EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52006DC0855

Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de toepassing van Verordening (EG) nr. 2702/1999 van de Raad inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten in derde landen en van Verordening (EG) nr. 2826/2000 van de Raad betreffende voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten op de binnenmarkt {SEC(2006) 1785}

/* COM/2006/0855 def. */

52006DC0855




NL

Brussel, 22.12.2006

COM(2006) 855 definitief

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT

over de toepassing van

Verordening (EG) nr. 2702/1999 van de Raad inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten in derde landen

en van

Verordening (EG) nr. 2826/2000 van de Raad betreffende voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten op de binnenmarkt

{SEC(2006) 1785}

INHOUDSOPGAVE

1. Inleiding (...)3

2. Tenuitvoerlegging van het afzetbevorderingsbeleid 2004–2006 (...)3

2.1. Begrotingskredieten en begrotingsuitgaven (...)4

2.2. In 2004-2006 ingediende programma’s die in aanmerking komen voor medefinanciering (...)5

2.2.1. Aanvaarde en afgekeurde programma’s (...)6

2.2.2. Programma’s gericht op derde landen (...)6

2.2.3. Programma’s gericht op de binnenmarkt (...)7

2.2.4. Meerlandenprogramma’s (...)8

2.3. Rechtstreeks door het DG Landbouw gefinancierde programma’s (...)9

2.3.1. Rechtstreeks door de Commissie gefinancierde acties uit hoofde van Verordening (EG) nr. 2702/1999 (...)9

2.3.2. Afzetbevorderingscampagne ten behoeve van de biologische landbouw (...)10

2.3.3. Evaluaties van de resultaten van de afzetbevorderings- en voorlichtingsacties (...)10

3. Overige afzetbevorderingsacties (...)11

4. Standpunt van de beroepsorganisaties (...)11

5. Conclusies en volgende stappen (...)12

5.1. Algemene slotbepalingen (...)12

5.2. Volgende stappen (...)12

5.2.1. Consolidatie van de regelgeving (...)13

5.2.2. Uitgavenraming door de indienende organisaties (...)13

5.2.3. Indienen van uitgaven door de lidstaten (...)13

5.2.4. Keuze van het uitvoeringsorgaan (...)13

5.2.5. Opstellen van richtsnoeren (...)13

1. Inleiding

In 2004 heeft de Commissie aan het Europees Parlement en aan de Raad een verslag voorgelegd over de voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten, zowel in derde landen als op de binnenmarkt [1]. De regelgeving verplicht de Commissie ertoe om twee jaar later een tweede verslag over te leggen [2].

Het onderhavige verslag voldoet aan deze verplichting. Het heeft betrekking op de toepassing van de twee verordeningen in de periode die is verstreken tussen het voorgaande verslag, dat is opgesteld in 2003 (voorgelegd in 2004), en juli 2006 (referentieperiode). Het houdt rekening met alle besluiten die de Commissie heeft genomen gedurende deze periode, waarin met name de meest recente uitbreiding van de Unie, van 15 naar 25 lidstaten, heeft plaatsgevonden. In het verslag worden de gegevens betreffende de afzetbevordering van landbouwproducten gedurende deze periode geanalyseerd. In de conclusies worden voorstellen aangedragen die zouden kunnen bijdragen aan het vereenvoudigen en verbeteren van het huidige afzetbevorderingsbeleid.

2. Tenuitvoerlegging van het afzetbevorderingsbeleid 2004–2006

Het communautaire afzetbevorderingsbeleid kent een horizontale benadering die meerdere productsectoren beslaat en de algemene karakteristieken en gemeenschappelijke thema’s van elke sector benadrukt: kwaliteit, veiligheid, etikettering, specifieke productiemethoden, respect voor het welzijn van dieren en het milieu tijdens de productiefase. Dit beleid geeft de nationale en particuliere initiatieven een toegevoegde waarde doordat het de inspanningen van lidstaten en particuliere ondernemingen op het gebied van afzetbevordering ondersteunt en aanmoedigt. Daarnaast moet het beleid alle lidstaten, samen met hun beroeps- of bedrijfskolomorganisaties, de mogelijkheid bieden afzetbevorderings- en voorlichtingsacties voor hun producten op touw te zetten.

De noodzaak van actieve afzetbevordering wordt onderkend door onze handelspartners, waaronder de Verenigde Staten, Japan en Australië, die zelf aanzienlijke bedragen uittrekken voor doeltreffende afzetbevorderingsprogramma’s waarmee ze hun wereldwijde marktaandeel kunnen behouden of uitbreiden. Zo kent de federale regering in totaal circa 145 miljoen dollar per jaar toe aan diverse Amerikaanse exportbevorderingsprogramma’s. Dit geeft aan hoe belangrijk het is dat ook de Europese Unie een zichtbare en doeltreffende rol voor zich opeist bij de exportbevordering.

2.1. Begrotingskredieten en begrotingsuitgaven

Tabel 1 – Begrotingskredieten van de EU voor afzetbevorderingsacties

| | | | | | mln € |

Begrotingsrubriek | | Begrotingspost | | 2007* | 2006 | 2005 | 2004 |

Afzetbevorderingsacties: | binnenmarkt | 05.08.04 | ) | | | | |

| (BM) | >=2004 | ) | | | | |

(ex B1-3800 en B1-3801) | derde landen | 05.02 10.01 | ) | | | | |

| (DL) | >=2006 | ) | 38 000 | 42 000 | 48 500 | 48 500 |

Afzetbevorderingsacties: | binnenmarkt | 05.08.05 | ) | | | | |

| (BM) | >=2004 | ) | | | | |

(ex B1-3810 en B1-3811) | derde landen | 05.02 10.02 | ) | | | | |

| (DL) | >=2006 | ) | 7 840 | 10 000 | 11 000 | 11 000 |

Totaal afzetbevordering | | | | 45 840 | 52 000 | 59 500 | 59 500 |

* Prognoses voor einde boekjaar op basis van de uitvoering per 30.9.2006. | | |

De tabel hierboven toont de door de begrotingsautoriteit aan voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten toegekende kredieten. Wij constateren een geleidelijke afname van de toegekende kredieten, van 60 miljoen in 2004 naar 52 miljoen euro in 2006, ofwel een daling van circa 15%; voor 2007 is een verdere daling aangekondigd. Deze dalingen komen voort uit het feit dat de sector van oudsher moeite heeft de toegewezen kredieten te gebruiken, hetgeen een aanzienlijke onderbesteding met zich meebrengt, zoals blijkt uit tabel 2 hieronder. Als gevolg van deze onderbesteding werd een deel van de aanvankelijk aan deze acties toegekende begrotingsmiddelen aan het einde van het betreffende boekjaar overgeheveld naar andere landbouwuitgaven.

Tabel 2 – Begrotingsuitgaven van de EU voor afzetbevorderingsacties

| | | | | | mln € |

Begrotingsrubriek (betalingskredieten) | | Begrotingspost | | 2007* | 2006 | 2005 | 2004 |

Afzetbevorderingsacties: | BM | 05.08.04 | ) | | 26 000 | 26 145 | 22 118 |

betalingen door de lidstaten | | >=2004 | ) | | | | |

(ex B1-3800 en B1-3801) | DL | 05.02 10.01 | ) | | 6 000 | 4 085 | 5 119 |

| | >=2006 | ) | | 32 000 | 30 230 [3] | 27 237 |

Afzetbevorderingsacties: | BM | 05.08.05 | ) | | | | |

Rechtstreekse betalingen door de Commissie | | >=2004 | ) | | | | |

(ex B1-3810 en B1-3811) | DL | 05.02 10.02 | ) | | | | |

| | >=2006 | ) | | 5 000 | 2 349 | 2 568 |

Totaal afzetbevordering | | | | | 37 000 | 32 579 | 29 805 |

Uitvoeringsgraad in % | | | | | 71,1% | 54,8% | 50,0% |

* Prognoses voor einde boekjaar op basis van de uitvoering per 30.9.2006. | | |

De voornaamste factoren die ten grondslag liggen aan deze onderbesteding zijn:

1. het uitstellen van ingediende projecten door sommige lidstaten: wanneer de ondertekening van de overeenkomst tussen de indienende organisatie en het uitvoeringsorgaan bijvoorbeeld uitgesteld wordt, worden de uitgaven in daaropvolgende begrotingsjaren verantwoord;

2. verzoeken om terugbetaling van uitgaven die door de lidstaten uitgesteld worden;

3. het niet volledig ten uitvoer leggen van de goedgekeurde programma’s;

4. wat de acties in direct beheer betreft, het ontbreken van een vrijwillige bijdrage aan de IOR.

Enkele voorstellen om onderbesteding tegen te gaan, worden nader toegelicht in hoofdstuk 7 "Conclusies en volgende stappen".

2.2. In 2004-2006 ingediende programma’s die in aanmerking komen voor medefinanciering

Gedurende de referentieperiode hebben steeds meer lidstaten belangstelling getoond voor afzetbevorderingsprogramma’s. Gaandeweg zijn door nagenoeg alle lidstaten programma’s ingediend, en de nieuwe lidstaten hebben vanaf hun toetreding actief deelgenomen aan deze regeling.

Tabel 3 – Aantal indienende lidstaten per besluit

(...PICT...)

Klaarblijkelijk hebben de nieuwe lidstaten echter voorrang gegeven aan de afzetbevordering van hun landbouwproducten op de Europese binnenmarkt – de nieuwe grote markt waartoe ze nu toegang hebben!

2.2.1. Aanvaarde en afgekeurde programma’s

Sinds 2004 zijn 174 afzetbevorderingsprogramma’s aanvaard, waarvan 128 voor de binnenmarkt en 46 in derde landen, voor alle producten bij elkaar (zie werkdocument [4]). In absolute cijfers vormt dit een lichte toename ten opzichte van de aanvangsperiode, toen 94 programma’s werden goedgekeurd voor de binnenmarkt en 31 in derde landen (zie werkdocument). Dit resultaat is significant, temeer daar de selectiecriteria in de afgelopen jaren steeds verder zijn aangescherpt. Bovendien laten deze cijfers zien dat de lidstaten nog altijd evenveel belangstelling hebben voor programma’s die gericht zijn op de binnenmarkt.

De voornaamste redenen dat programma’s in de referentieperiode afgekeurd werden waren dat de indienende organisaties het programma, de acties en de budgetten niet voldoende gedetailleerd beschreven, een commercieel kwaliteitskeurmerk wilden promoten of het feit dat de sector onvoldoende representatief was.

Tabel 4 – Aanvaarde en afgekeurde programma’s tot juli 2006 |

Besluit | Ontvangen voorstellen | Aanvaarde programma’s | Afgekeurde programma’s |

Binnenmarkt | | Aantal | Mede-financiering | Aantal | Mede-financiering |

C(2004) 2000 | 11.06.2004 | 30 | 26 | 10 721 161 € | 4 | 832 985 € |

C(2004) 5360 | 28.12.2004 | 34 | 20 | 24 068 756 € | 14 | 11 075 424 € |

C(2005) 1767 | 15.06.2005 | 32 | 26 | 26 130 535 € | 6 | 7 357 163 € |

C(2006) 6 | 12.01.2006 | 40 | 25 | 25 459 807 € | 15 | 16 227 822 € |

C(2006) 3079 | 07.07.2006 | 79 | 31 | 27 660 899 € | 48 | 49 942 266 € |

Totalen | 215 | 128 | 114 041 158 € | 87 | 85 435 660 € |

| | | | | | |

Derde landen | | | | | |

C(2004) 817 | 22.03.2004 | 6 | 5 | 3 016 781 € | 1 | 632 502 € |

C(2004) 3536 | 27.09.2004 | 10 | 8 | 5 027 325 € | 2 | 1 868 550 € |

C(2005) 615 | 14.03.2005 | 18 | 10 | 10 182 124 € | 8 | 7 976 353 € |

C(2005) 4082 | 21.10.2005 | 25 | 15 | 13 239 540 € | 10 | 12 462 386 € |

C(2006) 796 | 17.03.2006 | 12 | 8 | 8 186 583 € | 4 | 4 203 229 € |

Totalen | 71 | 46 | 39 652 353 € | 25 | 27 143 020 € |

Om deze tabel maar ook de in dit verslag opgenomen cijfers goed te kunnen duiden, moet in ogenschouw worden genomen dat de Commissie tot 2005 elk jaar twee besluiten nam inzake de binnenmarkt en twee besluiten inzake de markten van derde landen. Met ingang van 2006 is de regelgeving gewijzigd, waardoor het aantal besluiten is teruggebracht van 4 naar 2 per jaar.

2.2.2. Programma’s gericht op derde landen

In de referentieperiode was slechts circa 25% van de voorgestelde programma’s gericht op derde landen. Deze programma’s ontvingen ongeveer een kwart van de aan afzetbevorderingsprogramma’s toegewezen communautaire begrotingsmiddelen (medefinanciering).

De belangrijkste concentratielanden zijn Noord-Amerika, op enige afstand gevolgd door Rusland en Japan.

In derde landen richt de afzetbevordering zich met name op producten met een kwaliteitskeurmerk (BOB, BGA, GTS), gevolgd door wijnen en sterke dranken, verse en verwerkte groenten en fruit, en kwaliteitsvlees. De onderstaande grafiek is in dit opzicht zeer verhelderend:

Tabel 5 – Participatie EG per product – derde landen

(...PICT...)

Fresh fruit and vegetables | Verse groenten en fruit |

Milk and milk products | Melk en melkproducten |

Multi products | Multiproducten |

Olive oil and table olives | Olijfolie en tafelolijven |

Organic farming and products | Biologische landbouw en de producten daarvan |

Ornamental horticulture | Sierteelt |

PDO, PGI and TSG | BOB, BGA en GTS |

Processed cereals and rice | Verwerkte granen en rijst |

Processed fruit and vegetables | Verwerkte groenten en fruit |

Quality meat | Kwaliteitsvlees |

Spirit drinks | Sterke dranken |

Wines | Wijnen |

in million Euro | in miljoenen euro |

Product Sector Label | Productsector |

2.2.3. Programma’s gericht op de binnenmarkt

Het aantal ingediende programma’s steeg van 64 in 2004 naar 72 in 2005 en naar 79 in 2006, een toename van 23,4%. Het aantal aanvaarde programma’s steeg van 46 in 2004 naar 51 in 2005, en liep terug tot 31 in 2006. Een van de oorzaken van deze daling is het hanteren van strengere criteria bij de beoordeling van deze programma’s.

Zoals af te leiden valt uit de onderstaande grafiek (zie ook werkdocument) zijn alle producten, met uitzondering van textiellinnen, gedurende de verslagperiode in aanmerking gekomen voor afzetbevorderingsprogramma’s. Het meeste geld ging naar de sectoren zuivelproducten, verse en verwerkte groenten en fruit en sierplanten en heesters, maar ook biologische landbouw en kwaliteitsvlees.

In de bijgevoegde tabellen worden de concentratielanden genoemd van de programma’s gericht op de binnenmarkt. Interessant is dat het concentratieland sinds de invoering van het afzetbevorderingsbeleid in de helft van de gevallen weliswaar ook het land is dat het programma indient (zie werkdocument), maar dat deze tendens duidelijk afneemt in de periode 2004–2006.

Tabel 6 – Participatie EG per product - binnenmarkt

(...PICT...)

All agricultural products | Alle landbouwproducten |

Fresh fruit and vegetables | Verse groenten en fruit |

Honey and beekeeping products | Honing en bijenteeltproducten |

Labelling of eggs | Etiketteren van eieren |

Milk and milk products | Melk en melkproducten |

Multi products | Multiproducten |

Olive oil and table olives | Olijfolie en tafelolijven |

Organic farming and products | Biologische landbouw en de producten daarvan |

Ornamental horticulture | Sierteelt |

Outermost regions | Ultraperifere gebieden |

PDO, PGI and TSG | BOB, BGA en GTS |

Processed fruit and vegetables | Verwerkte groenten en fruit |

Quality meat | Kwaliteitsvlees |

Seed oils | Zaadoliën |

Wines | Wijnen |

in million Euro | in miljoenen euro |

Product Sector Label | Productsector |

2.2.4. Meerlandenprogramma’s

Ook valt op dat de meerlandenprogramma’s een vrij gering aandeel vormen van alle voorgestelde programma’s, op de binnenmarkt of in derde landen:

Tabel 7 – Aandeel van de meerlandenprogramma’s in alle voorgestelde programma’s |

Besluit | Voorgestelde programma’s | Voorgestelde meerlanden-programma’s |

Binnenmarkt | | |

C(2004) 2000 | 11.06.2004 | 30 | 0 |

C(2004) 5360 | 28.12.2004 | 34 | 2 |

C(2005) 1767 | 15.06.2005 | 32 | 2 |

C(2006) 6 | 12.01.2006 | 40 | 2 |

C(2006) 3079 | 07.07.2006 | 79 | 6 |

Totalen | 215 | 12 |

| | | |

Derde landen | | |

C(2004) 817 | 22.03.2004 | 6 | 1 |

C(2004) 3536 | 27.09.2004 | 10 | 1 |

C(2005) 615 | 14.03.2005 | 18 | 5 |

C(2005) 4082 | 21.10.2005 | 25 | 1 |

C(2006) 796 | 17.03.2006 | 12 | 1 |

Totalen | 71 | 9 |

2.3. Rechtstreeks door het DG Landbouw gefinancierde programma’s

Reeds opgemerkt is dat sommige acties volledig kunnen worden gefinancierd uit de begroting van de EU. Het gaat daarbij om acties die rechtstreeks door de Commissie worden opgestart en beheerd. De uitvoering hiervan wordt in handen gelegd van aannemers die geselecteerd zijn via openbare inschrijvingsprocedures.

2.3.1. Rechtstreeks door de Commissie gefinancierde acties uit hoofde van Verordening (EG) nr. 2702/1999

1. organisatie van voorlichtingscampagnes in de Verenigde Staten, Canada, China en Japan over het communautaire beleid inzake beschermde oorsprongsbenamingen (BOB’s), beschermde geografische aanduidingen (BGA’s), gegarandeerde traditionele specialiteiten (GTS’en) en de biologische landbouw,

jaarlijkse toewijzing: 2 mln EUR (1 mln EUR voor Noord-Amerika en 1 mln EUR voor Azië);

2. missies op hoog niveau:

In 2004 bezoek aan China van een handelsmissie onder leiding van de heer Franz Fischler, als toenmalig Europees commissaris belast met landbouw en visserij,

toewijzing: 0,8 mln EUR;

In maart 2007 organisatie van een handelsmissie op hoog niveau naar India onder leiding van commissaris Marianne Fischer Boel, die vergezeld zal worden door een delegatie van captains of industry. Deze zesdaagse missie heeft tot doel contacten te leggen tussen de EU en India. Ze vindt plaats in New Delhi en in Bombay; ook zal een stand van de Europese Unie aanwezig zijn op de agroalimentaire beurs Aahaar in New Delhi.

toewijzing: 1,0 mln EUR.

2.3.2. Afzetbevorderingscampagne ten behoeve van de biologische landbouw

Op grond van Verordening (EG) nr. 2826/2000 van de Raad en teneinde uitvoering te geven aan het Europees actieplan voor biologische voeding en landbouw en aan haar actie 1, is de Commissie een afzetbevorderingscampagne gestart. Voor dit programma met een looptijd van drie jaar is 3 miljoen euro uitgetrokken. De campagne zal gelijk opgaan met nationale programma’s die gecofinancierd worden door de Europese Unie in deze sector die sterk in opkomst is, en is bedoeld om deze initiatieven te ondersteunen.

In dit verband is na een openbare inschrijving een raamovereenkomst gesloten met een gespecialiseerd bedrijf voor het ontwikkelen van een Internetsite en een “gereedschapskist” met daarin diverse instrumenten die kunnen worden gebruikt om de biologische landbouw te bevorderen en het publiek te informeren over biologische landbouwproducten. Indien nodig kunnen in het kader van deze campagne andere voorlichtings-, communicatie- en afzetbevorderingsacties op touw worden gezet. Verder kan ook de campagne zelf onder de aandacht gebracht worden van doelgroepen.

Een commissie van deskundigen waarin diverse prominente vertegenwoordigers uit de sector zitting hebben die door de Commissie zijn benoemd op voordracht van de lidstaten, dient de Commissie van advies bij deze campagne.

2.3.3. Evaluaties van de resultaten van de afzetbevorderings- en voorlichtingsacties

Aan de hand van evaluaties kan de doeltreffendheid van de programma’s worden beoordeeld, om na te gaan in hoeverre de doelstellingen worden gehaald en erop toe te zien dat de middelen (financieel, wetgevend, administratief, etc.) daadwerkelijk zijn aangewend om de beoogde resultaten te bereiken. Ook kan hiermee de coherentie, de relevantie, het nut en de kwaliteit van de acties worden beoordeeld.

Op grond van artikel 8 van de Verordeningen (EG) nr. 2702/1999 en (EG) nr. 2826/2000 van de Raad kunnen de diensten van de Commissie de gecofinancierde programma’s evalueren.

In 2004 is een externe evaluatie verricht van de op grond van Verordening (EG) nr. 1358/2001 van de Commissie gecofinancierde voorlichtingsprogramma’s, die voorzien in specifieke voorlichtingsacties voor de rundvleessector. Uit deze evaluatie, die in 2005 werd afgerond, bleek dat de gecofinancierde programma’s coherent waren met de vastgelegde doelstellingen en richtsnoeren. Door het ontbreken van een gemeenschappelijke strategie voor de gecofinancierde programma’s was de informatie inhoudelijk echter niet altijd duidelijk en geruststellend voor de consument. Doordat geen gegevens voorhanden zijn over het effect van de acties die deel uitmaken van de programma’s op het moment dat deze uitgevoerd worden, was het daarnaast buitengewoon lastig om zicht te krijgen op de doeltreffendheid van deze programma’s, zelfs jaren nadat ze uitgevoerd waren.

Voor de komende jaren heeft de Commissie via openbare inschrijvingen twee raamovereenkomsten gesloten die betrekking hebben op het uitvoeren van evaluaties, zowel op de binnenmarkt als in derde landen; de evaluaties, met een looptijd van vier à zes maanden, zijn bedoeld om de tenuitvoerlegging van de programma’s te beoordelen.

Met de twee raamovereenkomsten is in totaal een bedrag van 3 750 000 EUR gemoeid.

3. Overige afzetbevorderingsacties

Afgezien van de op grond van de eerder genoemde verordeningen gecofinancierde acties waarop het onderhavige verslag betrekking heeft, voorzien andere componenten van het gemeenschappelijk landbouwbeleid in een aantal voorlichtings- en/of afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten:

– sectoriële afzetbevorderingsacties voor groenten en fruit,

– sectoriële afzetbevorderingsacties in het kader van de gemeenschappelijke marktordening voor wijn; deze worden momenteel herzien,

– acties in het kader van het beleid inzake staatssteun,

– acties in het kader van het beleid inzake plattelandsontwikkeling, waar het pakket begeleidende maatregelen van Verordening (EG) nr. 1257/1999 [5] is uitgebreid met Verordening (EG) nr. 1783/2003 van de Raad [6].

4. Standpunt van de beroepsorganisaties

Tijdens de bijeenkomst van de klankbordgroep op 12 september 2006 is een conceptversie van het onderhavige verslag voorgelegd aan de beroepsorganisaties die de producenten vertegenwoordigen. Ze hebben deze gelegenheid aangegrepen om tegenover de Commissie enkele kanttekeningen te plaatsen bij het gevoerde beleid:

1. ze dringen aan op een vereenvoudiging van de regelgeving, met name met betrekking tot de meerlandenprogramma’s;

2. ze dringen aan op een betere definitie van de mogelijkheid om merken op te nemen in het kader van een algemene afzetbevordering;

3. ze dringen aan op richtsnoeren die houvast bieden bij het opstellen van hun programma’s.

5. Conclusies en volgende stappen

5.1. Algemene slotbepalingen

Met het oog op de eind 2004 en in 2005 doorgevoerde wijzigingen in de regelgeving is het nog te vroeg om een definitief oordeel te vellen over de resultaten van de afzetbevorderingsacties die na het verstrijken van de vorige verslagperiode zijn gestart. Vast staat echter dat de principes die ten grondslag liggen aan afzetbevordering hun waarde en doelmatigheid bewezen hebben:

– systeem van "indirect" beheer door de Commissie, waarin de beroepsorganisaties en de lidstaten met voorstellen komen en de uitvoeringsverantwoordelijkheid op zich nemen;

– voor alle in aanmerking komende sectoren geharmoniseerde tripartiete medefinanciering (Europese Unie, lidstaten en beroepsorganisaties), met echter de mogelijkheid van een gelijkwaardige medefinanciering in een aantal specifiek gedefinieerde gevallen;

– accent op het generieke karakter van de communautaire afzetbevordering, waarbij het accent meer op sectoren en thema’s ligt dan op een bepaald product;

– regelgevend kader waardoor acties met enige regelmaat kunnen worden geprogrammeerd, in plaats van te reageren op crisissituaties.

Om het afzetbevorderingsbeleid verder te verbeteren is het wellicht zinvol de volgende punten in ogenschouw te nemen:

– de beroepsorganisaties en de lidstaten hebben veel belangstelling getoond voor het opstarten van programma’s op de binnenmarkt. Hun voorstellen dienen echter vooral een nationaal belang en hebben nauwelijks toegevoegde waarde voor Europa. We moeten nadrukkelijker streven naar programma’s die een Europees belang dienen en naar beter overleg en wederzijdse bijstand tussen de nationale overheden;

– de beroepsorganisaties zijn kennelijk minder gemotiveerd als het gaat om afzetbevordering in derde landen;

– beroepsbeoefenaren in de landbouwsectoren die hervormd zijn of worden in het kader van het GLB tonen steeds meer belangstelling voor afzetbevorderingsacties.

5.2. Volgende stappen

De Commissie is van mening dat het huidige beleid ter ondersteuning van afzetbevorderingsacties, zoals vastgesteld bij Verordeningen (EG) nr. 2702/1999 en nr. 2826/2000 van de Raad, moet worden voortgezet en dat de grote lijnen van deze regeling gehandhaafd moeten worden. Om de werking op een aantal specifieke punten te verbeteren, kunnen de volgende wijzigingen worden aangebracht.

5.2.1. Consolidatie van de regelgeving

Het lijkt zinvol om een vereenvoudiging van de regelgeving door te voeren:

– enerzijds het samenvoegen van de twee basisverordeningen van de Raad inzake de binnenmarkt en derde landen,

– anderzijds het samenvoegen van de twee uitvoeringsverordeningen van de Commissie inzake de binnenmarkt en derde landen.

5.2.2. Uitgavenraming door de indienende organisaties

Om ervoor te zorgen dat de financiële verplichtingen gedurende een bepaald jaar beter worden nageleefd, zou een jaarlijkse programmering van de verwachte uitgaven in het kader van de specifieke jaarbegrotingen moeten worden voorgesteld, in plaats van "perioden van 12 maanden".

5.2.3. Indienen van uitgaven door de lidstaten

Om de aanwending van de begrotingskredieten regelmatig te kunnen controleren, moeten de in het kader van de programma’s gedane uitgaven tijdig worden ingediend en vergoed, zodat de gedurende een begrotingsjaar aangegane verplichtingen kunnen worden nageleefd.

5.2.4. Keuze van het uitvoeringsorgaan

De mogelijkheid voor de indienende organisatie om de uitvoeringsinstantie te selecteren na toezending van het programma aan de lidstaat kan worden gehandhaafd, vergezeld van nadere gegevens die een oordeelkundig gebruik van deze mogelijkheid toestaan.

5.2.5. Opstellen van richtsnoeren

Er moeten duidelijke en duurzame richtsnoeren, die moeten worden opgevolgd bij het formuleren van voorstellen voor te cofinancieren afzetbevorderingsprogramma’s, worden opgesteld teneinde onnauwkeurigheden en andere "lacunes" in de programmering zoveel mogelijk te beperken. Deze richtsnoeren, waaraan momenteel gewerkt wordt, kunnen in de toekomst ongetwijfeld bijdragen aan een optimale afzetbevordering van landbouwproducten.

[1] Verslag aan het Europees Parlement en aan de Raad over de toepassing van Verordening (EG) nr. 2702/1999 van de Raad inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten in derde landen en van Verordening (EG) nr. 2826/2000 van de Raad betreffende voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten op de binnenmarkt, COM(2004) 233.

[2] Artikelen 13 van Verordening (EG) nr. 2702/1999 van de Raad (derde landen) en 14 van Verordening (EG) nr. 2826/2006 van de Raad (binnenmarkt), zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2060/2004.

[3] Dit bedrag omvat 773 mln EUR voor eerdere afzetbevorderingsacties.

[4] Verwezen wordt naar het werkdocument van de diensten van de Commissie, dat samen met het onderhavige verslag is gepresenteerd.

[5] Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

[6] Verordening (EG) nr. 1783/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1257/1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 70).

--------------------------------------------------

Top