Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014R0206

Verordening (EU) nr. 206/2014 van de Commissie van 4 maart 2014 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 601/2012 wat betreft het aardopwarmingsvermogen voor andere broeikasgassen dan CO 2 Voor de EER relevante tekst

PB L 65 van 5.3.2014, p. 27–28 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2020; stilzwijgende opheffing door 32018R2066

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2014/206/oj

5.3.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 65/27


VERORDENING (EU) Nr. 206/2014 VAN DE COMMISSIE

van 4 maart 2014

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 601/2012 wat betreft het aardopwarmingsvermogen voor andere broeikasgassen dan CO2

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (1), en met name artikel 14, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In bijlage VI bij Verordening (EU) nr. 601/2012 van de Commissie (2) is het aardopwarmingsvermogen (global warming potential of GWP) voor andere broeikasgassen dan CO2 bepaald.

(2)

Om uitvoering te geven aan het gebruik van de IPCC-richtsnoeren van 2006 voor nationale broeikasgasinventarissen van de Intergouvernementele Werkgroep inzake klimaatverandering, bepaalt Besluit 15/CP.17 (3) van de Conferentie van de partijen bij het raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC) dat vanaf 2015 tot nader besluit van de Conferentie van de partijen bij de UNFCCC de in bijlage III bij Besluit 15/CP.17 opgenomen GWP’s door de partijen moeten worden gebruikt voor de berekening van het kooldioxide-equivalent van antropogene broeikasgasemissies per bron en broeikasgasverwijderingen per put.

(3)

Met het oog op de consistentie van de desbetreffende wetgeving van de Unie met de methoden die worden toegepast in de context van de UNFCCC-procedure, moet Verordening (EU) nr. 601/2012 dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

Overeenkomstig artikel 13, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG zijn emissierechten die met ingang van 1 januari 2013 worden verleend, geldig voor emissies voor een achtjarige handelsperiode die op die datum begint. De aanpassing overeenkomstig artikel 9 bis, lid 1, van die richtlijn van de hoeveelheid emissierechten die met ingang van 1 januari 2013 worden verleend, wordt bepaald met inachtneming van de GWP’s die zijn opgenomen in bijlage III bij Besluit 15/CP.17 van de Conferentie van de partijen bij de UNFCCC. Aangezien Verordening (EU) nr. 601/2012 van toepassing is met ingang van 1 januari 2013, dient deze verordening met ingang van dezelfde datum in te gaan, zodat de samenhang van alle gerapporteerde gegevens van broeikasgasemissies in de gehele achtjarige handelsperiode wordt verzekerd.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité klimaatverandering,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage VI bij Verordening (EU) nr. 601/2012 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2013.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 4 maart 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32.

(2)  Verordening (EU) nr. 601/2012 van de Commissie van 21 juni 2012 inzake de monitoring en rapportage van de emissies van broeikasgassen overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 181 van 12.7.2012, blz. 30).

(3)  FCCC/CP/2011/9/Add.2, blz. 23.


BIJLAGE

In bijlage VI bij Verordening (EU) nr. 601/2012 wordt tabel 6 vervangen door de volgende tabel:

„Tabel 6:   Aardopwarmingsvermogen

Gas

Aardopwarmingsvermogen

N2O

298 t CO2(e)/t N2O

CF4

7 390 t CO2(e)/t CF4

C2F6

12 200 t CO2(e)/t C2F6”.


Top