EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013R0912

Verordening (EU) nr. 912/2013 van de Commissie van 23 september 2013 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 452/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de productie en ontwikkeling van statistieken over onderwijs en een leven lang leren, wat betreft statistieken over de onderwijs- en beroepsopleidingstelsels Voor de EER relevante tekst

PB L 252 van 24.9.2013, p. 5–10 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2013/912/oj

24.9.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 252/5


VERORDENING (EU) Nr. 912/2013 VAN DE COMMISSIE

van 23 september 2013

tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 452/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de productie en ontwikkeling van statistieken over onderwijs en een leven lang leren, wat betreft statistieken over de onderwijs- en beroepsopleidingstelsels

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 452/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 betreffende de productie en de ontwikkeling van statistieken over onderwijs en een leven lang leren (1), en met name artikel 6, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 452/2008 is een gemeenschappelijk raamwerk voor de systematische productie van Europese statistieken over onderwijs en een leven lang leren voor drie bepaalde deelgebieden vastgesteld, dat met statistische werkzaamheden ten uitvoer moet worden gelegd.

(2)

Er moeten maatregelen worden vastgesteld met het oog op de afzonderlijke statistische werkzaamheden voor de productie van statistieken over de onderwijs- en beroepsopleidingsstelsels van deelgebied 1 van Verordening (EG) nr. 452/2008.

(3)

Bij het produceren en verspreiden van Europese statistieken over onderwijs- en opleidingsstelsels dienen de nationale statistische instituten en die van de Unie rekening te houden met de beginselen die uiteengezet zijn in de Europese praktijkcode voor de statistiek die het Comité voor het Europees statistich systeem in september 2011 heeft goedgekeurd.

(4)

In uitvoeringsmaatregelen voor de productie van statistieken over de onderwijs- en beroepsopleidingsstelsels moet rekening worden gehouden met de potentiële belasting voor onderwijsinstellingen en personen en met de meest recente afspraken tussen het Institute voor Statistics van de Unesco (UIS), de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en de Commissie (Eurostat) over begrippen, definities, gegevensverwerking en de frequentie en termijnen voor de toezending van de resultaten.

(5)

De Organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschappen en Cultuur (Unesco) heeft de tot nu toe gebruikte versie van de Internationale standaardclassificatie van het onderwijs (ISCED 1997) herzien om deze classificatie aan te passen aan structurele en beleidsontwikkelingen op het gebied van onderwijs en opleiding.

(6)

Om internationaal vergelijkbare onderwijsstatistieken te hebben, moeten de lidstaten en de instellingen van de Europese Unie onderwijsclassificaties gebruiken die in overeenstemming zijn met de herziene Internationale standaardclassificatie van het onderwijs ISCED 2011 („ISCED 2011”), zoals die door de Unesco-lidstaten tijdens hun 36e Algemene Conferentie in november 2011 werd goedgekeurd.

(7)

De verzameling van gegevens uit administratieve en andere bronnen over de mobiliteit van studenten, voor alle studieprogramma’s, dient verbeterd te worden teneinde de vooruitgang te volgen en uitdagingen te identificeren, en om een bijdrage te kunnen leveren aan op betrouwbare gegevens gebaseerde beleidsvorming.

(8)

Verordening (EU) nr. 88/2011 van de Commissie van 2 februari 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 452/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de productie en ontwikkeling van statistieken over onderwijs en een leven lang leren, wat betreft statistieken over de onderwijs- en beroepsopleidingstelsels (2) dient te worden ingetrokken.

(9)

De maatregelen waarin deze verordening voorziet, zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor het Europees statistisch systeem (ESS-comité),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

Deze verordening bevat voorschriften voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 452/2008 wat het verzamelen, toezenden en verwerken van statistische gegevens over de onderwijs- en beroepsopleidingsstelsels in het kader van deelgebied 1 betreft.

Artikel 2

Bestreken thema’s en kenmerken

De selectie en de specificaties van de door deelgebied 1 (onderwijs- en beroepsopleidingsstelsels) bestreken thema’s, alsook de gedetailleerde lijst van hun kenmerken en uitsplitsingen, zijn beschreven in bijlage I.

Artikel 3

Referentieperioden en toezending van resultaten

1.   Gegevens over inschrijvingen, instromers en personeel hebben betrekking op het schooljaar of academisch jaar zoals dat op nationaal niveau is vastgesteld (jaar t/t + 1). De jaarlijkse gegevens over inschrijvingen, instromers en personeel worden ieder jaar uiterlijk op 30 september van het jaar t + 2 aan de Commissie (Eurostat) toegezonden. De eerste gegevens die in september 2014 worden toegezonden, betreffen het schooljaar of academisch jaar 2012/2013, zoals op nationaal niveau vastgesteld.

2.   De gegevens over afgestudeerden hebben betrekking op het schooljaar of academisch jaar zoals op nationaal niveau vastgesteld (jaar t/t + 1) of op het kalenderjaar (jaar t + 1). De jaarlijkse gegevens over afgestudeerden worden ieder jaar uiterlijk op 30 november van het jaar t + 2 aan de Commissie (Eurostat) toegezonden.

3.   De eerste toezending van gegevens over afgestudeerden (behalve over afgestudeerden die op enig moment gedurende hun studie een „studiepuntenmobiliteitsverblijf” hadden) dient in november 2014 plaats te vinden en betrekking te hebben op het schooljaar of academisch jaar 2012/2013, zoals op nationaal niveau vastgesteld, of op het kalenderjaar 2013.

4.   De eerste toezending van gegevens over afgestudeerden die op enig moment gedurende hun studie een „studiepuntenmobiliteitsverblijf” hadden, dient in november 2017 plaats te vinden en betrekking te hebben op het schooljaar of academisch jaar 2015/2016, zoals op nationaal niveau vastgesteld, of op het kalenderjaar 2016.

5.   Mobiele studenten/afgestudeerden, ongeacht hun nationaliteit, worden ingedeeld aan de hand van hun land van herkomst (bij voorkeur vast te stellen op basis van voorgaande schoolopleiding, eerder dan op basis van verblijfplaats of nationaliteit). Tot 2016 dient voor gegevens over „mobiele studenten/afgestudeerden” de nationale definitie van „land van herkomst”. Met ingang van 2016 geldt als „land van herkomst” het land waar het diploma van hoger secundair onderwijs is uitgereikt, dan wel de beste nationale schatting.

6.   De gegevens over onderwijsuitgaven hebben betrekking op het begrotingsjaar van de lidstaat, zoals op nationaal niveau vastgesteld (jaar t). Jaarlijkse gegevens over onderwijsuitgaven en het aantal studenten met dekking aangepast aan statistieken over onderwijsuitgaven worden jaarlijks uiterlijk op 30 november van het jaar t + 2 aan de Commissie (Eurostat) toegezonden. De eerste gegevens die in november 2014 worden toegezonden, betreffen het begrotingsjaar 2012.

Artikel 4

Voorschriften voor de gegevenskwaliteit en kader voor de kwaliteitsrapportage

1.   De voorschriften voor de gegevenskwaliteit en de standaardkwaliteitsverslagen over onderwijs- en beroepsopleidingsstelsels zijn opgenomen in bijlage II.

2.   De lidstaten zenden de Commissie (Eurostat) jaarlijks het standaardkwaliteitsverslag overeenkomstig bijlage II. De standaardkwaliteitsverslagen worden toegezonden samen met de ISCED-indeling („integrated mapping”) van nationale programma’s en kwalificaties, met gebruikmaking van het door de Commissie (Eurostat) verstrekte template.

Het eerste verslag betreft gegevensverzamelingsjaar 2014 (schooljaar of academisch jaar 2012/2013). Het kwaliteitsverslag over de in artikel 3 vermelde referentieperioden wordt uiterlijk op 31 januari van het jaar t + 3 aan de Commissie toegezonden.

3.   De lidstaten verkrijgen de vereiste gegevens door het combineren van verschillende bronnen, zoals steekproefenquêtes en administratieve en andere gegevensbronnen.

4.   De lidstaten verstrekken de Commissie (Eurostat) informatie over de methoden waarmee gegevens zijn verkregen uit andere bronnen dan steekproefenquêtes en administratieve gegevensbronnen, zoals bedoeld in lid 3, alsook over de kwaliteit van die gegevens.

Artikel 5

Intrekking

Verordening (EU) nr. 88/2011 wordt ingetrokken.

Artikel 6

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 september 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 145 van 4.6.2008, blz. 227.

(2)  PB L 29 van 3.2.2011, blz. 5.


BIJLAGE I

Bestreken thema’s, gedetailleerde lijst van kenmerken en uitsplitsingen

De in te zenden gegevens naar ISCED-niveau zijn gebaseerd op ISCED 2011. Het onderscheid tussen academisch en beroepsgericht tertiair onderwijs (ISCED 6 en 7 op het 2-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid), dat in ISCED 2011, zoals goedgekeurd door de Unesco-lidstaten tijdens hun 36e Algemene Conferentie in november 2011, niet nauwkeurig bepaald is, wordt gemaakt overeenkomstig de gedetailleerde richtsnoeren voor de gegevensverzameling van Unesco/OECD/Eurostat over onderwijsstelsels.

Gegevens die per „onderwijsgebied” worden ingediend, verwijzen naar het „Fields of education and training manual, version of 1999” en naar de „ISCED Fields of education and training”-classificatie, te beginnen met het referentieschooljaar/academisch jaar dat volgt op de goedkeuring van de laatste herziene versie van deze classificatie.

Gegevens over inschrijvingen

aantal ingeschreven studenten op ISCED-niveaus 0 t/m 8 (ISCED 0 en 2: 2-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid; ISCED 1: 1-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid; ISCED 3 t/m 7: 3-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid; ISCED 8: 1-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid), type instelling (openbaar, particulier), intensiteit van de deelname (voltijds, deeltijds, voltijdsequivalent) en geslacht. Toezending van gegevens voor ISCED 01 is facultatief;

aantal ingeschreven studenten op ISCED-niveaus 0 t/m 8 (ISCED 0 en 2 t/m 5: 2-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid; ISCED 1 en 6 t/m 8: 1-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid), geslacht en leeftijd. Toezending van gegevens voor ISCED 01 is facultatief. Toezending van gegevens voor ISCED 6 en 7 op het 2-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid is facultatief;

aantal ingeschreven studenten op ISCED-niveaus 3 t/m 8 (ISCED-niveaus 3 en 4: alleen beroepsgericht; ISCED 5: 2-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid, ISCED-niveaus 6 t/m 8: 1-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid), per onderwijsveld (derde niveau van gedetailleerdheid) en geslacht. Toezending van gegevens voor ISCED 6 en 7 op het 2-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid is facultatief;

aantal ingeschreven studenten in „programma’s waarin school en werk worden gecombineerd” op ISCED-niveaus 3 t/m 5, alleen beroepsgericht, type instelling (openbaar, particulier), intensiteit van de deelname (voltijds, deeltijds, voltijdsequivalent) en geslacht;

aantal ingeschreven studenten op ISCED-niveaus 0 t/m 8 (ISCED 0 en 2 t/m 5: 2-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid; ISCED 1 en 6 t/m 8: 1-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid), per NUTS2 (1) -regio en geslacht. Toezending van gegevens voor ISCED 01 is facultatief;

aantal ingeschreven studenten op ISCED-niveaus 0 t/m 8 geaggregeerd, per NUTS2 (1) -regio, geslacht en leeftijd;

aantal ingeschreven studenten op ISCED-niveaus 1 t/m 3 (ISCED 1 en 2: 1-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid; ISCED 3: 2-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid) en gestudeerde moderne vreemde talen;

aantal ingeschreven studenten op ISCED-niveaus 1 t/m 3 (ISCED 1 en 2: 1-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid; ISCED 3: 2-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid) en aantal gestudeerde moderne vreemde talen.

Gegevens over nieuwe instromers

aantal nieuwe instromers, op ISCED-niveaus 3 t/m 8 (ISCED 3 t/m 5: 2-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid; ISCED 6 t/m 8: 1-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid), geslacht en leeftijd. Toezending van gegevens voor ISCED 6 en 7 op het 2-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid is facultatief;

aantal nieuwe instromers, op ISCED-niveaus 3 t/m 8 (ISCED-niveaus 3 en 4: alleen beroepsgericht; ISCED 5: 2-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid; ISCED 6 t/m 8: 1-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid), geslacht en onderwijsveld (tweede niveau van gedetailleerdheid). Toezending van gegevens voor ISCED 6 en 7 op het 2-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid is facultatief.

Gegevens over mobiliteit van studenten

aantal ingeschreven mobiele studenten, op ISCED-niveaus 5 t/m 8 (1-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid), onderwijsveld (derde niveau van gedetailleerdheid) en geslacht;

aantal ingeschreven mobiele studenten, op ISCED-niveaus 5 t/m 8 (1-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid), land van herkomst en geslacht;

aantal afgestudeerden die een studie in het buitenland hebben gevolgd („degree mobile”), op ISCED-niveaus 5 t/m 8 (1-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid), per land van herkomst en geslacht. Toezending van gegevens voor ISCED 5 op het 2-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid is facultatief;

aantal afgestudeerden die op enig moment in hun studie een „studiepuntenmobiliteitsverblijf” van minimaal drie maanden hadden, op ISCED-niveaus 5 t/m 8 (1-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid) en per type mobiliteitsregeling (EU-programma’s, andere internationale of nationale programma’s, andere programma’s). Toezending van gegevens voor ISCED 5 op het 2-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid is facultatief. Toezending van gegevens voor een verdere onderverdeling per type mobiliteit (studieperiode, stage) is facultatief;

aantal afgestudeerden die op enig moment in hun studie een „studiepuntenmobiliteitsverblijf” van minimaal drie maanden hadden, op ISCED-niveaus 5 t/m 8 (1-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid) en per land van bestemming. Toezending van gegevens voor ISCED 5 op het 2-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid is facultatief. Toezending van gegevens voor een verdere onderverdeling per type mobiliteit (studieperiode, stage) is facultatief;

facultatieve toezending van gegevens over het aantal afgestudeerden die op enig moment in hun studie een „studiepuntenmobiliteitsverblijf” van minder dan drie maanden hadden, op ISCED-niveaus 5 t/m 8 (ISCED 5: 2-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid; ISCED 6 t/m 8: 1-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid), per land van bestemming en type mobiliteit (studieperiode, stage).

Gegevens over afgestudeerden

aantal afgestudeerden, op ISCED-niveaus 3 t/m 8 (ISCED 3 t/m 7: 3-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid; ISCED 8: 1-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid), geslacht en leeftijd;

aantal afgestudeerden, op ISCED-niveaus 3 t/m 8 (ISCED-niveaus 3 en 4: alleen beroepsgericht; ISCED 5: 2-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid; ISCED 6 t/m 8: 1-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid), per onderwijsveld (derde niveau van gedetailleerdheid) en geslacht. Toezending van gegevens voor ISCED 6 en 7 op het 2-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid is facultatief.

Gegevens over personeel

Gegevens over leerkrachten die voor de klas staan, worden verstrekt voor de ISCED-niveaus 0 t/m 4, met de volgende uitsplitsing: ISCED 0: 2-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid; ISCED 1 en 2: 1-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid; ISCED 3 en 4: 2-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid. Gegevens over academisch personeel worden voor de ISCED-niveaus 5 t/m 8 geaggregeerd verstrekt. Toezending van gegevens voor ISCED 01 is facultatief. Toezending van gegevens voor ISCED-niveaus 5 t/m 8 (geaggregeerd academisch) en ISCED-niveaus 5 t/m 8 (geaggregeerd beroepsgericht) is facultatief;

aantal leerkrachten die voor de klas staan (op ISCED-niveaus 0 t/m 4) en academisch personeel, per geslacht en leeftijdsgroep;

aantal leerkrachten die voor de klas staan (op ISCED-niveaus 0 t/m 4) en academisch personeel, per type instelling (openbaar, particulier), arbeidspositie (voltijds, deeltijds, voltijdequivalenten) en geslacht;

aantal ingeschreven studenten aangepast aan gegevens over onderwijspersoneel, op ISCED-niveaus 0 t/m 8 (ISCED 0, 3 en 4: 2-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid; ISCED 1 en 2: 1-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid; ISCED 5 t/m 8 geaggregeerd), per type instelling (openbaar, particulier) en intensiteit van de deelname (voltijds, deeltijds, voltijdsequivalent). Toezending van gegevens voor ISCED 01 is facultatief. Toezending van gegevens voor ISCED-niveaus 5 t/m 8 (geaggregeerd academisch) en ISCED-niveaus 5 t/m 8 (geaggregeerd beroepsgericht) is facultatief;

facultatieve toezending van gegevens over aantallen managementpersoneel op schoolniveau, op ISCED-niveaus 0 t/m 3 (1-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid), arbeidspositie (voltijds, deeltijds, voltijdequivalenten) en per geslacht.

Gegevens over onderwijsuitgaven en aantal leerlingen/studenten met dekking aangepast aan onderwijsuitgaven

Gegevens over onderwijsuitgaven en aantal leerlingen/studenten met dekking aangepast aan statistieken over onderwijsuitgaven worden verstrekt voor ISCED-niveaus 0 t/m 8, volgens de volgende uitsplitsing: ISCED 0: 2-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid (ISCED 01, facultatief); ISCED 1 en ISCED 2: 1-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid; ISCED 3-4 geaggregeerd op 2-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid (algemeen, beroepsgericht); ISCED 5: 1-cijfercodeniveau van gedetailleerdheid; ISCED 6 t/m 8 geaggregeerd. Toezending van gegevens voor ISCED-niveaus 5 t/m 8 (geaggregeerd academisch) en ISCED-niveaus 5 t/m 8 (geaggregeerd beroepsgericht) is facultatief. Voor alle gegevens over onderwijsuitgaven is er een facultatieve uitsplitsing van de particuliere instellingen in door de overheid gefinancierde particuliere instellingen en onafhankelijke particuliere instellingen. Uitgaven voor O&O zijn alleen van toepassing voor het tertiair onderwijs;

onderwijsuitgaven per ISCED-niveau, bron en type transactie:

Bronnen van uitgaven: overheidsuitgaven (centraal, regionaal en lokaal), middelen van internationale organisaties en andere buitenlandse bronnen, uitgaven van huishoudens en uitgaven van andere particuliere instellingen;

Soorten transacties voor overheidsuitgaven: directe uitgaven voor openbare instellingen, directe uitgaven voor particuliere instellingen, totaal directe uitgaven voor alle soorten onderwijsinstellingen (waarvan: directe uitgaven bestemd voor kapitaal, voor aanvullende diensten en voor O&O-activiteiten), overdracht aan regionale overheden (netto), overdracht aan lokale overheden (netto), beurzen en andere subsidies aan studenten/huishoudens, leningen aan studenten, overdracht en betalingen aan andere particuliere instellingen;

Soorten transacties voor middelen van internationale organisaties en andere buitenlandse bronnen: directe internationale betalingen aan alle soorten instellingen (waarvan: betalingen voor uitgaven voor O&O), overdracht van internationale bronnen aan alle overheidsniveaus; facultatief: directe internationale betalingen aan openbare instellingen, directe internationale betalingen aan particuliere instellingen, overdracht van internationale bronnen aan centrale overheid, aan regionale overheden en aan lokale overheden;

Soorten transacties voor uitgaven van huishoudens: betalingen aan openbare instellingen (netto), betalingen aan particuliere instellingen (netto), betalingen voor onderwijsgoederen en -diensten, anders dan aan onderwijsinstellingen; facultatief: vergoedingen aan instellingen voor aanvullende diensten, betalingen voor direct en indirect door onderwijsinstellingen verlangde goederen, betalingen voor goederen die niet direct voor deelname vereist zijn, betalingen voor privélessen;

Soorten transacties voor uitgaven van andere particuliere instellingen: betalingen aan openbare instellingen, betalingen aan particuliere instellingen, betalingen aan alle typen instellingen (waarvan: betalingen aan andere particuliere instellingen voor uitgaven voor O&O), beurzen en andere subsidies aan studenten/huishoudens, leningen aan studenten; facultatief: betalingen van particuliere ondernemingen voor specifieke onderwijsactiviteiten, vergoedingen betaald aan instellingen voor aanvullende diensten;

onderwijsuitgaven naar ISCED-niveau, aard en categorie middelen. Soort uitgave: uitgaven in openbare instellingen en uitgaven in particuliere instellingen. Categorieën middelen: lopende uitgaven voor compensatie van personeel, andere lopende uitgaven, kapitaaluitgaven, aanpassingen wegens veranderingen in kapitaalsaldo’s, uitgaven voor aanvullende diensten, uitgaven voor O&O-activiteiten. Er is een facultatieve uitsplitsing van lopende uitgaven voor compensatie van personeel: leerkrachten, ander pedagogisch, administratief, professioneel en ondersteunend personeel, salarissen, uitgaven voor pensioenen, andere niet-salariële compensatie;

aantal leerlingen/studenten met dekking aangepast aan statistieken over onderwijsuitgaven per ISCED-niveau, type instellingen en intensiteit van de deelname. Soorten instellingen: openbare instellingen en particuliere instellingen. Intensiteit van de deelname: voltijds, deeltijds, voltijdequivalent


(1)  NUTS 2 voor alle landen met uitzondering van Duitsland en het Verenigd Koninkrijk (NUTS 1).


BIJLAGE II

Voorschriften voor de gegevenskwaliteit en de standaardkwaliteitsverslagen

Eisen inzake gegevenskwaliteit

De voorschriften voor de kwaliteit van de gegevens over de onderwijs- en beroepsopleidingsstelsels verwijzen naar de ESS-kwaliteitsnorm (1), die betrekking heeft op relevantie, nauwkeurigheid, actualiteit en precisie, toegankelijkheid en duidelijkheid, vergelijkbaarheid en samenhang.

In het bijzonder moeten de gegevens beantwoorden aan de definities en begrippen in de gedetailleerde richtsnoeren voor de verzameling van Unesco/OECD/Eurostat-gegevens over onderwijsstelsels.

Standaardverslag over de gegevenskwaliteit

Elk jaar verstrekt de Commissie (Eurostat) de lidstaten drie maanden voor de in artikel 4, lid 2, bedoelde uiterste toezendingsdatum het jaarlijkse standaardkwaliteitsverslag, dat al gedeeltelijk is ingevuld met de informatie waarover de Commissie (Eurostat) reeds beschikt. De lidstaten verstrekken de Commissie (Eurostat) het aangevulde kwaliteitsverslag als bedoeld in artikel 4, lid 2.

In het standaardverslag over de gegevenskwaliteit wordt de naleving van de aspecten relevantie, nauwkeurigheid, actualiteit en precisie, vergelijkbaarheid en duidelijkheid, vergelijkbaarheid en samenhang gedocumenteerd.

In het bijzonder wordt vastgelegd in hoeverre de gegevens voldoen aan de definities en begrippen in de gedetailleerde richtsnoeren voor de verzameling van Unesco/OECD/Eurostat-gegevens over onderwijsstelsels.

Afwijkingen van de definities en begrippen in de gedetailleerde richtsnoeren voor de verzameling van Unesco/OECD/Eurostat-gegevens over onderwijsstelsels moeten worden gedocumenteerd en toegelicht, en zo mogelijk worden gekwantificeerd.

Met name moeten de lidstaten de bronnen beschrijven die op het niveau van de in bijlage I beschreven variabelen zijn gebruikt en moet het gebruik van schattingen en revisies duidelijk worden aangegeven op het niveau van de tabellen en uitsplitsingen.


(1)  Europees statistisch systeem.


Top