Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32016D0209

    Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/209 van de Commissie van 12 februari 2016 betreffende een normalisatieverzoek aan de Europese normalisatie-instellingen met betrekking tot intelligente vervoerssystemen (ITS) in stedelijke gebieden ter ondersteuning van Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende het kader voor het invoeren van intelligente vervoerssystemen op het gebied van wegvervoer en voor interfaces met andere vervoerswijzen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2016) 808) (Voor de EER relevante tekst)

    C/2016/808

    PB L 39 van 16.2.2016, p. 48–58 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2016/209/oj

    16.2.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 39/48


    UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2016/209 VAN DE COMMISSIE

    van 12 februari 2016

    betreffende een normalisatieverzoek aan de Europese normalisatie-instellingen met betrekking tot intelligente vervoerssystemen (ITS) in stedelijke gebieden ter ondersteuning van Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende het kader voor het invoeren van intelligente vervoerssystemen op het gebied van wegvervoer en voor interfaces met andere vervoerswijzen

    (Kennisgeving geschied onder nummer C(2016) 808)

    (Slechts de teksten in de Engelse, de Franse en de Duitse taal zijn authentiek)

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad (1), en met name artikel 10, lid 1,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Overeenkomstig artikel 8 van Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad (2) kan de Commissie de Europese normalisatie-instellingen verzoeken de normen te ontwikkelen die zijn vereist met het oog op de interoperabiliteit, compatibiliteit en continuïteit bij de invoering en het operationele gebruik van ITS. Het toepassingsgebied van dergelijke normen is bij de artikelen 2 en 3, artikel 4, punt 1, en bijlage I bij Richtlijn 2010/40/EU beperkt tot specifieke prioritaire gebieden en acties op het gebied van ITS. In bijlage I wordt eveneens benadrukt dat er behoefte is aan stedelijke en interstedelijke interfaces voor gegevensuitwisseling en de interoperabiliteit en compatibiliteit van de stedelijke dimensie binnen de overkoepelende Europese ITS-architectuur.

    (2)

    Het toepassingsgebied voor de uitvoering van de reeds krachtens artikel 6 van Richtlijn 2010/40/EU (3) vastgestelde specificaties is voornamelijk het trans-Europees vervoersnetwerk (TEN-T). Desondanks erkent Richtlijn 2010/40/EU de behoefte aan stedelijke en interstedelijke interfaces die de interoperabiliteit en continuïteit van diensten over netwerken en grenzen heen mogelijk maken. Stedelijke gebieden zijn aangeduid als mogelijke „prioritaire zones” voor de uitvoering van de specificaties voor de verlening van EU-brede realtimeverkeersinformatiediensten. Reizigers beginnen en eindigen hun reizen meestal in stedelijke gebieden, en die eerste en laatste kilometers zijn dus cruciaal voor de verlening van EU-brede multimodale reisinformatiediensten ter bevordering van naadloze mobiliteit.

    (3)

    Binnen de overkoepelende ITS-doestellingen van Richtlijn 2010/40/EU zijn de behoeften van de stedelijke dimensie opgenomen in het actieplan voor ITS (2008) (4) en het actieplan inzake stedelijke mobiliteit (2009) (5). In 2010 heeft de Europese Commissie een deskundigengroep inzake stedelijke ITS (6) opgericht, waaraan vertegenwoordigers van lokale autoriteiten en hun belangrijkste partners uit gebieden als onderzoek, industrie, vervoersautoriteiten en -exploitanten, normalisatie-instellingen, enz. deelnemen. Binnen deze deskundigengroep inzake stedelijke ITS zijn richtsnoeren uitgewerkt voor de invoering van de belangrijkste toepassingen van stedelijke ITS (te weten: multimodale informatie, slimme kaartverkoop, verkeersbeheer en stedelijke logistiek), zijn een aantal beste praktijken verzameld en is nagedacht over de behoefte aan verdere normalisatie op het gebied van stedelijke ITS.

    (4)

    In haar in 2013 goedgekeurde pakket voor stedelijke mobiliteit (7) stelde de Commissie nogmaals hoe belangrijk het is om de efficiëntie en veiligheid van stedelijke mobiliteit te verbeteren en kondigde zij geplande maatregelen en aanbevelingen aan voor de lidstaten op een aantal gebieden, waaronder: stedelijke logistiek, regelgeving voor toegankelijkheid in steden, rekeningrijden, de gecoördineerde invoering van stedelijke intelligente vervoerssystemen en veiligheid op de weg in steden.

    (5)

    Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad (8) bepaalt dat overheden geografische informatie over het vervoersnetwerk moeten publiceren. Dit digitale netwerkdiagram kan worden uitgebreid en gebruikt als gemeenschappelijk plaatsbepalingssysteem voor betrouwbare ITS-diensten. Bij die uitbreiding moet rekening worden gehouden met reeds bestaande normen, in het bijzonder de norm geografische gegevensbestanden (9).

    (6)

    In haar mededeling „Maatregelen tegen lock-in: opbouw van open ICT-systemen door een beter gebruik van normen bij overheidsopdrachten” (10) en het bijgaande werkdocument voor de diensten van de Commissie, „de gids voor openbare aanbestedingen voor op normen gebaseerde ICT, elementen van goede praktijken” (11), wijst de Commissie op de voordelen van het gebruik van normen en open specificaties om afhankelijkheid van één verkoper van technologische oplossingen te voorkomen en het gebruik van kostenefficiëntere oplossingen te bevorderen.

    (7)

    Het voornemen om te verzoeken om Europese normen en Europese normalisatieproducten ter ondersteuning van Richtlijn 2010/40/EU is vermeld in de punten 2.4.10 (12) en 3.3.8 (13) van twee opeenvolgende jaarlijkse werkprogramma's voor Europese normalisatie van de Unie.

    (8)

    De Commissie heeft richtsnoeren (14) opgesteld voor de uitvoering van normalisatieverzoeken en de Europese normalisatie-instellingen hebben ermee ingestemd om bij de uitvoering van normalisatieverzoeken die richtsnoeren toe te passen.

    (9)

    De Europese normalisatie-instellingen, de Europese organisaties van belanghebbenden op het gebied van normalisatie die financiering ontvangen van de Unie en het op basis van artikel 15 van Richtlijn 2010/40/EU ingestelde Europese ITS-comité zijn geraadpleegd.

    (10)

    De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het comité dat is ingesteld bij artikel 22 van Verordening (EU) nr. 1025/2012,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Gevraagde normalisatiewerkzaamheden

    Het Europees Comité voor Normalisatie (CEN), het Europees Comité voor Elektrotechnische Normalisatie (Cenelec) en het Europees Instituut voor Telecommunicatienormen (ETSI), hierna de Europese normalisatie-instellingen genoemd, wordt verzocht ter ondersteuning van de uitvoering van artikel 8 van Richtlijn 2010/40/EU nieuwe Europese normen en Europese normalisatieproducten te ontwikkelen voor multimodale informatie, verkeersbeheer en stedelijke logistiek op het gebied van stedelijke ITS. De gevraagde Europese normen en Europese normalisatieproducten worden vermeld in de tabellen 1, 2, 3 en 4 van bijlage II en voldoen aan de in bijlage I vastgestelde voorschriften.

    Artikel 2

    Vaststelling van het werkprogramma

    De Europese normalisatie-instellingen bereiden het gezamenlijke werkprogramma voor, met opgave van alle vereiste producten, verantwoordelijke technische organen en een tijdschema voor de uitvoering van de werkzaamheden overeenkomstig de in bijlage II voorgeschreven termijnen. De Europese normalisatie-instellingen leggen het werkprogramma uiterlijk op 31 juli 2016 voor aan de Commissie en verstrekken de Commissie toegang tot een globaal projectplan.

    De Europese normalisatie-instellingen besluiten hoeveel Europese normen en Europese normalisatieproducten nodig zijn om aan het in artikel 1 bedoelde verzoek gevolg te geven.

    Artikel 3

    Overeenstemming over het werkprogramma

    In hun werkprogramma eerbiedigen de Europese normalisatie-instellingen de mogelijke prioriteiten die de Commissie voor de uitvoering van het in artikel 1 bedoelde verzoek heeft geformuleerd.

    De Europese normalisatie-instellingen stellen de Commissie in kennis van eventuele wijzigingen van het werkprogramma.

    Aan het werkprogramma kunnen nieuwe onderwerpen voor Europese normen of Europese normalisatieproducten worden toegevoegd, mits bijlage I voorschriften voor dergelijke onderwerpen bevat en die onderwerpen betrekking hebben op de in de artikelen 2 en 3 en in bijlage I bij Richtlijn 2010/40/EU vermelde prioritaire gebieden en prioritaire acties, en de Commissie is geraadpleegd, het bij artikel 22 van Verordening (EU) nr. 1025/2012 ingestelde comité op de hoogte heeft gebracht en akkoord gaat met de toevoeging.

    Artikel 4

    Rapportage

    De Europese normalisatie-instellingen brengen aan de Commissie jaarlijks verslag uit over de uitvoering van het in artikel 1 bedoelde verzoek. Deze organisaties leggen het eerste gezamenlijke jaarverslag uiterlijk op 30 maart 2017 voor aan de Commissie.

    De Europese normalisatie-instellingen dienen het gezamenlijke eindverslag uiterlijk op 30 juni 2019 in bij de Commissie. Het eindverslag bevat criteria voor het meten van prestaties in verband met normalisatie op het gebied van multimodale informatie, verkeersbeheer en stedelijke logistiek en de mate van betrokkenheid van belanghebbenden tijdens de in artikel 1 gevraagde normalisatiewerkzaamheden.

    Artikel 5

    Geldigheid

    Verzoeken zoals bedoeld in artikel 1 die niet binnen een maand na ontvangst door een van de Europese normalisatie-instellingen zijn aanvaard, kunnen niet dienen als grondslag voor het opstellen van Europese normen en Europese normalisatieproducten.

    Artikel 6

    Voorschriften inzake interoperabiliteit

    De gevraagde Europese normen en Europese normalisatieproducten worden zodanig ontwikkeld dat zij consistent zijn en voldoen aan de voorschriften van de door de Commissie in het kader van Richtlijn 2010/40/EU vastgestelde gedelegeerde handelingen, en met name aan de op 18 december 2014 vastgestelde specificaties voor de verlening van realtimeverkeersinformatiediensten (15) en de specificaties voor de verlening van EU-brede multimodale verkeersinformatiediensten (16).

    Artikel 7

    Adressaten

    Dit besluit is gericht tot het Europees Comité voor Normalisatie, het Europees Comité voor Elektrotechnische Normalisatie en het Europees Instituut voor Telecommunicatienormen.

    Gedaan te Brussel, 12 februari 2016.

    Voor de Commissie

    Elżbieta BIEŃKOWSKA

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12.

    (2)  Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 betreffende het kader voor het invoeren van intelligente vervoerssystemen op het gebied van wegvervoer en voor interfaces met andere vervoerswijzen (PB L 207 van 6.8.2010, blz. 1).

    (3)  Gedelegeerde Verordeningen (EU) nr. 305/2013 (PB L 91 van 3.4.2013, blz. 1), (EU) nr. 885/2013 (PB L 247 van 18.9.2013, blz. 1), (EU) nr. 886/2013 (PB L 247 van 18.9.2013, blz. 6) en (EU) 2015/962 (PB L 157 van 23.6.2015, blz. 21) van de Commissie.

    (4)  COM(2008) 886 definitief.

    (5)  COM(2009) 490 definitief.

    (6)  http://ec.europa.eu/transparency/regexpert/index.cfm?do=groupDetail.groupDetail&groupID=2520

    (7)  http://ec.europa.eu/transport/themes/urban/urban_mobility/ump_en.htm

    (8)  Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2007 tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (Inspire) (PB L 108 van 25.4.2007, blz. 1).

    (9)  ISO (14825:2004) waarin met name de weginfrastructuur voor ITS-behoeften en een uitgebreid gemeenschappelijk plaatsbepalingssysteem worden beschreven.

    (10)  COM(2013) 455 final.

    (11)  SWD(2013) 224 final.

    (12)  COM(2013) 561 final.

    (13)  COM(2014) 500 final.

    (14)  SWD(2015) 205 final van 27 oktober 2015, Vademecum betreffende Europese normalisatie ter ondersteuning van wetgeving en beleid van de Unie. Deel III — Richtsnoeren voor de uitvoering van normalisatieverzoeken.

    (15)  C(2014) 9672 final.

    (16)  Werk in uitvoering. Specificaties verwacht eind 2015/begin 2016.


    BIJLAGE I

    VOORSCHRIFTEN VOOR DE EUROPESE NORMEN EN EUROPESE NORMALISATIEPRODUCTEN

    1.   ALGEMENE VOORSCHRIFTEN

    1.1.   Algemene voorschriften voor het werkprogramma

    De deskundigengroep voor ITS (1) heeft aanbevolen de stedelijke dimensie beter te integreren in de Europese normalisatieactiviteiten en deze te richten op specifieke onderwerpen om te zorgen voor de invoering van de benodigde stedelijke-interstedelijke interfaces.

    De deskundigengroep heeft eveneens aanbevolen lokale autoriteiten en deskundigen met specifieke stedelijke kennis bij het ITS-normalisatieproces te betrekken.

    Het op basis van dit verzoek vast te stellen werkprogramma zal derhalve als volgt worden ontwikkeld.

    De nadruk wordt gelegd op drie gebieden van stedelijk ITS, te weten: multimodale informatiediensten, verkeersbeheer met inbegrip van toegangsregels, en stedelijke logistiek met inbegrip van parkeerbeheer. Om ITS-connectiviteit mogelijk te maken (en zuilen of lock-ineffecten te voorkomen) tonen de Europese normalisatie-instellingen aan hoe de drie bovengenoemde gebieden binnen een bredere stedelijke ITS-structuur met elkaar zijn verbonden, alsook hun verbanden en interfaces met andere gerelateerde ITS-toepassingen (die niet direct binnen dit verzoek vallen).

    Er wordt rekening gehouden met de behoeften van een verscheidenheid aan gebruikers (van consumenten tot exploitanten en leveranciers), de verschillende omgevingen (waaronder stedelijke-interstedelijke interfaces), en de verschillende voertuig- en vervoerssoorten of mobiliteitsdiensten (waaronder voor personen met beperkte mobiliteit) die zijn verbonden aan de bovenstaande drie gebieden. Daartoe worden de Europese normalisatie-instellingen uitgenodigd om te overleggen met de betrokken vertegenwoordigers van stedelijke mobiliteit en belanghebbenden bij stedelijke ITS, zoals normalisatie-coördinatiegroepen en -organisaties, lokale normalisatiekaders, deskundigen en belanghebbendenplatforms, stedelijke en regionale verenigingen, gebruikersverenigingen, en vertegenwoordigers van exploitanten van vervoersbedrijven en dienstverleners. Zij kunnen die belanghebbenden uitnodigen om deel te nemen aan hun activiteiten en bij te dragen aan hun producten. Zij tonen aan hoe de juiste (stedelijke) deskundigen en belanghebbenden bij het hele proces (planning, ontwikkeling en invoering van de norm) worden betrokken. De verscheidenheid aan lokale situaties en beleidsvormen moet in aanmerking worden genomen. In het bijzonder zou, indien dat mogelijk is, gebruik kunnen worden gemaakt van vrijwillige proefsteden.

    De noodzakelijke organisatorische regelingen worden vastgesteld ter ondersteuning van een doeltreffende samenwerking en een goede coördinatie tussen ITS-normalisatie-initiatieven en -werkgroepen.

    1.2.   Algemene voorschriften voor de gevraagde producten

    1.2.1.   Naleving

    De gevraagde Europese normen en Europese normalisatieproducten worden zodanig ontwikkeld dat zij voldoen aan:

    de in bijlage II bij Richtlijn 2010/40/EU vermelde beginselen;

    de beginselen van de richtlijn betreffende de bescherming van persoonsgegevens (Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad  (2) en het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens  (3));

    de beginselen van e-toegankelijkheid en de toegankelijkheid van het web (Mededeling „Naar een toegankelijke informatiemaatschappij”  (4)).

    1.2.2.   Harmonisatie

    De deskundigengroep inzake stedelijke ITS benadrukte dat de normalisatie-inspanningen ook betrekking moeten hebben op bestaande lacunes en bestaande normen moeten verbeteren en aanvullen.

    De gevraagde Europese normen en Europese normalisatieproducten moeten derhalve de volgende bestaande normen, specificaties en projecten zo veel mogelijk hergebruiken, harmoniseren en interfacen: de Civitas-projecten (5), de Capital Civitas ITS-adviesgroep (6), het Posse-project voor het bevorderen van open specificaties en normen in Europa (7), het Opticities-project (8), het Freilot-project, de coördinatiegroep voor slimme steden en gemeenschappen, normalisatieverzoek M/453 betreffende coöperatieve systemen (9), het C-ITS-platform, strategische en technische groepen voor Datex II (10), het programma voor stedelijk verkeersbeheer en -controle (UTMC) (11), de Open Traffic Systems City Association (OCA) (12) en de Open Communication Interface for Road Traffic Control Systems (OCIT) (13), het FRAME-project (14), het Co-Cities-project (15), het EDITS-project  (16) voor een Europees digitaal infrastructuurnetwerk voor intelligente vervoerssystemen, het EBSF-project  (17) (Europees bussysteem voor de toekomst), het DCAT-vocabularium (18), ruimtelijke „genormaliseerde” gegevens en normalisatie van geolocalisaties, en bestaande nationale normen (19).

    Tegen deze achtergrond moeten de gevraagde Europese normen en Europese normalisatieproducten hergebruik en harmonisatie in aanmerking nemen alsook interface met bestaande referentiegegevensmodellen, gemeenschappelijke nomenclaturen en voorschriften voor metagegevensstructuren, om interoperabiliteit, consistentie en continuïteit van diensten te bevorderen.

    1.2.3.   Uitvoerbaarheid

    In de deskundigengroep inzake stedelijke ITS werd gesuggereerd om in aanvulling op de normen naar manieren te zoeken voor het ondersteunen van flexibelere en minder beperkende normalisatieproducten teneinde beter om te kunnen gaan met de snelle technologische vooruitgang op het gebied van ITS.

    De gevraagde Europese normen en Europese normalisatieproducten moeten dus beantwoorden aan de behoeften van verschillende gebruikers, aansluiten op de diversiteit van steden en gemakkelijk uitvoerbaar zijn.

    Hierbij moet zoveel mogelijk rekening gehouden worden met de volgende aspecten:

    1.

    oudere systemen en bestaande protocollen, kostenefficiënte migratiemogelijkheden, bedrijfsmodellen en richtsnoeren voor inkopers;

    2.

    speciale behoeften van gebruikers, bedrijven en exploitanten, met inbegrip van kmo's;

    3.

    uitvoerbare en openbare richtsnoeren, codelijsten, gegevensreeksen, instrumenten en processen om de operationele uitvoering en conformiteitstests te bevorderen;

    4.

    beschikbaarheid, kwaliteit, betrouwbaarheid en juistheid van en toegang tot gegevens.

    2.   VOORSCHRIFTEN TER VERSTERKING VAN DE COMPATIBILITEIT EN COHERENTIE MET BESTAANDE NORMEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES

    De coherentie van bestaande Europese, internationale of andere mondiale normen wordt gecontroleerd (d.w.z. niet alleen rekening houdend met het werk van CEN, Cenelec en ETSI maar ook met dat van DATEX II, UTMC, OTS, ISO, IEC, ITU, enz.), mogelijk lacunes worden aangepakt en compatibele of open oplossingen worden voorgesteld, hetzij met de bedoeling om bestaande normen te harmoniseren en verbeteren, hetzij om waar passend nieuwe interoperabele normen en andere specificaties te ontwikkelen. De ontwikkeling van nieuwe normen en specificaties moet worden gebaseerd op bestaande normen en specificaties en moet structuur- of connectiviteitsvereisten identificeren.

    Op het gebied van openbaar vervoer, en met name ten aanzien van multimodale informatie en slimme kaartverkoop, is die behoefte aan coherentie verbonden aan een brede reeks normen en technische specificaties, in het bijzonder aan: Transmodel (20), IFOPT (21), SIRI (22), NETEX (23), IOPTA (24), ISO (25).

    Op het gebied van voertuigen op alternatieve brandstof en aanverwante infrastructuur moeten nieuwe normen en specificaties compatibel met en complementair aan ETSI TS 101 556-3 (26) zijn.

    De aanpasbaarheid van algemene normen aan het stedelijk milieu moet eveneens in aanmerking worden genomen en mogelijk verder worden ontwikkeld. Dat is met name het geval bij DATEX II (27) dat voorziet in de uitwisseling van verkeersgegevens die worden beschreven met specifieke profielen. Dit lijkt een voorwaarde voor interoperabiliteit en continuïteit van diensten tussen de stedelijke en interstedelijke omgevingen of netwerken. Dergelijke taken kunnen het best worden uitgevoerd door nauwe samenwerking met de strategische groep en de technische groep van DATEX II.

    Het werk dat in dit mandaat wordt verricht zal in moeten spelen op de toekomstige invoering van coöperatieve systemen in stedelijke gebieden. Er zullen verbanden bestaan met eerdere normalisatiewerkzaamheden op het gebied van communicatie tussen voertuigen of tussen voertuig en infrastructuur, die werden verricht in het kader van normalisatieverzoek M/453, gezamenlijk geleid door CEN en ETSI, en met de resultaten van de lopende werkzaamheden door de deskundigen van het C-ITS-platform dat in november 2014 door de Commissie is opgezet (met name de werkgroepen inzake normalisatie en dossiers) (28).

    3.   BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN VOOR DE GEVRAAGDE PRODUCTEN

    3.1.   Identificatie van verschillende relevante use cases binnen de stedelijke ITS-architectuur en ondersteuning van de uitvoering van normen en andere specificaties

    Teneinde een pragmatische aanpak te ontwikkelen, moeten de activiteiten in het kader van dit verzoek worden gebaseerd op use cases op hoog niveau, waarbij multimodale informatiediensten, verkeersbeheer met inbegrip van toegangsregeling en stedelijke logistiek met inbegrip van parkeerbeheer. Bij de aanduiding of selectie van die use cases moeten de behoeften van gebruikers, stedelijke mobiliteitstrends, technologische ontwikkelingen, financiële duurzaamheid en beleidsprioriteiten (zoals de veiligheid op de weg) met elkaar in evenwicht worden gebracht. De prioritering van deze use cases en hun mogelijke onderlinge afhankelijkheid moet eveneens worden verklaard in het werkprogramma.

    De use cases worden opgenomen in een stedelijke ITS-architectuur (logische structuur en verbindingen tussen normen en specificaties en de betrokken belanghebbenden) die de gehele informatieketen bestrijkt voor de drie bovengenoemde gebieden en binnen de gehele Europese ITS-architectuur past. Die stedelijke ITS-architectuur moet derhalve coherent zijn met het e-FRAME-model (29).

    In dit holistische en systematische overzicht wordt samenwerking tussen belanghebbenden ondersteund, alsook de ontwikkeling of verbetering van normen en andere specificaties die compatibel zijn en elkaar aanvullen en aldus ITS-connectiviteit mogelijk maken.

    In de strategie voor de invoering zal worden beschreven hoe dergelijke normen en andere specificaties gemakkelijk kunnen worden ingevoerd, door middel van multimodale informatiediensten, maatregelen voor verkeersbeheer en stedelijke logistiek. Voor dat doeleinde zullen de uit de use cases getrokken lessen, de betrokkenheid van de juiste belanghebbenden en realistische richtsnoeren van cruciaal belang zijn.

    3.2.   Multimodale informatiediensten en een naadloze mobiliteit

    Twee van de belangrijkste problemen in de huidige situatie zijn de versnippering van verkeers- en reisinformatiediensten en het gebrek aan interoperabele multimodale informatie- en planningsdiensten met pan-Europese dekking die zowel de eerste en laatste kilometers van een reis als de totale afstand van A naar B in aanmerking nemen. Er moeten meer gegevens beschikbaar worden gemaakt over mobiliteitsdiensten en er moet een standaardformaat voor worden ontwikkeld, zodat die gegevens in innovatieve verkeers- en reisinformatiediensten kunnen worden verwerkt. Alleen alomvattende multimodale informatiediensten zouden de gebruiker in staat stellen om over een volledig aanbod van reis- en routemogelijkheden te beschikken, en als gevolg bijdragen aan optimale mobiliteitskeuzen, duurzamer reisgedrag bevorderen en het hele vervoerssysteem efficiënter te maken en toegankelijk te maken voor alle gebruikers.

    Er moet (waar dat nodig is) worden gezorgd voor compatibele gegevensformaten, open en gedocumenteerde interfaces en protocollen voor de overdracht van relevante gegevens en de integratie daarvan in multimodale gegevensreeksen en (bestaande) multimodale informatie- en planningsdiensten (met inbegrip van geïntegreerde kaartverkoop). Het is essentieel dat de bestaande en nieuwe normen en andere specificaties, waar nodig met aanvullende interfaces en protocollen, een doeltreffende integratie van of verbinding met de verschillende aspecten of blokken van multimodale informatie en planningsdiensten mogelijk maken.

    3.3.   Verkeersbeheer, met inbegrip van toegangsregeling

    Verkeersbeheersystemen zijn constant in ontwikkeling, en hoewel ze vroeger vooral gericht waren op communicatie tussen controlecentra, ligt de nadruk tegenwoordig steeds vaker op samenwerking tussen systemen (met inbegrip van veldapparatuur), netwerken en operatoren. Daarom moeten de juiste normen, interfaces en/of protocollen worden ontwikkeld ter ondersteuning van de oplossingen voor samenwerking tussen verkeerscontrole en -beheer op de verschillende geografische schalen of tussen verschillende administratieve grenzen van een stad (bijv. van snelheidsbeperkende oplossingen in kleinere buurten en verkeersoverloopbeheer in voorsteden tot efficiënte integratie van stedelijke knooppunten binnen interstedelijke corridors).

    Er zijn verschillende efficiënte en innovatieve manieren om wegnetwerken te beheren en opstoppingen in of ontregelingen van het verkeer (zoals (on)geplande gebeurtenissen, ongevallen, overstromingen, brand, enz.) aan te pakken. Zo zijn er in een aantal steden verschillende maatregelen ingevoerd — verkeersomleidingen en -prioritering en toegangsregeling, waaronder het beheer van kruispunten — voor alle voertuigen of slechts een deel daarvan (omleidingen, speciale rijstroken, groene golven, rekeningrijden of tolheffingen, lage emissie-, lage snelheids- of voetgangerszones, enz.). Helaas worden die maatregelen niet altijd op holistische en gecoördineerde wijze beheerd en wordt er vaak niet afdoende rekening mee gehouden in verkeersinformatiesystemen voor gebruikers (zoals navigatiesystemen). Door aan de ene kant coherente specificaties, compatibele normen en praktische interfaces vast te stellen ter ondersteuning van de interoperabliteit van de gegevens die nodig zijn voor actuele verkeersinformatie, en aan de andere kant verschillende vormen van verkeersbeheer en prioriteringsmaatregelen te optimaliseren, op passende wijze aangevuld met genormaliseerde technologische oplossingen voor voertuigidentificatie (d.w.z. met betrekking tot voertuigcategorisering, emissieklasse, aard van de noodsituatie, beladingsfactor), zou worden bijgedragen aan de algehele efficiëntie van verkeersinformatie en -beheer in stedelijke gebieden, waaronder beheer en handhaving van de toegangsregelingen.

    Er zal (waar dat nodig is) worden gezorgd voor compatibele gegevensformaten, open en gedocumenteerde interfaces en protocollen voor de overdracht van relevante gegevens, onafhankelijk van hun bron (bijv. sensoren, gegevens van rijdende auto's, verkeerscontrolecentra), en de integratie daarvan in bestaande en toekomstige verkeersinformatiesystemen en verkeersbeheer, voor verscheidene wegnetwerken waaronder stedelijke-interstedelijke verbindingen.

    3.4.   Stedelijke logistiek, met inbegrip van parkeerbeheer

    De zoektocht naar parkeerplaatsen en de distributie van goederen draagt in stedelijke gebieden vermoedelijk aanzienlijk bij tot verkeersopstoppingen. Realtime informatie over de beschikbaarheid van parkeerplekken en gemakkelijke reserveringsmogelijkheden zouden dit probleem kunnen verlichten. Er moeten gedifferentieerde benaderingen worden ontwikkeld die rekening houden met verschillen tussen logistieke sectoren, vrachtvoertuigen of ladingen (bijv. alternatieve brandstoffen, gekoelde goederen, retourlogistiek of gevaarlijke of afvalstoffen).

    Voor verscheidene wegnetwerken waaronder stedelijke-interstedelijke verbindingen moet in voorkomend geval worden gezorgd voor compatibele gegevensformaten, open en gedocumenteerde interfaces en protocollen voor de overdracht van relevante gegevens, onafhankelijk van hun bron en van de integratie daarvan in bestaande en toekomstige verkeersinformatiesystemen en verkeersbeheer.

    4.   VOORSCHRIFTEN VOOR LATERE HERZIENINGEN VAN DE GEVRAAGDE PRODUCTEN

    Na aanneming van de gevraagde Europese normen en Europese normalisatieproducten worden de in die producten verstrekte syntaxen en de daaraan verbonden mapping ten minste eens per twee jaar herzien door de Europese normalisatie-instellingen teneinde ervoor te zorgen dat zij een afspiegeling zijn van de meest recente technologische ontwikkelingen en de best mogelijke syntaxen bevatten. Er moet speciale aandacht worden besteed aan de overdracht van gegevens uit oudere systemen en worden gezorgd voor achterwaartse compatibiliteit bij de uitvoering.


    (1)  http://ec.europa.eu/transparency/regexpert/index.cfm?do=groupDetail.groupDetail&groupID=2520

    (2)  Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens(PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31).

    (3)  COM(2012) 11 final.

    (4)  COM(2008) 804 final.

    (5)  http://www.civitas.eu/display-all-projects

    (6)  http://www.civitas.eu/

    (7)  www.posse-openits.eu

    (8)  http://www.opticities.com/

    (9)  http://ec.europa.eu/enterprise/sectors/ict/files/standardisation_mandate_en.pdf

    (10)  www.datex2.eu

    (11)  http://www.utmc.eu/

    (12)  www.oca-ev.info

    (13)  www.ocit.org/

    (14)  http://www.frame-online.net/

    (15)  www.co-cities.eu

    (16)  www.cei.int

    (17)  http://www.ebsf.eu/

    (18)  http://www.w3.org/TR/vocab-dcat/

    (19)  Bijv. „Intermodal verkehrsgraph graphenintegrationsplattform (GIP)” http://www.fsv.at/shop/produktdetail.aspx?IDProdukt=837823b7-8697-45e8-9dc6-063924066176

    (20)  Transmodel, the European Reference Data Model for Public Transport, EN 12896:2006 (Transmodel 5.1) en EN 12896:2014 (Transmodel V6: delen 1 tot en met 3).

    (21)  IFOPT (EN 28701), een Europese norm tot vaststelling van een gegevensmodel voor de identificatie van vaststaande objecten in het openbaar vervoer (bv. stopplaatsen, stopgebieden, stations, voetgangersoversteekplaatsen, ingangen, enz.) — momenteel geïntegreerd in EN 12896:2014

    (22)  SIRI (FprEN 15531-1 tot en met 3 en CEN/TS 15531-4 en 5), een Europese norm tot vaststelling van dienstinterfaces voor realtimeinformatievoorziening voor het openbaar vervoer.

    (23)  NeTEX is gebaseerd op Transmodel 5.1, uitgebreid met aanvullende concepten van IFOPT en SIRI, en is verdeeld in drie delen: deel 1 — vervoersnetwerk; deel 2 — tijdschema's; en deel 3 — ritprijzen:

    CEN/TS 16614-1; Network and Timetable Exchange — Part 1: Network Topology (NeTEx)

    CEN/TS 16614-2, Network and Timetable Exchange — Part 2: Timing Information (NeTEx)

    WI 00278330 (prCEN/TS 16614-3), Network and Timetable Exchange — Part 3: Fare Information (NeTEx)

    (24)  IOPTA, interoperabele toepassingen voor openbaar vervoer, EN 15320 in combinatie met EN 1545 on Identification card systems — Surface transport applications

    (25)  EN ISO 24014-1:2007, Public transport — Interoperable fare management system — Part 1: Architecture

    CEN ISO/TR, 24014-2:2013 Public transport — Interoperable fare management system — Part 2: Business practices (ISO/TR 24014-2:2013)

    ISO/IEC 14443 Contactless integrated circuit cards — Proximity cards, parts 1-4

    ISO/IEC 18092 Near Field Communication

    (26)  ETSI TS 101 556-3 V1.1.1 (2014-10); Intelligente vervoerssystemen (Intelligent Transport Systems, ITS) Infrastructure to Vehicle Communications; Part 1: „Electric Vehicle Charging Spot Notification Specification”; and Part 3: „Communications system for the planning and reservation of EV energy supply using wireless networks”

    (27)  CEN/TS 16157 delen 1-6: Intelligent transport systems — DATEX II data exchange specifications for traffic management and information

    (28)  http://ec.europa.eu/transport/themes/its/news/c-its-deployment-platform_en.htm

    (29)  http://www.frame-online.net/?q=e-frame-project.html


    BIJLAGE II

    EUROPESE NORMEN EN EUROPESE NORMALISATIEPRODUCTEN EN TERMIJNEN VOOR AANNEMING

    1.   USE CASES, STEDELIJKE ITS-ARCHITECTUUR, EN UITVOERING

    Tabel 1

    Gevraagde nieuwe Europese normen en Europese normalisatieproducten voor use cases, stedelijke ITS-architectuur, en uitvoering

    Referentie-informatie

    Termijn voor aanneming (1)

    Een Europees normalisatieproduct over use cases waarbij de drie gebieden van dit verzoek aan bod komen en de mogelijke onderlinge afhankelijkheden van die use cases worden vermeld

    twaalf maanden na kennisgeving van dit besluit aan de Europese normalisatie-instellingen

    Een Europees normalisatieproduct voor stedelijke ITS-structuur waarin de drie gebieden van dit verzoek worden geïntegreerd en de verbindingen of interfaces met de gerelateerde ITS-toepassingen worden vermeld, alsook de compatibiliteit of coherentie met bestaande normen, technische specificaties en gegevensmodellen

    twaalf maanden na kennisgeving van dit besluit aan de Europese normalisatie-instellingen

    Een Europees normalisatieproduct over een invoeringsstrategie met inbegrip van praktische richtsnoeren voor de uitvoering van de Europese normen van dit verzoek

    39 maanden na kennisgeving van dit besluit aan de Europese normalisatie-instellingen

    2.   MULTIMODALE INFORMATIEDIENSTEN VOOR EEN NAADLOZE MOBILITEIT

    Tabel 2

    Gevraagde nieuwe Europese normen en Europese normalisatieproducten voor multimodale informatiediensten

    Referentie-informatie

    Termijn voor aanneming

    Europese normen voor:

    Nieuwe mobiliteitsdiensten zoals autodelen, carpoolen, openbare fietsuitleendiensten, park & ride, bike & ride, enz.

    Infrastructuur voor alternatieve brandstoffen, waaronder informatie over de plaats en beschikbaarheid van standplaatsen, oplaadmodellen en capaciteit op de standplaatsen, (geïntegreerde) betaalregelingen, enz.

    39 maanden na kennisgeving van dit besluit aan de Europese normalisatie-instellingen

    Een Europees normalisatieproduct over een referentiegegevensmodel, een gemeenschappelijk gegevenswoordenboek en een metagegevensstructuur voor multimodale informatiediensten

    39 maanden na kennisgeving van dit besluit aan de Europese normalisatie-instellingen

    3.   VERKEERSBEHEER, MET INBEGRIP VAN TOEGANGSREGELING

    Tabel 3

    Gevraagde nieuwe Europese normen en Europese normalisatieproducten voor verkeerbeheer, met inbegrip van toegangsregeling.

    Referentie-informatie

    Termijn voor aanneming

    Europese normen voor:

    Een reeks maatregelen voor verkeersbeheer (met inbegrip van de nodige infrastructuur/statische weggegevens, dynamische weggegevens, verkeersgegevens of verkeerscontrolegegevens, informatie over het weer),

    Een reeks maatregelen voor omleidingen, verkeersprioritering en toegangsregelingen, met inbegrip van kruispuntbeheer (aangevuld met voertuigidentificatiegegevens). Er moet met name aandacht worden besteed aan betaalmodellen voor verschillende typen weggebruikers die in verscheidene steden zijn ingevoerd, alsook aan de middelen voor gedeeld gebruik van speciale rijstroken door verschillende voertuigtypen (bijv. goederenvervoer, openbaar vervoer, noodhulpvoertuigen).

    39 maanden na kennisgeving van dit besluit aan de Europese normalisatie-instellingen

    Europese normen of Europese normalisatieproducten over referentiegegevensmodellen, gemeenschappelijke gegevenswoordenboeken en metagegevensstructuren voor verkeersbeheer, met inbegrip van toegangsregeling.

    39 maanden na kennisgeving van dit besluit aan de Europese normalisatie-instellingen

    4.   STEDELIJKE LOGISTIEK, MET INBEGRIP VAN PARKEERBEHEER

    Tabel 4

    Gevraagde nieuwe Europese normen en Europese normalisatieproducten voor stedelijke logistiek, met inbegrip van parkeerbeheer

    Referentie-informatie

    Termijn voor aanneming

    Europese normen voor:

    Intelligent parkeren voor lichte voertuigen, bedrijfsvoertuigen en vrachtwagens. De mogelijkheid om bestaande technische specificaties of profielen voor parkeren (2) uit te breiden of aan de behoeften van stedelijke gebieden aan te passen, moet worden overwogen.

    Informatie- en reserveringsdiensten voor laadperrons voor specifieke vrachtvoertuigen en logistieke sectoren. In de voorgestelde normen en specificaties moeten zowel de infrastructuur als voertuigen aan bod komen (met inbegrip van voertuig- en/of ladingidentificatie, waar van toepassing). Bovendien moet ook worden gekeken naar het gebruik van voertuigen op alternatieve brandstof voor stedelijke logistiek, en naar de mogelijkheden voor het opladen daarvan (bijv. tijdens het laden of lossen op de specifieke laadperrons).

    39 maanden na kennisgeving van dit besluit aan de Europese normalisatie-instellingen

    Een Europees normalisatieproduct over referentiegegevensmodellen, gemeenschappelijke gegevenswoordenboeken en metagegevensstructuren voor stedelijke logistiek, met inbegrip van parkeerbeheer.

    39 maanden na kennisgeving van dit besluit aan de Europese normalisatie-instellingen


    (1)  „Aanneming” verwijst naar het tijdstip waarop de desbetreffende Europese normalisatie-instelling een norm ter beschikking stelt van haar leden of het publiek.

    (2)  DATEX II data exchange specifications for traffic management and information — CEN/TS 16157 Part 6 — parking extension.


    Top