EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52012PC0560
Proposal for a COUNCIL DECISION on the conclusion of the Agreement between the European Union and the Republic of Cape Verde on facilitating the issue of short-stay visas to citizens of the Republic of Cape Verde and of the European Union
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Kaapverdië inzake de versoepeling van de afgifte van visa voor kort verblijf aan de burgers van de Republiek Kaapverdië en van de Europese Unie
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Kaapverdië inzake de versoepeling van de afgifte van visa voor kort verblijf aan de burgers van de Republiek Kaapverdië en van de Europese Unie
/* COM/2012/0560 final - 2012/0271 (NLE) */
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Kaapverdië inzake de versoepeling van de afgifte van visa voor kort verblijf aan de burgers van de Republiek Kaapverdië en van de Europese Unie /* COM/2012/0560 final - 2012/0271 (NLE) */
TOELICHTING 1. Politieke en juridische achtergrond De betrekkingen tussen de Europese Unie en
Kaapverdië worden geregeld bij de gewijzigde partnerschapsovereenkomst van
Cotonou tussen de ACS-staten en de Europese Gemeenschap, die op 23 juni 2005
werd ondertekend. De gewijzigde overeenkomst is voor Kaapverdië op 1 juli 2008
in werking getreden. In de eerste jaren van de eenentwintigste eeuw
hebben de regering en het maatschappelijk middenveld van Kaapverdië
herhaaldelijk de wens geuit de betrekkingen met de Europese Unie te verdiepen
en uit te breiden. Op 24 oktober 2007 heeft de Commissie dan ook
een mededeling aan de Raad en het Europees Parlement goedgekeurd over de
toekomst van de betrekkingen tussen de EU en Kaapverdië, waarin zij vaststelt
dat er bijzondere en sterke historische betrekkingen tussen de twee partijen
bestaan, die zijn gebaseerd op nauwe banden op menselijk en cultureel vlak en
gemeenschappelijke sociaal-politieke waarden. Kaapverdië heeft dezelfde waarden
en beginselen op het gebied van democratie, behoorlijk bestuur, en eerbiediging
van de mensenrechten en de rechtsstaat hoog in het vaandel staan als de
Europese Unie. De normen en gebruiken die in dit land gangbaar zijn op het
gebied van goed bestuur bieden voldoende aanleiding om de betrekkingen met de
Europese Unie verder te ontwikkelen. De mededeling ging vergezeld van een
voorstel voor een actieplan. De Raad Algemene Zaken en Buitenlandse
Betrekkingen van 19 en 20 november 2007 toonde zich ingenomen met de conclusies
van de mededeling en met de ontwikkeling van een “speciaal partnerschap” tussen
de Unie en Kaapverdië en het actieplan ter uitvoering daarvan. Het
"speciaal partnerschap" moet leiden tot een intensievere dialoog,
beleidsconvergentie en samenwerking tussen beide partijen in nieuwe en
gevoelige sectoren, die verder gaan dan de traditionele verhouding tussen
kapitaalverschaffer en begunstigde binnen een kader van wederzijdse belangen. In het actieplan worden de volgende
prioriteiten gesteld: behoorlijk bestuur, veiligheid en stabiliteit, regionale
integratie, aanpassing en modernisering, convergentie op technisch en normatief
vlak, kennismaatschappij, ontwikkeling en armoedebestrijding. De geplande
maatregelen zijn bedoeld om de stabiliteit en de veiligheid te verhogen en hebben
onder andere betrekking op migratie. In het kader van het speciale partnerschap
tussen de Unie en Kaapverdië en op basis van de conclusies van de Raad van 10
december 2007 over mobiliteitspartnerschappen en circulaire migratie in het
kader van de totaalaanpak van migratie, is op 5 juni 2008 een
gemeenschappelijke verklaring over een partnerschap voor mobiliteit tussen de
Europese Unie en de Republiek Kaapverdië ondertekend, die op 28 juli 2008 is
gepresenteerd. In punt 5 en punt 12 van deze verklaring verbinden beide
partijen zich ertoe een dialoog aan te gaan over visa voor kort verblijf en
overname. Bovendien zegt de Commissie in punt 3, onder i), en punt 6, onder v),
van de bijlage bij de verklaring toe bij de Raad aanbevelingen in te dienen ter
verkrijging van onderhandelingsrichtsnoeren voor een
visumversoepelingsovereenkomst respectievelijk een overnameovereenkomst. Op basis daarvan heeft de Commissie op 14
november 2008 een aanbeveling bij de Raad ingediend om haar te machtigen
onderhandelingen met Kaapverdië te beginnen over een overeenkomst inzake de
versoepeling van de afgifte van visa voor kort verblijf aan burgers van de
Republiek Kaapverdië en van de Europese Unie, en over een overnameovereenkomst. Nadat de Raad op 4 juni 2009 de machtiging had
verleend, zijn op 13 juli 2009 in Brussel de onderhandelingen begonnen over een
overeenkomst inzake de versoepeling van de afgifte van visa voor kort verblijf
aan de burgers van de Republiek Kaapverdië en van de Europese Unie. Daarna
volgde een tweede onderhandelingsronde op 22 november 2011. Tevens zijn vier
technische bijeenkomsten gehouden: op 4 en 5 februari 2010 in Praia en op 12
oktober 2010 en 30 mei en 13 september 2011 in Brussel. In april 2012 zijn de
onderhandelingen afgerond. De definitieve tekst van de overeenkomst is op
24 april 2012 in Brussel geparafeerd in aanwezigheid van de voorzitter van de
Europese Commissie José Manuel Barroso en de minister-president van Kaapverdië
José Maria Neves. De lidstaten zijn gedurende alle fasen van de
onderhandelingen regelmatig op de hoogte gehouden en geraadpleegd in de
desbetreffende werkgroepen van de Raad. Voor de Unie is artikel 77, lid 2, onder a),
juncto artikel 218 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
(VWEU) de rechtsgrondslag voor de overeenkomst. De Commissie heeft de overeenkomst ondertekend
op … . Overeenkomstig artikel 218, lid 6, onder a), VWEU, heeft het Europees
Parlement de sluiting van de overeenkomst goedgekeurd op … Het bijgevoegde
voorstel is het juridische instrument voor de sluiting van de overeenkomst. De
Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen. Het voorgestelde besluit betreffende de
sluiting van de overeenkomst bevat de noodzakelijke interne regelingen voor de
praktische toepassing van de overeenkomst. Met name wordt er in bepaald dat de
Commissie, die wordt bijgestaan door deskundigen van de lidstaten, de Unie
vertegenwoordigt in het Gemengd Comité dat bij artikel 10 van de overeenkomst
wordt ingesteld. Krachtens artikel 10, lid 4, van de overeenkomst stelt het
gemengd comité zijn eigen reglement van orde vast. Daarbij zal het standpunt
van de Unie worden bepaald door de Commissie, na raadpleging van een door de
Raad aangewezen bijzonder comité. Ten aanzien van de andere door het Gemengd
Comité te nemen besluiten wordt het standpunt van de Unie bepaald
overeenkomstig de toepasselijke Verdragsbepalingen. 2. Resultaat van de onderhandelingen De Commissie is van oordeel dat de door de
Raad in zijn onderhandelingsrichtsnoeren vastgestelde doelstellingen zijn
bereikt en dat de ontwerp-overeenkomst aanvaardbaar is voor de Unie. De overeenkomst houdt uiteindelijk het
volgende in: - de criteria voor de afgifte van
een meervoudig visum zijn vereenvoudigd voor de volgende categorieën personen: a) aan leden van nationale en regionale
regeringen en parlementen, van het grondwettelijk hof en de hoogste
rechterlijke instantie en van de rekenkamer, permanente leden van officiële
delegaties, zakenlieden en vertegenwoordigers van bedrijfsorganisaties,
echtgenoten, kinderen die jonger zijn dan 21 jaar of ten laste komen van de
aanvrager, en ouders van Kaapverdische of Europese burgers die legaal op het
grondgebied van de andere partij, of in Kaapverdië respectievelijk de lidstaat
waarvan zij de nationaliteit hebben, verblijven, worden in principe meervoudige
visa met een geldigheidsduur van vijf jaar verstrekt. Meervoudige visa met een
kortere geldigheidsduur worden alleen verstrekt indien dit noodzakelijk is
vanwege de vervaldatum van een reisdocument of wanneer de noodzaak of de
bedoeling om frequent of regelmatig te reizen kennelijk slechts voor een
kortere periode geldt; b) aan vertegenwoordigers van maatschappelijke
organisaties, beoefenaars van vrije beroepen, deelnemers aan wetenschappelijke,
culturele en artistieke activiteiten, deelnemers aan internationale
sportevenementen en personen die hen beroepshalve vergezellen, journalisten en
geaccrediteerde personen die hen beroepshalve vergezellen, scholieren,
studenten, en begeleidende docenten, vertegenwoordigers van in Kaapverdië of in
de lidstaten erkende religieuze gemeenschappen, personen die om medische
redenen regelmatig naar de lidstaten of naar Kaapverdië moeten reizen,
deelnemers aan officiële uitwisselingsprogramma's van zustersteden of
gemeenten, en leden van officiële delegaties worden in principe meervoudige
visa met een geldigheidsduur van een jaar verstrekt. Meervoudige visa met een
kortere geldigheidsduur worden alleen verstrekt indien dit noodzakelijk is
vanwege de vervaldatum van een reisdocument of wanneer de noodzaak of de
bedoeling om frequent of regelmatig te reizen kennelijk slechts voor een
kortere periode geldt. Meervoudige visa met een geldigheidsduur van ten minste
twee en ten hoogste vijf jaar worden alleen verstrekt indien de aanvrager
gedurende de twee jaren voorafgaand aan de aanvraag correct gebruik heeft
gemaakt van een meervoudig visum van een jaar en de noodzaak of de bedoeling om
frequent of regelmatig te reizen niet kennelijk slechts voor een kortere
periode geldt; - bepaalde categorieën personen
worden vrijgesteld van de visumleges: leden van officiële delegaties, kinderen
van jonger dan twaalf jaar, scholieren, studenten, onderzoekers en jongeren die
deelnemen aan door non-profitorganisaties georganiseerde studiebijeenkomsten, conferenties
of sportieve, culturele of educatieve evenementen en die 25 jaar of jonger
zijn; - externe dienstverleners waarmee
Kaapverdië of een lidstaat samenwerkt bij het afgeven van visa kunnen maximaal
30 EUR aan dienstverleningskosten in rekening brengen; voor alle aanvragers
blijft echter de mogelijkheid bestaan om hun aanvraag rechtstreeks bij het
consulaat in te dienen; - het visum van Kaapverdische of
Europese burgers die door overmacht niet in staat zijn het grondgebied van de
lidstaten respectievelijk Kaapverdië te verlaten binnen de in hun visum
vastgestelde termijn, wordt kosteloos verlengd; - Kaapverdische en Europese burgers
die houder zijn van een diplomatiek paspoort of een dienstpaspoort worden
vrijgesteld van de visumplicht voor kort verblijf. Een gemeenschappelijke
verklaring bepaalt dat elk van de partijen de bepaling inzake de
visumvrijstelling voor houders van een diplomatiek paspoort of een
dienstpaspoort kan opschorten (artikel 8) indien de andere partij misbruik
maakt van deze bepaling of de toepassing ervan een bedreiging vormt voor de
openbare veiligheid. In de verklaring verbinden Kaapverdië en de Europese Unie
zich er tevens toe prioriteit te geven aan het goed beveiligen van diplomatieke
paspoorten en dienstpaspoorten, in het bijzonder met behulp van biometrische
identificatiemiddelen; - Kaapverdische en Europese burgers
die hun identiteitsbewijs hebben verloren of van wie het identiteitsbewijs is
gestolen tijdens hun verblijf op het grondgebied van het gastland kunnen dat
grondgebied zonder visum of een andere machtiging verlaten met een geldig
identiteitsbewijs; - op uitdrukkelijk verzoek van
Kaapverdië zijn geen bepalingen opgenomen betreffende de vereenvoudiging ten
aanzien van de over te leggen documenten betreffende het doel van de reis; - er wordt een gemengd comité voor
het beheer van de overeenkomst opgericht; - bepalingen betreffende de
inwerkingtreding, de duur, de wijziging, de opschorting en de opzegging van de
overeenkomst; omdat de overeenkomst inzake de versoepeling van de afgifte van
visa voor kort verblijf en de overnameovereenkomst onderling verband houden,
moeten beide overeenkomsten tegelijkertijd in werking treden; - een protocol waarin wordt
vastgesteld dat overeenkomstig Beschikking nr. 582/2008/EG van het Europees
Parlement en de Raad van 17 juni 2008[1]
geharmoniseerde maatregelen zijn genomen om de doorreis van houders van
Schengenvisa en -verblijfstitels over het grondgebied van de lidstaten die het
Schengenacquis nog niet volledig toepassen, te vereenvoudigen; - een gemeenschappelijke verklaring
betreffende de harmonisatie van de informatie over de procedures voor de
afgifte van visa voor kort verblijf en over de documenten die moeten worden
overgelegd bij het aanvragen van een visum voor kort verblijf; - een gemeenschappelijke verklaring
over de samenwerking op het gebied van reisdocumenten en de regelmatige
uitwisseling van informatie over de beveiliging van reisdocumenten; - de specifieke situatie van
Denemarken, het Verenigd Koninkrijk en Ierland wordt belicht in de overwegingen
en in twee gemeenschappelijke verklaringen die aan de overeenkomst zijn
gehecht. Ook de nauwe betrokkenheid van Noorwegen, IJsland, Zwitserland en
Liechtenstein bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het
Schengenacquis komt tot uiting in een aan de overeenkomst gehechte
gemeenschappelijke verklaring. 3. Conclusie Rekening houdend met de hierboven beschreven
resultaten, stelt de Commissie voor dat de Raad: - na de goedkeuring van het Europees
Parlement te hebben verkregen, de bijgevoegde overeenkomst tussen de Europese
Unie en Kaapverdië inzake de versoepeling van de afgifte van visa voor kort
verblijf aan de burgers van de Republiek Kaapverdië en van de Europese Unie
goedkeurt. 2012/0271 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van de Overeenkomst
tussen de Europese Unie en de Republiek Kaapverdië inzake de versoepeling van
de afgifte van visa voor kort verblijf aan de burgers van de Republiek
Kaapverdië en van de Europese Unie DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 77, lid 2, onder a),
juncto artikel 218, lid 6, onder a), Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Gezien de goedkeuring door het Europees
Parlement[2], Overwegende hetgeen volgt: (1) Overeenkomstig Besluit
2012/XXX van de Raad van […][3]
is de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Kaapverdië inzake de
versoepeling van de afgifte van visa voor kort verblijf aan de burgers van de
Republiek Kaapverdië en van de Europese Unie (hierna “de overeenkomst” genoemd)
door de Commissie ondertekend op […], onder voorbehoud van de sluiting ervan op
een latere datum. (2) De overeenkomst dient te
worden gesloten. (3) Bij de overeenkomst wordt een
Gemengd Comité opgericht, dat zijn reglement van orde kan vaststellen. Er dient
een vereenvoudigde procedure te worden gevolgd voor de vaststelling van het
standpunt van de Europese Unie. (4) Dit besluit houdt een
ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan het Verenigd
Koninkrijk niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2000/365/EG van de Raad van
29 mei 2000 betreffende het verzoek van het Verenigd Koninkrijk van
Groot-Brittannië en Noord-Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de
bepalingen van het Schengenacquis[4];
het Verenigd Koninkrijk neemt derhalve niet deel aan de aanneming van dit
besluit, en dit besluit is dan ook niet bindend voor, noch van toepassing op
deze lidstaat. (5) Dit besluit houdt een
ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet
deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad van
28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen
nemen aan bepalingen van het Schengenacquis[5];
Ierland neemt derhalve niet deel aan de aanneming van dit besluit, en dit
besluit is dan ook niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat. (6) Overeenkomstig de
artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van
Denemarken, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag
betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, neemt Denemarken niet
deel aan de aanneming van dit besluit en is dit niet bindend voor, noch van
toepassing op deze lidstaat, HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1 De Overeenkomst tussen de Europese Unie en de
Republiek Kaapverdië inzake de versoepeling van de afgifte van visa voor kort
verblijf aan de burgers van de Republiek Kaapverdië en van de Europese Unie
wordt namens de Europese Unie goedgekeurd. De tekst van de overeenkomst is aan dit
besluit gehecht. Artikel 2 De voorzitter
van de Raad wijst de persoon aan die gemachtigd is om namens de Europese Unie
de in artikel 12, lid 1, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving te
doen, waarmee de instemming van de Europese Unie om door de overeenkomst
gebonden te zijn tot uiting wordt gebracht[6]. Artikel 3 De Commissie,
bijgestaan door deskundigen uit de lidstaten, vertegenwoordigt de Unie in het
bij artikel 10 van de overeenkomst ingestelde Gemengd Comité. Artikel 4 Het standpunt
dat de Unie in het Gemengd Comité inneemt met betrekking tot de vaststelling
van het reglement van orde van het comité overeenkomstig artikel 10, lid 4, van
de overeenkomst, wordt bepaald door de Commissie, na raadpleging van een door
de Raad ingesteld bijzonder comité. Artikel 5 Dit besluit
treedt in werking op de dag van de goedkeuring ervan. Gedaan te Brussel, Voor
de Raad De
voorzitter BIJLAGE OVEREENKOMST tussen de
Europese Unie en de Republiek Kaapverdië inzake
de versoepeling van de afgifte van visa voor kort verblijf aan
de burgers van de Republiek Kaapverdië en van de Europese Unie DE EUROPESE UNIE, hierna "de Unie"
genoemd, en DE REPUBLIEK KAAPVERDIË, hierna
"Kaapverdië" genoemd, hierna de "partijen" genoemd, Geleid door de wens om in het belang van een
gestage ontwikkeling van de economische, humanitaire, culturele,
wetenschappelijke en andere banden de contacten tussen mensen te
vergemakkelijken door de afgifte van visa aan hun burgers op basis van
wederkerigheid te versoepelen, Gezien de gemeenschappelijke verklaring van 5
juni 2008 over een partnerschap voor mobiliteit tussen de Europese Unie en de
Republiek Kaapverdië, volgens welke de partijen een dialoog tot stand zullen
brengen over de kwesties omtrent visa voor kort verblijf teneinde de mobiliteit
van bepaalde categorieën personen te verbeteren, Indachtig de partnerschapsovereenkomst van
Cotonou en het speciale partnerschap tussen de Europese Unie en Kaapverdië,
waaraan de Raad van de Europese Unie op 19 november 2007 zijn goedkeuring heeft
gehecht, Erkennend dat visumversoepeling niet mag
leiden tot illegale migratie, en bijzondere aandacht bestedend aan veiligheid
en overname, Rekening houdend met het Protocol betreffende
de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van
vrijheid, veiligheid en recht, dat is gehecht aan het Verdrag betreffende de
Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en
bevestigend dat de bepalingen van deze overeenkomst niet van toepassing zijn op
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland noch op Ierland, Rekening houdend met het Protocol betreffende
de positie van Denemarken, dat is gehecht aan het Verdrag betreffende de
Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en
bevestigend dat de bepalingen van deze overeenkomst niet van toepassing zijn op
het Koninkrijk Denemarken, ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN: Artikel
1 Doel
en werkingssfeer Deze overeenkomst is bedoeld om op basis van
wederkerigheid de afgifte van visa voor een voorgenomen verblijf van ten
hoogste 90 dagen per periode van 180 dagen aan burgers van Kaapverdië en van de
Europese Unie te versoepelen. Artikel
2 Algemene
bepaling 1. De bij deze overeenkomst geregelde
soepeler afgifte van visa geldt voor burgers van Kaapverdië en van de Europese
Unie voor zover zij niet zijn vrijgesteld van de visumplicht op grond van de
wet- en regelgeving van de Unie, de lidstaten, of Kaapverdië, deze overeenkomst
of andere internationale overeenkomsten. 2. Op kwesties die niet onder de
bepalingen van deze overeenkomst vallen, zoals de weigering om een visum af te
geven, de erkenning van reisdocumenten, het bewijs van voldoende
bestaansmiddelen, inreisverboden en uitzettingsmaatregelen, is de nationale
wetgeving van Kaapverdië, de nationale wetgeving van de lidstaten of het recht
van de Unie van toepassing. Artikel
3 Definities In deze overeenkomst wordt verstaan onder: a) "lidstaat": elke
lidstaat van de Europese Unie, met uitzondering van het Koninkrijk Denemarken,
Ierland en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland; b) "burger van de Europese
Unie": een onderdaan van een lidstaat als bedoeld onder a); c) “burger van Kaapverdië”: een
persoon die de nationaliteit van Kaapverdië bezit; d) "visum": een
machtiging of beslissing van een lidstaat of van Kaapverdië die nodig is voor
een doorreis over of een voorgenomen verblijf van ten hoogste 90 dagen in
totaal in die lidstaat of in verscheidene lidstaten of in Kaapverdië; e) "legaal verblijvende persoon": voor de Europese Unie: een burger van
Kaapverdië die op grond van de nationale wetgeving of het recht van de Unie
gemachtigd is of toestemming heeft om meer dan 90 dagen op het grondgebied van
een lidstaat te verblijven, voor Kaapverdië : een burger van de
Europese Unie in de zin van punt b), die over een verblijfstitel naar nationaal
recht beschikt. Artikel
4 Afgifte
van meervoudige visa 1. De diplomatieke en consulaire
beroepsposten van de lidstaten en van Kaapverdië verstrekken meervoudige visa
met een geldigheidsduur van vijf jaar aan de volgende categorieën personen: a) leden van nationale en
regionale regeringen en parlementen, het grondwettelijk hof en de hoogste
rechterlijke instantie, en de rekenkamer, in de uitoefening van hun functie,
indien zij bij deze overeenkomst niet zijn vrijgesteld van de visumplicht; b) permanente leden van officiële delegaties
van Kaapverdië, de lidstaten of de Europese Unie die op officiële uitnodiging
deelnemen aan bijeenkomsten, overlegrondes, onderhandelingen of
uitwisselingsprogramma's of aan evenementen die door intergouvernementele
organisaties op het grondgebied van de lidstaten of van Kaapverdië worden
gehouden; c) zakenlieden en vertegenwoordigers van
bedrijfsorganisaties die regelmatig naar de lidstaten of naar Kaapverdië
reizen; d) echtgenoten, kinderen (inclusief
adoptiekinderen) die jonger zijn dan 21 jaar of ten laste komen van de
aanvrager, en ouders die op bezoek gaan bij respectievelijk: - burgers van Kaapverdië die legaal in een
lidstaat verblijven of burgers van de Europese Unie die legaal in Kaapverdië
verblijven, of - burgers van de Europese Unie die in de
lidstaat verblijven waarvan zij de nationaliteit hebben, of burgers van
Kaapverdië die in Kaapverdië verblijven. Indien de noodzaak of de bedoeling om frequent
of regelmatig te reizen echter kennelijk slechts voor een kortere periode
geldt, blijft de geldigheidsduur van het meervoudig visum beperkt tot die
kortere periode, met name wanneer - het mandaat van de onder a) bedoelde
personen, - de status van permanent lid van een
officiële delegatie van de onder b) bedoelde personen, - de status van zakenman of -vrouw of
vertegenwoordiger van een bedrijfsorganisatie van de onder c) bedoelde
personen, of - de verblijfsvergunning van de onder d) bedoelde
burgers van Kaapverdië die in een lidstaat verblijven en burgers van de
Europese Unie die in Kaapverdië verblijven, binnen vijf jaar verloopt of vervalt. 2. De diplomatieke en consulaire
beroepsposten van de lidstaten en van Kaapverdië verstrekken meervoudige visa
met een geldigheidsduur van een jaar aan de volgende categorieën personen, mits
deze in het voorafgaande jaar ten minste één visum hebben verkregen waarvan zij
gebruik hebben gemaakt overeenkomstig de wetgeving inzake inreis en verblijf in
de bezochte staat: a) vertegenwoordigers van maatschappelijke
organisaties die regelmatig naar de lidstaten of naar Kaapverdië reizen in
verband met een opleiding, studiebijeenkomsten of conferenties, bijvoorbeeld in
het kader van uitwisselingsprogramma's; b) beoefenaars van vrije beroepen die
deelnemen aan internationale tentoonstellingen, conferenties, symposia,
studiebijeenkomsten of vergelijkbare evenementen die regelmatig naar de
lidstaten of naar Kaapverdië reizen; c) deelnemers aan wetenschappelijke, culturele
en artistieke activiteiten, inclusief universitaire en andere
uitwisselingsprogramma's, die regelmatig naar de lidstaten of naar Kaapverdië
reizen; d) deelnemers aan internationale
sportevenementen en personen die hen beroepshalve vergezellen; e) journalisten en geaccrediteerde personen
die hen beroepshalve vergezellen; f) scholieren, studenten, postdoctoraal
studenten en begeleidende docenten die reizen voor studie- of
opleidingsdoeleinden, bijvoorbeeld in het kader van uitwisselingsprogramma's en
andere schoolgerelateerde activiteiten; g) vertegenwoordigers van in Kaapverdië of in
de lidstaten erkende religieuze gemeenschappen die regelmatig naar de lidstaten
respectievelijk naar Kaapverdië reizen; h) personen die regelmatig om medische redenen
naar de lidstaten of naar Kaapverdië reizen; i) deelnemers aan officiële
uitwisselingsprogramma's van zustersteden of gemeenten, j) leden van officiële delegaties van
Kaapverdië, de lidstaten of de Europese Unie die op officiële uitnodiging
regelmatig deelnemen aan bijeenkomsten, overlegrondes, onderhandelingen of
uitwisselingsprogramma's of aan evenementen die door intergouvernementele
organisaties op het grondgebied van de lidstaten of van Kaapverdië worden
gehouden. Indien de noodzaak of de bedoeling om frequent
of regelmatig te reizen echter kennelijk slechts voor een kortere periode
geldt, blijft de geldigheidsduur van het meervoudig visum beperkt tot die
kortere periode. 3. De diplomatieke en consulaire
beroepsposten van de lidstaten en van Kaapverdië verstrekken de in lid 2
bedoelde personen meervoudige visa met een geldigheidsduur van ten minste twee
en ten hoogste vijf jaar, mits deze personen in de voorafgaande twee jaar
overeenkomstig de wetgeving inzake inreis en verblijf in de bezochte staat gebruik
hebben gemaakt van het meervoudig visum voor één jaar. Indien de noodzaak of de bedoeling om frequent
of regelmatig te reizen echter kennelijk slechts voor een kortere periode
geldt, blijft de geldigheidsduur van het meervoudig visum beperkt tot die kortere
periode. 4. De in de leden 1 tot en met 3
bedoelde personen mogen in totaal ten hoogste 90 dagen per periode van 180
dagen op het grondgebied van de lidstaten of van Kaapverdië verblijven. Artikel
5 Visumleges
en dienstverleningskosten 1. Onverminderd lid 2, brengen de
lidstaten en Kaapverdië geen visumleges in rekening aan de volgende categorieën
personen: a) leden van officiële delegaties van
Kaapverdië, de lidstaten of de Europese Unie die op officiële uitnodiging
deelnemen aan bijeenkomsten, overlegrondes, onderhandelingen of
uitwisselingsprogramma's of aan evenementen die door intergouvernementele
organisaties op het grondgebied van de lidstaten of van Kaapverdië worden
gehouden; b) kinderen jonger dan twaalf jaar; c) scholieren, studenten, postacademische
studenten en begeleidende docenten als het doel van hun verblijf studie of
opleiding is; d) onderzoekers als het doel van het verblijf
wetenschappelijk onderzoek is; e) deelnemers aan door non-profitorganisaties
georganiseerde studiebijeenkomsten, conferenties, sportieve, culturele of
educatieve evenementen die 25 jaar of jonger zijn. 2. Wanneer de lidstaten of Kaapverdië
gebruikmaken van een externe dienstverlener mogen dienstverleningskosten in
rekening worden gebracht. De dienstverleningskosten staan in verhouding tot de
kosten die de externe dienstverlener moet maken voor het uitvoeren van zijn
taken en mogen ten hoogste 30 EUR bedragen. Kaapverdië en de betrokken lidstaat
of lidstaten behouden voor alle aanvragers de mogelijkheid rechtstreeks een
aanvraag in te dienen bij hun consulaat. Artikel
6 Vertrek
in geval van verloren of gestolen documenten Burgers van Kaapverdië en van de Europese Unie
die hun identiteitsbewijs hebben verloren of van wie het identiteitsbewijs is
gestolen tijdens hun verblijf op het grondgebied van de lidstaten
respectievelijk Kaapverdië, kunnen dat grondgebied zonder visum of een andere
machtiging verlaten met een geldig identiteitsbewijs waarmee de grens mag
worden overschreden en dat is afgegeven door een diplomatieke of consulaire
beroepspost van Kaapverdië of de lidstaten. Artikel
7 Verlenging
van het visum in buitengewone omstandigheden Van burgers van Kaapverdië en van de Europese
Unie die door overmacht niet in staat zijn het grondgebied van de lidstaten
respectievelijk Kaapverdië binnen de in hun visum vermelde termijn te verlaten,
wordt het visum kosteloos volgens de wetgeving van het gastland verlengd voor
de periode die nodig is tot hun terugkeer naar hun eigen land. Artikel
8 Diplomatieke
paspoorten en dienstpaspoorten 1. Burgers van Kaapverdië en van de
lidstaten die houder zijn van een geldig diplomatiek paspoort of een geldig
dienstpaspoort hebben geen visum nodig voor een inreis in, een uitreis uit of
een doorreis over het grondgebied van de lidstaten respectievelijk Kaapverdië. 2. De in lid 1 bedoelde personen mogen
ten hoogste 90 dagen per periode van 180 dagen op het grondgebied van de
lidstaten of van Kaapverdië verblijven. Artikel
9 Territoriale
geldigheid van het visum Onverminderd nationale veiligheidsregels en
-voorschriften van de lidstaten en Kaapverdië en onverminderd de Europese
regels inzake visa met een beperkte territoriale geldigheid, hebben de burgers
van Kaapverdië en van de Europese Unie het recht om volgens dezelfde
voorwaarden als de EU-burgers en de burgers van Kaapverdië op het grondgebied
van de lidstaten respectievelijk Kaapverdië te reizen. Artikel
10 Gemengd
Comité voor het beheer van de overeenkomst 1. De partijen richten een Gemengd
Comité voor het beheer van de overeenkomst op (hierna "het comité"
genoemd) dat bestaat uit vertegenwoordigers van de Europese Unie en van
Kaapverdië. De Unie wordt vertegenwoordigd door de Commissie, die wordt
bijgestaan door deskundigen van de lidstaten. 2. Het comité heeft met name de
volgende taken: a) toezien op de toepassing van deze
overeenkomst; b) wijzigingen van of toevoegingen aan
deze overeenkomst voorstellen; c) geschillen beslechten die
voortvloeien uit de interpretatie of de toepassing van de bepalingen van deze
overeenkomst. 3. Het comité komt zo vaak als nodig
is op verzoek van een van de overeenkomstsluitende partijen bijeen, maar ten
minste eens per jaar. 4. Het comité stelt zijn reglement van
orde vast. Artikel
11 Verband
tussen deze overeenkomst en bilaterale overeenkomsten
tussen de lidstaten en Kaapverdië Zodra deze overeenkomst in werking treedt,
heeft zij voorrang op de bepalingen van bilaterale of multilaterale
overeenkomsten of regelingen die zijn gesloten tussen afzonderlijke lidstaten
en Kaapverdië, voor zover de bepalingen daarvan betrekking hebben op
aangelegenheden die bij deze overeenkomst worden geregeld. Artikel
12 Slotbepalingen 1. Deze overeenkomst wordt door de
partijen volgens hun eigen procedures geratificeerd of goedgekeurd en treedt in
werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum waarop de
partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de hierboven bedoelde procedures
zijn voltooid. 2. In afwijking van lid 1 treedt deze
overeenkomst pas in werking op de datum van de inwerkingtreding van de overnameovereenkomst
tussen de Europese Unie en Kaapverdië indien dit later is dan de in lid 1
bedoelde datum. 3. De overeenkomst wordt voor
onbepaalde tijd gesloten, tenzij zij wordt opgezegd in overeenstemming met lid
6 van dit artikel. 4. Deze overeenkomst kan met
wederzijdse schriftelijke instemming van de partijen worden gewijzigd.
Wijzigingen treden in werking nadat de partijen elkaar in kennis hebben gesteld
van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures. 5. Elk van beide partijen kan deze
overeenkomst geheel of gedeeltelijk opschorten in verband met de openbare orde,
de bescherming van de nationale veiligheid of de bescherming van de
volksgezondheid. Het besluit tot opschorting wordt uiterlijk 48 uur vóór
de inwerkingtreding ervan meegedeeld aan de andere partij. De partij die de
overeenkomst heeft opgeschort, stelt de andere partij in kennis van het feit
dat de redenen voor de opschorting zijn vervallen zodra dit het geval is. 6. Elk van beide partijen kan deze
overeenkomst opzeggen door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de
andere partij. Deze overeenkomst vervalt 90 dagen na ontvangst van deze
kennisgeving. Gedaan te Brussel in tweevoud, op 24 april
2012, in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de
Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de
Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense,
de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, waarbij alle
teksten gelijkelijk authentiek zijn. Voor de Europese Unie || Voor de Republiek Kaapverdië PROTOCOL
BIJ DE OVEREENKOMST BETREFFENDE DE LIDSTATEN DIE HET SCHENGENACQUIS NIET
VOLLEDIG TOEPASSEN De lidstaten die gebonden zijn door het
Schengenacquis maar nog geen Schengenvisa afgeven omdat zij in afwachting zijn
van het daarvoor benodigde besluit van de Raad, verstrekken nationale visa die
alleen geldig zijn op hun eigen grondgebied. Overeenkomstig Beschikking nr. 582/2008/EG van
het Europees Parlement en de Raad zijn geharmoniseerde maatregelen genomen om
de doorreis van houders van Schengenvisa en -verblijfstitels over het
grondgebied van de lidstaten die het Schengenacquis nog niet volledig
toepassen, te vereenvoudigen. GEMEENSCHAPPELIJKE
VERKLARING BETREFFENDE ARTIKEL 8 OVER DIPLOMATIEKE PASPOORTEN EN
DIENSTPASPOORTEN Elk van beide partijen kan de overeenkomst
volgens de procedure van artikel 12, lid 5, gedeeltelijk opschorten, met name
artikel 8, indien de toepassing van artikel 8 wordt misbruikt door de andere
partij of tot een bedreiging van de openbare veiligheid leidt. Indien de toepassing van artikel 8 wordt
opgeschort, voeren de partijen in het kader van het bij de overeenkomst
opgerichte comité overleg om de problemen die tot de opschorting hebben geleid,
op te lossen. Beide partijen verklaren prioriteit te geven
aan het goed beveiligen van diplomatieke paspoorten en dienstpaspoorten, in het
bijzonder met behulp van biometrische identificatiemiddelen. Wat de Europese
Unie betreft, zal dit worden gedaan overeenkomstig de voorschriften van Verordening (EG) nr. 2252/2004. GEMEENSCHAPPELIJKE
VERKLARING BETREFFENDE DE HARMONISATIE VAN INFORMATIE OVER PROCEDURES VOOR DE
AFGIFTE VAN VISA VOOR KORT VERBLIJF EN OVER DE DOCUMENTEN DIE MOETEN WORDEN
OVERGELEGD BIJ HET AANVRAGEN VAN EEN VISUM VOOR KORT VERBLIJF De partijen bij de overeenkomst erkennen het
belang van transparantie voor visumaanvragers en zijn van mening dat passende
maatregelen moeten worden getroffen: - in algemene zin, om voor
visumaanvragers basisinformatie te verzorgen over de procedures en voorwaarden
voor het aanvragen van een visum, de soorten visa en de geldigheid van
verstrekte visa; - door elke partij, om een lijst van
minimumvereisten op te stellen zodat visumaanvragers samenhangende en
gelijkluidende basisinformatie krijgen en in principe dezelfde bewijsstukken
moeten overleggen. De hierboven bedoelde informatie moet op grote
schaal worden verspreid (via informatieborden van consulaten, folders,
websites, enz.). GEMEENSCHAPPELIJKE
VERKLARING BETREFFENDE HET KONINKRIJK DENEMARKEN De partijen nemen er nota van dat deze
overeenkomst niet van toepassing is op de procedures voor de afgifte van visa
door de diplomatieke en consulaire beroepsposten van het Koninkrijk Denemarken.
Daarom is het wenselijk dat de autoriteiten
van het Koninkrijk Denemarken en van Kaapverdië onverwijld een bilaterale
overeenkomst sluiten over de versoepeling van de afgifte van visa voor kort
verblijf, die vergelijkbaar is met de overeenkomst tussen de Europese Unie en
Kaapverdië. GEMEENSCHAPPELIJKE
VERKLARING BETREFFENDE HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN
NOORD-IERLAND EN IERLAND De partijen nemen er nota van dat deze
overeenkomst niet van toepassing is op het grondgebied van het Verenigd
Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, noch op het grondgebied van
Ierland. Daarom is het wenselijk dat de autoriteiten
van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, van Ierland
en van Kaapverdië bilaterale overeenkomsten sluiten over de versoepeling van de
afgifte van visa. GEMEENSCHAPPELIJKE
VERKLARING BETREFFENDE DE REPUBLIEK IJSLAND, HET KONINKRIJK NOORWEGEN, DE
ZWITSERSE BONDSSTAAT EN LIECHTENSTEIN De partijen nemen nota van de nauwe
betrekkingen tussen de Europese Unie, enerzijds, en de Republiek IJsland, het
Koninkrijk Noorwegen, de Zwitserse bondsstaat en Liechtenstein anderzijds, die
met name voortvloeien uit de overeenkomsten van 18 mei 1999 en 26 oktober 2004
inzake de betrokkenheid van deze staten bij de uivoering, de toepassing en de
ontwikkeling van het Schengenacquis. Daarom is het wenselijk dat de autoriteiten
van de Republiek IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, de Zwitserse Bondsstaat,
Liechtenstein en Kaapverdië onverwijld bilaterale overeenkomsten sluiten over
de versoepeling van de afgifte van visa voor kort verblijf, die vergelijkbaar
zijn met de overeenkomst tussen de Europese Unie en Kaapverdië. GEMEENSCHAPPELIJKE
VERKLARING OVER DE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN REISDOCUMENTEN De partijen komen overeen dat het bij artikel
11 opgerichte Gemengd Comité bij het toezicht op de uitvoering van de
overeenkomst nagaat welk effect het beveiligingsniveau van de respectieve
reisdocumenten heeft op de werking van de overeenkomst. Daartoe komen de
partijen overeen elkaar regelmatig op de hoogte te houden van de maatregelen om
de wildgroei van reisdocumenten tegen te gaan, de technische aspecten van
reisdocumentenbeveiliging te ontwikkelen en de afgifte van reisdocumenten
verder te personaliseren. [1] PB L 161 van 20.6.2008, blz. 30. [2] PB [3] PB [4] PB L 131 van 1.6.2000, blz. 43. [5] PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20. [6] De datum van inwerkingtreding van de overeenkomst wordt
door het Secretariaat-generaal van de Raad in het Publicatieblad van de
Europese Unie bekendgemaakt.