EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52011AE1378

Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake bepaalde toegestane gebruikswijzen van verweesde werken COM(2011) 289 definitief — 2011/0136 (COD)

PB C 376 van 22.12.2011, p. 66–68 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

22.12.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 376/66


Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake bepaalde toegestane gebruikswijzen van verweesde werken

COM(2011) 289 definitief — 2011/0136 (COD)

2011/C 376/12

Rapporteur: de heer McDONOGH

De Raad en het Europees Parlement hebben op resp. 15 en 7 juni 2011 besloten het Europees Economisch en Sociaal Comité overeenkomstig artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie te raadplegen over het

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake bepaalde toegestane gebruikswijzen van verweesde werken

COM(2011) 289 definitief — 2011/0136 (COD).

De afdeling Interne markt, productie en consumptie, die met de voorbereidende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 30 augustus 2011 goedgekeurd.

Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft tijdens zijn op 21 en 22 september 2011 gehouden 474e zitting (vergadering van 21 september) onderstaand advies uitgebracht, dat met 131 stemmen vóór, bij 3 onthoudingen, is goedgekeurd.

1.   Opmerkingen en aanbevelingen

1.1   Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) is ingenomen met het voorstel van de Commissie voor een richtlijn inzake het gebruik van verweesde werken. Een succesvolle uitvoering zal een stimulans betekenen voor de ontwikkeling van digitale bibliotheken zoals Europeana (1) en andere in artikel 1, lid 1, van de voorgestelde richtlijn genoemde openbare instellingen die een publiek belang dienen. Deze instellingen verlenen de burger toegang tot de diversiteit en rijkdom van het Europese culturele erfgoed.

1.2   Het EESC werkt aan een afzonderlijk advies over de mededeling waarin de Commissie zich sterk maakt voor een eengemaakte markt voor intellectuele eigendom (IE) (2). IER zijn essentieel voor de technologische en commerciële innovatie waarop de EU haar economische herstel en toekomstige groei heeft geënt (3). De manier waarop de IER worden beheerd, is ook cruciaal voor een bloeiende Europese cultuur en de levenskwaliteit van de Europese burgers.

1.3   Het EESC gelooft niet dat de Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei kan worden verwezenlijkt zonder de totstandbrenging van een echte eengemaakte markt voor intellectuele-eigendomsrechten. Geruime tijd al pleit het EESC ervoor, de Europese en nationale regelingen voor het bevorderen van innovatie, creativiteit en het welzijn van de burgers te harmoniseren, en steunt het initiatieven die werken, goederen en diensten toegankelijk maken voor zo veel mogelijk mensen (4).

1.4   Het EESC kan zich in het algemeen vinden in de voorgestelde richtlijn voor een rechtskader om wettige en grensoverschrijdende onlinetoegang tot verweesde werken te verzekeren (5). In zijn advies over een digitale agenda voor Europa (6), heeft het EESC zich al volmondig geschaard achter initiatieven zoals de tenuitvoerlegging van dit kader, waardoor culturele en economische versnippering of de interne markt zouden worden opgelost.

1.5   Het EESC is fervent voorstander van de digitalisering en ruime verspreiding van het Europese culturele erfgoed (7). Het online beschikbaar stellen van dit materiaal is cruciaal voor de ontwikkeling van de kenniseconomie in Europa en dat is op zijn beurt belangrijk om de Europese burgers een rijk en divers cultureel leven te kunnen bieden. Het EESC dan ook verheugd dat de Commissie een richtlijn voorstelt om het specifieke probleem van de verweesde werken te regelen.

1.6   Deze richtlijn is nodig omdat slechts enkele lidstaten wetgeving voor verweesde werken hebben uitgevaardigd en omdat de weinige nationale wetgeving die bestaat de toegang tot deze werken beperkt tot de burgers die op hun nationale grondgebied verblijven.

1.7   Het EESC is het in principe eens met de in de richtlijn voorgestelde vierpijlerbenadering voor:

het vaststellen van regels voor het identificeren van verweesde werken via het zorgvuldig zoeken naar de auteursrechthouder;

het erkennen als verweesd werk indien dat zorgvuldig zoeken geen rechthebbende heeft opgeleverd;

het vaststellen van de toegestane gebruikswijzen van verweesde werken, met inbegrip van hun verspreiding in alle lidstaten;

het onderling erkennen van de status van verweesd werk door alle lidstaten.

1.8   Om efficiënt te kunnen zoeken naar rechthebbenden en verweesde werken ruim te kunnen verspreiden is het cruciaal dat er voor elke sector online databases en registers van rechten komen, naar het voorbeeld van de boekenindustrie (8). De Commissie zou de representatieve organisaties moeten helpen bij het ontwikkelen van dergelijke instrumenten.

1.9   Conform artikel 3, lid 4, van de voorgestelde richtlijn zouden de lidstaten elk een register van officieel erkende databases moeten bijhouden waarin de resultaten van op hun grondgebied verricht zorgvuldig zoekwerk worden opgeslagen. Dankzij dergelijke registers kunnen instellingen in andere lidstaten ervan uitgaan dat bronnen officieel vertrouwen genieten.

1.10   Het EESC wijst de Commissie op het belang van traditionele muziek, mondelinge geschiedenis (oral history), foto's en cinematografisch werk voor het culturele erfgoed van de EU. Bij het opsporen en publiceren van verweesde werken zouden zulke opnamen en beelden die zich in de archieven van in artikel 1, lid 1 genoemde instellingen bevinden op gelijke wijze moeten worden behandeld. Artikel 11 van de voorgestelde richtlijn voorziet in de mogelijke opname in het toepassingsgebied van deze richtlijn van beschermd materiaal dat er momenteel niet onder valt, met name fonogrammen en losstaande foto's. De Commissie zou de opname hiervan zo snel mogelijk moeten realiseren.

1.11   Het EESC verwelkomt ook het voornemen van de Commissie om te komen tot een memorandum van overeenstemming tussen bibliotheken, uitgevers, auteurs en maatschappijen voor collectief auteursrechtenbeheer. Dat zou het gemakkelijker maken om licentieregelingen te treffen voor het digitaliseren en beschikbaar stellen van werken die uit de handel zijn. (9)

2.   Achtergrond

2.1   In het kader van de overkoepelende strategie om een impuls te geven aan duurzame groei en werkgelegenheid op de eengemaakte markt en om Europa's internationale concurrentiepositie te verbeteren heeft de Commissie een voorstel gedaan voor een IER-strategie (10). De strategie dient als aanvulling op de Akte voor de interne markt (11), een belangrijk onderdeel van de Europa 2020-strategie, en op de digitale agenda voor Europa.

2.2   In een recente mededeling, waarover het Comité momenteel een separaat advies opstelt, streeft de Commissie naar een eengemaakte markt voor intellectuele-eigendomsrechten. (12) Een van de eerste resultaten van deze strategie is de voorgestelde richtlijn inzake een eenvoudiger toestemmingsregeling voor het gebruik van verweesde werken, die het mogelijk zal maken dat in alle lidstaten allerlei culturele werken online beschikbaar komen. Op die manier wordt een impuls gegeven aan de ontwikkeling van digitale Europese bibliotheken die Europa's rijke culturele en intellectuele erfgoed bewaren en verspreiden.

2.3   Aan de digitalisering en verspreiding van verweesde werken zitten uit cultureel en economisch oogpunt nogal wat haken en ogen. Als niet bekend is wie de rechthebbende is, kunnen gebruikers niet de vereiste toestemming krijgen. Een boek kan dan bijvoorbeeld niet worden gedigitaliseerd. De collecties van Europa's culturele instellingen bestaan voor een groot gedeelte uit verweesde werken. Zo is volgens de British Library naar schatting 40 procent van zijn auteursrechtelijk beschermde collecties – in totaal 150 miljoen werken – verweesd.

2.4   Met de door haar voorgestelde richtlijn wil de Commissie er nu voor zorgen dat in alle lidstaten gemeenschappelijke regels gaan gelden voor de behandeling van dergelijke werken. Dat komt de uitvoering van de grootschalige digitaliseringsprojecten, die volgens de Digitale agenda voor Europa nodig zijn, ten goede.

2.5   De Commissie heeft een effectbeoordeling uitgevoerd en gekeken naar zes verschillende opties om het initiatief inzake verweesde werken uit te voeren. (13) De beste aanpak zou volgens haar zijn om uit te gaan van wederzijdse erkenning door de lidstaten van de verweesde status van werken. Op die manier genieten bibliotheken en andere in artikel 1, lid 1, van de voorgestelde richtlijn genoemde begunstigden rechtszekerheid met betrekking tot de „verweesde status” van een bepaald werk. Verder garandeert wederzijdse erkenning dat de in een digitale bibliotheek opgenomen verweesde werken voor burgers in heel Europa beschikbaar zijn.

2.6   De richtlijn rust op vier pijlers:

i.

Om de status van verweesd werk te kunnen vaststellen, dienen bibliotheken, onderwijsinstellingen, musea of archieven, instituten voor cinematografisch erfgoed en publieke omroeporganisaties voorafgaandelijk eerst zorgvuldig te zoeken in de lidstaat waar het werk voor het eerst is gepubliceerd, overeenkomstig de in de voorgestelde richtlijn gespecificeerde vereisten.

ii.

Wanneer daarna de status van verweesd werk eenmaal kan worden vastgesteld, zal het werk in kwestie in de hele EU als zodanig worden beschouwd, waardoor genoemd zoeken niet in veelvoud hoeft te gebeuren.

iii.

Dan zal het mogelijk zijn de werken online en zonder voorafgaande goedkeuring beschikbaar te stellen voor culturele en onderwijsdoeleinden, tenzij de eigenaar van het werk een einde maakt aan de status van verweesd werk. In dat geval dienen rechthebbenden die zich aan te melden om hun werken te claimen, te worden vergoed. Bij een dergelijke vergoeding dient met het type werk en de gebruikswijze in kwestie rekening te worden gehouden.

iv.

het onderling erkennen van de status van verweesd werk door alle lidstaten.

3.   Opmerkingen

3.1   Bij beleidsinitiatieven op het gebied van IER dienen de rechten van scheppende kunstenaars en eigenaars en de belangen van (eind)gebruikers altijd met elkaar in evenwicht te zijn, zodat de werken in elke lidstaat binnen het bereik van zoveel mogelijk mensen komen.

3.2   Om het zoeken naar IER te vergemakkelijken zou de Commissie de lijst van in artikel 1 van haar richtlijnvoorstel genoemde instellingen kunnen publiceren en regelmatig kunnen bijwerken.

3.3   Verder moeten deze instellingen ervan op aan kunnen dat bronnen met de resultaten van zorgvuldig zoekwerk in een andere lidstaat officieel te vertrouwen zijn. Daarom zouden de lidstaten conform artikel 3, lid 4, van de voorgestelde richtlijn elk een register van officieel erkende databases moeten bijhouden waarin de resultaten van op hun grondgebied verricht zorgvuldig zoekwerk worden opgeslagen.

3.4   Artikel 11 van de voorgestelde richtlijn voorziet in de mogelijke opname in het toepassingsgebied van deze richtlijn van beschermd materiaal dat er momenteel niet onder valt, met name fonogrammen en losstaande foto's. Ondanks deze bepaling is er veel te zeggen voor vroege publicatie van deze culturele artefacten.

3.4.1   Traditionele muziek en mondelinge geschiedenis (oral history) zijn zeer belangrijk voor het culturele erfgoed van de EU, en in de hele EU is er een grote rijkdom aan opgenomen materiaal, niet alleen bij publieke omroeporganisaties, maar ook bij andere in artikel 1, lid 1, genoemde instellingen. Al dit audio- en audiovisuele materiaal dient onderhevig te zijn aan dezelfde regels inzake het zoeken naar een auteursrechthebbende, classificatie en gebruik als de andere werken die worden genoemd in artikel 1, lid 2.

3.4.2   Ook fotografisch en cinematografisch materiaal is een zeer rijke informatiebron voor een goed begrip van de Europese beschaving. Mocht dergelijk materiaal de status van verweesd werk hebben, dan dient alles in het werk te worden gesteld om het te bevrijden uit de verborgen archieven van publieke instellingen.

Brussel, 21 september 2011

De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

Staffan NILSSON


(1)  Europeana maakt het mogelijk om te grasduinen in het digitale materiaal van musea, bibliotheken, archieven en audiovisuele collecties uit Europa. Het project geniet financiële steun van de Europese Commissie en werd gelanceerd in 2008 om het culturele en wetenschappelijke erfgoed van Europa toegankelijk te maken voor het publiek. Zie www.europeana.eu.

(2)  COM(2011) 287 definitief „Een eengemaakte markt voor intellectuele-eigendomsrechten”.

(3)  Zie Europa 2020-strategie (COM(2010) 2020 definitief), Jaarlijkse groeianalyse 2011 (COM(2011) 11 definitief), Een digitale agenda voor Europa (COM(2010) 245 definitief), Akte voor de interne markt (COM(2011) 206 definitief) en Innovatie-Unie (COM(2010) 546 definitief).

(4)  PB C 116 van 28-4-1999, blz. 35; PB C 155 van 29-5-2001, blz. 80; PB C 221 van 7-8-2001, blz. 20; PB C 32 van 2-2-2004, blz. 15; PB C 108 van 30-4-2004, blz. 23; PB C 324 van 30-12-2006, blz. 7; PB C 256 van 27-10-2007, blz. 3; PB C 182 van 4-8-2009, blz. 36; PB C 218 van 11-9-2009, blz. 8; PB C 228 van 22-9-2009, blz. 52; PB C 306 van 16-12-2009, blz. 7; PB C 18 van 19-1-2011, blz. 105; PB C 54 van 19-2-2011, blz. 58.

(5)  Verweesde werken zijn werken zoals boeken, kranten- of tijdschriftartikelen die nog door het auteursrecht worden beschermd, maar waarvan de rechthebbenden niet kunnen worden geïdentificeerd of gevonden om goedkeuring voor gebruik te verkrijgen. Hieronder vallen ook cinematografische en audiovisuele werken. Verweesde werken maken deel uit van Europese bibliotheekverzamelingen.

(6)  PB C 54 van 19-2-2011, blz. 58.

(7)  PB C 324 van 30-12-2006, blz. 7; PB C 182 van 4-8-2009, blz. 36; PB C 228 van 22-9-2009, blz. 52; PB C 18 van 19-1-2011, blz. 105; PB C 54 van 19-2-2011, blz. 58.

(8)  ARROW: Accessible Registries of Rights Information and Orphan Works (Beschikbare registers van informatie over rechten en verweesde werken) voor Europeana, is a project van een consortium van Europese nationale bibliotheken, uitgevers en organisaties voor collectief beheer, waarin ook schrijvers vertegenwoordigd zijn via hun belangrijkste Europese verenigingen en nationale organisaties; zie www.arrow-net.eu.

(9)  Zie IP/11/630, Brussel, 24 mei 2011.

(10)  COM(2011) 287 definitief „Een eengemaakte markt voor intellectuele-eigendomsrechten”

(11)  COM(2011) 206 definitief Akte voor de interne markt: Twaalf hefbomen voor het stimuleren van de groei en het versterken van het vertrouwen „Samen werk maken van een nieuwe groei”

(12)  COM(2011) 287 definitief

(13)  SEC(2011) 615 definitief Effectbeoordeling van de grensoverschrijdende online-toegang tot verweesde werken


Top