This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52013DC0412
REPORT FROM THE COMMISSION TO THE EUROPEAN PARLIAMENT AND THE COUNCIL on the application of Regulation (EC) No 1523/2007 banning the placing on the market and the import to, or export from, the Community of cat and dog fur, and products containing such fur
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de toepassing van Verordening (EG) nr. 1523/2007 houdende een verbod op het in de handel brengen, de invoer naar en de uitvoer uit de Gemeenschap van katten- en hondenbont en van producten die dergelijk bont bevatten
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de toepassing van Verordening (EG) nr. 1523/2007 houdende een verbod op het in de handel brengen, de invoer naar en de uitvoer uit de Gemeenschap van katten- en hondenbont en van producten die dergelijk bont bevatten
/* COM/2013/0412 final */
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de toepassing van Verordening (EG) nr. 1523/2007 houdende een verbod op het in de handel brengen, de invoer naar en de uitvoer uit de Gemeenschap van katten- en hondenbont en van producten die dergelijk bont bevatten /* COM/2013/0412 final */
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES
PARLEMENT EN DE RAAD over de toepassing van Verordening (EG) nr.
1523/2007 houdende een verbod op het in de handel brengen, de invoer naar en de
uitvoer uit de Gemeenschap van katten- en hondenbont en van producten die
dergelijk bont bevatten (Voor de EER relevante tekst) 1. Achtergrond Verordening (EG) nr. 1523/2007[1] verbiedt
het in de handel brengen, de invoer naar en de uitvoer uit de Gemeenschap van
katten- en hondenbont en van producten die dergelijk bont bevatten. Dit verbod werd aangenomen om tegemoet te komen
aan de verontrusting van de Europese burgers, die katten en honden als
gezelschapsdieren beschouwen en daarom geen producten willen kopen die katten-
of hondenbont bevatten. De verordening harmoniseerde op EU-niveau de
maatregelen om katten- en hondenbont en producten die dit bevatten te
verbieden, gelet op het feit dat vijftien lidstaten[2] nationale
wetgeving hadden aangenomen om de productie van, en de handel in katten- en
hondenbont aan banden te leggen. Katten- en hondenbont valt niet makkelijk te
onderscheiden van andere soorten bont of van synthetische materialen die
gebruikt worden om bont na te maken. Dit is met name het geval wanneer bont
wordt gebruikt als voering of versiering op kleding (bijv. de kraag van een
jas) of op speelgoed of accessoires (bijv. sleutelringen met harige beesten). Het verbod op katten- en hondenbont geldt in de
Europese Unie sinds 31 december 2008. Artikel 7 van de verordening stelt: “De
Commissie brengt uiterlijk op 31 december 2010 aan het Europees Parlement
en de Raad verslag uit over de toepassing van deze verordening, met inbegrip
van de douaneactiviteiten in verband daarmee”. Met dit verslag geeft de
Commissie gevolg aan dit verzoek. Dit verslag beoogt een overzicht te bieden van de
tenuitvoerlegging van het verbod op katten- en hondenbont in de EU in 2009 en
2010. De goedkeuring van het verslag liep vertraging op doordat de lidstaten
tijd nodig hadden om voldoende informatie te verzamelen over de
tenuitvoerlegging van het verbod. Sommige gegevens werden pas begin 2012
aangeleverd, zodat de volledige analyse pas in de loop van 2012 kon
plaatsvinden. Het verslag beschrijft de handhavingsmaatregelen
die de lidstaten hebben doorgevoerd om te voorkomen dat katten- en hondenbont
en producten die dergelijk bont bevatten in c.q. vanuit de Unie in de handel
worden gebracht, worden ingevoerd of uitgevoerd. Het verslag biedt met name een overzicht van de
analysemethoden die door de lidstaten worden gebruikt om de soort vast te stellen
waarvan het bont afkomstig is en de toepasselijke sancties in geval van
overtredingen. Het verslag zet de voornaamste uitvoeringsproblemen uiteen die
door belanghebbenden en lidstaten aan de Commissie zijn gemeld. Ten slotte beschrijft het document de effecten die
de toepassing van de verordening heeft gehad volgens de voornaamste
belanghebbenden. 2. Verplichtingen van de lidstaten De
lidstaten zijn hoofdzakelijk verantwoordelijk voor de toepassing van het verbod[3]. Daarnaast moeten zij: –
de Commissie in kennis te stellen van de
analysemethoden die zij gebruiken om de soort vast te stellen waarvan het bont
afkomstig is (artikel 5 van de verordening); –
de regels vaststellen betreffende de sancties die
van toepassing zijn op overtredingen van deze verordening en de Commissie
daarvan in kennis stellen (artikel 8 van de verordening). 3. Methodologie Bij het opstellen van het verslag heeft de
Commissie gebruikgemaakt van de volgende informatiebronnen: –
de antwoorden van de lidstaten op een vragenlijst
die de Commissie in 2011 heeft opgestuurd betreffende de handhaving van het
verbod op katten- en hondenbont in 2009 en 2010[4]; –
de door de lidstaten verstrekte informatie over de
sancties die van toepassing zijn op overtredingen van de verordening; –
correspondentie van belanghebbenden of lidstaten
gericht aan de Commissie; –
de uitkomsten van de vergadering[5] die op 18 januari 2012 door de
Commissie werd georganiseerd om de tenuitvoerlegging van het verbod te
bespreken met vertegenwoordigers van de lidstaten en de voornaamste
belanghebbenden[6].
4. Tenuitvoerlegging van het verbod 4.1. Controles in de lidstaten De lidstaten moesten controlesystemen opzetten ten
behoeve van de tenuitvoerlegging van het verbod. Dit betekende voornamelijk dat
zij controles op de naleving van het verbod moesten opnemen in hun bestaande
controlesystemen. Deze worden in de volgende secties beschreven. De getroffen maatregelen waren meer of minder
uitgebreid, afhankelijk van de lidstaat; met name acties betreffende
opleidingen en procedures, alsook betreffende de verspreiding van informatie
werden slechts door een beperkt aantal lidstaten ondernomen. Aangezien het meeste katten- en hondenbont en de
producten die dit bevatten afkomstig zijn uit derde landen, beogen de
controlesystemen die de lidstaten hebben ingevoerd hoofdzakelijk de illegale
invoer in de EU van katten- en hondenbont uit derde landen te voorkomen. Er
zijn geen aanwijzingen dat er katten- of hondenbont in de EU wordt vervaardigd,
zodat de mogelijkheid dat het uitgevoerd wordt, hypothetisch is. 4.1.1. Nationale wetgeving die
katten- en hondenbont verbiedt De nationale wetgeving die vóór de aanname van de
verordening katten- en hondenbont verbood, is in de betrokken lidstaten
sindsdien ingetrokken en/of gewijzigd. De inwerkingtreding van de verordening
maakte het derhalve mogelijk op EU-niveau te komen tot geharmoniseerde regels
betreffende het verbod. Dit vereenvoudigt het werk van de officiële
controleurs, alsook van de bedrijven die in wettelijk toegestaan bont,
bontproducten of namaakbont handelen. 4.1.2. Sancties van toepassing op
overtredingen van het verbod De lidstaten zijn verantwoordelijk voor het
vaststellen van de sancties die van toepassing zijn op overtredingen van de
verordening. De sancties dienen doeltreffend, evenredig en afschrikkend te
zijn. De meeste lidstaten hebben hun nationale wetgeving
aangepast om daarin administratieve en/of strafrechtelijke sancties op
overtredingen van het verbod op te nemen. Andere lidstaten hadden al algemene
sancties vastgesteld voor de invoer of het in de handel brengen van illegale
goederen die ook van toepassing zijn op overtredingen van de verordening. De administratieve sancties bestaan veelal uit
boetes die aan bedrijven worden opgelegd; de mogelijkheid om ook
strafrechtelijke sancties toe te passen, wordt hierdoor echter niet
uitgesloten. Voor de toepassing van strafrechtelijke sancties
is over het algemeen vereist dat de zaak aanhangig wordt gemaakt bij een
nationale rechtbank. Zoals blijkt uit tabel 1, verschilt de hoogte van de sancties
aanzienlijk per lidstaat. Alle lidstaten hebben ten slotte de wettelijke
bevoegdheid om illegale producten in beslag te nemen en te verzoeken om
vernietiging daarvan. Tabel 1: Overzicht van de toepasselijke
sancties in de lidstaten in het geval van overtreding van het verbod op katten-
en hondenbont Sancties || Bandbreedte sancties Administratieve sanctie || Van 250 – 500 EUR tot 20 000 EUR Strafrechtelijke sanctie || Boetes van 1 500 EUR tot 40 000 EUR; gevangenisstraf van 4 maanden tot 3 jaar Bron: Antwoorden van de
lidstaten op de vragenlijst van de Commissie betreffende de tenuitvoerlegging
van het verbod 4.1.3. Bevoegde autoriteiten
verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging van het verbod Aangezien de controles hoofdzakelijk beoogden te
voorkomen dat katten- en hondenbont illegaal in de EU werd ingevoerd vanuit
derde landen, vormden de douaneautoriteiten of de douaneautoriteiten samen met
de veterinaire autoriteiten de voornaamste bevoegde autoriteiten die door de
lidstaten de verantwoordelijkheid kregen toegewezen voor de tenuitvoerlegging
van het verbod. De douaneautoriteiten waren verantwoordelijk voor
het opsporen van mogelijk illegale zendingen met handelsgoederen uit derde
landen die vermoedelijk katten- of hondenbont bevatten. De ervaring die zij op
andere gebieden hadden opgebouwd, was essentieel om risicotransporten vast te
stellen. In geval van verdenking voeren de douanediensten controles uit om deze
te bevestigen. De controleprocedure betreffende de invoer van katten- en
hondenbont werd daarom geïntegreerd in de algemene douaneprocedures die al op
risicoanalyse gebaseerde controles omvatten. Gezien het beperkte aantal
uitgevoerde controles is het niet waarschijnlijk dat de handhaving van het
verbod aanzienlijke lasten voor de douaneautoriteiten heeft meegebracht. In de gevallen waarbij de veterinaire autoriteiten
betrokken waren, waren deze voornamelijk verantwoordelijk voor de fysieke
inspectie van verdachte zendingen, het nemen van monsters en, waar nodig, voor
het opsturen van monsters voor analyse. In gevallen waarbij meerdere bevoegde autoriteiten
betrokken waren, hebben de meeste betrokken lidstaten maatregelen getroffen om
ervoor te zorgen dat deze autoriteiten met elkaar samenwerken en informatie
uitwisselen. 4.1.4. Opleidingen en procedures Op EU-niveau heeft de Commissie de
controlemaatregelen betreffende het verbod laten opnemen in TARIC, de online
Europese databank met douanetarieven[7]. TARIC is een meertalige databank die online
toegankelijk is voor ambtenaren en ondernemers, waarin met name maatregelen
betreffende in- en uitvoerbeperkingen zijn opgenomen. In 2009 werden op
EU-niveau een lijst met producten en een gecombineerde nomenclatuur (GN-codes)[8] van
goederen vastgesteld en in TARIC opgenomen waarvan werd vermoed dat deze katten-
en hondenbont bevatten. Diverse lidstaten wezen op het nut van TARIC voor
het vaststellen van mogelijk illegale zendingen. Eén lidstaat was echter van
mening dat de lijst met goederen en GN-codes waarvan vermoed werd dat zij
katten- of hondenbont bevatten te uitputtend was. Wanneer ambtenaren die controles uitvoeren naar de
invoer of uitvoer van bont een product of GN-code in TARIC invoeren die op de
bovengenoemde lijst vermeld staat, zal de databank aangeven dat geverifieerd
moet worden of de betreffende ondernemer een vakje heeft aangekruist op zijn
douaneaangifte om aan te geven dat het in- of uitgevoerde bont niet afkomstig
is van katten of honden, zoals vermeld in Verordening (EG) nr. 1523/2007. Naast TARIC hebben sommige lidstaten richtsnoeren
en informatie beschikbaar gesteld aan hun ambtenaren over de tenuitvoerlegging
van het verbod. Hierin was praktische informatie ten behoeve van de uitvoering
van de controles opgenomen, alsook informatie over de bepalingen van de
verordening en het nationale recht. Een voorbeeld van dit soort documenten kan
worden geraadpleegd via de volgende link: https://findok.bmf.gv.at/findok/targetSearchSubmit.do;jsessionid=9605F10870FC605A9F5E848516744BF5https://findok.bmf.gv.at/findok/targetSearchSubmit.do;jsessionid=9605F10870FC605A9F5E848516744BF5 4.1.5. Analysemethoden om de soort
vast te stellen waarvan bont afkomstig is Lidstaten hebben gebruikgemaakt van de volgende
analysemethoden om de soort vast te stellen waarvan bont afkomstig is: –
visuele herkenning; –
microscopische herkenning van haren; –
DNA-onderzoek (polymerase-kettingreactie, PCR); –
diersoortherkenning door middel van een MALDI-TOF
massa spectrometer (SIAM). De lijst met de methoden en laboratoria die in
iedere lidstaat zijn gebruikt, is opgenomen in bijlage I van dit verslag. De lidstaten maakten veelal gebruik van
microscopie, DNA-onderzoek en diersoortherkenning door middel van een MALDI-TOF
massa spectrometer. Elk van deze methoden heeft zijn voor- en nadelen,
afhankelijk van het soort monsters, de vereiste identificatiegraad, de
herhaalbaarheid en de kosten van de methode. Aan de hand van een microscopische haaranalyse
kan bepaald worden of het monster dierlijk of synthetisch bont bevat. Met een DNA-analyse kan worden vastgesteld
of het monster van een gedomesticeerde kat of hond is, alsook de soort waarvan
het bont afkomstig is, mits de benodigde soortspecifieke primers beschikbaar
zijn; een DNA-analyse is in staat monsters van gedomesticeerde honden te
onderscheiden van die van vossen, coyotes, jakhalzen en wasbeerhonden. Om
succesvol te zijn, is voor DNA-analyse een minimumhoeveelheid en –kwaliteit
geïsoleerd DNA vereist, dat soms moeilijk kan worden verkregen als het monster
afkomstig is van behandeld bont (bijv. geverfd). Bij diersoortherkenning aan de hand van een
MALDI-TOF massa spectrometer kan er een grotere verscheidenheid aan soorten
waarvan het bont afkomstig is worden geidentificeerd dan met DNA-onderzoek; met
deze methode kan de soort waarvan het bont afkomstig is zelfs worden
vastgesteld bij behandeld bont. Verdere gegevens over de verschillende
analysemethoden werd verstrekt tijdens de vergadering van belanghebbenden en
lidstaten die door de Commissie op 18 januari 2012 werd georganiseerd. Deze
informatie is beschikbaar via de volgende link: http://ec.europa.eu/food/animal/welfare/seminars/docs/methods_analysis_identifying_species_origin_fur_en.pdfhttp://ec.europa.eu/food/animal/welfare/seminars/docs/methods_analysis_identifying_species_origin_fur_en.pdf De kosten van de analysemethoden die gebruikt zijn
om katten- en hondenbont te herkennen, staat vermeld in de onderstaande tabel. Tabel 2:
Kosten van de analysemethoden om de soort vast te stellen
waarvan bont afkomstig is Methode || Kosten Microscopie || 30 – 60 € Diersoortherkenning door middel van MALDI-TOF massa spectrometer (SIAM) || 150 – 250 € DNA-analyse || 150 – 1075 € Bron: Antwoorden van de
lidstaten op de vragenlijst van de Commissie betreffende de tenuitvoerlegging
van het verbod De meeste lidstaten hebben een laboratorium op hun
grondgebied aangewezen waar hun ambtenaren monsters voor de identificatie van
katten- en hondenbont naartoe kunnen sturen. Diverse lidstaten hebben ervoor
gekozen of overwegen het monsteronderzoek uit te besteden aan een laboratorium
in een andere lidstaat vanwege het huidige gebrek aan deskundigheid van de
nationale laboratoria en het kleine aantal te onderzoeken monsters. 4.1.6. Verspreiding van informatie Zoals eerder vermeld, is TARIC, de databank met
douanetarieven, online toegankelijk voor ondernemers. Via TARIC kunnen
ondernemers toegang krijgen tot de verordening en erop worden gewezen dat
wanneer zij bont willen in- of uitvoeren, zij op hun douaneaangifte zullen
moeten aangeven dat de goederen die zij beogen in of uit te voeren geen katten-
of hondenbont bevatten. Daarnaast hebben diverse lidstaten informatie
verstrekt aan fabrikanten, importeurs en detailhandelaars, alsook aan
consumenten. Informatieve mededelingen zijn gepubliceerd in de publicatiebladen
of op de officiële websites van de lidstaten. 4.2. Resultaten van de controles De lidstaten hebben zich bij hun
controleactiviteiten geconcentreerd op de invoer. Deze controles werden
in de Unie bovendien aangevuld met inspecties, die vooral in winkels werden
uitgevoerd. Waar nodig werden er onderzoeksmonsters genomen om
de aanwezigheid van katten- of hondenbont te bevestigen. In geval van
overtreding werden er sancties opgelegd. In de onderstaande tabel wordt een overzicht
geboden van de door de lidstaten uitgevoerde controles en de resultaten
daarvan. De lidstaten hebben geen specifieke gegevens verstrekt over de
hoeveelheid aangetroffen katten- en hondenbont, noch over de toegepaste
sancties. Tabel 3:
Controles uitgevoerd ter voorkoming van de illegale invoer van
katten- en hondenbont voor handelsdoeleinden Jaar || Aantal gecontroleerde ingevoerde commerciële zendingen || Aantal ingevoerde commerciële zendingen waarvan onderzoeksmonsters zijn genomen || Aantal voor invoer geweigerde zendingen || Aantal in beslag genomen zendingen || Aantal vernietigde ingevoerde zendingen 2009 || 9687 || 0 || 1 || 0 || 0 2010 || 25275 || 5 || 2 || 67 || 0 Bron: Antwoorden van de
lidstaten op de vragenlijst van de Commissie betreffende de tenuitvoerlegging
van het verbod Tabel 4: Controles uitgevoerd naar het
illegaal in de handel brengen van
katten- en hondenbont op de EU-markt Jaar || Aantal controles uitgevoerd in de winkel en detailhandel || Aantal zendingen waarvan onderzoeks-monsters zijn genomen || Aantal commerciële zendingen die in winkels en detailhandels in beslag zijn genomen[9] || Aantal commerciële zendingen uit winkels en detailhandels die zijn vernietigd[10] || Aantal gerichte controles op verkoop via internet || Aantal gerichte controles op per post verstuurde pakketten 2009 || 119 || 46 || 66 || 56 || 0 || 0 2010 || 169 || 52 || 40 || 28 || 0 || 0 Bron: Antwoorden van de
lidstaten op de vragenlijst van de Commissie betreffende de tenuitvoerlegging
van het verbod Tabel 5:
Aantal geanalyseerde monsters Lidstaat || Aantal geanalyseerde monsters || 2009 || 2010 Oostenrijk || 1 || 10 Tsjechië || 0 || 1 Duitsland || 1 || Denemarken || 15 in 2009 en 2010 bij elkaar Finland || 0 || 2 Frankrijk || 46 (waarvan 17 overtredingen[11]) || 20 (alle monsters in orde) Italië || 20 Verenigd Koninkrijk || 0 || 3 Totaal || 119 Bron: Antwoorden van de
lidstaten op de vragenlijst van de Commissie betreffende de tenuitvoerlegging
van het verbod Het aantal controles
steeg in 2010 ten opzichte van 2009, evenals het aantal genomen en onderzochte
monsters. 2009 was het eerste jaar dat de verordening van kracht was. De
toepassingsgraad steeg in 2010 doordat de lidstaten tegen die tijd de nodige
maatregelen hadden getroffen om de controles op te zetten. Uit de door de lidstaten verstrekte informatie kan
worden opgemaakt dat de goederen waarvan door de lidstaten werd vastgesteld dat
zij mogelijk katten- of hondenbont bevatten voornamelijk jekkers en jassen,
sjaals, halsdoeken, sleutelringen en huiden waren. 5. Uitvoeringsproblemen Sommige
belanghebbenden waren van mening dat er niet genoeg controles werden uitgevoerd
op het in de handel brengen van katten- en hondenbont op de EU-markt, en met
name op de handel via internet. Ook werden de etiketteringsvereisten besproken in
het kader van de toekomstige Verordening (EG) nr. 1007/2011[12] in
verband met de etikettering van kleding die een kleine hoeveelheid bont bevat,
zoals door lidstaten verplicht is gesteld. Verordening (EG) nr. 1007/2011 schrijft voor
dat op het etiket of het merk van textielproducten wordt aangegeven of deze
niet uit textiel bestaande delen van dierlijke oorsprong bevatten om
consumenten de mogelijkheid te bieden geïnformeerde keuzes te maken. De etikettering of merking mag niet misleidend zijn. 6. Effect van de verordening Belangrijke
belanghebbenden wezen op het positieve effect van de verordening. Het verbod op
katten- en hondenbont wordt nu in alle lidstaten toegepast. De verordening
harmoniseert de regels en vereenvoudigt derhalve het werk van ondernemers die
bont of artikelen die bont bevatten op de EU-markt invoeren of in de handel
brengen. Bovendien had het verbod volgens de Europese vereniging van
pelsfokkers geen negatief effect op de bonthandel. Op grond van de meningen van belanghebbenden kan
ervan worden uitgegaan dat het verbod en de in de lidstaten uitgevoerde
controles ervoor zorgen dat het risico voor Europese consumenten om in een situaties
te komen waarin zij katten- of hondenbont kunnen kopen, zeer beperkt is. 7. Conclusie De lidstaten hebben een controlesysteem voor de
handhaving van het verbod opgezet. Zij hebben hiertoe voornamelijk controles op
het verbod opgenomen in hun bestaande controlesystemen door middel van de
volgende maatregelen: –
de wijziging van de nationale wetgeving om eerdere
nationale verbodsbepalingen betreffende katten- en hondenbont in te trekken en
sancties vast te stellen; –
aanwijzing van de bevoegde autoriteiten en de
verantwoordelijke ambtenaren; –
vaststelling van de analysemethoden en de
laboratoria die deze toepassen om, in geval van verdenking, te bepalen of het
bont afkomstig is van gedomesticeerde honden of katten; –
het aanbieden van opleidingen en het opstellen van
procedures om de ambtenaren die de controles uitvoeren te informeren; –
de verspreiding van informatie onder ondernemers en
het grote publiek. Het voornaamste doel van de controlesystemen is het
voorkomen van de illegale invoer voor handelsdoeleinden van katten- en
hondenbont in de Unie vanuit derde landen, aangezien het merendeel daar vandaan
komt. In 2009 en 2010 waren de controles in de lidstaten
derhalve vooral gericht op het voorkomen van illegale invoer. Dankzij de
rechtstreekse betrokkenheid van de douaneautoriteiten en het gebruik van TARIC,
de databank van de Commissie, door ondernemers en lidstaten kon het verbod op
illegale invoer op geharmoniseerde wijze worden gehandhaafd. In het algemeen had de toepassing van de
verordening een positief effect, omdat zij diverse nationale verboden die aan
de hand van verschillende procedures werden toegepast heeft vervangen, waardoor
het werk van ondernemers is vereenvoudigd. Daarnaast heeft het verbod volgens
belanghebbenden bijgedragen aan een beperking van het risico dat Europese
consumenten lopen om katten- of hondenbont of producten die dergelijk bont
bevatten, te kopen. BIJLAGE I:
Identificatiemethoden voor katten- en hondenbont die door lidstaten worden
gebruikt Nr. || Lidstaat || Toegepaste methode 1 || Oostenrijk || Microscopische haaranalyse + DNA-analyse is overwogen 2 || België || Geen informatie beschikbaar in het antwoord op de vragenlijst 3 || Bulgarije || Microscopische haaranalyse + MALDI-TOF 4 || Cyprus || MALDI-TOF 5 || Tsjechië || DNA-analyse 6 || Denemarken || DNA-analyse 7 || Estland || Visuele herkenning + microscopische haaranalyse 8 || Finland || Microscopische haaranalyse 9 || Frankrijk || Microscopische haaranalyse + DNA-analyse 10 || Duitsland || DNA-analyse + MALDI-TOF 11 || Griekenland || Vragenlijst niet beantwoord 12 || Hongarije || Microscopische haaranalyse + DNA-analyse 13 || Ierland || MALDI-TOF 14 || Italië || Visuele herkenning + microscopische haaranalyse + DNA-analyse + MALDI-TOF 15 || Letland || Microscopische haaranalyse 16 || Litouwen || Microscopische haaranalyse + DNA-analyse wordt overwogen 17 || Luxemburg || MALDI-TOF 18 || Malta || DNA-analyse 19 || Nederland || Microscopische haaranalyse + MALDI-TOF 20 || Polen || Visuele herkenning + DNA-analyse 21 || Portugal || Uitbesteding aan buitenlands laboratorium wordt overwogen 22 || Roemenië || MALDI-TOF 23 || Slowakije || Microscopische haaranalyse + DNA-analyse + MALDI-TOF 24 || Slovenië || Microscopische haaranalyse + DNA-analyse 25 || Spanje || Microscopische haaranalyse + DNA-analyse 26 || Zweden || DNA-analyse + MALDI-TOF 27 || Verenigd Koninkrijk || DNA-analyse Bron: Antwoorden van
de lidstaten op de vragenlijst van de Commissie betreffende de
tenuitvoerlegging van het verbod BIJLAGE II:
Lijst met geraadpleegde belanghebbenden Naam organisatie AEDT – Europese Vereniging van Textieldetaillisten COTANCE GAIA HSI Humane Society International IFTF, Internationale Bontfederatie Europese Vereniging van Pelsfokkers Euroleather UNIC (Vereniging van Italiaanse Lederfabrikanten) Fondation Brigitte Bardot IFAW, Internationaal Fonds voor Dierenwelzijn [1] Verordening
(EG) nr. 1523/2007 van 11 december 2007 houdende een verbod op het in de handel
brengen, de invoer naar en de uitvoer uit de Gemeenschap van katten- en
hondenbont en van producten die dergelijk bont bevatten; PB L 343 van 27.12.2007,
blz. 1. [2] Dit
verslag betreft de toepassing van de verordening in de periode 2009-2010. [3] Het
verbod verwijst naar “het verbod op katten- en hondenbont”. Dit geldt voor het
gehele document. [4] Alle
lidstaten hebben de vragenlijst beantwoord, behalve Griekenland. [5] De agenda
en de presentaties die tijdens de vergadering werden gehouden, kunnen worden
geraadpleegd via
http://ec.europa.eu/food/animal/welfare/seminars/docs/agenda_implementation_ban_cat_dog_fur_en.pdfhttp://ec.europa.eu/food/animal/welfare/seminars/docs/agenda_implementation_ban_cat_dog_fur_en.pdf [6] De lijst
van organisaties die de vergadering hebben bijgewoond staat in een bijlage bij
het verslag. [7] De
TARIC-databank is online toegankelijk via de volgende link:
http://ec.europa.eu/taxation_customs/customs/customs_duties/tariff_aspects/customs_tariff/index_en.htmhttp://ec.europa.eu/taxation_customs/customs/customs_duties/tariff_aspects/customs_tariff/index_en.htm [8] Wanneer
in de Unie aangifte wordt gedaan bij de douane, moeten goederen over het
algemeen worden ingedeeld op grond van de gecombineerde nomenclatuur of
GN-codes. Van in- en uitgevoerde goederen moet aangifte worden gedaan onder
vermelding van de onderverdeling van de nomenclatuur waar zij onder vallen. [9] Van de in
beslag genomen zendingen zijn er niet noodzakelijkerwijs onderzoeksmonsters
genomen, aangezien de overtreding kan zijn geconstateerd op andere gronden dan
een positieve uitslag van de analyse. [10] Van de
vernietigde zendingen zijn er niet noodzakelijkerwijs onderzoeksmonsters
genomen, aangezien de overtreding kan zijn geconstateerd op andere gronden dan
een positieve uitslag van de analyse. [11] Overtreding
wil zeggen een positieve uitslag van het onderzoek naar de aanwezigheid van
katten- of hondenbont. [12] Verordening
(EU) nr. 1007/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2011
betreffende textielvezelbenamingen en de desbetreffende etikettering en merking
van de vezelsamenstelling van textielproducten (PB L 272 van 18.10.2011, blz.
1-64).