EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52001IG1002(01)

Initiatief van het Verenigd Koninkrijk, de Franse Republiek en het Koninkrijk Zweden voor de aanneming door de Raad van een ontwerp-kaderbesluit inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op geldelijke sancties

PB C 278 van 2.10.2001, p. 4–8 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

52001IG1002(01)

Initiatief van het Verenigd Koninkrijk, de Franse Republiek en het Koninkrijk Zweden voor de aanneming door de Raad van een ontwerp-kaderbesluit inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op geldelijke sancties

Publicatieblad Nr. C 278 van 02/10/2001 blz. 0004 - 0008


Initiatief van het Verenigd Koninkrijk, de Franse Republiek en het Koninkrijk Zweden voor de aanneming door de Raad van een ontwerp-kaderbesluit inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op geldelijke sancties

(2001/C 278/06)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, met name op artikel 31, onder a), en artikel 34, lid 2, onder b),

Gezien het initiatief van het Verenigd Koninkrijk, de Franse Republiek en het Koninkrijk Zweden,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Europese Raad van Tampere van 15 en 16 oktober 1999 heeft het beginsel van wederzijdse erkenning onderschreven, dat de hoeksteen van de justitiële samenwerking binnen de Unie moet worden in zowel burgerlijke als strafzaken.

(2) Het beginsel van wederzijdse erkenning moet worden toegepast op geldelijke sancties die door rechterlijke of bestuurlijke autoriteiten zijn opgelegd.

(3) Op 29 november 2000 heeft de Raad, overeenkomstig de conclusies van Tampere, een programma van maatregelen goedgekeurd om uitvoering te geven aan het beginsel van wederzijdse erkenning, waarbij voorrang werd gegeven aan de aanneming van een instrument met het oog op de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op de tenuitvoerlegging van geldelijke sancties (maatregel 18).

(4) Beslissingen waarin de betaling van geldelijke sancties is opgelegd, moeten overeenkomstig het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden zijn genomen,

HEEFT HET VOLGENDE KADERBESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van dit kaderbesluit betekent:

a) "rechterlijke beslissing": een onherroepelijke beslissing waarbij aan een natuurlijke of rechtspersoon een geldelijke sanctie wordt opgelegd, indien de beslissing genomen is door:

i) een rechter in geval van een strafbaar feit; of

ii) een bestuurlijke autoriteit in geval van een bestuursrechtelijk vergrijp of een vergrijp tegen voorschriften, mits van deze beslissing beroep openstaat op een met name in strafzaken bevoegde rechter; een lijst van deze bestuursrechtelijke vergrijpen staat in bijlage I;

b) "geldelijke sanctie": de verplichting om een geldsom te betalen op grond van een veroordeling voor het begaan van een strafbaar feit of een bestuursrechtelijk vergrijp, daaronder begrepen beslissingen in strafprocedures tot betaling van schadevergoeding aan slachtoffers van strafbare feiten en beslissingen tot betaling van gerechtskosten in rechterlijke of bestuursrechtelijke procedures; onder "geldelijke sanctie" vallen geen beslissingen tot confiscatie van instrumenten of opbrengsten van strafbare feiten noch beslissingen die ten uitvoer kunnen worden gelegd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken(1);

c) "beslissingsstaat": de staat waar een rechterlijke beslissing is gegeven;

d) "tenuitvoerleggingsstaat": de staat waaraan de rechterlijke beslissing met het oog op tenuitvoerlegging is toegezonden.

Artikel 2

Toezending van rechterlijke beslissingen

1. Een rechterlijke beslissing, vergezeld van het in dit artikel bedoelde certificaat, kan worden toegezonden aan een lidstaat waar de natuurlijke of rechtspersoon tegen wie de rechterlijke beslissing is gegeven, eigendom heeft of inkomen geniet, gewoonlijk verblijf houdt, of, in geval van een rechtspersoon, zijn zetel heeft.

2. Het certificaat, waarvan het standaardformulier in bijlage II staat, wordt ondertekend door de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat die verklaart dat de inhoud ervan juist is.

3. De rechterlijke beslissing kan rechtstreeks worden toegezonden door de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat aan de bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat.

4. Een rechterlijke beslissing mag niet worden toegezonden, indien de geldelijke sanctie al is betaald.

5. Indien de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat de bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat niet kent, verzoekt de eerste langs alle mogelijke kanalen, waaronder de contactpunten van het Europees justitieel netwerk, de tenuitvoerleggingsstaat om inlichtingen.

6. Elke lidstaat wijst een centraal contactpunt aan voor verzoeken op grond van lid 5 en deelt de gegevens daaromtrent mee aan het secretariaat-generaal van de Raad.

Artikel 3

Erkenning en tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen

Een overeenkomstig artikel 2 toegezonden rechterlijke beslissing wordt door de bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat zonder enige andere formaliteit erkend en onverwijld ten uitvoer gelegd, tenzij deze autoriteit een van de in artikel 4 genoemde gronden aanvoert om de beslissing niet ten uitvoer te leggen. De rechterlijke beslissing wordt op dezelfde wijze ten uitvoer gelegd als een geldelijke sanctie die door een rechter of bestuurlijke autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat wordt opgelegd.

Artikel 4

Gronden voor niet-tenuitvoerlegging

1. De bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat kan besluiten de rechterlijke beslissing niet ten uitvoer te leggen indien het in artikel 2 bedoelde certificaat niet is overgelegd, of indien de gegevens daarin onvolledig of kennelijk onjuist zijn.

2. De bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat kan tevens besluiten de rechterlijke beslissing niet ten uitvoer te leggen indien vaststaat dat:

a) voor dezelfde handelingen tegen de veroordeelde persoon een rechterlijke beslissing is gegeven in

- de tenuitvoerleggingsstaat of

- in een andere lidstaat of een derde staat,

en deze rechterlijke beslissing ten uitvoer is gelegd; of

b) de rechterlijke beslissing uitsluitend betrekking heeft op handelingen die op het grondgebied van de tenuitvoerleggingsstaat of van een andere lidstaat dan de tenuitvoerleggings- of beslissingsstaat zijn gesteld en

- deze handelingen naar het recht van die staat geen strafbaar feit zijn; of

- de beslissing in die staat verjaard is.

3. Elke beslissing tot niet-tenuitvoerlegging van een rechterlijke beslissing wordt zo spoedig mogelijk genomen en, vergezeld van de redenen van de beslissing, zo spoedig mogelijk ter kennis gebracht van de bevoegde autoriteiten van de beslissingsstaat, en wel zodanig dat zij schriftelijk kan worden vastgelegd.

4. Alvorens te besluiten tot niet-tenuitvoerlegging van een rechterlijke beslissing raadpleegt de bevoegde autoriteit van de tenuitverleggingsstaat de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat en verzoekt haar onverwijld de noodzakelijke aanvullende gegevens te verstrekken.

Artikel 5

Vaststelling van het te betalen bedrag

1. De bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat drukt, in voorkomend geval, het bedrag van de sanctie uit in de valuta van de tenuitvoerleggingsstaat met toepassing van de op het ogenblik van het opleggen van de sanctie geldende wisselkoers.

2. Indien vaststaat dat de rechterlijke beslissing uitsluitend betrekking heeft op handelingen die op het grondgebied van de tenuitvoerleggingsstaat of een andere lidstaat dan de tenuitvoerleggings- of beslissingsstaat zijn gesteld, kan de tenuitvoerleggingsstaat besluiten het bedrag van de ten uitvoer te leggen sanctie te beperken tot het maximumbedrag dat in het nationale recht van de staat waar de handelingen zijn gesteld, is bepaald voor handelingen van dezelfde aard.

Artikel 6

Op de tenuitvoerlegging toepasselijke wet

1. Onverminderd lid 3 en artikel 7 wordt de tenuitvoerlegging van de rechterlijke beslissing beheerst door de wet van de tenuitvoerleggingsstaat en zijn de autoriteiten van deze staat bij uitsluiting bevoegd de procedures betreffende de tenuitvoerlegging en alle daarop betrekking hebbende maatregelen te bepalen.

2. Delen van de sanctie die op enigerlei wijze reeds in de beslissingsstaat, een andere lidstaat of een derde staat zijn geïnd, worden ten behoeve van de tenuitvoerlegging in de tenuitvoerleggingsstaat in mindering gebracht.

3. Een rechterlijke beslissing tegen een rechtspersoon wordt tenuitvoergelegd, zelfs indien de tenuitvoerleggingsstaat het beginsel van de strafrechtelijke aansprakelijkheid van rechtspersonen niet erkent.

Artikel 7

Vervangende hechtenis

Indien een rechterlijke beslissing geheel of gedeeltelijk niet kan worden ten uitvoer gelegd, kan een vervangende vrijheidssanctie worden toegepast door de tenuitvoerleggingsstaat indien de wetten van beide staten daarin voor dergelijke gevallen voorzien. De duur van de vrijheidssanctie wordt bepaald overeenkomstig de wet van de tenuitvoerleggingsstaat, maar mag de maximumduur niet overschrijden die in het door de beslissingsstaat toegezonden certificaat is bepaald.

Artikel 8

Amnestie, gratie, strafvermindering en herziening

1. Alleen de beslissingsstaat kan amnestie, gratie of vermindering van een geldelijke sanctie verlenen of beslissen op een verzoek tot herziening van de rechterlijke beslissing.

2. De tenuitvoerleggingsstaat kan evenwel beslissen de sanctie geheel of gedeeltelijk niet ten uitvoer te leggen, indien een gebrek aan middelen, een ernstige ziekte of overlijden van de dader, de inning onmogelijk maakt.

Artikel 9

Beëindiging van de tenuitvoerlegging

De tenuitvoerleggingsstaat beëindigt de tenuitvoerlegging van de veroordeling zodra hij door de beslissingsstaat in kennis is gesteld van een beslissing of maatregel ten gevolge waarvan de veroordeling niet meer voor tenuitvoerlegging vatbaar is.

Artikel 10

Bestemming van de gelden afkomstig van de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen

De gelden verkregen uit de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen vallen toe:

- aan de beslissingsstaat in geval van schadevergoedingen of beslissingen tot betaling van gerechtskosten,

- aan de tenuitvoerleggingsstaat in alle overige gevallen, tenzij anders overeengekomen tussen deze staat en de beslissingsstaat.

Artikel 11

Inlichtingen

De bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat geeft onverwijld bericht aan de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat:

a) van de tenuitvoerlegging van de rechterlijke beslissing zodra die is voltooid;

b) van de gehele of gedeeltelijke niet-tenuitvoerlegging van de rechterlijke beslissing.

Artikel 12

Gevolgen van de toezending van een rechterlijke beslissing

1. De beslissingsstaat mag niet verder gaan met de tenuitvoerlegging van een rechterlijke beslissing nadat deze met het oog op tenuitvoerlegging aan de tenuitvoerleggingsstaat is toegezonden.

2. Het recht tot tenuitvoerlegging van de rechterlijke beslissing, ook ten behoeve van de omzetting van de geldelijke sanctie in een vrijheidssanctie, komt weer toe aan de beslissingsstaat zodra deze van de tenuitvoerleggingsstaat bericht ontvangt dat de rechterlijke beslissing geheel of gedeeltelijk niet ten uitvoer is gelegd.

3. Indien na de toezending van een rechterlijke beslissing overeenkomstig artikel 2 een autoriteit van de beslissingsstaat een geldsom ontvangt die de veroordeelde vrijwillig heeft betaald in het kader van de rechterlijke beslissing, stelt deze autoriteit de bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat daarvan onverwijld in kennis.

Artikel 13

Taal

De over te leggen stukken worden vertaald in de officiële taal of één der officiële talen van de tenuitvoerleggingsstaat. Elke lidstaat kan, bij de aanneming van dit kaderbesluit of later, in een bij het secretariaat-generaal van de Raad neer te leggen verklaring meedelen dat hij een vertaling in één of meer andere officiële talen van de instellingen van de Europese Unie aanvaardt.

Artikel 14

Kosten

De lidstaten zien over en weer af van de terugvordering van de kosten die voortvloeien uit de toepassing van dit kaderbesluit.

Artikel 15

Verhouding tot andere overeenkomsten en regelingen

Dit kaderbesluit laat de toepassing van gunstiger bepalingen inzake de tenuitvoerlegging van geldelijke sancties in bilaterale of multilaterale overeenkomsten of regelingen tussen lidstaten onverlet.

Artikel 16

Toepassing

1. De lidstaten treffen de noodzakelijke maatregelen om uiterlijk op [... ] aan dit kaderbesluit te voldoen.

2. De lidstaten delen het secretariaat-generaal van de Raad en de Commissie de tekst mee van de voorschriften waarmee zij hun verplichtingen uit hoofde van dit kaderbesluit in hun nationale recht omzetten. De Raad zal uiterlijk op [...] aan de hand van een verslag van het secretariaat-generaal van de Raad op grond van deze gegevens nagaan in hoeverre de lidstaten aan dit kaderbesluit hebben voldaan.

3. Het secretariaat-generaal van de Raad stelt de lidstaten in kennis van de ingevolge artikel 13 afgelegde verklaringen en van de op grond van artikel 2, lid 6, aangewezen contactpunten.

Artikel 17

Inwerkingtreding

Dit kaderbesluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Gedaan te ...

Voor de Raad

De voorzitter

...

(1) PB L 12 van 16.1.2001, blz. 1.

BJLAGE I

(In deze bijlage zal een lijst worden opgenomen van bestuursrechtelijke vergrijpen als bedoeld in artikel 1, onder a), punt ii); deze lijst zal tijdens de onderhandelingen worden vervolledigd op basis van gegevens die ter beschikking zullen worden gesteld door de lidstaten die deze vergrijpen kennen.)

BIJLAGE II

>PIC FILE= "C_2001278NL.000802.TIF">

Top