EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013R0183

Verordening (EU) nr. 183/2013 van de Commissie van 4 maart 2013 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat International Financial Reporting Standard (IFRS) 1 betreft Voor de EER relevante tekst

PB L 61 van 5.3.2013, p. 6–8 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 15/10/2023; stilzwijgende opheffing door 32023R1803

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2013/183/oj

5.3.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 61/6


VERORDENING (EU) Nr. 183/2013 VAN DE COMMISSIE

van 4 maart 2013

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat International Financial Reporting Standard (IFRS) 1 betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen (1), en met name artikel 3, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1126/2008 van de Commissie (2) is een aantal op 15 oktober 2008 bestaande internationale standaarden en interpretaties goedgekeurd.

(2)

Op 13 maart 2012 heeft de International Accounting Standards Board wijzigingen in International Financial Reporting Standard (IFRS) 1 Eerste toepassing van International Financial Reporting Standards – Overheidsleningen (de wijzigingen in IFRS 1) gepubliceerd. De wijzigingen in IFRS 1 hebben betrekking op leningen die van overheden zijn ontvangen tegen een rente onder de marktrente en het doel ervan is aan eerste toepassers van de IFRS bij overgang naar de IFRS ontheffing van volledige retroactieve toepassing te verlenen. Aldus vormen de wijzigingen in IFRS 1 een nieuwe uitzondering op de retroactieve toepassing van de IFRS doordat eerste toepassers ertoe worden verplicht de vereisten in International Accounting Standard (IAS) 39 Financiële instrumenten: opname en waardering en IAS 20 Administratieve verwerking van overheidssubsidies en informatieverschaffing over overheidssteun prospectief toe te passen op de overheidsleningen die op de datum van de overgang naar IFRS bestaan.

(3)

Deze verordening bevestigt de wijzigingen in IFRS 1. Deze standaard bevat een aantal verwijzingen naar IFRS 9 die momenteel niet kunnen worden toegepast omdat IFRS 9 door de Unie nog niet is goedgekeurd. Daarom dient elke in de bijlage bij deze verordening voorkomende verwijzing naar IFRS 9 te worden gelezen als een verwijzing naar IAS 39 Financiële instrumenten: opname en waardering.

(4)

Overleg met de werkgroep van technische deskundigen van EFRAG (European Financial Reporting Advisory Group) heeft bevestigd dat de wijzigingen in IFRS 1 beantwoorden aan de in artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1606/2002 vervatte technische goedkeuringscriteria.

(5)

Verordening (EG) nr. 1126/2008 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Regelgevend Comité voor financiële verslaglegging,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   In de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1126/2008 wordt International Financial Reporting Standard (IFRS) 1 Eerste toepassing van International Financial Reporting Standards gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

2.   Elke in de bijlage bij deze verordening voorkomende verwijzing naar IFRS 9 wordt gelezen als een verwijzing naar IAS 39 Financiële instrumenten: opname en waardering.

Artikel 2

Elke onderneming past de in artikel 1, lid 1, bedoelde wijzigingen toe vanaf uiterlijk de aanvangsdatum van haar eerste boekjaar dat op of na 1 januari 2013 van start gaat.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 4 maart 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 243 van 11.9.2002, blz. 1.

(2)  PB L 320 van 29.11.2008, blz. 1.


BIJLAGE

INTERNATIONALE STANDAARDEN VOOR JAARREKENINGEN

IFRS 1

IFRS 1 Eerste toepassing van International Financial Reporting Standards - Overheidsleningen

"Reproductie toegestaan binnen de Europese Economische Ruimte. Alle bestaande rechten voorbehouden buiten de EER, met uitzondering van het recht van reproductie voor persoonlijk of ander eerlijk gebruik. Nadere inlichtingen te verkrijgen bij de IASB op het volgende adres: www.iasb.org"

Wijzigingen in IFRS 1 Eerste toepassing van International Financial Reporting Standards

Overheidsleningen

De alinea's 39N en 39O worden toegevoegd en alinea B1 wordt gewijzigd.

39N

Bij Overheidsleningen (wijzigingen in IFRS 1), uitgegeven in maart 2012, zijn de alinea's B1(f) en B10, B11 en B12 toegevoegd. Entiteiten moeten deze alinea's toepassen op jaarperioden die op of na 1 januari 2013 aanvangen. Eerdere toepassing is toegestaan.

39O

De alinea's B10 en B11 verwijzen naar IFRS 9. Als een entiteit wel deze IFRS maar nog niet IFRS 9 toepast, moeten de in de alinea's B10 en B11 voorkomende verwijzingen naar IFRS 9 worden gelezen als verwijzingen naar IAS 39 Financiële instrumenten: opname en waardering.

B1

Een entiteit moet de volgende uitzonderingen toepassen:

(a)

het niet langer in de balans opnemen van financiële activa en financiële verplichtingen (alinea’s B2 en B3);

(b)

hedge accounting (alinea's B4 tot en met B6);

(c)

belangen zonder overheersende zeggenschap (minderheidsbelangen) (alinea B7);

(d)

classificatie en waardering van financiële activa (alinea B8);

(e)

in contracten besloten derivaten (alinea B9); en

(f)

overheidsleningen (alinea's B10, B11 en B12).

Na alinea B9 worden een kopje en de alinea's B10, B11 en B12 toegevoegd.

Overheidsleningen

B10

Overeenkomstig IAS 32 Financiële instrumenten: presentatie moet een eerste toepasser alle ontvangen overheidsleningen als een financiële verplichting of als een eigenvermogensinstrument classificeren. Behoudens hetgeen volgens alinea B11 wordt toegestaan, moet een eerste toepasser de vereisten van IFRS 9 Financiële instrumenten en van IAS 20 Administratieve verwerking van overheidssubsidies en informatieverschaffing over overheidssteun prospectief toepassen op overheidsleningen die op de datum van de overgang naar de IFRSs bestonden, en mag hij het overeenkomstige voordeel van de tegen een lagere rentevoet dan de marktrente verstrekte overheidslening niet als een overheidssubsidie opnemen. Dit heeft tot gevolg dat als een eerste toepasser een tegen een lagere rentevoet dan de marktrente verstrekte overheidslening volgens de voorheen toegepaste GAAP niet opnam en waardeerde op een basis die consistent is met de vereisten van de IFRSs, hij op de datum van de overgang naar de IFRSs in het IFRS-openingsoverzicht van de financiële positie de volgens de voorheen toegepaste GAAP bepaalde boekwaarde van de lening moet hanteren als de boekwaarde van de lening. Na de datum van de overgang naar de IFRSs moet een entiteit bij de waardering van dergelijke leningen IFRS 9 toepassen.

B11

Niettegenstaande alinea B10 mag een entiteit de vereisten van IFRS 9 en IAS 20 retroactief toepassen op elke overheidslening die teruggaat tot vóór de datum van de overgang naar de IFRSs, mits de daartoe benodigde informatie werd verkregen op het moment van de eerste administratieve verwerking van de betrokken lening.

B12

De vereisten en leidraden in de alinea's B10 en B11 sluiten niet uit dat een entiteit gebruikmaakt van de in de alinea's D19 tot en met D19D beschreven vrijstellingen betreffende de aanmerking van voorheen opgenomen financiële instrumenten als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening.


Top