EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52010XC0713(03)

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

PB C 188 van 13.7.2010, p. 15–19 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

13.7.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 188/15


Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

2010/C 188/10

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

ENIG DOCUMENT

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

„ORAVSKÝ KORBÁČIK”

EG-nummer: SK-PGI-0005-0774-04.05.2009

BGA ( X ) BOB ( )

1.   Naam:

„Oravský korbáčik”

2.   Lidstaat of derde land:

Slowaakse Republiek

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel:

3.1.   Productcategorie:

Categorie 1.3.

Kaas

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is:

„Oravský korbáčik” is een gestoomd kaasproduct, al dan niet gerookt, in de vorm van een zweepje (korbáčik in het Slowaaks) van 10 tot 50 cm lang. Het wordt bereid volgens een traditionele methode, waarbij gefermenteerde, gedeeltelijk gerijpte klompkaas in warm water wordt gestoomd en vervolgens wordt uitgerekt tot slierten van 2 tot 10 mm dik die van oudsher vojky worden genoemd. Daarna worden de slierten gevlochten in de vorm van een zweepje.

De kenmerkende organoleptische eigenschappen van de kaas zijn te danken aan de vezelige textuur van de uit de gestoomde kaas getrokken slierten en de bijzondere vorm die wordt verkregen door het vlechten van de slierten.

Gerookte en niet-gerookte „Oravský korbáčik” verschillen vooral in kleur en geur. Gerookte „Oravský korbáčik” is licht- tot goudgeel, heeft een typisch rookaroma en een iets hoger (1 %) zoutgehalte. Niet-gerookte „Oravský korbáčik” is wit tot crèmewit en heeft geen rookaroma. Textuur en consistentie zijn bij beide soorten identiek.

„Oravský korbáčik” wordt verkocht in een voor voedsel geschikte folie, in meervoudige verpakkingen die verschillen naar gelang van het aantal korbáčiky en het gewicht van de verpakking.

Eigenschappen

Kleur: wit tot lichtgeel of, in het geval van gerookte soorten, goudgeel;

Consistentie: de slierten bestaan uit afzonderlijke vezels met een stevige, maar niet harde elastische consistentie; de elasticiteit vermindert naarmate de kaas rijpt; het product heeft een hoge treksterkte dankzij de vezelige textuur met makkelijk te scheiden vezels;

Geur en smaak: melkachtig, aangenaam kazig, licht zuur en, in het geval van de gerookte soorten, met een typisch rookaroma.

Samenstelling: Droge stof: ten minste 40 gewichtspercenten;

Vetgehalte op de droge stof: ten minste 25 gewichtspercenten;

Keukenzout: niet meer dan 4,5 gewichtspercenten voor de niet-gerookte soorten en niet meer dan 5,5 gewichtspercenten voor de gerookte soorten;

Microbiologische eigenschappen

„Oravský korbáčik” is een gestoomde kaas die wordt bereid uit klompkaas die hoofdzakelijk een warmtebestendige microflora met melkzuur van de volgende soorten bevat: Lactococcus, Streptococcus en Lactobacillus.

3.3.   Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten):

Voor de bereiding van „Oravský korbáčik” wordt gebruik gemaakt van klompkaas die wordt verkregen uit rauwe of gepasteuriseerde koemelk waaraan een melkzuurkweek wordt toegevoegd. Of rauwe dan wel gepasteuriseerde melk wordt gebruikt, heeft geen invloed op de eigenschappen van het eindproduct. De kwaliteit van de melk wordt in de bedrijven van de klompkaasproducenten regelmatig gecontroleerd en opgetekend aan de hand van de volgende parameters: groeiremmende stoffen, temperatuur, zuurtegraad, vet, soortelijk gewicht en vetvrije droge stof.

Het totale aantal micro-organismen en het aantal somatische cellen worden vastgesteld door erkende laboratoria.

De klompkaas bevat ten minste 48 gewichtspercenten droge stof, met ten minste 35 gewichtspercenten vet op de droge stof en een pH van 4,9-5,2.

De buitenzijde van de klompkaas is uniform en glad met dito korst en een witte tot crèmeachtige kleur.

3.4.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong):

Er zijn geen speciale kwaliteitseisen of beperkingen ten aanzien van de oorsprong.

3.5.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden:

De oorsprong van de klompkaas is niet bepalend voor de kwaliteit van het product.

Onderdeel 1

:

Stomen: de gefermenteerde natuurlijke kaas wordt eerst in stukjes gesneden, die worden geraspt en in warm water gestoomd bij een temperatuur van 70-95 °C; de kaas wordt geroerd met behulp van een houten spatel of een mechanisch roertoestel totdat hij een compacte, elastische massa vormt, parenina genoemd.

Onderdeel 2

:

Kneden: de parenina wordt met de hand gekneed, uitgerekt en gevouwen tot een elastische massa met een gladde consistentie die gemakkelijk vorm kan worden gegeven.

Onderdeel 3

:

Vormgeving: de kaasmassa wordt uitgerekt tot slierten, met de hand of met behulp van twee tegen elkaar roterende rollen met groeven. De slierten vallen onmiddellijk in koud drinkwater.

Onderdeel 4

:

Afkoeling: de kaasslierten worden 2 tot 10 minuten afgekoeld in koud drinkwater, zodat zij hun vorm behouden.

Onderdeel 5

:

Wikkelen: de afgekoelde slierten worden op een rol gewikkeld. Daarna worden zij aan 1 kant afgesneden en in het midden samengebonden met een kaasdraad.

Onderdeel 6

:

Zouten: de afgesneden en samengebonden slierten worden gezouten door ze zo lang in een verzadigde zoutoplossing onder te dompelen dat het uiteindelijke zoutgehalte niet meer dan 4,5 gewichtspercenten bedraagt voor de niet-gerookte soorten en 5,5 voor de gerookte soorten (de zouttijd hangt af van de dikte van de kaasslierten en de zuurtegraad van de gebruikte kaas).

Onderdeel 7

:

Gedeeltelijke droging: de kaasslierten worden aan een houten of roestvrije stang gehangen zodat de overtollige pekel kan afvloeien.

Onderdeel 8

:

Vlechten: minstens twee slierten worden in het midden gevouwen en op tweederde van hun lengte tot een zweepje gevlochten en samengebonden met één van de slierten zodat de vlecht niet loskomt.

Onderdeel 9

:

(voor gerookte soorten)

Roken: de kaas wordt gerookt door rechtstreekse blootstelling aan koude rook met een temperatuur van ongeveer 30 °C, in een traditionele houten of metalen rookkamer of in een rookkamer met gedwongen luchtcirculatie met rook van hardhout, totdat hij een goudgele kleur krijgt.

Onderdeel 10

:

Verpakking: de kaas wordt verpakt in een voor voedsel geschikte folie en vervolgens geëtiketteerd met de benaming „Oravský korbáčik”.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken, enz.:

„Oravský korbáčik” wordt verkocht in verpakkingen die verschillen naar gelang van het aantal korbáčiky. Een standaardverpakking bevat 5-10 korbáčiky, maar er zijn ook grotere verpakkingen met 50 korbáčiky, van oudsher „zväzok” (bundels) genoemd.

„Oravský korbáčik” moet worden verpakt in het afgebakende geografische gebied teneinde de speciale vorm te behouden, te voorkomen dat de vlecht loskomt en de kwaliteit van het product te handhaven.

Er geldt geen geografische beperking ten aanzien van herverpakking.

3.7.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering:

Producenten die „Oravský korbáčik” vervaardigen in overeenstemming met dit productdossier, mogen voor etikettering, reclame en afzet gebruikmaken van de benaming „Oravský korbáčik”.

Op de etiketten van het product moeten de volgende vermeldingen zijn aangebracht:

de benaming „Oravský korbáčik”, duidelijk zichtbaar,

de soort (gerookte of niet-gerookte kaas),

de woorden „beschermde geografische aanduiding” en het EU-symbool.

4.   Beknopte omschrijving van de afbakening van het geografische gebied:

„Oravský korbáčik” wordt vervaardigd in het bekken van de rivier Orava (regio Orava) in de Slowaakse Republiek. Het geografische gebied grenst in het noorden en het oosten aan Polen, in het westen aan de districten Námestovo en Dolný Kubín en in het zuiden aan de districten Dolný Kubín en Tvrdošín.

5.   Verband met het geografische gebied:

5.1.   Specificiteit van het geografische gebied:

Orava is een typisch berggebied met gunstige omstandigheden voor het houden en weiden van schapen en rundvee en de verwerking van hun melk tot kaas. De bijzondere kenmerken van dit bergachtige gebied worden door de plaatselijke bevolking van oudsher benut. Alleen vrouwen uit Zázrivá kunnen de gestoomde kaas met de hand tot zweepjes vlechten en geen enkele machine kan hen vervangen.

Volgens de mondelinge overlevering wordt korbáčiky reeds sinds de tweede helft van de 19de eeuw in Zázrivá geproduceerd. De productie van verschillende soorten voor verkoop bestemde gestoomde kaas, waaronder korbáčiky, was destijds namelijk de enige inkomstenbron voor de plaatselijke schapen- en veehouders.

5.2.   Specificiteit van het product:

Wat de „Zázrivský korbáčik” bijzonder maakt, is zijn vorm, die heel ongebruikelijk is voor kaas of kaasproducten. Hij wordt gemaakt volgens een traditionele, vrijwel uitsluitend handmatige methode waarbij klompkaas in warm water wordt gestoomd en tot slierten wordt uitgerekt die vervolgens tot een zweepje worden gevlochten. De handmatige bewerking van de gestoomde kaas (het kneden en uitrekken) geeft een unieke vezelige textuur die het product zo bijzonder en uniek maakt.

5.3.   Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA):

De aanvraag om „Zázrivský korbáčik” als een beschermde geografische benaming te registreren, is gebaseerd op de speciale vorm van het product, alsook op de faam en de traditie ervan.

De regio Orava is gelegen in het bergachtige noordwesten van Slowakije, waar een koud, onherbergzaam klimaat heerst. De meeste inwoners leefden van de landbouw en de veehouderij (koeien, geiten en schapen), en ze verwerkten en bewerkten de door de dieren geleverde grondstoffen (vooral melk) tot kaasproducten van hoge kwaliteit in verschillende vormen. „Het gebied waarin het ras Pinzgau wordt gehouden, en het feit dat de dieren overwegend op zomerweiden grazen, maken dit ras uiterst geschikt voor de productie van biologische consumptiemelk en zuivelproducten …. De veehouderijen zijn niet alleen bepalend voor het landschap (maaien van gebieden die niet toegankelijk zijn voor machines, begrazing van ongebruikte grond, drogen van hooi op speciale rekken), maar produceren ook regionale specialiteiten van koemelk, zoals de bekende „Oravský korbáÿik” …” (Slovenský pinzgauský dobytok — producent mlieka horských pasienkov).

Dankzij haar vaardigheid en knowhow kon de plaatselijke bevolking zich handhaven ondanks de ruwe omstandigheden, en werden ze ook buiten het gebied bekend.

In historische documenten wordt melding gemaakt van een traditionele gestoomde kaas die in de regio Orava werd vervaardigd; hij werd gemaakt in de vorm van een zweepje, zoals die welke in Slowakije met Pasen traditioneel van riet werd gemaakt; de miniatuurversie kreeg de naam korbáčik. Het gebied stond niet alleen bekend om de vervaardiging van korbáčiky, maar werd ook een centrum voor de inkoop en verkoop van gestoomde kazen, waarbij de handelaren werden genoemd naar de soort kaas die zij verhandelden (bv. korbáčik, oštiepok, srdce, enz.). „In het noorden van Slowakije is het dorp Zázrivá in het gebied Orava nog steeds een belangrijk handelscentrum. Handelaren uit dit gebied verhandelden gerookte en gestoomde kaas; zij kregen de naam van het product dat zij verkochten: korbáčik, …” (Podolák, J. „Tradičné využitie produkcie ovčieho mlieka na Slovensku”, Etnologia Slavica, UK Bratislava, 1986).

In de archieven zijn meerdere stukken te vinden waarin dit beroep wordt vermeld. Handelaren uit Zázrivá bieden hun goederen nog steeds aan op diverse markten en tijdens speciale gelegenheden zoals bruiloften, doopfeesten, Kerstmis, carnaval en Pasen. De productie van korbáčik kent steeds een hoogtepunt tijdens vakantieperiodes, wat getuigt van de populariteit van het product. Dit wordt bevestigd door de productieregisters van de producenten.

De regio Orava heeft haar agrarische karakter behouden. Voorschriften voor de productie van „Oravský korbáÿik” dateren van de helft van de vorige eeuw. Van de faam en traditie van „Oravský korbáÿik” getuigen niet alleen het feit dat het merk is ingeschreven bij de dienst voor de industriële eigendom van de Slowaakse Republiek (voor een geldigheidsduur van 10 jaar, tot en met 22 februari 2006), maar ook de artikels in de pers.

„Oravský korbáÿik” is een bekende traditionele delicatesse, niet alleen voor Slowaken, maar ook voor toeristen, die de specialiteit meenemen als cadeau. „Bij één van de stands greep ik naar een plaatselijke kaasdelicatesse, bekend als „Oravský korbáÿik” (zweepje van Orava) …” („Great Escapes: Hiking in the High Tatras”. The Slovak Spectator, Vol. 10, No 28, 2004); „Nenúkajte Angliÿanov Oravskými korbáÿikmi” (http://www.sme.sk); Slovakia-in, nr. 8-9, 2002, in het artikel „Slovensko a Slováci nemeckými oÿami” staat dat „de auteur, een Tsjechische die in Duitsland woont, de voortreffelijke gestoomde kaas „Oravské korbáÿiky” kent, …”.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier:

(Artikel 5, lid 7, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

http://www.upv.sk/pdf/specifkorbac_ek2.pdf


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.


Top