Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52014XG1205(01)

    Conclusies van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over sport als aanjager van innovatie en economische groei

    PB C 436 van 5.12.2014, p. 2–5 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    5.12.2014   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 436/2


    Conclusies van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over sport als aanjager van innovatie en economische groei

    (2014/C 436/02)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE EN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN VAN DE LIDSTATEN,

    I.   HERINNEREND AAN HETGEEN VOLGT:

    1.

    In de conclusies van de Raad van 26 november 2013 betreffende de bijdrage van sport aan de economie van de EU, en in het bijzonder aan het aanpakken van jongerenwerkloosheid en sociale insluiting, wordt erkend dat sport werkgelegenheid kan scheppen en de lokale economische ontwikkeling kan ondersteunen, en tevens overloopeffecten heeft op andere sectoren (1).

    2.

    De Raad heeft op 21 mei 2014 zijn goedkeuring gehecht aan een tweede werkplan van de Europese Unie voor sport (2014-2017), waarin beklemtoond wordt dat sport een belangrijke bijdrage kan leveren tot het verwezenlijken van de algemene doelstellingen van de Europa 2020-strategie, omdat de sportsector grote mogelijkheden biedt om slimme, duurzame en inclusieve groei en nieuwe banen tot stand te helpen brengen, en waarin de economische voordelen van sport en innovatie daartoe als een van de prioritaire thema’s werden opgenomen (2).

    3.

    Sport is een economische sector die een significante bijdrage levert aan de Europese Unie, en die 1,76 % vertegenwoordigt van de totale bruto toegevoegde waarde van de EU (3), met een aandeel in de nationale economieën dat vergelijkbaar is met het gecombineerde aandeel van de landbouw, de bosbouw en de visserij. Naast deze directe effecten genereert de sector sport indirect 1,22 % van de bruto toegevoegde waarde van de EU door multiplicatoreffecten. Op de arbeidsmarkt vertegenwoordigt de sportgerelateerde werkgelegenheid 2,12 % van de totale werkgelegenheid in de EU. Voorts blijkt de met de sector sport verbonden economische activiteit uitzonderlijk weerbaar te zijn in perioden van economische crisis (4).

    II.   OVERWEGENDE HETGEEN VOLGT:

    4.

    Als grootste niet-gouvernementele sector in Europa stimuleert de sport in belangrijke mate innovatie. Sport heeft per definitie een sterk competitieve inslag, en drijft de sportbeoefenaars er vanzelf toe steeds beter te presteren en steeds meer uit te blinken.

    5.

    Vele takken van sport trekken via sponsoring en de verkoop van mediarechten aanzienlijke financiële middelen aan, en zijn dus in staat aanzienlijke investeringen te doen in de ontwikkeling van innovatieve uitrusting en materialen die sporters of hun teams een competitief voordeel geven.

    6.

    Deze combinatie van intense competitie en de beschikbaarheid van financiële middelen heeft een sportindustrie in het leven geroepen die gekenmerkt wordt door aanhoudende en snelle innovatiegolven. Door innovatie bekleedt de sporttechnologie een toppositie op bepaalde gebieden van de toegepaste wetenschappen, waaronder textieltechnologie, mechanica van de menselijke bewegingen, nieuwe materialen, sensoren, actuatoren, mensgeoriënteerd design.

    7.

    Tevens blijkt duidelijk dat innovaties in de sport belangrijke overloopeffecten kunnen hebben op andere economische sectoren. Er bestaan reeds goede voorbeelden van uit de sport afkomstige innovaties die naar andere sectoren kunnen worden overgedragen en op die manier ter beschikking van een breder scala van consumenten kunnen worden gesteld. Dat is bijvoorbeeld het geval in de verwerkende industrie, de elektronica, IT/software, gezondheid en gezondheidszorg, voedingsmiddelen en dranken, toerisme, onderwijs, de amusementssector en de automobielsector.

    8.

    Sport is een sector waarin bijzonder intensief aan onderzoek en innovatie wordt gedaan, omdat er een steeds grotere drang is naar het verbeteren van de prestaties, het voorkomen van letsel, gepersonaliseerd design en massamaatwerk, en omdat duurzaamheid in de gehele productieketen geïntegreerd moet worden. Voorts maakt de sportsector via de aspecten design en analyse een geïntegreerd gebruik van verscheidene vakgebieden, waaronder materiaalwetenschap en -techniek, aerodynamica, hydrodynamica, thermodynamica, biomechanica, elektronica en informatica.

    9.

    Grote sportevenementen kunnen een krachtige impuls geven aan de plaatselijke, regionale en nationale economie. Zij kunnen derhalve als platform dienen bij de invoering en ontwikkeling van nieuwe producten en diensten, waaronder maatschappelijke innovaties (5).

    III.   ERKENNEN HETGEEN VOLGT:

    10.

    Sport kan een bijdrage leveren tot de inspanningen van de EU om de huidige economische problemen te boven te komen, omdat sport een groeiende sector is die in hoge mate bestand is tegen de economische cycli.

    11.

    Zwakke plekken in de onderzoeks- en innovatiestelsels in de EU kunnen het groeipotentieel beknotten, en sport kan een belangrijke stimulans zijn om de innovatiekloof in de EU te verkleinen.

    12.

    Horizon 2020, het nieuwe EU-programma voor onderzoek en innovatie met het oog op de totstandbrenging van de Innovatie-Unie (het zogeheten „vlaggenschipinitiatief” van de Europa 2020-strategie dat tot doel heeft het algehele concurrentievermogen van Europa te waarborgen), erkent het cruciale belang van strategische investeringen in technologieën en geavanceerde materialen (6). Op sportgebied werpt het daarom veel nut af. Daarnaast kan Cosme, het EU-programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kmo’s, een bijdrage leveren tot de totstandkoming van bedrijven en groei, onder meer door de ondersteuning van clustervorming en internationalisering op sportgebied (7).

    13.

    Sportclusters kunnen een gunstig klimaat scheppen voor zowel de bevordering van sport en lichamelijke activiteit als voor productinnovatie en de oprichting van ondernemingen (8).

    14.

    Intellectuele-eigendomsrechten (IER) op sportgebied zijn belangrijke inkomstenbronnen voor de sport. Inbreuken op de intellectuele-eigendomsrechten (IER) zouden investeringen in innovatie kunnen ontmoedigen (9).

    15.

    Een beter inzicht in de — directe en indirecte — implicaties van sportgerelateerde activiteiten voor de Europese economie kan ertoe leiden dat het potentieel van de sport wat betreft groei en werkgelegenheid en als aanjager van innovatie beter wordt benut, en dat maximaal profijt wordt getrokken van de overloopeffecten van uitgaven en investeringen in de sportsector, alsmede tot maximale exploitatie van de bestaande sportinfrastructuur dankzij innovatieve en kostenefficiënte benaderingen.

    16.

    Ook van maatregelen ter verbetering van de toegang tot de internationale markten zal de sportsector van de EU profijt trekken.

    IV.   VERZOEKEN DE EU-LIDSTATEN IN DAT VERBAND OM, MET INACHTNEMING VAN HET SUBSIDIARITEITSBEGINSEL:

    17.

    Een impuls te geven, in voorkomend geval, aan de totstandbrenging en ontwikkeling van zowel sectordoorsnijdende als grensoverschrijdende clusters van lokale besturen, universiteiten, onderzoekscentra, het bedrijfsleven en sportorganisaties, gespecialiseerd in onderzoek en ontwikkeling, technologietransfer en innovatieve oplossingen voor de sport, die door het bevorderen van overloopeffecten een actieve bijdrage leveren tot de economie in haar geheel. Deze samenwerking zou met name kunnen worden gesteund door middel van grensoverschrijdende programma’s die worden gefinancierd door de Europese structuurfondsen.

    18.

    Initiatieven aan te moedigen die de groei stimuleren en ervoor zorgen dat het innovatiepotentieel van de sport voor de bredere economie beter wordt verkend, en die de overloopeffecten versterken onder meer door de overdracht van technologische innovaties uit de sportsector naar andere economische sectoren en de benutting daarvan door die andere sectoren, aan te moedigen en te faciliteren. Zo kan de sportsector gemakkelijker toegang krijgen tot een breder scala van financieringsbronnen, zoals innovatieve financiering en durfkapitaal, en kan worden gestreefd naar financiële zelfstandigheid.

    19.

    De innovatie en het ondernemingsklimaat, alsmede toegang tot duurzame financiering, te bevorderen en te faciliteren ten behoeve van sport en de sportgerelateerde sectoren.

    20.

    Informatie te verspreiden en in Europees verband onderling goede ervaringen en beste praktijken uit te wisselen over manieren om strategische partnerschappen tussen de voornaamste betrokken partijen op verschillende gebieden tot stand te brengen en te ondersteunen, teneinde de rol van sport als aanjager van innovatie en economische groei te versterken.

    V.   VERZOEKEN DE LIDSTATEN, DE COMMISSIE EN DE BETROKKEN PARTIJEN OP SPORTGEBIED OM, BINNEN HET KADER VAN HUN RESPECTIEVE BEVOEGDHEDEN:

    21.

    De voorwaarden te scheppen voor het creëren van een gunstig klimaat voor de ontwikkeling van technologische innovatie op sportgebied en om sport te bevorderen als bron van groei en werkgelegenheid in de betrokken sectoren.

    22.

    Te streven naar de ontwikkeling van strategieën en sectordoorsnijdende beleidsinitiatieven die erop gericht zijn onderzoek en innovatie op het gebied van sport voort te brengen en de mogelijkheden te onderzoeken om publiek-private partnerschappen ten behoeve van sportinfrastructuurprojecten te bevorderen door middel van ondersteuning van de uitwisseling van beste praktijken op EU-niveau.

    VI.   VERZOEKT DE LIDSTATEN EN DE COMMISSIE, BINNEN HET KADER VAN HUN RESPECTIEVE BEVOEGDHEDEN EN MET INACHTNEMING VAN HET SUBSIDIARITEITSBEGINSEL:

    23.

    Ervoor te zorgen dat men zich beter bewust wordt van het potentieel van sport als „nieuwe bron van groei en werkgelegenheid in Europa”, door middel van voorlichting en coördinatie op nationaal en op EU-niveau.

    24.

    Aan te moedigen dat, waar passend, een beroep wordt gedaan op EU-financieringsmechanismen, waaronder Horizon 2020, Erasmus+, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) en het EU-programma voor het concurrentievermogen van bedrijven en kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme), met het oog op de ontwikkeling van innovatieve oplossingen voor de economische dimensie van de sportsector (10), met sociaaleconomische effecten op lange termijn; alsmede te evalueren of er ruimte is voor verdere verbetering op het gebied van de integratie van onderzoek en innovatie in verband met sport in de bestaande EU-financieringsregelingen.

    VII.   VERZOEKEN DE EUROPESE COMMISSIE OM:

    25.

    Clustersamenwerking in de sportsector in alle lidstaten te ondersteunen, bijvoorbeeld in het kader van het programma Cosme (11).

    26.

    In het kader van de werkzaamheden van de Deskundigengroep inzake de economische dimensie (12) de mogelijkheid te onderzoeken om de bestaande voorbeelden van beste praktijken op het gebied van onderzoek en gegevensverzameling inzake innovatie binnen de sport te inventariseren, alsmede het verband tussen sport en economische groei, om met succes bekroonde ervaringen met betrekking tot de innovatieve en economische aspecten van sport te verzamelen en uit te wisselen.

    27.

    Voort te gaan met het verzamelen van statistische gegevens en het verrichten van analyses betreffende het economisch belang van sport.

    28.

    Een sectordoorsnijdend evenement op hoog niveau te organiseren betreffende de bijdrage van sport tot innovatie en economische groei, rekening houdend met de overloopeffecten op de bredere economie, zulks op basis van specifieke transnationale acties die kunnen worden bevorderd en de basis kunnen worden voor een relevante evaluatie.

    29.

    In het kader van de Europese week van de sport initiatieven van actoren die in sportgerelateerde bedrijfstakken en sportgerelateerd onderzoek actief zijn, aan te moedigen, zodat deze hun vorderingen op dat gebied kunnen delen.

    30.

    Waar passend aangelegenheden met betrekking tot de sportgerelateerde sector en innovatie op sportgebied te integreren in haar bilaterale contacten en betrekkingen met relevante derde landen, om de EU-sector te helpen beter profijt te trekken van toekomstige kansen.

    31.

    Steun te bieden voor transnationale initiatieven (zoals de uitwisseling van goede praktijken, studies, netwerken, projecten) betreffende de implementatie van nationale en internationale strategische acties ten behoeve van een beter onderzoek naar het innovatief potentieel van sport voor de economie meer in het algemeen, binnen het kader van EU-financieringsprogramma’s, waarbij de nadruk zou moeten liggen op het overloopeffect van sport.


    (1)  http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/educ/139733.pdf

    (2)  http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/educ/142704.pdf

    (3)  Studie naar de bijdrage van sport aan economische groei en werkgelegenheid in de EU, november 2012. http://ec.europa.eu/sport/library/studies/study-contribution-spors-economic-growth-final-rpt.pdf

    (4)  http://www.oecd.org/mcm/C-MIN(2013)1-ENG.pdf

    (5)  Onder maatschappelijke innovaties dienen te worden verstaan nieuwe strategieën, concepten, ideeën en organisaties die tegemoetkomen aan een veelheid van maatschappelijke behoeften — van arbeidsomstandigheden en onderwijs tot maatschappelijk opbouwwerk en volksgezondheid — en waarmee het maatschappelijk middenveld wordt uitgebreid en versterkt.

    (6)  http://ec.europa.eu/programmes/horizon2020/en/h2020-section/leadership-enabling-and-industrial-technologies

    (7)  http://ec.europa.eu/enterprise/initiatives/cosme/index_en.htm

    (8)  Clusters zijn groepen van gespecialiseerde ondernemingen en andere innovatieactoren die in elkaars nabijheid zijn gevestigd en nauw met elkaar samenwerken. Clusters zijn belangrijk voor de totstandkoming van werkgelegenheid omdat 38 % van de banen in de EU gevestigd is in een dergelijk regionaal zwaartepunt.

    http://ec.europa.eu/enterprise/initiatives/cluster/index_en.htm

    (9)  In 2012 hebben douanefunctionarissen in de EU voor meer dan 36,5 miljoen EUR namaaksportschoenen in beslag genomen. Naast fysieke goederen valt ook de ongeautoriseerde uitzending van auteursrechtelijk beschermde werken in op de televisie uitgezonden sportevenementen onder inbreuken op het IER.

    (10)  Daarbij valt bijvoorbeeld te denken aan het gebruik van overheidsopdrachten ten behoeve van innovatie. Overheidsopdrachten voor innovatieve goederen en diensten kunnen in handen van regionale autoriteiten een belangrijk middel zijn om de doeltreffendheid en de efficiëntie van de openbare diensten te verbeteren en een oplossing te vinden voor hun uitdagingen en behoeften. Innovatie moedigt een efficiëntere openbaredienstverlening aan en kan de totstandkoming van essentiële infrastructuur en diensten bevorderen. De herziene richtlijnen inzake overheidsopdrachten (Richtlijn 2014/23/EU betreffende concessieovereenkomsten, Richtlijn 2014/24/EU betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en Richtlijn 2014/25/EU betreffende de nutssectoren) bieden de lidstaten nieuwe middelen om innovatieve, groene of sociale overheidsaanbestedingen na te streven.

    (11)  http://ec.europa.eu/enterprise/initiatives/cluster/internationalisation/index_en.htm

    (12)  Zoals vastgesteld in het Europese werkplan voor sport (2014-2017).


    Top