EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52008PC0858

Voorstel voor een besluit van de Raad tot ondertekening en voorlopige toepassing van de tussentijdse partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de staten in de Stille Oceaan, anderzijds

/* COM/2008/0858 def. */

52008PC0858

Voorstel voor een besluit van de Raad tot ondertekening en voorlopige toepassing van de tussentijdse partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de staten in de Stille Oceaan, anderzijds /* COM/2008/0858 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 16.12.2008

COM(2008) 858 definitief

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

tot ondertekening en voorlopige toepassing van de tussentijdse partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de staten in de Stille Oceaan, anderzijds

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

Bijgaand voorstel is het rechtsinstrument voor de ondertekening en voorlopige toepassing van de tussentijdse partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de ACS-staten in de Stille Oceaan, anderzijds:

voorstel voor een besluit van de Raad tot ondertekening en voorlopige toepassing van de tussentijdse partnerschapsovereenkomst.

Zoals in de mededeling aan de Raad en het Europees Parlement van 23 oktober 2007 was aangekondigd, is over de tussentijdse partnerschapsovereenkomst onderhandeld om te voorkomen dat de handel met de Europese Gemeenschap zou worden verstoord nadat de handelsregeling van bijlage V bij de Overeenkomst van Cotonou en de desbetreffende door de Wereldhandelsorganisatie (WTO) verleende ontheffing op 31 december 2007 zouden vervallen. De onderhandelingen met de Republiek Fiji-eilanden en met Papoea-Nieuw-Guinea over deze tussentijdse partnerschapsovereenkomst werden op 23 november 2007 afgesloten.

Bijgevolg zijn de overeenkomstsluitende staten in de Stille Oceaan (Fiji en Papoea-Nieuw-Guinea) opgenomen in de lijst in bijlage 1 bij de verordening over markttoegang in geval van EPO's, die op 20 december 2007 door de Raad is vastgesteld[1]; deze lijst bevat de landen waaraan de Gemeenschap per 1 januari 2008 in het kader van een EPO markttoegang heeft aangeboden. Hun opname in de lijst wordt definitief wanneer alle partijen de tussentijdse partnerschapsovereenkomst hebben geratificeerd. Hierdoor zal voor de overeenkomstsluitende staten in de Stille Oceaan een geharmoniseerde handelsregeling met de EU gelden, die hun een betere toegang tot de markt biedt.

De tussentijdse partnerschapsovereenkomst vormt een kader voor een EPO en omvat alle maatregelen die nodig zijn om een met artikel XXIV van de GATT 1994[2] compatibele vrijhandelszone tot stand te brengen, met inbegrip van bepalingen over douane en handelsbevordering, technische handelsbelemmeringen, sanitaire en fytosanitaire maatregelen en geschillenbeslechting.

De bepalingen over ontwikkelingssamenwerking en de institutionele bepalingen zijn zeer beperkt, aangezien de tussentijdse partnerschapsovereenkomst zich vooral toespitst op de handel in goederen. De tussentijdse partnerschapsovereenkomst bevat een rendez-vous-clausule over voortzetting van de onderhandelingen over een volledige EPO, die ook andere gebieden zal bestrijken, zoals ontwikkelingssamenwerking, diensten, visserij, landbouw, handelsgerelateerde voorschriften enz.

De onderhandelingen over een volledige EPO worden voortgezet op basis van de onderhandelingsrichtsnoeren die de Raad op 12 juni 2002 voor EPO's met ACS-staten heeft vastgesteld.

De tussentijdse partnerschapsovereenkomst voorziet in haar voorlopige toepassing totdat zij in werking treedt. De Commissie acht de resultaten van de onderhandelingen bevredigend en in overeenstemming met de onderhandelingsrichtsnoeren van de Raad en verzoekt hem derhalve:

- machtiging te verlenen voor de ondertekening van de tussentijdse partnerschapsovereenkomst namens de Europese Gemeenschap;

- de voorlopige toepassing van de tussentijdse partnerschapsovereenkomst goed te keuren.

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

tot ondertekening en voorlopige toepassing van de tussentijdse partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de staten in de Stille Oceaan, anderzijds

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 133 juncto artikel 300, lid 2, eerste zin van de eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie[3],

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Op 12 juni 2002 heeft de Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen over economische partnerschapsovereenkomsten met de ACS-landen te openen.

(2) De onderhandelingen met Papoea-Nieuw-Guinea en de Republiek Fiji-eilanden over een tussentijdse partnerschapsovereenkomst, die een kader voor een economische partnerschapsovereenkomst vaststelt, hierna "tussentijdse EPO" genoemd, zijn op 23 november 2007 afgesloten.

(3) In artikel 76, lid 3, van de tussentijdse EPO is bepaald dat deze in afwachting van haar inwerkingtreding voorlopig wordt toegepast.

(4) De tussentijdse EPO moet namens de Gemeenschap worden ondertekend en behoudens haar sluiting op een latere datum voorlopig worden toegepast,

BESLUIT:

Artikel 1

De ondertekening van de tussentijdse partnerschapsovereenkomst tussen de staten in de Stille Oceaan en de Europese Gemeenschap wordt hierbij namens de Gemeenschap en behoudens het besluit van de Raad tot sluiting van die overeenkomst goedgekeurd.

De tekst van de tussentijdse EPO is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) de tussentijdse EPO namens de Europese Gemeenschap en behoudens de sluiting ervan te ondertekenen.

Artikel 3

Ingevolge artikel 76, lid 3, van de tussentijdse EPO wordt deze voorlopig toegepast in afwachting van de voltooiing van de sluitingsprocedure. De Commissie zal een bericht bekendmaken met informatie over de datum van voorlopige toepassing.

Gedaan te Brussel, […].

Voor de Raad

De voorzitter

[…]

FINANCIEEL MEMORANDUM VOOR VOORSTELLEN DIE UITSLUITEND GEVOLGEN HEBBEN VOOR DE ONTVANGSTENZIJDE VAN DE BEGROTING

1. BENAMING VAN HET VOORSTEL:

BESLUIT VAN DE RAAD tot ondertekening en voorlopige toepassing van de tussentijdse partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de staten in de Stille Oceaan, anderzijds

2. BEGROTINGSONDERDELEN:

Hoofdstuk en artikel: 12/120

Begroot bedrag voor het betrokken jaar: 16 431 900 000 (begroting 2008)

3. FINANCIËLE GEVOLGEN

( Het voorstel heeft geen financiële gevolgen

( Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de uitgaven maar wel voor de ontvangsten, namelijk:

4. FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

Ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraude en andere onregelmatigheden kan de Commissie overeenkomstig artikel 17 van de tussentijdse partnerschapsovereenkomst tussen de staten in de Stille Oceaan en de Europese Gemeenschap ter plaatse controles en inspecties uitvoeren. Zo nodig verricht het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) onderzoek op grond van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad. De Commissie zal regelmatig controles op basis van documenten en inspecties ter plaatse uitvoeren.

5. ANDERE OPMERKINGEN

Alle resterende douanerechten op producten van oorsprong uit de ACS-regio's en -staten die onderhandelingen hebben afgesloten over een economische partnerschapsovereenkomst of over een overeenkomst die met de WTO-voorschriften compatibele handelsregelingen bevat, zijn al door de vaststelling van Verordening (EG) nr. 1528/2007 van de Raad afgeschaft. Derhalve zijn er geen bijkomende financiële gevolgen in verband met dit voorstel.

[1] Verordening (EG) nr. 1528/2007 van de Raad.

[2] Algemene Overeenkomst inzake tarieven en handel 1994.

[3] PB C […] van […], blz. […].

Top