EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52001AR0202

Advies van het Comité van de Regio's over het "Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de energieprestaties van gebouwen"

PB C 107 van 3.5.2002, p. 76–78 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

52001AR0202

Advies van het Comité van de Regio's over het "Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de energieprestaties van gebouwen"

Publicatieblad Nr. C 107 van 03/05/2002 blz. 0076 - 0078


Advies van het Comité van de Regio's over het "Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de energieprestaties van gebouwen"

(2002/C 107/23)

HET COMITÉ VAN DE REGIO'S,

gezien het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de energieprestaties van gebouwen (COM(2001) 226 def. - 2001/0098 COD);

gezien het besluit van de Raad van 6 juni 2001 om overeenkomstig artikel 175, lid 3, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, het Comité van de Regio's te raadplegen;

gezien het besluit van het bureau van 12 juni 2001 om commissie 4 - Ruimtelijke ordening, stadsbeleid, energie, milieu - te belasten met het opstellen van het advies terzake;

gezien zijn advies over de Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - Voorbereiding van de uitvoering van het Protocol van Kyoto (CDR 295/99 fin)(1);

gezien zijn advies over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bevordering van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen op de interne elektriciteitsmarkt (CDR 191/2000 fin)(2);

gezien zijn advies over de mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's - Actieplan voor energie-efficiëntie in de Europese Gemeenschap (CDR 270/2000 fin)(3);

gezien het ontwerpadvies (CDR 202/2001 rev. 1) dat op 8 oktober 2001 door commissie 4 is goedgekeurd (rapporteur was mevrouw McNamara (IRL/ALE), lid van de graafschapsraad van Cork);

overwegende dat energie-efficiëntie een cruciale bijdrage levert aan klimaatbescherming en aan de verwezenlijking van de in Kyoto overeengekomen reductiedoelstellingen van de EU,

heeft tijdens zijn 41e zitting op 14 en 15 november 2001 (vergadering van 15 november) met algemene stemmen het volgende advies goedgekeurd.

Standpunten van het Comité van de Regio's

Het Comité van de Regio's

1. is ingenomen met het voorstel van de Commissie voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de energieprestaties van gebouwen;

2. erkent dat energie-efficiëntie een cruciale bijdrage levert aan de noodzakelijke klimaatbescherming en aan de verwezenlijking van de in Kyoto overeengekomen reductiedoelstellingen van de EU. Het Comité adviseert de Commissie haar inspanningen ter verwezenlijking van deze doelstellingen te intensiveren;

3. is verheugd dat de Commissie vastberaden ijvert voor de verbetering van de energie-efficiëntie van gebouwen. Dit zal leiden tot een duurzamer energiebeleid en een grotere voorzieningszekerheid, en is van groot belang voor het verwezenlijken van het in Kyoto overeengekomen doel de uitstoot van broeikasgassen ter bescherming van het klimaat te reduceren;

4. benadrukt dat de richtlijn tot doel heeft de activiteiten van de lidstaten uit hoofde van het subsidiariteitsbeginsel aan te vullen en te versterken;

5. beklemtoont de bijzondere verantwoordelijkheden van lokale en regionale overheden jegens de consument wat betreft regelgeving inzake ruimtelijke ordening, bouwvoorschriften, wetshandhaving en andere beleidsterreinen;

6. legt de nadruk op de potentiële werkgelegenheid die de voorgestelde richtlijn met zich meebrengt;

7. verwelkomt de in het voorstel getoonde flexibiliteit ten aanzien van bestaande gebouwen, met name wat betreft monumenten en andere specifieke lokaties waar energiebesparende maatregelen in de bouwschil niet wenselijk of niet haalbaar zijn;

8. is ingenomen met de specifieke maatregelen voor de bouwschil, maar dringt er bij de Commissie op aan om de certificeringssystemen aan te scherpen en zich in te zetten voor wetgeving die het bedrijfsleven ertoe aanspoort meer energiebesparende apparaten te vervaardigen;

9. is verheugd dat in deze richtlijn prioriteit wordt verleend aan openbare en voor het publiek toegankelijke gebouwen, en benadrukt dat lokale en regionale overheden in dezen een belangrijke rol moeten spelen;

10. juicht initiatieven toe om de activiteiten van de lidstaten op het gebied van energie-efficiëntie op één lijn te brengen, en erkent dat deze activiteiten hierdoor meer samenhang in een bredere Europese context kan worden verleend.

Aanbevelingen van het Comité van de Regio's

Het Comité van de Regio's

11. dringt er bij de Commissie op aan ervoor te zorgen dat kandidaat-lidstaten evenals de huidige lidstaten wetgeving op het gebied van energie-efficiëntie invoeren;

12. beklemtoont de behoefte aan incrementele maatregelen en onderkent tegelijkertijd de noodzaak om zo spoedig mogelijk wetgeving in te voeren. Het is daarbij van belang dat de maatregelen gefaseerd worden goedgekeurd, mits de reeds vastgestelde deadline niet wordt overschreden;

13. benadrukt de noodzaak om gezondheid en veiligheid te laten meewegen bij de energiecertificering voor openbare gebouwen, en beklemtoont aldus dat de richtlijn ertoe moet bijdragen dat doelstellingen op het gebied van energie en milieu worden geïntegreerd in andere beleidsterreinen;

14. onderstreept de behoefte aan grotere energie-efficiëntie in sociale woningen, aangezien bewoners hiervan waarschijnlijk vaker te maken hebben met problemen met hun brandstofvoorziening;

15. verzoekt de Commissie de richtlijn zodanig uit te breiden dat deze ook een analyse omvat van de invloed die de levenscyclus van de bouwschil heeft op de koolstofkringloop. Op deze wijze kunnen consumenten en regelgevers een beter inzicht krijgen in de consequenties van in de schil van gebouwen verwerkte producten voor de koolstofkringloop;

16. dringt er bij de Commissie op aan te blijven streven naar het benutten en exploiteren van binnen de EU gelegen energiebronnen (met name duurzame energie);

17. is ingenomen met het voorstel van de Commissie voor het ontwikkelen van een gemeenschappelijke methode voor het vaststellen van normen voor geïntegreerde energieprestaties, en zou graag zien dat deze normen snel worden toegepast voor nieuwe gebouwen en voor bepaalde bestaande gebouwen die renovatie ondergaan;

18. verwelkomt het voorstel om certificeringssystemen te ontwikkelen op basis van deze nieuwe normen, en zou graag zien dat hieronder niet alleen individuele gebouwen vallen, maar ook complexen met een totale oppervlakte van meer dan 1000 m2;

19. spoort de lidstaten en - wanneer van toepassing - lokale en gemeentelijke overheden aan om wetgeving te formuleren die voorziet in energiebesparende maatregelen enerzijds en financiële prikkels voor de eigenaar van het betreffende gebouw anderzijds, en in beloning van eigenaren van gebouwen die gebruik maken van systemen voor passieve zonne-energie;

20. dringt er bij de Commissie op aan om in programma's zoals SAVE concrete maatregelen op te nemen - waaronder vernieuwing van gebouwen - teneinde de richtlijn de impuls te verlenen die zij wellicht nodig heeft;

21. wijst erop dat er programma's moeten worden ingevoerd die voorzien in een specifiek werkterrein voor lokale en regionale overheden. Daarbij moet rekening worden gehouden met de implicaties van de richtlijn voor gebouwen die toegankelijk zijn voor het publiek en voor sociale huisvesting waarin lokale overheden moeten voorzien;

22. benadrukt dat het noodzakelijk is om de pretoetredingsactiviteiten uit te breiden - in het bijzonder met energie-inspecties -, om regionale en lokale energiebureaus op te richten en om concrete maatregelen te nemen;

23. wijst de Commissie op de spilfunctie van lokale en regionale overheden op het gebied van energiebeheer, en wijst met name op de bijdrage die de energiebureaus uit het SAVE-programma kunnen leveren aan de tenuitvoerlegging van deze richtlijn in steden en regio's en op eilanden in de gehele EU en in kandidaat-lidstaten;

24. wijst erop dat - zolang er geen sprake is van harmonisatie en sommige lidstaten wetgeving eerder toepassen dan andere - moet worden voorkomen dat de handel tussen de lidstaten nadelig wordt beïnvloed.

Brussel, 15 november 2001.

De voorzitter

van het Comité van de Regio's

Jos Chabert

(1) PB C 57 van 29.2.2000, blz. 81.

(2) PB C 22 van 24.1.2001, blz. 27.

(3) PB C 144 van 16.5.2001, blz. 17.

Top