EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52011DC0782
COMMUNICATION FROM THE COMMISSION TO THE EUROPEAN PARLIAMENT, THE COUNCIL, THE EUROPEAN ECONOMIC AND SOCIAL COMMITTEE AND THE COMMITTEE OF THE REGIONS Developing a Maritime Strategy for the Atlantic Ocean Area
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Ontwikkeling van een maritieme strategie voor het gebied van de Atlantische Oceaan
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Ontwikkeling van een maritieme strategie voor het gebied van de Atlantische Oceaan
/* COM/2011/0782 definitief */
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Ontwikkeling van een maritieme strategie voor het gebied van de Atlantische Oceaan /* COM/2011/0782 definitief */
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET
EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET
COMITÉ VAN DE REGIO'S Ontwikkeling van een maritieme strategie voor
het gebied van de Atlantische Oceaan (Voor de EER relevante tekst)
1.
Toepassingsgebied
De Atlantische Oceaan, die de westelijke grens van
de EU vormt, is de op één na grootste oceaan ter wereld. Met deze mededeling
wordt gevolg gegeven aan een verzoek van de Raad van de Europese Unie[1] (EU) en het Europees Parlement[2]. Er wordt een coherente en evenwichtige
aanpak voorgesteld die consistent is met de EU 2020-agenda[3] en de vlaggenschipinitiatieven daarvan,
waarbij territoriale cohesie wordt bevorderd en tevens rekening wordt gehouden
met de internationale dimensie. Terwijl de voorgestelde aanpak er grotendeels op
gericht is gemeenschappen die aan de Atlantische kust wonen en werken, te
helpen het hoofd te bieden aan nieuwe economische realiteiten, wordt tevens de
medeverantwoordelijkheid van de EU voor het beheer van de wereldoceanen erkend.
In grote lijnen zal de strategie betrekking hebben op de kusten, de
territoriale wateren van de vijf EU-lidstaten met een Atlantische kustlijn[4] – Frankrijk, Ierland, Portugal, Spanje en
het Verenigd Koninkrijk[5] en
de onder hun jurisdictie vallende wateren, alsook op internationale wateren in
westelijke richting tot Amerika, in oostelijke richting tot Afrika en de
Indische Oceaan, in zuidelijke richting tot de Zuidelijke Oceaan en in
noordelijke richting tot de Arctische Oceaan[6].
Bovenop de maatregelen, op zowel nationaal als plaatselijk niveau, betreffende
de vijf EU-lidstaten wordt ook gestreefd naar overeenkomsten met andere
EU-staten die deze ruimte gebruiken, en met internationale partners met
aangrenzende wateren. Voorts dienen de gevolgen van de toetreding van IJsland
tot de EU in aanmerking te worden genomen. Alle voorgestelde maatregelen zullen worden
gefinancierd uit bestaande programma's en zullen geen extra gevolgen voor de
EU-begroting hebben.
2.
Uitdagingen en kansen
De uitdagingen en kansen voor het gebied van de
Atlantische Oceaan kunnen in vijf thema's worden ondergebracht. Zij staan
evenwel niet los van elkaar. Maatregelen in het kader van een bepaald thema
kunnen ook bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen in het kader
van een ander thema. Samen zullen zij bijdragen tot het hoofddoel, namelijk een
duurzame werkgelegenheid en groei creëren.
2.1.
Tenuitvoerlegging van de ecosysteemaanpak
Het beheer van menselijke activiteiten in het
Atlantische gebied moet voor een gezond en productief ecosysteem zorgen. Erkend
wordt dat deze aanpak het best ten uitvoer wordt gelegd door alle activiteiten
die gevolgen hebben voor de zee, samen te beheren. Zowel bij het
gemeenschappelijk visserijbeleid als in de richtlijn mariene strategie[7] vormt de ecosysteemaanpak de basis voor het
mariene beheer. Beide instrumenten bevatten verwijzingen naar een versterkte
samenhang[8]. De
tenuitvoerleggingsprocessen voor de totstandbrenging van een duurzame visserij
en de verwezenlijking van een goede milieutoestand zijn in de praktijk echter
nog grotendeels gescheiden en zullen extra inspanningen vereisen in het gebied
van de Atlantische Oceaan. De strategie voor het Atlantische gebied moet
derhalve gericht zijn op de ontwikkeling van de volgende aspecten: –
Aan beide kanten van de Atlantische oceaan is de
visserij een wezenlijk onderdeel van de economieën. De sector is nog steeds
goed voor een derde[9] van
de door de vissersvloot van de EU aangevoerde hoeveelheden. Uitgedrukt in
waarde is één vierde van de EU-invoer van vis afkomstig uit Noorwegen en
IJsland. In het kader van de hervorming van het gemeenschappelijk
visserijbeleid (GVB)[10]
wordt voorgesteld deze bestanden zo te beheren dat de maximale duurzame
opbrengst wordt bereikt, en de door mariene ecosystemen geleverde goederen en
diensten voor de huidige en toekomstige generaties te vrijwaren. Er is al veel
vooruitgang geboekt. Zo hebben zowel de regionale organisaties voor
visserijbeheer voor het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan als de
Visserijcommissie voor het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan en de
Visserijorganisatie voor het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan
overeenkomstig de VN-resoluties 61/105 en 64/72 visserijgebieden gesloten voor
de visserij met bodemtrawls, niet alleen om de duurzaamheid op lange termijn
van de diepzeebestanden te garanderen, maar ook om kwetsbare mariene
ecosystemen, inclusief sponzen en koralen, te beschermen. Deze maatregelen
moeten echter nog verder worden ontwikkeld. De aanpak per soort moet plaats
maken voor langetermijnplannen voor meerdere soorten waarin rekening wordt
gehouden met het ruimere ecosysteem. De lidstaten rond de Atlantische Oceaan
moeten de door de hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid
gecreëerde mogelijkheden voor regionalisering benutten om technische
maatregelen voor het Atlantische gebied vast te stellen. De Commissie is
voornemens een passend kader voor te stellen zodra de hervorming van het GVB is
aangenomen. –
De aquacultuur kan beter aan de EU-vraag naar
gezonde en duurzaam geproduceerde visserijproducten voldoen dan de visvangst
Doordat de kustwateren van het Atlantische gebied worden gezuiverd door de
sterke getijstromingen, kan het gebied aan deze vraag voldoen en kan het
concurrerend blijven op de wereldmarkt met inachtneming van het milieu. Door
plaatsgebrek aan de Atlantische kust is uitbreiding momenteel echter moeilijk.
Terwijl de sector zich dankzij continu onderzoek, nieuwe technologieën en
innovatieve waterbouwkundige technieken steeds verder van de kust zal kunnen
verwijderen, moet bij de inleiding van elke vergunningsprocedure rekening
worden gehouden met de mogelijkheid om de ruimte te delen met andere
infrastructuur zoals windturbineplatforms. De strategie moet derhalve gericht
zijn op de bevordering van ruimtelijke ordening als instrument voor de
tenuitvoerlegging van de ecosysteemaanpak in het gebied van de Atlantische
Oceaan. Een dergelijk proces moet de coherentie, de connectiviteit en het
weerstandsvermogen van beschermde mariene gebieden in het Atlantische gebied
versterken in overeenstemming met het EU-biodiversiteitsactieplan. Via EU-instrumenten voor een geïntegreerd maritiem
beleid en territoriale samenwerking worden reeds proefprojecten inzake
ruimtelijke ordening en het beheer van kustgebieden in het Atlantische gebied
ondersteund. De Europese Commissie onderzoekt momenteel mogelijkheden voor een
gestructureerdere aanpak ten aanzien van deze mechanismen, die het de lidstaten
rond de Atlantische Oceaan en belanghebbenden mogelijk maakt de ecosysteemaanpak
ten uitvoer te leggen. –
Tot slot brengen de stromingen in de Atlantische
Oceaan veranderingen teweeg in de Europese terrestrische en mariene
ecosystemen. Zonder een betere kennis van het Atlantische gebied zullen we
toekomstige klimaatveranderingen in Europa nooit kunnen voorspellen en zullen
we ons evenmin kunnen aanpassen aan deze veranderingen. Er is behoefte aan
duurzame systemen voor de observatie van essentiële mariene variabelen, vanuit
de ruimte en op zee. Europese en Noord-Amerikaanse partners nemen deel aan het
Argo-programma, in het kader waarvan reeds 900 drijvers zijn ingezet om de
temperatuur en het zoutgehalte in het noordelijke deel van de Atlantische
Oceaan permanent te meten. De Commissie is voornemens mogelijkheden te onderzoeken
om dit systeem voor oceaanobservatie te ondersteunen en samen met partners te
werken aan de uitbreiding ervan tot grotere diepten en tot biogeochemische en
fysieke parameters.
2.2.
Vermindering van de koolstofvoetafdruk van Europa
Aangezien de vermindering van de
klimaatverandering integrerend deel uitmaakt van alle EU-beleidslijnen, moet de
strategie gericht zijn op de volgende elementen: –
De winden in het Atlantische gebied zijn sterker
dan die boven andere zeeën die de kusten van Europa bespoelen. Dit levert niet
alleen schone energie op, maar kan ook bijdragen tot een verminderde
afhankelijkheid van verre bronnen van fossiele brandstoffen. Windturbines maken
deel uit van het Europees strategisch plan voor energietechnologie en bevinden
zich steeds meer offshore[11] om
te profiteren van sterkere winden en de gevolgen voor het landschap te
beperken. De uitbreiding van windmolenparken voor de Atlantische kust zal
belangrijke industriële mogelijkheden bieden voor de havens die deze
onderhouden. Tegen 2020 zou ongeveer 20% van de geïnstalleerde
offshore-windcapaciteit van Europa zich in het Atlantische bekken kunnen
bevinden. –
Ook het potentieel van de krachtige golven en de
sterke getijstromingen moet worden benut. Energie uit getijstromingen kan
dankzij de voorspelbaarheid ervan de fluctuerende energie uit wind aanvullen.
Eilanden kunnen een groot deel van hun energie uit zee halen. Offshore
hernieuwbare energie zal echter slechts met succes op grote schaal kunnen
worden ingezet wanneer wordt voorzien in netwerken die de belangrijkste
productiecentra verbinden met de consument. Tien Europese landen zijn in
december 2010 overeengekomen een offshore-elektriciteitsnet in de aangrenzende
Noordzee te ontwikkelen. In haar nieuwe richtsnoeren voor de tenuitvoerlegging van
energie-infrastructuur in Europa zal de Commissie voorstellen dat de Ierse Zee
samen met de Noordzee en de Oostzee wordt opgenomen in een
"offshore-elektriciteitsnetwerk in de noordelijke zeeën" dat als een
"prioritaire energie-infrastructuur" zal worden beschouwd. Dit zal
het proces van vergunningverlening bespoedigen. De Commissie is voornemens gevolg te geven aan het
verzoek van de Raad[12] om
te zoeken naar synergieën tussen het Europese energiebeleid en het
geïntegreerde maritieme beleid ter bevordering van de energiewinning uit zee,
met name uit golven, getijden, stromingen en de thermische gradiënt, ook in de
Atlantische Oceaan. –
Veranderingen in het zeevervoer zullen eveneens
bijdragen tot de vermindering van de koolstofvoetafdruk in het Atlantische gebied
Onder auspiciën van de Internationale Maritieme
Organisatie (IMO) worden momenteel onderhandelingen gevoerd om
broeikasgasemissies van het internationaal zeevervoer te verminderen. Dankzij
de "Energy Efficiency Design Index" zullen de emissies van na 2013
gebouwde vaartuigen verminderen. Emissiestreefdoelen bevorderen niet alleen
vaartuigen met een efficiënter brandstofverbruik, maar kunnen ook van invloed
zijn op de routeringssystemen in het Atlantische gebied. Uit de strategie voor
het Atlantische gebied moet blijken hoe het zeevervoer in het Atlantische
gebied zou functioneren in het geval van een toename van het volume van het
zeevervoer en een vermindering van de kooldioxide-emissies. Ook de verschuiving van het wegvervoer naar
vervoer over zee zal een vermindering van de emissies tot gevolg hebben.
Overeenkomstig het recente witboek van de EU over het vervoersbeleid zijn
maatregelen genomen om het vervoer over het water te integreren in het Europese
vervoersnetwerk. In het Atlantische gebied liggen geen Europese megahavens, wel
een aantal belangrijke kleinere havens. De EU-projecten inzake "snelwegen
op zee" leveren reeds een bijdrage dankzij bestaande routes tussen Bilbao
en Zeebrugge, tussen Sines en La Spezia en een nieuwe route tussen Gijón en
Saint-Nazaire die binnenkort wordt aangepast om de gebruikersfrequentie te
verhogen. Voorts is een route gepland tussen Nantes-Saint-Nazaire en Vigo, die
in een later stadium zal worden uitgebreid tot Le Havre en Algeciras. In 2014
zou een lijn tussen Brest en Leixões operationeel worden. Regionale
autoriteiten in het Atlantische gebied overwegen een verdere ontwikkeling van
multimodale vervoerscorridors, als onderdeel van het Trans-Europees vervoersnet
(TEN-T). Andere EU-maatregelen ter verhoging van de efficiëntie van de korte
vaart in het Atlantische gebied zijn de tenuitvoerlegging van de "Europese
maritieme vervoersruimte zonder grenzen"[13]
en het proefproject "blauwe gordel" ter vermindering van
administratieve formaliteiten zoals douaneprocedures voor het vrachtverkeer
binnen de EU. De Commissie zal tegen 2012 een evaluatie maken van de geboekte
vooruitgang. Een dialoog over zeevervoer met de maritieme instanties van de
Verenigde Staten heeft geresulteerd in een memorandum van samenwerking voor de
korte vaart dat in 2011 is ondertekend. De resultaten van het beraad van de
regionale autoriteiten, het voortgangsverslag van de Commissie en de lering die
is getrokken uit de samenwerking met andere maritieme autoriteiten zullen van
nut zijn bij de inspanningen van de Atlantische strategie om het volume van de
korte vaart te verhogen.
2.3.
Duurzame exploitatie van de natuurlijke hulpbronnen
van de Atlantische zeebodem
Met het oog op een duurzame exploitatie van de
Atlantische zeebodem moet deze strategie gericht zijn op de onderstaande
aspecten. –
In de recente mededeling van de Commissie
"Grondstoffen en grondstoffenmarkten: uitdagingen en oplossingen" [14] wordt gewezen op de noodzaak om
investeringen in de natuurlijke rijkdommen van de EU te verhogen en te
garanderen dat mineralen in veilige omstandigheden worden gewonnen met eerbied
voor het milieu en de arbeidskrachten. De Internationale Zeebodemautoriteit
heeft in 2010 verordeningen aangenomen inzake de prospectie en de exploratie
van metaalknollen[15] en
in juli 2011 een vergunning afgegeven voor de prospectie van een gebied in het
noordelijke deel van de Midden-Atlantische rug. De werkzaamheden van de huidige
contractanten in opdracht van de autoriteit zijn meer gericht op uit
overheidsmiddelen gefinancierde geologische en ecologische langetermijnstudies
dan op commercieel gericht onderzoek. Met het in het kader van het Europa 2020-kerninitiatief
"Innovatie-Unie"[16]
door de Commissie geplande Europese partnerschap inzake grondstoffen zullen
onderzoek en innovatie worden bevorderd met het oog op een duurzame toegang tot
mariene grondstoffen. –
Instellingen voor marien onderzoek aan beide kanten
van de Atlantische Oceaan zijn goed geplaatst om meer inzicht te geven in wat
de rijke biodiversiteit van de oceaan te bieden heeft op het vlak van voedsel,
brandstoffen en farmaceutische producten zonder gevaar voor de
ecosysteemfuncties. Zij werken steeds meer samen. De vijf EU-lidstaten rond de
Atlantische Oceaan, alsook andere EU-lidstaten, Noorwegen en IJsland, werken
reeds samen in het kader van de coördinatie-actie SEAS-era[17] van het zevende kaderprogramma[18] en zijn bezig met de voorbereiding van het
nieuwe gezamenlijke programmeringsinitiatief "gezonde en productieve zeeën
en oceanen"[19] om
de werkzaamheden te verdelen over nationale programma's voor marien onderzoek.
Hoewel het moeilijk was transatlantische partnerschappen tot stand te brengen
omdat het tijdschema voor de financieringsmogelijkheden moest worden
geharmoniseerd, zal de Commissie trachten te voorzien in regelingen op grond
waarvan organisaties aan beide kanten van de Atlantische Oceaan kunnen
bijdragen aan gezamenlijke projecten. –
Toegang tot gegevens van onderzoeksinstellingen en
andere overheidsinstanties is niet altijd gemakkelijk geweest in het verleden.
Het EU-initiatief "Mariene kennis 2020"[20] zal ondernemingen en
natuurbeschermingsinstanties ondersteunen door te voorzien in een centraal
toegangspunt voor geharmoniseerde mariene gegevens over zeebekkens en zo bij te
dragen tot een beperking van de kosten van het verzamelen van de gegevens die
nodig zijn om kust- en offshore-infrastructuur te ontwerpen, te bouwen en te
exploiteren. De beschikbaarstelling van mariene gegevens zal niet alleen de
concurrentiepositie van bestaande ondernemingen versterken, maar ook innovatie
stimuleren door de toegang uit te breiden tot onderzoekers en kleine
ondernemingen die hier vroeger van waren uitgesloten. De bedoeling is dat de
EU-inspanningen ook zullen bijdragen tot wereldwijde initiatieven voor open
toegang zoals GEBCO[21] en
OneGeology[22].
In het kader van de strategie moet worden nagegaan hoe het gebied van de
Atlantische Oceaan hiervan kan profiteren.
2.4.
Reageren op dreigingen en noodsituaties
De EU moet voorbereid zijn op dreigingen en
noodsituaties in de Atlantische Oceaan, ongeacht of deze zijn veroorzaakt door
ongevallen, natuurrampen of criminele activiteiten. De hieronder vermelde
aspecten zijn prioriteiten voor het gebied van de Atlantische Oceaan. –
Dankzij de goedkeuring van belangrijke wetgevende
maatregelen inzake maritieme veiligheid (meest recentelijk het derde pakket
maritieme veiligheid, in 2009)[23] is
de kans op scheepsongevallen kleiner geworden. Dankzij de Verdragen van Bonn en
van Lissabon[24] is
de coördinatie tussen de lidstaten op het gebied van het voorbereid zijn op en
het ingrijpen bij rampen op zee verbeterd. Het Memorandum van overeenstemming
van Parijs heeft geleid tot meer dan 24.000 scheepsinspecties per jaar.
Niettemin kunnen ongevallen niet volledig worden uitgesloten en blijft de
Atlantische kust kwetsbaar voor natuurverschijnselen zoals de stormen in de
Vendée in 2010. De klimaatverandering, in combinatie met andere gevolgen van
menselijke activiteiten voor de zee, maakt dat het gedrag in het verleden niet
als leidraad voor de toekomst mag dienen. We moeten steeds op alles voorbereid
zijn. De eerste uren van een crisis zijn cruciaal en
voor gebeurtenissen met een lokale impact is hulp van buren vereist. Er moeten
mechanismen operationeel zijn voor het geval dat stormen, aardbevingen,
tsunami's, kernongevallen, invasies van vreemde soorten of olierampen zich
voordoen. Vroegtijdige waarschuwingen vereisen een continue controle op zee,
een snelle verzending van informatie, een coördinatie van interventieteams en
een mobilisering van deskundigenadvies. De Commissie leidt werkzaamheden op het
gebied van preventie en voorbereiding, inclusief een risicobeheersbeleid[25], waarbij dreigings- en risicoanalyse wordt
gelinkt aan besluitvorming en de ontwikkeling van scenarioplanning voor
grensoverschrijdende rampen. In het geval van een ernstige noodsituatie
vergemakkelijkt het EU-mechanisme voor civiele bescherming de coördinatie en
het vervoer van de bijstand van de lidstaten en het Europees Agentschap voor
maritieme veiligheid (EMSA). Nauwkeurige voorspellingen op basis van de mariene
kerndienst van de wereldwijde monitoring voor milieu en veiligheid kunnen
hiertoe bijdragen. Deze dienst verstrekt afzonderlijke voorspellingen voor het
noordwestelijke deel van de Atlantische Oceaan en voor de Iberische kustwateren
en de Golf van Biskaje. Nationale en regionale autoriteiten voor de bescherming
van de Atlantische kustlijn en de mensen die daar wonen, moeten projecten in
overweging nemen om te testen of de preventieve maatregelen in het kader van
het territoriale samenwerkingsprogramma van de EU toereikend zijn en om een
actieve bijdrage te leveren aan het EU-mechanisme voor civiele bescherming. –
De Atlantische Oceaan is vitaal voor de Europese
handel. De voorziening in Europa moet absoluut continu gegarandeerd zijn en er
moet een einde komen aan de wapen-, mensen- en drugssmokkel. De economieën van
de EU en de VS nemen ongeveer de helft van het mondiale BBP voor hun rekening
en ongeveer een derde van de mondiale handelsstromen. In juni 2011 zijn beide
partners overeengekomen hun normen wederzijds te erkennen om regelgevende
belemmeringen voor de handel te beperken en tevens de transatlantische
verbinding zeker te stellen. Voor andere kritieke zeeroutes bestaat de
strategie erin de capaciteit in de kuststaten op te bouwen. Er wordt een
behoeftenanalyse verricht om na te gaan welke maatregelen in het kader van het
instrument voor stabiliteit piraterij, gewapende overvallen op zee en
gijzelingen in de Golf van Guinee kunnen verminderen. Het SafeSeaNet van het Europees Agentschap voor
maritieme veiligheid voorziet reeds in de integratie van verplichte
scheepsmeldingen en in toegang tot de door kuststations ontvangen signalen van
hun automatisch identificatiesysteem (AIS). Vissersvaartuigen worden gevolgd
via het satellietvolgsysteem voor vaartuigen en met behulp van het
identificatie- en volgsysteem over lange afstand kunnen alle passagiers- en
vrachtschepen van meer dan 300 ton binnen duizend zeemijl vanaf de Europese
kust worden gevolgd. Voorts is aangetoond dat schepen die nog verder van de
kust verwijderd zijn, kunnen worden gevolgd met behulp van andere technologieën[26]. Instanties die dreigingen zoals smokkel,
illegale visserij of illegale handel bestrijden, hebben echter nog geen toegang
tot alle informatie omdat overeenkomsten inzake de uitwisseling van gegevens
tussen de verschillende autoriteiten nog niet volledig operationeel zijn.
Atlantische gebieden zullen dan ook profiteren van de lopende EU-maatregelen
ter bevordering van de ontwikkeling van een gemeenschappelijke gegevensuitwisselingsstructuur
(CISE) die systemen zoals het Europees grensbewakingssysteem (EUROSUR), voor de
uitwisseling van informatie over illegale migratie en grensoverschrijdende
criminaliteit, en het SafeSeaNet-systeem met elkaar zal verbinden. Informatie-uitwisseling
is geen louter interne EU-aangelegenheid. In september 2011 zijn de Verenigde
Staten en de Europese Unie bijvoorbeeld overeengekomen om informatie over
illegale, niet-aangegeven en niet-gereglementeerde visserij uit te wisselen. De
Atlantische strategie moet er in de eerste plaats op gericht zijn de
informatie-uitwisseling optimaal te benutten.
2.5.
Sociaal inclusieve groei
Hoewel er aanzienlijke verschillen zijn langs de
Atlantische kust, worden tal van gemeenschappen geconfronteerd met een daling
van de werkgelegenheid in de visserij en de scheepsbouw, een verplaatsing van
het massatoerisme naar zonniger klimaten en de tendens van ouderen om na hun
pensionering aan de kust te gaan wonen. De uitdaging bestaat erin ervoor te
zorgen dat in kustgebieden nieuwe banen met een hoge meerwaarde worden
gecreëerd en dat diegenen die werk zoeken in de nieuwe economie, hiertoe over
de juiste vaardigheden beschikken. –
Om de maritieme deskundigheid te behouden en
maritieme beroepen opnieuw aantrekkelijk te maken, moet extra aandacht uitgaan
naar de wederzijdse erkenning van opleidingen, inclusief van de volgende
generatie van mariene wetenschappers[27],
bijscholing en beroepskwalificaties. De ervaring van mensen die vroeger een
maritiem beroep uitoefenden, moet beter worden benut en maritieme loopbanen
moeten aantrekkelijker worden gemaakt voor jongeren. De dialoog met de sociale
partners over arbeidsomstandigheden voor vissers en zeevarenden moet worden
voortgezet. De Commissie heeft de aanzet gegeven tot een evaluatie van de
richtlijn beroepskwalificaties van 2005. Deze evaluatie moet in 2011 in een
groenboek en in 2012 in een herziening van de richtlijn uitmonden. De strategie
moet erop gericht zijn de Atlantische maritieme industrieën te betrekken bij
deze inspanningen. Regionale clusters tussen maritieme industrieën en
onderwijsinstellingen kunnen zorgen voor gekwalificeerde arbeidskrachten en
arbeidsmobiliteit binnen sectoren. Zo profiteert de offshore-industrie van
Brest van de nabijheid van instellingen voor maritiem onderwijs en onderzoek.
En via het SmartOceaninitiatief van het Ierse mariene instituut worden
multinationale IT-bedrijven en kleine ondernemingen betrokken bij de
ontwikkeling van hoogwaardige producten voor de mariene industrie. Dankzij de
opkomst van nieuwe communicatietechnologieën kan een kritische massa van
industrieën en onderzoekers op geografisch gescheiden locaties virtuele
clusters oprichten. De strategie moet erop gericht zijn de ontwikkeling van
deze clusters aan te moedigen via territoriale samenwerkingsprojecten. –
Een kwalitatief toerisme[28] kan bijdragen tot de heropleving van een
aantal gebieden aan de Atlantische kust, maar om kwaliteitsbanen te
ondersteunen, moeten toeristen het hele jaar door en niet alleen in de
zomerperiode worden aangetrokken. De ruwe natuurlijke schoonheid van het
Atlantische gebied, de rijke biodiversiteit, de traditionele keuken op basis
van producten van de zee en de Keltische cultuur zijn troeven die gemakkelijk
kunnen worden uitgespeeld. Watersport is een belangrijke inkomstenbron en
genereert hoogwaardige banen. Er is echter een groot gebrek aan aanlegplaatsen
aan de Atlantische kust, met name voor grote recreatievaartuigen. De
spectaculaire groei van de cruisesector elders heeft nog geen navolging
gevonden in het Atlantische gebied. De Atlantische strategie moet voorzien in
ontwikkelingsmogelijkheden op dit gebied.
3.
EU-instrumenten
EU-wetgevingsinstrumenten die belangrijke gevolgen
hebben voor de zee en voorzien in een aanzienlijke plaatselijke autonomie,
bevinden zich in een vroeg stadium van maturiteit en de financiële instrumenten
voor de EU-programmeringsperiode 2014-2020 zijn momenteel in voorbereiding.
Programmeringsbesluiten die nu en in de nabije toekomst worden genomen, zullen
in deze hele periode effect sorteren. Daarom is het essentieel dat de
belanghebbenden in het Atlantische gebied bereid zijn van deze instrumenten
gebruik te maken om de vastgestelde uitdagingen aan te gaan. De belangrijkste
instrumenten zijn: –
een gemeenschappelijk strategisch kader voor structuurfondsen
waarbij de streefdoelen en doelstellingen van Europa 2020 zullen worden
vertaald in kernactiviteiten, met bijzondere aandacht voor gebieden als energie
en milieu. In het kader hiervan zullen kernactiviteiten worden vastgesteld die
noodzakelijk zijn in verband met de kerndoelstellingen en de
vlaggenschipinitiatieven. Het gemeenschappelijk strategisch kader zal de acties
omvatten die momenteel worden bestreken door het Cohesiefonds, het Europees
Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Europees
Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij en het Europees Landbouwfonds voor
Plattelandsontwikkeling, en zal voorzien in verbanden, in
coördinatiemechanismen met andere EU-instrumenten zoals programma's voor
onderzoek, innovatie en levenslang leren, en in netwerken; –
Horizon 2020 - een gemeenschappelijk strategisch
kader voor onderzoek, innovatie en technologische ontwikkeling dat nauw
verbonden zal zijn met nationale onderzoeksprogramma's om expertise te
bevorderen, maatschappelijke uitdagingen aan te gaan en het
concurrentievermogen te versterken. Onderzoek, technologische ontwikkeling en
innovatie kunnen duurzame groeikansen creëren die de relatieve achteruitgang
van de traditionele maritieme industrieën compenseren. In het kader van het
lopende SEAS-ERA-project zullen specifieke prioriteiten voor het Atlantische
bekken worden vastgesteld die kunnen worden overgenomen in de werkprogramma's
van het nieuwe kader; –
een hervormd gemeenschappelijk visserijbeleid. De
Commissie heeft een agenda voorgesteld[29]
met ambitieuze streefdoelen voor regionalisering en vereenvoudiging. Hoewel de
belangrijkste besluiten inzake doelstellingen, streefdoelen, gemeenschappelijke
minimumnormen, resultaten en omzettingstermijnen nog steeds op EU-niveau worden
genomen, moeten de lidstaten over de nodige speelruimte beschikken om onder
toezicht van de Commissie en in volledige overeenstemming met het EU-recht
andere maatregelen voor visserijbeheer vast te stellen. De lidstaten rond de
Atlantische Oceaan zijn verheugd over deze overdracht van bevoegdheden en
verwachten dat dit zal leiden tot een visserijbeheer waarmee sneller en
efficiënter kan worden gereageerd op veranderende ecologische of economische
omstandigheden; –
de richtlijn mariene strategie[30], die voorziet in een kader om uiterlijk in 2020
een goede milieutoestand van het mariene milieu te bereiken of te behouden. De
goede milieutoestand wordt bepaald op het niveau van de mariene regio[31]. Bij de vaststelling, de controle en de
evaluatie ervan moet derhalve worden samengewerkt tussen de kuststaten; –
de vlaggenschipinitiatieven in het kader van het
maritiem beleid die betrekking hebben op maritiem toezicht, mariene kennis en
maritieme ruimtelijke ordening. Zij zullen voorzien in normen op EU-niveau,
doch zullen ook specifieke maatregelen voor het Atlantische gebied omvatten. Zo
omvat het proces ter verbetering van de mariene kennis afzonderlijke
"controlepunten" om tekortkomingen, overlappingen en prioriteiten
vast te stellen in programma's voor maritiem toezicht voor de Golf van Biskaje,
de Keltische zeeën, de Iberische kustwateren en Macaronesië; –
instrumenten van buitenlands beleid zoals het EOF
(Europees Ontwikkelingsfonds) en het EU-programma inzake kritieke zeeroutes om
derde landen te betrekken bij de bescherming van het Atlantische zeevervoer,
maar ook de internationale (via de IMO) en de bilaterale dialoog met partners
in het Atlantische gebied; –
met het oog op een zo efficiënt mogelijk
maatregelenpakket voor het Atlantische gebied moet in dit kader prioriteit
worden verleend aan onderzoek, proefprojecten, dialogen, partnerschappen en
investeringen in voorstellen voor strategieën en programma's.
4.
Tenuitvoerlegging van de strategie
De Atlantische strategie zal niet functioneren met
alleen maatregelen van de EU-instellingen. Zij vereist ook het engagement van
de lidstaten, regio's, plaatselijke overheden en de particuliere sector, alsook
van denktanks. De ontwikkeling van de strategie voor de Atlantische Oceaan is
dan ook gebaseerd op de volgende methodologie: –
voortbouwen op het actieve engagement en de
initiatieven van de lidstaten, regio's en andere belanghebbenden in het
Atlantische gebied bij de opzet en uitvoering van maatregelen, rekening houdend
met de input van plaatselijke groepen. Het betreft groepen van overheids- of
particuliere partners die specifieke steun krijgen uit het Europees
Visserijfonds en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling om
door de EU te verrichten investeringen vast te stellen. Deze op zelfredzaamheid
gerichte bottom-upbenadering heeft de plaatselijke gemeenschappen de middelen
verschaft om nieuwe economische activiteiten te ontwikkelen in gebieden waar de
traditionele mogelijkheden achteruitgaan, en moet worden voortgezet in het
kader van de financiering van structuurmaatregelen na 2013; –
internationale samenwerking bevorderen op gebieden
zoals waarneming, uitwisseling van gegevens, mariene evaluaties, onderzoek,
vermindering van emissies en verontreiniging door schepen, veilige en
betrouwbare navigatie, veiligheid van havens, de strijd tegen piraterij en de
bestrijding van illegale, niet-aangegeven en niet-gereglementeerde visserij; –
een actieplan voor de strategie vaststellen tegen
eind 2013, waarbij specifieke projecten en maatregelen worden aangegeven
waarvoor steun wordt aanbevolen; –
intelligent bestuur ("smart governance")
om de strategie ten uitvoer te leggen op basis van de huidige structuren. De instrumenten voor de tenuitvoerlegging van de
strategie zijn: –
versterkte samenwerking – bijeenkomsten,
conferenties, workshops, onlinediscussies en informatieve websites; –
gerichte maatregelen in het kader van bestaande
overeenkomsten en structuren zoals het OSPAR-Verdrag, regionale
visserijorganisaties en de Internationale Maritieme Organisatie; –
een strategische combinatie van de in punt 3
gedefinieerde financierings- en wetgevingsinstrumenten van de EU om de
doelstellingen voor het Atlantische gebied te verwezenlijken. Als eerste stap zal
een forum voor het Atlantische gebied worden opgericht om lidstaten, het
Parlement, regionale autoriteiten, het maatschappelijk middenveld en
vertegenwoordigers van bestaande en nieuwe industrieën de mogelijkheid te
bieden hun bijdrage te leveren. Er wordt voorzien in een aantal workshops rond
de hierboven geschetste uitdagingen en kansen, alsook in een denktank voor het
formuleren van opties om de doelstellingen te bereiken. Het forum zou zijn
werkzaamheden starten in 2012 en in 2013 worden opgeheven. [1] Conclusies van de Raad van 14.6.2010 over geïntegreerd
maritiem beleid. [2] Resolutie over de Europese strategie voor het
Atlantische gebied van 9.3.2011 (ref B7 0165/2011). [3] COM(2010) 2020. [4] De enigszins andere uitdagingen voor de kusten en
wateren van de Noordzee worden hier niet in aanmerking genomen. Er is nog niet
besloten of er een afzonderlijke strategie voor de Noordzee zal worden
ontwikkeld. [5] Met inbegrip van de ultraperifere gebieden van de
Azoren, de Canarische Eilanden, Frans Guyana, Guadeloupe, Madeira, Martinique,
Saint Barthélemy en Saint Martin. [6] Er is een afzonderlijke EU-aanpak voor het arctische
gebied ontwikkeld, zie COM(2008) 763. [7] Zie met name PB L 164 van 25.6.2008, blz. 19, art. 1,
lid 3: In de mariene strategieën zal een ecosysteemgerichte benadering op het
beheer van menselijke activiteiten worden toegepast. [8] Zie de overwegingen 39 en 40 van de Kaderrichtlijn
mariene strategie en overweging 8 en artikel 2, lid 4, van de voorgestelde
verordening voor het GVB. [9] Met uitzondering van de Noordzee. [10] COM(2011) 417 Hervorming van het gemeenschappelijk
visserijbeleid. [11] COM(2008) 768 van 13.11.2008. [12] Raad Algemene Zaken van 16 november 2009. [13] COM(2009) 10 van januari 2009. [14] COM(2011) 25 van februari 2011. [15] ISBA/6/A/18, bijlage. [16] COM(2010) 546 definitief. [17] SEAS-era: Towards Integrated Marine Research Strategy and
Programmes – http://www.seas-era.eu [18] Het belangrijkste instrument van de EU voor de
financiering van onderzoek en technologische ontwikkeling . [19] http://www.jpi-oceans.eu [20] Mededeling van de Commissie "Mariene kennis 2020:
mariene gegevens en observatie voor slimme en duurzame groei" (COM(2010) 461
van 8.9.2010). [21] General bathymetric chart of the Oceans. [22] Een in 2007 opgezet internationaal initiatief van
geologische diensten over de hele wereld om bij te dragen aan het
"Internationale jaar van de planeet aarde". [23] Verordeningen van 23 april 2009 (PB L 131 van 28.5.2009)
en latere daaraan gerelateerde richtlijnen. [24] Het Verdrag van Lissabon voorziet in de oprichting van het
"International Action Centre for Pollution Incidents Response in the
north-east Atlantic (CILPAN)". [25] Richtsnoeren voor het beoordelen en in kaart brengen van
risico's met het oog op rampenbeheer SEC(2010)1626. [26] Bijvoorbeeld aan de hand van satellieten die de signalen
van de automatische identificatiesystemen van vaartuigen opvangen. [27] Europese Dag van de zee 2010, workshop "Towards a
European Young Marine Scientists and Technologist Forum" (Naar een forum
voor jonge mariene wetenschappers en technologen): www.eurocean.org/euymast/ [28] COM(2010) 352 van 30.6.2010. [29] COM(2011) 417. [30] Richtlijn 2008/56/EG van 17 juni
2008. [31] Overeenkomstig artikel 4 wordt het noordoostelijk deel van
de Atlantische Oceaan onderverdeeld in de volgende subregio's: (i) de Noordzee
in ruime zin, met inbegrip van het Kattegat en het Kanaal; (ii) de Keltische zeeën;
(iii) de Golf van Biskaje en de Iberische kustwateren; (iv) in de Atlantische
Oceaan, het Macaronesische biogeografische gebied, omvattende de wateren rond
de Azoren, Madeira en de Canarische Eilanden.