This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52014DC0548
REPORT FROM THE COMMISSION TO THE EUROPEAN PARLIAMENT, THE COUNCIL, THE EUROPEAN ECONOMIC AND SOCIAL COMMITTEE AND THE COMMITTEE OF THE REGIONS Implementation report on the Commission Communication on Rare Diseases: Europe's challenges [COM(2008) 679 final] and Council Recommendation of 8 June 2009 on an action in the field of rare diseases (2009/C 151/02)
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Voortgangsverslag met betrekking tot Mededeling van de Commissie over zeldzame ziekten: de uitdagingen waar Europa voor staat [COM(2008) 679 definitief] en Aanbeveling van de Raad van 8 juni 2009 betreffende een optreden op het gebied van zeldzame ziekten (2009/C 151/02)
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Voortgangsverslag met betrekking tot Mededeling van de Commissie over zeldzame ziekten: de uitdagingen waar Europa voor staat [COM(2008) 679 definitief] en Aanbeveling van de Raad van 8 juni 2009 betreffende een optreden op het gebied van zeldzame ziekten (2009/C 151/02)
/* COM/2014/0548 final */
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Voortgangsverslag met betrekking tot Mededeling van de Commissie over zeldzame ziekten: de uitdagingen waar Europa voor staat [COM(2008) 679 definitief] en Aanbeveling van de Raad van 8 juni 2009 betreffende een optreden op het gebied van zeldzame ziekten (2009/C 151/02) /* COM/2014/0548 final */
Inhoud 1. Inleiding. 2 a. Beleidskader. 2 b. Achtergrond
van het verslag en methodologie. 3 2. Plannen
en strategieën op het gebied van zeldzame ziekten. 4 a. Activiteiten
van de Europese Commissie. 4 b. De
situatie in de lidstaten. 5 3. Definitie,
classificatie en inventarisatie van zeldzame ziekten. 6 a. Activiteiten
van de Europese Commissie. 6 b. Activiteiten
van de lidstaten. 7 4. Onderzoek
naar zeldzame ziekten. 7 a. Activiteiten
van de Europese Commissie. 7 b. Activiteiten
van de lidstaten. 10 5. Expertisecentra
en Europese referentienetwerken voor zeldzame ziekten. 10 a. Activiteiten
van de Europese Commissie. 10 b. Activiteiten
van de lidstaten. 12 6. Het
vergaren van Europese deskundigheid op het gebied van zeldzame ziekten. 12 7. Zeggenschap
van de patiëntenorganisaties. 13 a. Activiteiten
van de Europese Commissie. 13 b. Activiteiten
van de lidstaten. 13 8. Beheersstructuur
en Europese coördinatie. 13 9. Maatregelen
ter bevordering van hoogwaardige zorg op het gebied van zeldzame ziekten. 14 a. Verordening
inzake weesgeneesmiddelen. 14 b. Bevordering
van de toegang tot weesgeneesmiddelen. 14 Werkgroep inzake het "Mechanisme voor gecoördineerde
toegang tot weesgeneesmiddelen" in het kader van het proces inzake
maatschappelijk verantwoord ondernemen in de farmaceutische industrie. 15 c. Screening
van de bevolking op zeldzame ziekten. 15 10. Mondiale
dimensie van het beleid inzake zeldzame ziekten. 16 11. Conclusies
en voorstellen voor de toekomst. 16
1. Inleiding
a.
Beleidskader
Tussen
27 en 36 miljoen mensen in de Europese Unie lijden aan zeldzame ziekten.
Deze ziekten vormen een kernprioriteit van het gezondheidsbeleid vanwege het
beperkte aantal patiënten en de beperkte hoeveelheid relevante kennis en
deskundigheid met betrekking tot specifieke ziekten. Patiënten
met zeldzame ziekten leven vaak jaren in onzekerheid voordat er een diagnose
wordt gesteld en er een gepaste behandeling wordt gevonden. De medisch
deskundige die een dergelijke zeldzame ziekte kan vaststellen, werkt mogelijk
in een andere regio of zelfs in een andere lidstaat. De wetenschappelijke kennis
over de desbetreffende zeldzame ziekte is niet zelden onvoldoende en verspreid.
Daarom
is een communautaire benadering en samenwerking tussen de lidstaten zo
belangrijk, bijvoorbeeld door kennis en deskundigheid te bundelen, onderzoek en
samenwerking te bevorderen en vergunningen voor de best mogelijke medicijnen te
verlenen voor de hele Europese Unie. EU-maatregelen betreffende zeldzame
ziekten hebben een hoge toegevoegde waarde. Met
het oog hierop werd in 2008 de Mededeling van de Commissie over zeldzame
ziekten: de uitdagingen waar Europa voor staat[1]
aangenomen, waarin een algemene strategie wordt vastgesteld om de lidstaten te
ondersteunen bij de diagnose, behandeling en zorg voor EU-burgers met zeldzame
ziekten. De mededeling is gericht op drie gebieden: i) verbetering van de
erkenning en de zichtbaarheid van zeldzame ziekten; ii) ondersteuning van het
beleid betreffende zeldzame ziekten in de lidstaten om tot een samenhangende
algemene strategie te komen; en iii) ontwikkeling van de samenwerking, coördinatie
en regelgeving inzake zeldzame ziekten op EU-niveau. Naast
de mededeling werd een paar maanden later de Aanbeveling van de Raad
betreffende een optreden op het gebied van zeldzame ziekten[2]
aangenomen, waarin de lidstaten werden opgeroepen nationale strategieën vast te
stellen. De aanbeveling legt de nadruk op i) de definitie, classificatie en
inventarisatie van zeldzame ziekten; ii) onderzoek; iii) Europese
referentienetwerken; iv) het bijeenbrengen van expertise op EU-niveau; v) de
zeggenschap van patiëntenverenigingen; en vi) duurzaamheid. Artikel
13 van Richtlijn 2011/24/EU[3]
over de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende
gezondheidszorg heeft ook betrekking op zeldzame ziekten. Het bepaalt dat de
Commissie de lidstaten ondersteunt, met name door gezondheidswerkers bewust te
maken van de instrumenten die beschikbaar zijn om hen te helpen een juiste
diagnose van zeldzame ziekten te stellen, en door belanghebbenden te wijzen op
de mogelijkheden die Verordening (EG) nr. 883/2004[4]
biedt voor verwijzing van patiënten met zeldzame ziekten naar andere lidstaten. Zeldzame ziekten
werden voor het eerst als prioriteit voor actie van de Europese Unie op het
gebied van volksgezondheid aangemerkt in de mededeling van de Commissie van
24 november 1993[5]
betreffende het actiekader op het gebied van de volksgezondheid. Dit werd
gevolgd door de verstrekking van steun aan verschillende projecten en door de
oprichting van de EU-taskforce zeldzame ziekten. De
verordening inzake weesgeneesmiddelen (Verordening (EG)
nr. 141/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 16 December 1999
inzake weesgeneesmiddelen)[6]
stelde criteria vast voor de aanwijzing van weesgeneesmiddelen in de EU en bood
een reeks prikkels (bijv. marktexclusiviteit gedurende tien jaar, technische
bijstand, toegang tot de gecentraliseerde vergunningsprocedure voor
verhandeling) ter stimulering van onderzoek, ontwikkeling en de verhandeling
van geneesmiddelen voor de behandeling, preventie of diagnose van zeldzame
ziekten. Dit
verslag geeft een overzicht van de uitvoering van de strategie voor zeldzame
ziekten tot op heden, en maakt de stand op van wat er bereikt is en de lessen
die zijn geleerd. Het beoogt vast te stellen in welke mate de in de mededeling
van de Commissie en de aanbeveling van de Raad voorziene maatregelen zijn
doorgevoerd, alsook de noodzaak van verder optreden om de levenskwaliteit van
patiënten die aan zeldzame ziekten lijden, inclusief hun familieleden, te
verbeteren.
b.
Achtergrond van het verslag en methodologie
In
de mededeling en de aanbeveling van de Raad werd de Commissie verzocht om
verslag uit te brengen over de uitvoering van de strategie. Teneinde informatie
te verzamelen over de situatie op nationaal niveau, stuurde de Commissie een
elektronische vragenlijst aan de lidstaten. Achttien landen verstrekten de
gevraagde informatie. De antwoorden van de lidstaten, samen met de gegevens die
werden verzameld door middel van de gemeenschappelijke actie van Eucerd en
gepubliceerd in het verslag over de stand van zaken betreffende activiteiten op
het gebied van zeldzame ziekten in Europa[7],
dienden als de belangrijkste bron van informatie voor dit uitvoeringsverslag.
2.
Plannen en strategieën op het gebied van
zeldzame ziekten
a.
Activiteiten van de Europese Commissie
Om
de lidstaten te helpen bij de ontwikkeling van nationale plannen en
strategieën, heeft de Commissie het Europlan-project uit het
gezondheidsprogramma van de EU medegefinancierd. Bij dit project, dat liep van
april 2008 tot en met maart 2011, waren vertegenwoordigers van de nationale
gezondheidsautoriteiten van 21 lidstaten betrokken en werden 57 geassocieerde
en samenwerkende partners uit 34 landen bijeengebracht. Een van de resultaten
was het verslag betreffende de indicatoren voor toezicht op de uitvoering en
evaluatie van de effecten van de nationale plannen of strategieën inzake
zeldzame ziekten, dat als basis diende voor de vaststelling van de
aanbevelingen van Eucerd betreffende kernindicatoren voor nationale
plannen/strategieën inzake zeldzame ziekten[8]. Sommige
Europlan-activiteiten, met name degene die verband houden met de technische
bijstand aan lidstaten met bijzondere problemen bij het opstellen van hun
nationale plan of strategie, worden bovendien uitgevoerd op grond van een
specifiek werkpakket in het kader van de gemeenschappelijke actie van Eucerd. Met
dit werkpakket blijft de Commissie ondersteuning bieden voor het opstellen van
nationale plannen in landen waar deze plannen nog niet bestaan. De
gemeenschappelijke actie van Eucerd bestrijkt een periode van 42 maanden (maart
2012 - augustus 2015). Deze ondersteunt de lidstaten bij de ontwikkeling van
strategieën, de inventarisatie van het aanbod aan gespecialiseerde sociale
diensten en de integratie van zeldzame ziekten in het algemene sociale beleid,
alsook bij de toepassing van de codering en classificatie van zeldzame ziekten.
De gemeenschappelijke actie biedt ook steun voor de publicatie van OrphaNews
Europa[9]
en het jaarverslag over de stand van zaken betreffende activiteiten op het gebied
van zeldzame ziekten in Europa.
b.
De situatie in de lidstaten
Actiedoelstellingen: In
de aanbeveling van de Raad zegden de lidstaten toe om zo spoedig mogelijk –
uiterlijk vóór eind 2013 – een plan of een strategie betreffende zeldzame
ziekten op te stellen. In
2009 was de aandacht voor zeldzame ziekten in de meeste lidstaten nog relatief
nieuw en innovatief, en beschikte slechts een beperkt aantal van hen over
nationale plannen. Dit was het geval in Bulgarije, Frankrijk, Portugal en
Spanje. In
het eerste kwartaal van 2014 hadden 16 lidstaten al nationale plannen en
strategieën voor de aanpak van zeldzame ziekten. In nog eens zeven landen
bevindt de ontwikkeling van deze plannen en strategieën zich in een
vergevorderd stadium. Lidstaten die beschikken over een nationaal plan of een nationale strategie betreffende zeldzame ziekten: België, Bulgarije, Cyprus, Duitsland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Litouwen, Nederland, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk. Lidstaten waar de voorbereiding van het nationale plan of de nationale strategie betreffende zeldzame ziekten zich in een vergevorderd stadium bevindt: Denemarken, Finland, Ierland, Italië, Kroatië, Oostenrijk, Polen. Tussen
de landen bestaan aanzienlijke verschillen in de uitvoeringsgraad van de
plannen. Dit is deels omdat verscheidene landen zoals het Verenigd Koninkrijk,
Duitsland, Nederland en België pas recentelijk hun plannen en strategieën
hebben aangenomen. Slechts één land, Frankrijk, heeft de uitvoering van het
eerste plan al afgerond en heeft een tweede nationaal actieplan vastgesteld. De
meeste lidstaten hebben geen specifieke begroting voor de uitvoering van de
nationale plannen. De financiering ervan maakt doorgaans deel uit van de
algemene gezondheidsuitgaven. Landen stellen bij gelegenheid wel middelen
beschikbaar voor de uitvoering van specifieke projecten. Sommige landen hebben
aangegeven dat de beschikbare budgetten onder toenemende druk staan als gevolg
van de economische crisis. Ondanks
hun brede, sectoroverschrijdende karakter zijn alle plannen aangenomen op het
niveau van de ministeries van Volksgezondheid. In Tsjechië werd het plan
bovendien gesteund door de minister-president. De
reikwijdte van de plannen voor zeldzame ziekten verschilt per land. Hoewel
zeldzame vormen van kanker bijvoorbeeld een belangrijk deel uitmaken van het
scala aan zeldzame ziekten, is deze groep aandoeningen in verschillende plannen
en strategieën niet opgenomen. Dit geldt voor Duitsland, Frankrijk, België, Denemarken
en Portugal. Denemarken beschouwt besmettelijke ziekten niet als zeldzame
ziekten. Veertien
landen hebben voorlichtingscampagnes gehouden om het bewustzijn over zeldzame
ziekten te vergroten. Cyprus, Duitsland, Kroatië en Letland bereiden momenteel
campagnes voor. Het
toezicht op en de evaluatie van de nationale plannen zijn belangrijke aspecten
van dit initiatief. De Europese Unie heeft het Europlan-project[10]
– en vervolgens de gemeenschappelijke actie van Eucerd[11]
– medegefinancierd om een kader te creëren ter ondersteuning van de lidstaten
bij hun inspanningen voor de ontwikkeling en uitvoering van hun nationale
plannen. Andere
landen met bestaande plannen (Frankrijk, Kroatië, Litouwen, Portugal en Spanje)
baseren hun toezichtstrategie op Europlan-indicatoren. Bulgarije en Slowakije
hebben geen toezichtstrategie. In de overige landen zijn de toezichtstrategieën
nog in ontwikkeling.
3.
Definitie, classificatie en
inventarisatie van zeldzame ziekten
a.
Activiteiten van de Europese Commissie
Actiedoelstellingen:
de vaststelling van een duidelijke definitie van zeldzame ziekten is een
basisvoorwaarde voor doeltreffende maatregelen op dit gebied. Op grond van
artikel 3 van de aanbeveling van de Raad verbonden de lidstaten zich ertoe voor
de besluitvorming op communautair niveau een gemeenschappelijke definitie voor
zeldzame ziekten te hanteren als ziekten waaraan niet meer dan 5 op de
10 000 mensen lijden. Verder is het belangrijk om de codering van
zeldzame ziekten in gezondheidsinformatiesystemen snel te verbeteren. De
lidstaten hebben afgesproken ernaar te zullen streven dat zeldzame ziekten
adequaat worden gecodeerd en in alle gezondheidsinformatiesystemen traceerbaar
zijn en actief bij te dragen tot de ontwikkeling van een eenvoudig toegankelijk
en dynamisch EU-inventaris van zeldzame ziekten, gebaseerd op het
Orphanet-netwerk[12]. Voorbeelden van de situatie in de verschillende lidstaten met betrekking tot de definitie van zeldzame ziekten: · Zweden: ziekten of aandoeningen waaraan minder dan 100 op de miljoen mensen lijden en die leiden tot een aanzienlijke mate van invaliditeit; · Finland: hanteert als definitie een ziekte waaraan niet meer dan 1 op de 2 000 personen lijdt en die ernstig/invaliderend is; · Denemarken: heeft geen officiële definitie van zeldzame ziekten vastgesteld. De Deense gezondheidsautoriteiten definiëren zeldzame ziekten doorgaans als ziekten waaraan niet meer dan 500 - 1 000 patiënten lijden op de hele Deense bevolking; · Estland: kent geen erkende officiële definitie van zeldzame ziekten. Belanghebbenden accepteren echter de definitie van de EU uit de verordening inzake weesgeneesmiddelen; · België: definieert zeldzame ziekten als levensbedreigende of chronisch invaliderende ziekten waarvan de prevalentie zo gering is dat bijzondere gecombineerde inspanningen nodig zijn om hen aan te pakken. Als vuistregel kan worden gesteld dat geringe prevalentie betekent dat minder dan 5 op de 10 000 personen in de Europese Unie aan een bepaalde ziekte lijdt.
b.
Activiteiten van de lidstaten
De
lidstaten die plannen en strategieën op dit gebied hebben goedgekeurd, voldoen
aan de definitie van de EU voor het communautaire beleid. De lidstaten die nog
niet over deze plannen beschikken, hanteren gewoonlijk geen officiële definitie
van zeldzame ziekten. Momenteel
gebruiken alle lidstaten systemen die gebaseerd zijn op de internationale
classificatie van ziekten ICD-9 of ICD-10, waarin de meeste zeldzame
ziekten ontbreken. Onlangs besloten sommige lidstaten Orpha-codes
(codificatiesysteem voor zeldzame ziekten ontwikkeld door de Orphanet-databank)
te gaan gebruiken in hun systemen voor gezondheidsstatistieken, zij het in
combinatie met de ICD-nomenclatuur of als proefproject. De gemeenschappelijke
actie van Eucerd biedt input voor het ontwerp van de ICD-11 van de WHO om te
garanderen dat zeldzame ziekten in de internationale nomenclatuur worden
opgenomen. Teneinde
informatie over zeldzame ziekten te verzamelen en beschikbaar te stellen,
ondersteunt de Commissie de gemeenschappelijke actie van Orphanet[13]
door middel van het EU-gezondheidsprogramma, waarbij alle lidstaten betrokken
zijn, hetzij als geassocieerde partner, hetzij als samenwerkende partner.
Orphanet is een relationele database in zeven talen die beoogt informatie over
meer dan 6 000 ziekten aan elkaar te koppelen en de mogelijkheid biedt om
meervoudige zoekopdrachten uit te voeren. Alle landen hebben een eigen
startpagina in de officiële landstalen.
4.
Onderzoek naar zeldzame ziekten
a.
Activiteiten van de Europese Commissie
Actiedoelstellingen:
in punt 5.12 van de mededeling en artikel 3 van de
aanbeveling van de Raad wordt de lidstaten en de Commissie verzocht om de
coördinatie van communautaire, nationale en regionale onderzoeksprogramma's
voor zeldzame ziekten te verbeteren. De Unie heeft bijna 120
onderzoeksprojecten in samenwerkingsverband met betrekking tot zeldzame
ziekten gefinancierd via haar zevende kaderprogramma voor innovatie en
technologische ontwikkeling (KP7)[14].
Met een totaal budget van ruim 620 miljoen EUR omvatten deze projecten
diverse medische gebieden, zoals neurologie, immunologie, kanker, pneumologie
en dermatologie[15].
Door haar beleidsactiviteiten op het gebied van onderzoek is de Commissie
verder een drijvende kracht bij het in gang zetten van initiatieven die gericht
zijn op een betere coördinatie van het onderzoek op Europees en internationaal
niveau. Voorbeelden van nationale programma's voor onderzoek naar zeldzame ziekten In Duitsland werd in september 2010 een nieuwe oproep tot het indienen van voorstellen gedaan voor de uitbreiding van de 10 netwerken die in 2008 van start gingen, alsook voor de oprichting van nieuwe netwerken. Na de beoordeling van 39 voorstellen door een selectiecommissie van internationale deskundigen op het gebied van zeldzame ziekten heeft het federale ministerie van Onderwijs en Onderzoek 12 netwerken voor financiering uitgekozen, die vanaf 2012 gedurende drie jaar meer dan 21 miljoen EUR zullen ontvangen. Financiering van onderzoek naar zeldzame ziekten is verder verleend aan initiatieven als het National Genome Research Network (NGFN), innovatieve therapieën, regeneratieve geneeskunde, moleculaire diagnostiek, klinische proeven, naast andere initiatieven, die goed zijn voor ongeveer 20 miljoen EUR per jaar. In Frankrijk worden de oproepen voor onderzoeksprojecten gecoördineerd door het Franse Nationale Onderzoeksinstituut (fundamenteel onderzoek) of door het ministerie van Volksgezondheid (klinisch onderzoek), of door beide (translationeel onderzoek). Er worden ook oproepen tot het indienen van voorstellen gedaan voor projecten op het gebied van de sociale wetenschappen. Ook patiëntenverenigingen stellen financiering voor onderzoek beschikbaar. Aan fundamenteel, klinisch en translationeel onderzoek wordt voortdurend op alle gebieden steun geboden, zonder dat er sprake is van nationale prioriteiten betreffende bepaalde zeldzame ziekten. In het tweede nationale plan (2011-2014) werd een bedrag van 51 miljoen EUR toegekend voor onderzoek. In Kroatië is er een gebrek aan gedetailleerde gegevens over de middelen die worden besteed aan onderzoek naar zeldzame ziekten. Geschat wordt dat ongeveer 4 % van de lopende onderzoeksprojecten in Kroatië mogelijk verband houdt met zeldzame ziekten. De
financieringsstrategie van de Unie voor onderzoek naar zeldzame ziekten legt de
nadruk op een beter begrip van de onderliggende oorzaken van deze ziekten en op
de diagnose, preventie en behandeling. Deze strategie blijkt uit de oproepen
voor KP7-gezondheidsprojecten in 2012 en 2013, waarin diverse onderwerpen waren
opgenomen die verband houden met zeldzame ziekten[16].
Bij door de Unie gefinancierd gemeenschappelijk onderzoek worden
multidisciplinaire teams gevormd, waaraan universiteiten,
onderzoeksorganisaties, kleine en middelgrote ondernemingen, de medische sector
en patiëntenorganisaties uit heel Europa en daarbuiten deelnemen.
Gemeenschappelijk onderzoek op Europees en internationaal niveau is vooral
belangrijk op gebieden als zeldzame ziekten, die gekenmerkt worden door kleine
patiëntenpopulaties en schaarse middelen. De EU heeft ook meer dan 100
afzonderlijke beurzen, subsidies en opleidingsnetwerken op dit gebied
gefinancierd[17]. Het
door de EU gefinancierde ERA-Net-project E-RARE-2[18]
beoogt de coördinatie van nationale en regionale onderzoeksprogramma's te
ontwikkelen en versterken. Een van haar hoofdactiviteiten is de publicatie van
gezamenlijke transnationale oproepen. Bij deze oproepen zijn
financieringsinstellingen uit 13 lidstaten[19],
alsook uit Turkije, Israël, Canada en Zwitserland betrokken. Samen met zijn
voorganger heeft E-RARE-2 meer dan 60 onderzoeksprojecten gefinancierd. In samenwerking
met haar nationale en internationale partners heeft de Commissie leiding
gegeven aan de oprichting van het International Rare Diseases Research
Consortium (IRDiRC)[20]
begin 2011. De hoofddoelstelling is om tegen 2020 te komen tot 200 nieuwe
therapieën voor zeldzame ziekten en de middelen om de meeste daarvan te
diagnosticeren, door het onderzoek inzake zeldzame ziekten op mondiaal niveau
te stimuleren, beter te coördineren en de resultaten daarvan te optimaliseren
Eind 2013 telde IRDiRC meer dan 35 aangesloten organisaties uit vier
continenten, die zich ertoe hebben verbonden om samen te werken aan de
doelstellingen van het initiatief. De Unie zal zich
ook in het kader van Horizon 2020, het EU-kaderprogramma voor de financiering
van onderzoek en innovatie in de periode 2014-2020, sterk blijven inzetten voor
het onderzoek naar zeldzame ziekten en het IRDiRC. Tijdens de komende periode
van zeven jaar zal de Europese Unie onderzoek naar zeldzame ziekten blijven
financieren in het belang van patiënten in Europa en de rest van de wereld. Patiëntenregisters
en databanken zijn belangrijke instrumenten ter
ondersteuning van het onderzoek op het gebied van zeldzame ziekten en ter
verbetering van de patiëntenzorg en de zorgplanning. Zij helpen om voldoende
gegevens te verzamelen voor steekproeven in het kader van epidemiologisch en/of
klinisch onderzoek. Zij zijn ook van vitaal belang om de haalbaarheid van
klinische proeven te beoordelen, de planning van de benodigde proeven te
vergemakkelijken en de selectie van patiënten te ondersteunen. Zij kunnen ook
worden gebruikt voor het meten van de kwaliteit, veiligheid, doeltreffendheid
en doelmatigheid van een behandeling. Een overzicht van de problemen met het
opzetten, het beheer en de financiering van wetenschappelijke registers is door
Orphanet gepubliceerd[21]. In januari 2014
bestonden er 588 registers van zeldzame ziekten, als volgt verdeeld:
62 Europese, 35 wereldwijde, 423 nationale, 65 regionale en 3 onbepaalde registers.
De meeste van de registers worden bijgehouden door overheids- en
wetenschappelijke instellingen. Een klein deel van hen wordt beheerd door
farmaceutische en biotechnologische ondernemingen, terwijl andere worden
bijgehouden door patiëntenorganisaties. Het gebrek aan interoperabiliteit
tussen de registers van zeldzame ziekten vormt echter een ernstige bedreiging
voor het gebruikspotentieel daarvan. Het
Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek van de Europese Commissie werkt daarom
momenteel aan de ontwikkeling van een Europees Platform voor de registratie
van zeldzame ziekten. De belangrijkste doelstellingen van dit platform zijn
het bieden van een centraal toegangspunt voor informatie over
patiëntenregisters voor zeldzame ziekten ten behoeve van alle belanghebbenden,
ondersteuning van nieuwe en bestaande registers met het oog op de
interoperabiliteit daarvan, terbeschikkingstelling van IT-instrumenten om
gegevensverzamelingen bij te houden en het faciliteren van de activiteiten van
surveillancenetwerken.
b.
Activiteiten van de lidstaten
Sommige landen
hebben specifieke programma’s voor de financiering van onderzoek op het gebied
van zeldzame ziekten. De landen met lopende of voltooide
financieringsprogramma’s/oproepen voor onderzoek naar zeldzame ziekten zijn
onder meer: Duitsland, Frankrijk, Hongarije, Italië, Nederland, Oostenrijk,
Portugal, Spanje en het Verenigd Koninkrijk. Veel andere
landen steunen projecten op het gebied van zeldzame ziekten door middel van
algemene programma's voor onderzoeksfinanciering. Een aantal landen (zoals
Duitsland, Frankrijk, Italië, Nederland en Spanje) hebben - of hadden -
specifieke initiatieven en stimulansen om onderzoek en ontwikkeling op het
gebied van weesgeneesmiddelen en andere innovatieve therapieën op nationaal
niveau te stimuleren.
5.
Expertisecentra en Europese
referentienetwerken voor zeldzame ziekten
a.
Activiteiten van de Europese Commissie
Richtlijn
2011/24/EU betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij
grensoverschrijdende gezondheidszorg (2011)[22]
regelt de rechten van patiënten op toegang tot veilige en hoogwaardige
behandelingen in de hele EU en de vergoeding daarvan. De richtlijn biedt een
stevige basis voor een betere samenwerking tussen de nationale
gezondheidsautoriteiten. Sommige bepalingen hebben betrekking op zeldzame
ziekten. Artikel 12 voorziet in nauwere samenwerking tussen de lidstaten, met
inbegrip van de criteria en voorwaarden voor Europese referentienetwerken en
zorgaanbieders. De richtlijn
beoogt de reeds bestaande expertisecentra in kaart te brengen en de vrijwillige
deelname van zorgaanbieders aan de toekomstige Europese referentienetwerken te
stimuleren. Op 10 maart 2014 stelde de Commissie een lijst vast met criteria en
voorwaarden waaraan Europese referentienetwerken moeten voldoen en de
voorwaarden en criteria waaraan zorgaanbieders die zich bij een Europees
referentienetwerk willen aansluiten, moeten voldoen[23],
[24]. Voordat
Richtlijn 2011/24/EU werd aangenomen, steunde de Commissie 10 specifieke
Europese proefreferentienetwerken inzake zeldzame ziekten door middel van
het EU-gezondheidsprogramma. De met deze projecten opgedane ervaring werd
gebruikt bij het ontwerpen van een juridisch kader en zal ook voor de
toekomstige Europese referentienetwerken kunnen worden benut. Overzicht van Europese proefreferentienetwerken inzake zeldzame ziekten · Dyscerne: Europees netwerk van referentiecentra voor dysmorfologie (European Network of Centres of Reference for Dysmorphology) · ECORN CF: Europees netwerk van referentiecentra voor taaislijmziekte (European Centres of Reference Network for Cystic Fibrosis) · PAAIR: Internationaal register van patiëntenverenigingen en Alpha1 (Patient Associations and Alpha1 International Registry) · EPNET: Europees porfyrienetwerk · EN-RBD: Europees Netwerk voor zeldzame bloedaandoeningen, netwerk van Hodgkin lymfoom bij kinderen (European Network of Rare Bleeding Disorders, Paediatric Hodgkins Lymphoma Network) · NEUROPED: Europees netwerk voor zeldzame neurologische aandoeningen bij kinderen (European Network of Reference for Rare Paediatric Neurological Diseases) · EURO HISTIO NET: Een referentienetwerk voor Langerhanscelhistiocytose en aanverwante syndromen in de EU · TAG: Samen tegen genodermatose (Together Against Genodermatoses) · CARE NMD: Verspreiding en toepassing van de zorgstandaarden voor spierdystrofie van Duchenne in Europa
b. Activiteiten van de lidstaten
De lidstaten
hebben gekozen voor zeer uiteenlopende benaderingen bij het opzetten van de
expertisecentra in hun zorgstelsels. Sommige landen beschikken over officieel
aangewezen expertisecentra voor zeldzame ziekten: Frankrijk, Denemarken, Spanje
en het Verenigd Koninkrijk. Italië heeft regionaal aangewezen expertisecentra
voor zeldzame ziekten. De
aanwijzingscriteria verschillen per land, soms zelfs van regio tot regio binnen
een land, ook al zijn deze criteria vaak in overeenstemming met de
aanbevelingen van Eucerd over de kwaliteitscriteria voor de expertisecentra
inzake zeldzame ziekten in de lidstaten[25].
Een aantal
landen heeft expertisecentra voor zeldzame ziekten, die, hoewel zij niet
officieel zijn aangewezen, in wisselende mate door de autoriteiten erkend
worden: België, Cyprus, Duitsland, Griekenland, Hongarije, Ierland, Kroatië,
Nederland, Oostenrijk, Slovenië, Tsjechië en Zweden. Een aantal
landen heeft expertisecentra voor zeldzame ziekten die alleen op basis van hun
reputatie worden erkend, waarbij het expertisecentrum zich soms zelf als
zodanig aanmerkt: Bulgarije, Estland, Finland, Letland, Litouwen, Polen,
Portugal, Roemenië en Slowakije.
6.
Het vergaren van Europese deskundigheid
op het gebied van zeldzame ziekten
Actiedoelstellingen: in
deel V van de aanbeveling van de Raad worden de lidstaten opgeroepen nationale
deskundigheid op het gebied van zeldzame ziekten samen te brengen en te
faciliteren dat deze wordt gebundeld. De meeste lidstaten ondersteunen
het bundelen van deskundigheid met die van collega's elders in Europa ter
bevordering van de uitwisseling van beste praktijken inzake diagnostica en
medische verzorging, alsook van onderwijs en sociale zorg op het gebied van
zeldzame ziekten. Verschillende lidstaten hebben voor gezondheidswerkers
onderwijs en opleidingen georganiseerd om hen in te lichten over de bestaande
hulpmiddelen. Ter ondersteuning van dit proces
heeft de Commissie onlangs het RARE beste praktijken-project [26]
medegefinancierd. Dit is een vierjarig project (januari 2013 - december 2016)
dat wordt medegefinancierd door het zevende kaderprogramma voor innovatie en
technologische ontwikkeling (KP7). De belangrijkste doelstellingen van het
project omvatten: het opstellen van normen en transparante, betrouwbare
procedures voor de ontwikkeling en evaluatie van richtsnoeren voor de klinische
praktijk betreffende zeldzame ziekten en het bereiken van consensus over een
innovatieve methodologie.
7.
Zeggenschap van de patiëntenorganisaties
a.
Activiteiten van de Europese Commissie
Actiedoelstellingen:
in artikel 6 van de aanbeveling van de Raad wordt de
lidstaten verzocht om patiëntenorganisaties te raadplegen betreffende het
beleid inzake zeldzame ziekten en de activiteiten van deze organisaties te
bevorderen. De
betrokkenheid van patiëntenorganisaties bij alle aspecten van de
beleidsontwikkeling betreffende zeldzame ziekten is zeer belangrijk voor het
vaststellen van de behoeften van patiënten. De Commissie steunt deze aanpak op
EU-niveau door overkoepelende Europese patiëntenorganisaties bij verschillende
initiatieven te betrekken, zoals deskundigengroepen en commissies. De
Commissie heeft ook exploitatiesubsidies aan patiëntenorganisaties verleend via
het EU-gezondheidsprogramma.
b.
Activiteiten van de lidstaten
Er
is in Europa een toenemend aantal nationale samenwerkingsverbanden van
patiëntenorganisaties op het gebied van zeldzame ziekten gecreëerd. Volgens
Orphanet bestonden er eind 2013 al 2 512 patiëntenorganisaties voor
specifieke zeldzame ziekten, waaronder 2 161 nationale, 213 regionale,
72 Europese en 61 internationale organisaties. Alle
lidstaten die de vragenlijst beantwoordden, voeren actief overleg met
patiëntenorganisaties voor zeldzame ziekten, voornamelijk door patiënten en hun
vertegenwoordigers te raadplegen over het beleid inzake zeldzame ziekten.
8.
Beheersstructuur en Europese coördinatie
Actiedoelstellingen: in punt
7 van de mededeling wordt gesteld dat de Commissie moet worden bijgestaan door
een Raadgevend Comité voor zeldzame ziekten. Dit comité werd opgericht bij het
besluit van de Commissie van 30 november 2009 tot instelling van een EU-Comité
van deskundigen op het gebied van zeldzame ziekten (2009/872/EG)[27]. De
werkzaamheden van het comité leiden tot de goedkeuring van vijf reeksen
aanbevelingen en een advies, naast de publicatie van een tweemaandelijkse
nieuwsbrief en een jaarlijks verslag over de stand van zaken op het gebied van
de activiteiten betreffende zeldzame ziekten in Europa, waarin de activiteiten
op nationaal, Europees en mondiaal niveau worden beschreven. Het comité werd onlangs vervangen
door de deskundigengroep inzake zeldzame ziekten van de Commissie[28] in
overeenstemming met de bepalingen van het Kader voor deskundigengroepen van de
Commissie: horizontale voorschriften en openbaar register[29]. De deskundigengroep bestaat uit
vertegenwoordigers van de lidstaten, alsook uit vertegenwoordigers van
patiëntenorganisaties, Europese verenigingen van fabrikanten of dienstverleners,
Europese beroepsorganisaties of wetenschappelijke genootschappen, en
individuele deskundigen. De belangrijkste taak van de deskundigengroep is het
adviseren van de Commissie over de uitvoering van communautaire acties
betreffende zeldzame ziekten, inclusief het opstellen van rechtsinstrumenten,
beleidsdocumenten, richtsnoeren en aanbevelingen.
9.
Maatregelen ter bevordering van
hoogwaardige zorg op het gebied van zeldzame ziekten
a.
Verordening inzake weesgeneesmiddelen
Met
het oog op de volksgezondheid en ter stimulering van onderzoek naar en de
ontwikkeling van weesgeneesmiddelen, heeft de Unie de verordening inzake
weesgeneesmiddelen aangenomen, die tot doel heeft stimulansen te bieden voor de
ontwikkeling van weesgeneesmiddelen. Verordening (EG) nr. 141/2000 van het
Europees Parlement en de Raad[30] stelt
een gecentraliseerde procedure vast voor de aanwijzing van weesgeneesmiddelen
en voert maatregelen in ter stimulering van onderzoek, het in de handel brengen
en de ontwikkeling van geneesmiddelen voor zeldzame ziekten. Sinds
januari 2014 is voor meer dan 90 weesgeneesmiddelen door de Commissie
een vergunning verleend. Even belangrijk is dat de Commissie meer dan
1 000 producten als weesgeneesmiddelen heeft aangewezen[31]. De
initiatiefnemers tot de ontwikkeling van deze producten komen in aanmerking
voor stimulerende maatregelen, zoals technische bijstand. Deze bijstand moet de
ontwikkeling en goedkeuring van innovatieve geneesmiddelen vergemakkelijken, in
het belang van de patiënten. In
de afgelopen jaren is het aantal aanwijzingen toegenomen, terwijl het aantal
vergunningen stabiel is gebleven (7 vergunningen in 2013 tegen 10 vergunningen
in 2012).
b.
Bevordering van de toegang tot
weesgeneesmiddelen
Ondanks
deze stimulansen zijn toegestane weesgeneesmiddelen niet in alle EU-lidstaten
beschikbaar en is de toegang voor patiënten niet in alle EU-lidstaten gelijk.
Bovendien zijn er aanzienlijke vertragingen in de beschikbaarstelling
geconstateerd. Om deze reden is er een project in gang gezet door de lidstaten
en de Commissie voor de coördinatie van de investeringen in de evaluatie van
nieuwe geneesmiddelen en de uitwisseling van informatie en kennis[32]. Hoewel
de besluitvorming over prijsstellingen en vergoedingen een exclusieve nationale
bevoegdheid is, kampen de lidstaten met belangrijke gemeenschappelijke
problemen bij de verlening van betaalbare en duurzame toegang tot waardevolle
geneesmiddelen aan patiënten met duidelijk onvervulde medische behoeften. Het
oplossen van deze problemen is nog moeilijker wanneer er sprake is van beperkte
aantallen patiënten en de behandelingen waarmee mogelijk in deze onvervulde
medische behoeften kan worden voorzien schaars en kostbaar zijn, zoals vaak het
geval is bij zeldzame ziekten en weesgeneesmiddelen.
Werkgroep
inzake het "Mechanisme voor gecoördineerde toegang tot
weesgeneesmiddelen" in het kader van het proces inzake maatschappelijk
verantwoord ondernemen in de farmaceutische industrie
Het
hoofddoel van deze werkgroep[33]
was na te gaan hoe "echte" toegang kan worden verleend tot
weesgeneesmiddelen aan patiënten die aan zeldzame ziekten lijden. De
belangrijkste aanbeveling van de groep was een vrijwillig
samenwerkingsmechanisme te creëren tussen de lidstaten en initiatiefnemers om
de waarde van een weesgeneesmiddel te beoordelen, waarbij mogelijk gebruik kon
worden gemaakt van een transparant waarderingskader om de uitwisseling van
informatie te ondersteunen met het oog op het nemen van geïnformeerde
beslissingen op het niveau van de lidstaat over prijzen en vergoedingen. Dit
zou moeten leiden tot meer rationele prijzen voor afnemers, voorspelbare
marktvoorwaarden voor de sector en een meer gelijkwaardige toegang voor
patiënten[34].
c.
Screening van de bevolking op zeldzame
ziekten
Actiedoelstellingen: in punt
5 van de mededeling zegde de Commissie toe de bestaande strategieën voor de
screening van de bevolking op zeldzame ziekten te evalueren (met inbegrip
van neonatale screening). De Commissie heeft opdracht
gegeven voor een verslag over de screeningen van pasgeborenen op zeldzame
ziekten die in alle EU-lidstaten zijn uitgevoerd, met inbegrip van het aantal
centra, een schatting van het aantal onderzochte zuigelingen en het aantal
aandoeningen waarop de screening van pasgeborenen betrekking had, alsmede de
redenen voor de selectie van deze aandoeningen[35]. De
meeste lidstaten waarop dit verslag betrekking heeft, beschikken over een
orgaan dat toezicht houdt op de screening van pasgeborenen. Het aantal
gescreende ziekten verschilt aanzienlijk per lidstaat, van één in Finland tot
29 in Oostenrijk. Op
basis van dit verslag bracht het EU-comité van deskundigen inzake zeldzame
ziekten een advies uit over de potentiële gebieden voor
Europese samenwerking betreffende de screening van pasgeboren baby’s[36].
10.
Mondiale dimensie van het beleid inzake
zeldzame ziekten
Actiedoelstellingen: de mededeling beoogt de
samenwerking betreffende zeldzame ziekten op internationaal niveau met alle
betrokken landen te bevorderen, in nauwe samenwerking met de
Wereldgezondheidsorganisatie. De Europese Unie en haar lidstaten worden als
toonaangevend beschouwd bij de ontwikkeling van acties op het gebied van
zeldzame ziekten. Maatregelen die door de Europese Unie en in de lidstaten zijn
genomen, hebben de ontwikkelingen op dit gebied in niet-Europese landen
beïnvloed, en de politieke en technische ontwikkelingen in de Europese Unie
hebben ook een aanzienlijke invloed gehad op het beleid inzake zeldzame ziekten
in andere landen. Diverse specifieke acties zijn overgenomen door
niet-Europese landen, in sommige gevallen doordat hierover op internet
informatie wordt geboden, zoals in het geval van Orphanet dat online in zeven
talen informatie publiceert en als wereldwijde bron van informatie gaandeweg
belangrijker is geworden. Andere initiatieven ondersteunen wereldwijd actieve
internationale organisaties bij hun werkzaamheden betreffende zeldzame ziekten,
zoals de bijdrage van de gemeenschappelijke actie van Eucerd aan de actualisering
van de ICD-10. Het Internationale onderzoeksconsortium voor zeldzame ziekten[37] is een uitstekend voorbeeld van internationale
samenwerking die door de Commissie op gang is gebracht. Het beleid van de Europese Commissie inzake zeldzame
ziekten heeft van zijn kant ook baat gehad bij de beleidsresultaten uit andere
landen.
11.
Conclusies en voorstellen voor de
toekomst
Volgens de aanbeveling van de Raad moet het
uitvoeringsverslag beoordelen in hoeverre de voorgestelde maatregelen
doeltreffend werken, alsook of er nadere maatregelen noodzakelijk zijn om de
leefomstandigheden van patiënten met zeldzame ziekten en van hun gezinsleden te
verbeteren. Sinds
de aanname van de mededeling van de Commissie in 2008 en de aanbeveling van de
Raad in 2009 heeft de Europese Unie grote vooruitgang geboekt bij de
bevordering van de samenwerking ter verbetering van de leefomstandigheden van
mensen die aan zeldzame ziekten lijden. Globaal genomen zijn de doelstellingen van de
mededeling en de aanbeveling van de Raad bereikt. Beide hebben bijgedragen
tot een versterkte samenwerking tussen de Europese Unie, de lidstaten en
alle relevante belanghebbenden. De Commissie heeft de uitwisseling van ervaringen
gestimuleerd om de lidstaten te helpen bij de ontwikkeling van hun nationale
plannen en strategieën voor zeldzame ziekten. Dit heeft eraan bijgedragen dat een aanzienlijk
aantal lidstaten specifieke plannen voor de aanpak van zeldzame ziekten heeft
ingevoerd: zestien lidstaten beschikken nu over plannen voor zeldzame ziekten
(vergeleken met slechts 4 in 2008) en een aanzienlijk aantal staat op het punt
een plan vast te stellen. De ondersteuning van de lidstaten bij hun
inspanningen blijft de voornaamste prioriteit voor de werkzaamheden van de
Commissie op dit gebied. Ondanks deze hoopgevende vorderingen is er nog een
lange weg te gaan om ervoor te zorgen dat mensen die aan een zeldzame ziekte
lijden in de hele EU een correcte diagnose en de best mogelijke behandeling
kunnen krijgen. Er zijn nog steeds lidstaten die nog geen nationaal plan of
nationale strategie hebben. In de lidstaten die wel over een nationaal plan of
nationale strategie beschikken, is de uitvoering veelal pas recentelijk
begonnen, zodat deze eerst moet worden gevolgd. Om
deze reden krijgen de maatregelen op het gebied van zeldzame ziekten een
belangrijke plaats in het nieuwe EU-gezondheidsprogramma en in Horizon 2020,
het nieuwe programma voor onderzoek en innovatie van de Unie. De volgende
stappen zijn voorzien om
de lidstaten te blijven ondersteunen:
handhaving
van de coördinerende rol van de Unie bij de ontwikkeling van het
EU-beleid inzake zeldzame ziekten en ondersteuning van de lidstaten bij
hun activiteiten op nationaal niveau;
verdere
ondersteuning van de ontwikkeling van kwalitatief hoogwaardige nationale
plannen en strategieën voor zeldzame ziekten in de Europese Unie;
voortzetting
van de steun aan het Internationale onderzoeksconsortium voor zeldzame
ziekten en aan initiatieven die onder leiding daarvan worden
ontwikkeld;
blijvende
waarborging van een goede classificatie van zeldzame ziekten;
verdere
inspanningen ter vermindering van de ongelijkheden tussen patiënten met
zeldzame ziekten en patiënten die lijden aan vaker voorkomende
aandoeningen, alsook ter ondersteuning van initiatieven voor de
bevordering van gelijke toegang tot diagnoses en behandelingen;
voortzetting
van de inspanningen ter bevordering van de zeggenschap van patiënten bij
alle aspecten van de beleidsontwikkeling op het gebied van zeldzame
ziekten;
voortzetting
van de activiteiten om het grote publiek bewust te maken van zeldzame
ziekten en de activiteiten van de Unie op dit gebied;
benutting
van Richtlijn 2011/24/EU betreffende de toepassing van de rechten van
patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg om Europese referentienetwerken
inzake zeldzame ziekten samen te brengen; ondersteuning van de
ontwikkeling van instrumenten ter facilitering van de samenwerking en
de interoperabiliteit van de Europese referentienetwerken inzake
zeldzame ziekten;
stimulering
van de ontwikkeling en het gebruik van e-gezondheidsoplossingen op het
gebied van zeldzame ziekten;
uitvoering
van en blijvende steun voor het Europese Platform voor de registratie
van zeldzame ziekten;
blijvend
optreden als mondiale speler met betrekking tot initiatieven
betreffende zeldzame ziekten en blijvende samenwerking met belangrijke
internationale belanghebbende partijen.
De standpunten
die door de lidstaten en belanghebbende partijen worden geformuleerd in het
kader van de deskundigengroep van de Commissie inzake zeldzame ziekten zullen
ook in aanmerking worden genomen. [1] COM(2008) 679 definitief van 11 november 2008. [2] PB C 151 van 3.7.2009, blz. 7–10. [3] PB L 88 van 4.4.2011, blz. 45–65. [4] http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2004:166:0001:0123:nl:PDF [5] http://aei.pitt.edu/5792/ [6] http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2000:018:0001:0005:nl:PDF [7] http://www.eucerd.eu/?page_id=15 [8] http://www.eucerd.eu/wp-content/uploads/2013/06/EUCERD_Recommendations_Indicators_adopted.pdf [9] http://www.orpha.net/actor/cgi-bin/OAhome.php?Ltr=EuropaNews [10] http://www.europlanproject.eu/_newsite_986989/index.html [11] http://ec.europa.eu/eahc/projects/database.html?prjno=20112201 [12] http://www.orpha.net/consor/cgi-bin/index.php?lng=NL [13] http://ec.europa.eu/eahc/projects/database.html?prjno=20102206 [14] Dit aantal betreft onderzoeksprojecten die zijn gefinancierd in het
kader van het thema Gezondheid uit het samenwerkingsprogramma van KP7
(2007-2013). [15] Een recente publicatie hierover, inclusief de EU-financiering voor
onderzoek naar zeldzame ziekten is te vinden op: http://ec.europa.eu/research/health/pdf/rare-diseases-how-europe-meeting-challenges_en.pdf [16] De onderwerpen betreffende zeldzame ziekten in de oproepen tot het
indienen van voorstellen op het gebied van gezondheid in het kader van KP7 in
2012 en 2013 waren: "steun voor internationaal onderzoek naar zeldzame
ziekten; klinisch gebruik van "-omics" voor een betere
diagnosestelling van zeldzame ziekten; databanken, biobanken en klinisch
"bio-informatica"-knooppunt voor zeldzame ziekten; preklinische
en klinische ontwikkeling van weesgeneesmiddelen; waarnemingsproeven van
zeldzame ziekten; beste praktijken en kennisdeling bij het klinisch beheer van
zeldzame ziekten (2012) en ontwikkeling van beeldtechnologieën voor
therapeutische ingrepen op het gebied van zeldzame ziekten; nieuwe methoden
voor klinische proeven met kleine populaties (2013). [17] Deze activiteiten zijn gefinancierd in het kader van de
KP7-programma’s Mensen (Marie Curie-acties) en Ideeën (Europese
Onderzoeksraad). Zie voor verdere informatie:
http://ec.europa.eu/research/mariecurieactions/index_nl.htm en: http://erc.europa.eu [18] Zie voor verdere informatie de website van E-RARE-2: http://www.e-rare.eu [19] België, Duitsland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Italië, Letland,
Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië en Spanje. [20] Meer informatie op de website van IRDiRC: http://www.irdirc.org [21] http://www.orpha.net/orphacom/cahiers/docs/GB/Registries.pdf [22] http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2011:088:0045:0065:NL:PDF [23]PB L 147 van 17.5.2014, blz. 71–78. [24]PB L 147 van 17.5.2014, blz. 79–87. [25] http://www.eucerd.eu/?post_type=document&p=1224 [26] http://www.rarebestpractices.eu/ [27] http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2009:315:0018:0021:NL:PDF [28] http://ec.europa.eu/health/rare_diseases/docs/dec_expert_group_2013_nl.pdf [29] http://ec.europa.eu/transparency/regexpert/PDF/C_2010_EN.pdf [30] http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2000:018:0001:0005:nl:PDF [31] http://ec.europa.eu/health/human-use/orphan-medicines/index_en.htm [32]http://ec.europa.eu/enterprise/sectors/healthcare/competitiveness/process_on_corporate_responsibility/platform_access/index_en.htm#h2-2 [33]http://ec.europa.eu/enterprise/sectors/healthcare/competitiveness/process_on_corporate_responsibility/platform_access/index_en.htm#h2-2 [34] Nadat de groep in 2013 haar werk had afgerond, namen enkele leden van
de werkgroep deel aan de discussie over dit initiatief van het Medicines
Evaluation Committee (Medev, een informele groep van deskundigen werkzaam bij
wettelijke zorgverzekeringsinstellingen in Europa) teneinde de conclusies van
de groep in de praktijk te brengen en proefprojecten op te zetten. [35] http://ec.europa.eu/eahc/news/news104.html [36] http://www.eucerd.eu/wp-content/uploads/2013/07/EUCERD_NBS_Opinion_Adopted.pdf [37] Meer informatie op de website van IRDiRC: http://www.irdirc.org