven van haar recht te worden gehoord ten aanzien van feitelijke en juridische elementen in de mededeling van punten van bezwaar. Zelfs indien Apple de voorlopige bevindingen van de Commissie voor een nationale rechter zou gebruiken, zou deze laatste rekening moeten houden met het voorlopige karakter van de mededeling van punten van bezwaar en de bescherming van de rechten van verdediging van Samsung moeten waarborgen op basis van de nationale procesregels (4). Bovendien zou Samsung, ingeval de kwestieuze passages ertoe zouden leiden dat Apple verklaringen aflegt waarop de Commissie zich zou willen baseren, toegang krijgen tot die verklaringen (of de desbetreffende delen daarvan) en zou zij de kans krijgen om schriftelijk en/of mondeling te reageren.

(7)

Op 27 september 2013 bood Samsung toezeggingen aan, om aan de bezwaren van de Commissie tegemoet te komen. Op 18 oktober 2013 heeft de Commissie, overeenkomstig artikel 27, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1/2003, een mededeling (5) bekendgemaakt. Daarop zijn achttien antwoorden van belanghebbende derden ingekomen. Op 3 februari 2014 heeft Samsung herziene toezeggingen ingediend.

(8)

In het ontwerpbesluit worden de herziene toezeggingen die Samsung aanbiedt, verbindend verklaard voor de onderneming. De conclusie van het besluit is dan ook dat er niet langer gronden voor een optreden van de Commissie bestaan en dat de procedure in deze zaak dient te worden beëindigd.

(9)

Ik heb van geen van de partijen bij de procedure een verzoek of klacht ontvangen met betrekking tot de ingediende toezeggingen (6).

(10)

In het licht van al het voorgaande ben ik van mening dat in deze zaak de daadwerkelijke uitoefening van de procedurele rechten van alle partijen geëerbiedigd is.

Gedaan te Brussel, 28 april 2014.

Wouter WILS


(1)  Opgesteld overeenkomstig de artikelen 16 en 17 van Besluit 2011/695/EU van de voorzitter van de Europese Commissie van 13 oktober 2011 betreffende de functie en het mandaat van de raadadviseur-auditeur in bepaalde mededingingsprocedures (PB L 275 van 20.10.2011, blz. 29).

(2)  Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).

(3)  Verordening (EG) nr. 773/2004 van de Commissie van 7 april 2004 betreffende procedures van de Commissie op grond van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 18).

(4)  Zie arrest van 18 september 1996, zaak T-353/94, Postbank NV/Commissie, Jurispr. 1996, blz. II-921, punt 72.

(5)  Mededeling van de Commissie overeenkomstig artikel 27, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1/2003 in zaak AT.39939 Samsung — Handhaving van standaard-essentiële octrooien voor UMTS (PB C 302 van 18.10.2013, blz. 14).

(6)  Overeenkomstig artikel 15, lid 1, van Besluit 2011/695/EU kunnen partijen bij de procedure die overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1/2003 toezeggingen doen, in elk stadium van de procedure een beroep doen op de raadadviseur-auditeur om te verzekeren dat zij hun procedurele rechten daadwerkelijk kunnen uitoefenen.


Top