EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52010XC0608(01)

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

PB C 149 van 8.6.2010, p. 9–13 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

8.6.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 149/9


Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

2010/C 149/07

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

ENIG DOCUMENT

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

CARCIOFO SPINOSO DI SARDEGNA

EG-nummer: IT-PDO-0005-0687-06.03.2008

BGA ( ) BOB ( X )

1.   Naam:

„Carciofo Spinoso di Sardegna”

2.   Lidstaat of derde land:

Italië

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel:

3.1.   Productcategorie (Bijlage III):

Categorie 1.6:

Vruchten, groenten en granen, vers en bewerkt.

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is:

De „Carciofo Spinoso di Sardegna” is een artisjok die wordt geteeld met het plaatselijke ecotype „Spinoso Sardo” als uitgangsmateriaal. Dit ecotype is terug te voeren tot de botanische soort „Cynara scolymus” en wordt gekenmerkt door de volgende morfologische kenmerken: het betreft een meerjarige plant van gemiddelde hoogte, met wortelstokken waarbij het voornaamste bloemhoofd op een hoogte van 45 tot 70 cm zit, met een hoge habitus, aanleg tot veel scheutvorming en een wisselende productie. Gemiddeld grote groene bladeren met stekels en een hoge mate van heterofyllie, die blijkt uit het grote aantal verschillende bladeren: met volledige bladschijf, gelobde bladeren, of, nog vaker, gevederde bladeren. Lang, kegelvormig bloemhoofd, gemiddeld dicht van structuur, van ten minste 6 cm hoog en met een diameter van 6 tot 13 cm, met buitenste schutbladeren die groen van kleur zijn met een ruime schakering aan paarse tot bruinachtige kleuren, met een puntige top met gele doorn; binnenste schutbladeren strogeel van kleur met paarse adering; hoofdsteel van 10 tot 40 cm lang (zoals toegestaan overeenkomstig de bij Verordening (EG) nr. 1466/2003 vastgestelde afwijking), en 1 tot 3,5 cm dik.

De BOB „Carciofo Spinoso di Sardegna” moet over de volgende kenmerken beschikken:

Uiterlijke kenmerken: vorm: kegelvormig, langwerpig en gemiddeld compact bloemhoofd; kleur: groen met een ruime schakering aan paarse tot bruinachtige kleuren; schutbladeren met gele doornen; structuur van de steel: het binnenste heeft weinig vezels, is zacht en eetbaar; eetbaar gedeelte: niet minder dan 30 % van het gewicht van het verse bloemhoofd.

Chemische kenmerken: gehalte koolhydraten niet minder dan 2,5 g op 100 g vers product; gehalte polyfenolen niet minder dan 50 mg op 100 g vers product; gehalte natrium niet meer dan 0,125 g op 100 gram vers product; gehalte ijzer niet meer dan 0,80 mg op 100 gram vers product.

Organoleptische kenmerken: intense geur van kardoen en bloemen; vlezige consistentie van de schutbladeren, die tegelijk ook zacht en aan de basis krokant zijn; volle smaak met een afgewogen samengaan van enigszins bittere en zoetige smaken door de aanwezigheid van polyfenolderivaten en cynarine; omdat in artisjokken van nature tannines voorkomen, zijn deze weliswaar wrang, maar de wrangheid is weinig uitgesproken, omdat die wordt gecompenseerd door de hoofdzakelijk zoete smaken van de in ruime mate voorkomende koolhydraten. Het traditionele gebruik om „Carciofo Spinoso di Sardegna” rauw te eten betreft niet alleen het bloemhoofd, maar ook de steel, waardoor de voedingswaarde van het product beter tot zijn recht komt. Alleen de artisjokken „Carciofo Spinoso di Sardegna” die tot de handelsklassen „Extra” en „I” behoren, kunnen worden erkend als BOB.

3.3.   Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten):

3.4.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong):

3.5.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden:

Alle onderdelen van het productieproces van de „Carciofo Spinoso di Sardegna” worden binnen het in punt 4 omschreven gebied worden uitgevoerd.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz.:

Om de traditionele consumptie in rauwe staat van de „Carciofo Spinoso di Sardegna” mogelijk te maken, moet het aantal bewerkingen dat dat product ondergaat tot het minimum worden beperkt, omdat het gemakkelijk bederft, waarbij „bederf” moet worden begrepen als verlies van versheid, glans en turgescentie van het bloemhoofd, de steel en de bladeren, en moet het product onmiddellijk na de oogst worden verpakt. Die beperking biedt zeker voordelen voor de versheid, omdat de uiterlijke, organoleptische en chemische kenmerken van het product anders toch van de geringe mate van oxidatie en transpiratie te lijden zouden hebben.

De „Carciofo Spinoso di Sardegna” wordt in de volgende gesloten verpakkingen op de markt gebracht, waarop het logo wordt aangebracht: bakjes van 2 tot 12 hele en/of in stukken verdeelde bloemhoofden; mandjes van 500 g tot 5 kg van voor voedingsmiddelen geschikt materiaal; houten, kartonnen en plastic voor voedingsmiddelen geschikte kistjes met daarin 4 tot 60 bloemhoofden.

De in de bestaande communautaire normen voor de verpakking van dit product geschikt geachte verpakkingen zijn eveneens toegestaan. Iedere verpakking moet „Carciofo Spinoso di Sardegna” van dezelfde handelscategorie bevatten. Het zichtbare gedeelte van de inhoud van de verpakking moet bovendien representatief zijn voor het geheel.

3.7.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering:

Op de etiketten die op de verpakkingen worden aangebracht, moeten de volgende gegevens worden vermeld: de benaming van de BOB „Carciofo Spinoso di Sardegna” en het communautaire logo; de handelscategorie: „Extra” of „I”; de groottesortering; het aantal bloemhoofden; alle andere overeenkomstig de geldende wetgeving aan te brengen aanduidingen; het logo.

Het logo van de benaming is een gestileerde afbeelding van een bloemhoofd van de betrokken soort artisjokken die is vermenselijkt doordat op het bloemhoofd een smiley is aangebracht, waardoor het op een echt hoofd lijkt, waarbij de bladeren de associatie aan opengespreide armen in een vriendschappelijk welkomstgebaar wekken. De boodschap is dat het om een product gaat dat ondanks het stekelige uiterlijk lekker smaakt.

Image

De beschermde oorsprongsbenaming moet in duidelijke, onuitwisbare letters op het etiket worden aangebracht, waarbij een kleurstelling moet worden gekozen die een duidelijk contrast biedt met de kleur van het etiket, zodat het duidelijk kan worden onderscheiden van de vele andere aanduidingen die op het etiket mogen worden aangebracht in letters die echter maar half zo groot mogen zijn als die waarin de beschermde oorsprongsbenaming is aangebracht. Het is verboden niet expliciet toegestane vermeldingen van eigenschappen toe te voegen aan de vermelding van de beschermde oorsprongsbenaming. Het vermelden van bedrijfsnamen en particuliere merknamen is daarentegen wel toegestaan, mits deze geen lovende betekenis hebben en zij de consument niet misleiden.

4.   Beknopte omschrijving van de afbakening van het geografische gebied:

De „Carciofo Spinoso di Sardegna” moet worden geteeld in de productiegebieden die de volgende gemeenten omvatten:

 

In de provincie Cagliari: Assemini, Assemini (enclave), Barrali, Castiadas, Decimomannu, Decimoputzu, Donori, Elmas, Escolca (enclave), Guasila, Mandas, Maracalagonis, Monastir, Muravera, Nuraminis, Serdiana, Pimentel, Pula, Quartu Sant’ Elena, Quartucciu, Samatzai, San Sperate, San Vito, Selargius, Selegas, Sestu, Sinnai (enclave), Ussana, Uta, Villanovafranca, Villaputzu, Villasimius, Villasor en Villaspeciosa.

 

In de provincie Carbonia-Iglesias: Giba, Masainas, Piscinas, San Giovanni Suergiu, Santadi, Sant’Anna Arresi, Tratalias en Villaperuccio.

 

In de provincie Medio Campidano: Furtei, Gonnosfanadiga, Pabillonis, Pauli Arbarei, Samassi, San Gavino Monreale, Sanluri, Sardara, Segariu, Serramanna, Serrenti, Villacidro en Villamar.

 

In de provincie Oristano: Arborea, Baratili San Pietro, Bauladu, Bosa, Cabras, Cuglieri, Flussio, Magomadas, Marrubiu, Milis, Mogoro, Narbolia, Nurachi, Ollastra, Oristano, Palmas Arborea, Riola Sardo, San Nicolò Arcidano, Santa Giusta, San Vero, Siamaggiore, Seneghe, Sennariolo, Simaxis, Solarussa, Terralba, Tramatza, Tresnuraghes, Uras, Zeddiani en Zerfaliu.

 

In de provincie Nuoro: Dorgali, Galtellì, Irgoli, Loculi, Onifai, Orosei, Posada, Siniscola en Torpè.

 

In de provincie Ogliastra: Arzana (enclave), Barisardo, Baunei, Cardedu, Girasole, Lanusei (enclave), Loceri (enclave), Lotzorai, Tertenia en Tortolì.

 

In de provincie Sassari: Alghero, Banari, Castelsardo, Florinas, Ittiri, Montresta, Olmedo, Ossi, Valledoria, Viddalba, Villanova Monteleone, Porto Torres, Putifigari, Uri, Santa Maria Coghinas, Sassari, Usini, Sedini, Sennori, Sorso en Tissi.

 

In de provincie Olbia-Tempio: Badesi, Budoni en San Teodoro.

Bovengenoemde productiegebieden zijn die waar de „Carciofo Spinoso di Sardegna” van oorsprong blijkt te zijn geteeld. In die gebieden zijn de bodemgesteldheid en de klimaatomstandigheden van dien aard dat zij geschikt zijn voor de teelt van het betrokken product, en in dat verband zijn vervolgens de ervaring, de tradities en teelttechnieken tot stand gekomen die ervoor zorgen dat de kenmerken van het product gegarandeerd kunnen worden.

5.   Verband met het geografische gebied:

5.1.   Specificiteit van het geografische gebied:

Alle stukken grond in het in punt 4 genoemde productiegebied waar de „Carciofo Spinoso di Sardegna” wordt geteeld, zijn van alluviale oorsprong. Het betreft recent gevormde bodems die rijk zijn aan fosfor, ijzer, magnesium, calcium, kalium en organisch materiaal en die tenderen naar een neutrale of licht subalkalische zuurgraad.

De maximumtemperatuur is er 's winters 11,3 °C en 's zomers ongeveer 24 °C. Rijp komt er zeer zelden voor en sneeuwval is er uitzonderlijk. De regenval is zeer onregelmatig over het jaar verdeeld, waarbij in het winterseizoen een piek optreedt en in de zomer sprake is van een volledig ontbreken van neerslag.

5.2.   Specificiteit van het product:

De bijzondere kenmerken van de „Carciofo Spinoso di Sardegna” zijn de beperkte wrangheid, de aangename smaak die deze krijgt doordat de bittere en zoete smaken in een uitgebalanceerde combinatie voorkomen, en de zachtheid van het vruchtvlees, waardoor de artisjok gemakkelijker rauw gegeten kan worden. Andere kenmerken zijn de rijkdom aan polyfenolen en andere voedingselementen en de uiterst beperkte hoeveelheden natrium en ijzer.

Tot slot, maar zeker niet minder belangrijk, moet de bijzondere vorm van het bloemhoofd worden genoemd, want door de dicht tegen elkaar staande schutbladeren wordt dit bloemhoofd beschermd tegen het doordringen van externe schadelijke stoffen, waardoor de gezondheid ervan gegarandeerd is.

5.3.   Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel van een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA):

De kenmerken die de aanvraag om erkenning van de „Carciofo Spinoso di Sardegna” als BOB rechtvaardigen en die dit product van alle andere producten van dezelfde handelssoort onderscheiden, zijn: de beperkte wrangheid, de aangename smaak, dankzij het evenwicht tussen bittere en zoete smaken, de zachtheid van het vruchtvlees waardoor het product gemakkelijker rauw gegeten kan worden, de rijkdom aan voedingselementen die een duidelijk purgerende werking op het organisme hebben (diuretische werking, ontgifting van de lever, vermindering van het cholesterolgehalte in het bloed), de belangrijke hoeveelheid koolhydraten, minerale zouten, ijzer, kalium, fosfor en diverse soorten vitamines, met name vitamine A.

Deze bijzonderheden vinden hun oorsprong in de nauwe band met het eilandgebied, dat sterk op de betrokken teelt gericht is door zowel de traditionele teelttechnieken als de gunstige bodemgesteldheid en klimaatomstandigheden. De flinke hoeveelheid calcium, magnesium en kalium die voorkomt in de meeste stukken grond waarop de artisjok wordt geteeld, is grotendeels verantwoordelijk voor de kenmerkende bestandheid van de plant tegen stress als gevolg van hoge temperaturen en een lage relatieve vochtigheid. Op dezelfde manier zijn deze recent gevormde, diepe bodems die voornamelijk van alluviale oorsprong zijn en die geen waterretentie hebben, bepalend voor het zeer goede uitwisselingsvermogen, waarbij ervoor wordt gezorgd dat de plant de stoffen fosfor, ijzer en kalium en de andere minerale zouten, die verantwoordelijk zijn voor de in punt 5.2 beschreven kenmerken, het beste absorbeert.

De weersomstandigheden beïnvloeden de kwaliteit van de „Carciofo Spinoso di Sardegna”, aangezien zij bepalend zijn voor de algemene functies van de plant, zoals de fotosynthese en de opname van water en voedingsstoffen. Licht is zeer belangrijk voor de totstandkoming van de kwaliteitskenmerken van de „Carciofo Spinoso di Sardegna”; met name de stralingsintensiteit, ook in de wintermaanden, beïnvloedt de productie van reservestoffen zoals koolhydraten, waardoor de smaak wordt bepaald en waardoor het betrokken product bijzonder geschikt is om rauw te worden gegeten. Verder kan worden geconstateerd dat de intensiteit van de zon in het hele productiegebied homogeen is, zodat het voor de ontwikkeling van de plant eigenlijk irrelevant is of deze nu is geteeld in de meer noordelijk of de meer zuidelijk gelegen delen van het productiegebied.

Behalve deze intrinsieke geschiktheid van het gebied voor deze teelt, draagt ook het menselijke aspect, namelijk de traditie, de ervaring en de bedrevenheid, via de handmatige oogst, selectie en groottesortering, bij tot de selectie van de beste artisjokken. Het omhakken van de planten en het verwijderen van de knoppen wordt door hooggespecialiseerd plaatselijk personeel gedaan, waardoor een uitgelezen product wordt verkregen. De optimale combinatie van agronomische factoren, zoals de plantperiode, de teeltdichtheid, de kundige toepassing van irrigatie, de bemesting en de fytosanitaire bestrijdingsmethoden, intelligent door de mens gebruikt, alsook de beperkte levensduur van de artisjokplanten, namelijk 1 tot 3 jaar, waardoor de planten sterk blijven, zorgt ervoor dat de „Carciofo Spinoso di Sardegna” van nature geschikt is om rauw te worden gegeten.

In historisch perspectief is de artisjokteelt reeds sinds het tijdperk van de Feniciërs geworteld in het betrokken gebied. Door de eeuwen heen en tot in onze tijd is het een van de belangrijkste landbouwproducten van Sardinië en Italië gebleven. Geschreven getuigenissen van de aanwezigheid van de artisjok in Sardinië zijn er reeds uit de tweede helft van de XVIIIe eeuw, in het traktaat van de edelman Andrea Manca dell’Arca uit Sassari die, in zijn in 1780 gepubliceerde werk „Agricoltura di Sardegna” een paragraaf de volgende titel meegeeft: „Kardoen en Artisjok. Vermeerdering. Variëteiten. Teelt. Gebruik.”. Bewijzen van het bestaan van de „Carciofo Spinoso di Sardegna” zijn ook in de eerste decennia van de vorige eeuw te vinden, zoals in het boek van Max Leopold Wagner: „Das ländliche Leben Sardiniens im Spiegel der Sprache” („Het plattelandsleven op Sardinië weerspiegeld in de taal”) dat in 1921 te Heidelberg in Duitsland is gepubliceerd. Sinds de eerste decennia van de 20e eeuw is ook een belangrijke vernieuwing van de landbouw op het eiland Sardinië te constateren en wordt ook de teelt van artisjokken steeds meer tot een gespecialiseerde teelt die zich niet langer uitsluitend op eigen verbruik, maar steeds meer op de nationale en internationale consumentenmarkten richt. Het is in deze periode van grote ontwikkelingen op handelsgebied dat de „Carciofo Spinoso di Sardegna” steeds ruimer bekend wordt. In talloze bronnen zijn opmerkingen te vinden als: „Op de markten in Italië werd de artisjok zeker niet zonder nadere aanduiding en anoniem verhandeld; „afkomstig van Sardinië” was in feite al vlak na 1900 een kwaliteits- en oorsprongsbewijs dat door de consument werd gewaardeerd en gevraagd.”. De historische oorsprong van het product heeft ertoe geleid dat de consument de „Carciofo Spinoso di Sardegna” identificeert met het beeld van Sardinië zelf, en wel in die mate dat ook in het gewone spraakgebruik op de menu's van verschillende restaurants, op de etiketten van bedrijven en in commerciële documenten van „Carciofo Spinoso di Sardegna” wordt gesproken; daaruit is de noodzaak geboren om het geconsolideerde gebruik van die benaming te formaliseren, zodat de band tussen de kenmerken van het product en Sardinië als oorsprongsgebied daarvan onlosmakelijk wordt, en zodat de consumenten en de producenten worden gevrijwaard van eventueel onjuist en onrechtmatig gebruik van de benaming.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier:

De bevoegde dienst heeft de nationale procedure voor het indienen van bezwaarschriften ingeleid door de bekendmaking van de registratieaanvraag voor de BOB „Carciofo Spinoso di Sardegna” in de Gazzetta ufficiale della Repubblica italiana nr. 25 van 30 januari 2008.

De geconsolideerde tekst van het productdossier kan worden geraadpleegd:

op de volgende internetsite: http://www.politicheagricole.it/DocumentiPubblicazioni/Search_Documenti_Elenco.htm?txtTipoDocumento=Disciplinare%20in%20esame%20UE&txtDocArgomento=Prodotti%20di%20Qualit%E0>Prodotti%20Dop,%20Igp%20e%20Stg

ofwel:

door rechtstreeks de homepage van de site van het Italiaanse ministerie van Landbouw (http://www.politicheagricole.it) te openen en te klikken op „Prodotti di Qualità” (aan de linkerkant van het scherm) en vervolgens op „Disciplinari di Produzione all’esame dell’UE [regolamento (CE) n. 510/2006]”.


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.


Top