Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52001AE0049

    Advies van het Economisch en Sociaal Comité over het "Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de machtiging voor elektronische communicatienetwerken en -diensten"

    PB C 123 van 25.4.2001, p. 55–56 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    52001AE0049

    Advies van het Economisch en Sociaal Comité over het "Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de machtiging voor elektronische communicatienetwerken en -diensten"

    Publicatieblad Nr. C 123 van 25/04/2001 blz. 0055 - 0056


    Advies van het Economisch en Sociaal Comité over het "Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de machtiging voor elektronische communicatienetwerken en -diensten"

    (2001/C 123/12)

    De Raad heeft op 25 oktober 2000 besloten het Economisch en Sociaal Comité overeenkomstig artikel 95 van het EG-verdrag te raadplegen over het voornoemde voorstel.

    De afdeling "Vervoer, energie, infrastructuur, informatiemaatschappij", die was belast met de voorbereidende werkzaamheden, heeft haar advies op 7 december 2000 goedgekeurd; rapporteur was de heer Lagerholm.

    Het Comité heeft tijdens zijn 378e zitting van 24 en 25 januari 2001 (vergadering van 24 januari 2001) het volgende advies uitgebracht, dat met 79 stemmen vóór, bij 1 onthouding werd goedgekeurd.

    1. Commissievoorstel

    1.1. De voorgestelde richtlijn maakt deel uit van een nieuw, voor alle transmissienetwerken en -diensten geldend regelgevingskader dat het concurrentievermogen op de elektronische communicatiemarkt moet waarborgen. Op basis van de voorgestelde richtlijn inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten(1) zal Richtlijn 97/13/EG betreffende een gemeenschappelijk kader voor algemene machtigingen en individuele vergunningen op het gebied van telecommunicatiediensten(2) door de onderhavige richtlijn worden vervangen. In haar mededeling over de herziening van de communicatiewetgeving 1999(3) heeft de Commissie ernstige bezorgdheid geuit ten aanzien van de omzetting van Richtlijn 97/13/EG.

    1.2. In de Gemeenschap bestaat momenteel geen uniform beleid voor het verlenen van markttoegang aan aanbieders van communicatiediensten, maar hanteert iedere lidstaat zijn eigen systeem. Bovendien moet de ontwikkeling van pan-Europese diensten actief worden aangemoedigd. Een goed functionerende interne markt kan tot stand worden gebracht door de nationale systemen sterk te vereenvoudigen.

    1.3. Doel van de richtlijn is voor alle elektronische communicatiediensten en -netwerken een algemene machtiging in te voeren; specifieke rechten zijn dan alleen nog mogelijk in verband met de toewijzing van radiofrequenties en nummers. Dienstverleners mag voortaan slechts een beperkt aantal voorwaarden worden opgelegd en zij hoeven niet meer eerst allerlei gegevens te verstrekken om toegang tot de markt te krijgen. Op de naleving van de machtigingsvoorwaarden mag alleen systematische controle worden uitgeoefend wanneer dat objectief gerechtvaardigd is.

    1.4. Met deze eenvoudigere procedure zouden de administratieve kosten aanzienlijk lager moeten worden. De lidstaten mogen dienstverleners alleen administratiekosten berekenen en moeten deze kosten bekendmaken en zonodig de hoogte van de vergoedingen aanpassen.

    1.5. Heffingen voor het gebruik van spectrum en nummers zijn toegestaan, mits daarbij de beginselen van niet-discriminatie, transparantie, objectieve rechtvaardiging en proportionaliteit in acht worden genomen, alsmede de beleidsdoelstellingen met betrekking tot de mededinging en de ontwikkeling van innovatieve diensten. De CEPT blijft een belangrijke rol spelen bij de harmonisatie van de toewijzing van radiofrequenties.

    2. Opmerkingen

    2.1. In zijn advies over de herziening van de communicatieregelgeving 1999 stelde het Economisch en Sociaal Comité het volgende: "... het Comité vindt dat er behoefte bestaat aan harmonisering van de bepalingen voor vergunningen, zowel vanuit juridisch als praktisch oogpunt. Het stelsel dient gebaseerd te zijn op algemene machtigingen, tenzij het om toegang tot frequenties en nummers gaat. Bijgevolg mag harmonisering niet leiden tot nog strengere bepalingen in markten waar bijvoorbeeld algemene machtigingen niet van te voren hoeven te worden geregistreerd".

    2.2. Het Comité is ingenomen met dit weloverwogen richtlijnvoorstel.

    2.3. Positief is dat de Commissie ingaat op de achterliggende motieven voor vergunningen en machtigingen. Zoals zij al aangeeft, zijn hieraan soms zeer hoge kosten verbonden, terwijl de eindgebruikers er geen voordeel van ondervinden. Een interne Europese markt is alleen mogelijk indien bij de harmonisatie naar zo min mogelijk interventie wordt gestreefd. Verscheidene lidstaten hebben hier al goede ervaringen mee opgedaan.

    2.4. Het is van belang dat aan machtigingen alleen voorwaarden worden verbonden die specifiek zijn voor de sector. Het Comité is verheugd dat dit uitdrukkelijk in artikel 6 van de richtlijn staat. Terecht wordt ook expliciet gesteld dat er geen reden bestaat om te eisen dat aanbieders van diensten systematisch en regelmatig aantonen aan alle voorwaarden te voldoen (overweging 14). Dit is een stap op weg naar vermindering van de lasten die het regelgevingskader met zich mee brengt voor ondernemingen.

    2.5. Het Comité is het met de Commissie eens dat een vergunningsregeling alleen mag worden ingevoerd bij schaarsheid van radiospectrum en telefoonnummers en dat de vergoedingen alleen die administratiekosten mogen omvatten die in de voorgestelde minimumregeling zijn opgenomen. Er lijkt een toenemende bezorgdheid te bestaan dat IT-gebruikers gedwongen zullen worden om bij te dragen tot kosten in verband met de gebruiksrechten van radiofrequenties, die aanzienlijk hoger kunnen uitvallen dan de exploitatiekosten en bovendien geen verband houden met het resultaat van veilingen.

    2.6. In de voorgestelde richtlijn zou uitdrukkelijk moeten worden aangegeven dat eenmalige heffingen verboden zijn indien zij niet worden gebruikt voor doeleinden waarmee de efficiency van het spectrum kan worden verbeterd of indien zij geen deel uitmaken van een veilingprocedure of ander systeem waarbij de prijs wordt gehanteerd als middel om de frequenties op doeltreffende wijze te verdelen.

    Brussel, 24 januari 2001.

    De voorzitter

    van het Economisch en Sociaal Comité

    G. Frerichs

    (1) COM(2000) 393 def.; TEN/058.

    (2) Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van 10 april 1997; PB L 117 van 7.5.1997.

    (3) "Naar een nieuw regelgevingskader voor elektronische communicatie-infrastructuur en bijbehorende diensten - herziening van de communicatieregelgeving 1999" (COM(1999) 539 def.); ESC-advies in PB C 204 van 18.7.2000.

    Top