This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32012R1082
Commission Implementing Regulation (EU) No 1082/2012 of 9 November 2012 amending Regulation (EU) No 185/2010 in respect of EU aviation security validation Text with EEA relevance
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1082/2012 van de Commissie van 9 november 2012 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 185/2010 voor wat EU-luchtvaartbeveiligingsvalideringen betreft Voor de EER relevante tekst
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1082/2012 van de Commissie van 9 november 2012 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 185/2010 voor wat EU-luchtvaartbeveiligingsvalideringen betreft Voor de EER relevante tekst
PB L 324 van 22.11.2012, p. 25–49
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(HR)
No longer in force, Date of end of validity: 14/11/2015; stilzwijgende opheffing door 32015R1998
22.11.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 324/25 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1082/2012 VAN DE COMMISSIE
van 9 november 2012
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 185/2010 voor wat EU-luchtvaartbeveiligingsvalideringen betreft
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 300/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2320/2002 (1), en met name artikel 4, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EU) nr. 185/2010 van de Commissie van 4 maart 2010 houdende vaststelling van gedetailleerde maatregelen voor de toepassing van de gemeenschappelijke basisnormen op het gebied van de beveiliging van de luchtvaart (2) bevat geen gedetailleerde regels voor EU-luchtvaartbeveiligingsvalideringen. Dergelijke regels moeten worden vastgesteld om de voorwaarden voor de naleving van de luchtvaartbeveiligingsvoorschriften te harmoniseren. |
(2) |
Verordening (EU) nr. 185/2010 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(3) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 19, lid 1, van Verordening (EG) nr. 300/2008 ingestelde Comité voor de beveiliging van de burgerluchtvaart, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlage bij Verordening (EU) nr. 185/2010 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
De lidstaten moeten uiterlijk op 31 januari 2013 aan de Commissie aantonen hoe ze er zullen toe bijdragen dat punt 11.6 met betrekking tot punt 6.8 van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 185/2010 ten uitvoer wordt gelegd.
Onafhankelijke validateurs die vóór de inwerkingtreding van deze verordening zijn gecertificeerd, blijven gekwalificeerd om EU-luchtvaartbeveiligingsvalideringen van bekende afzenders in de lidstaten uit te voeren tot hun certificering verstrijkt of voor een periode van vijf jaar, als dit minder is.
Artikel 3
De Commissie zal de toepassing van de maatregelen waarin deze verordening voorziet, beoordelen en evalueren en zo nodig uiterlijk op 30 juni 2015 een voorstel indienen.
Artikel 4
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 9 november 2012.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 97 van 9.4.2008, blz. 72.
(2) PB L 55 van 5.3.2010, blz. 1.
BIJLAGE
A) |
De bijlage bij Verordening (EU) nr. 185/2010 wordt als volgt gewijzigd:
|
B) |
Punt 6.8 wordt vervangen door: „6.8 BESCHERMING VAN VRACHT EN POST DIE VANUIT DERDE LANDEN NAAR DE UNIE WORDEN VERVOERD 6.8.1 Aanwijzing van luchtvaartmaatschappijen
6.8.2. EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering voor ACC3
6.8.3. Beveiligingscontroles voor vracht en post die aankomen uit een derde land
6.8.4. Validering van erkende agenten en bekende afzenders
6.8.5 Niet-naleving en stopzetting van de aanwijzing als ACC3 6.8.5.1. Niet-naleving
6.8.5.2. Stopzetting De bevoegde autoriteit die de ACC3 heeft aangewezen, is verantwoordelijk voor het schrappen van de ACC3 uit de „EU-gegevensbank van erkende agenten en bekende afzenders”:
|
C) |
Het volgende aanhangsel wordt ingevoegd na aanhangsel 6-C: „AANHANGSEL 6-C3 VALIDERINGSCONTROLELIJST VOOR ACC3 Een aanwijzing als ACC3 (luchtvaartmaatschappij die luchtvracht of -post vanuit een luchthaven in een derde land naar de Unie vervoert) is vereist om luchtvracht of -post naar de Europese Unie (4) (EU) of IJsland, Noorwegen en Zwitserland te mogen vervoeren en is vereist uit hoofde van Verordening (EU) nr. 185/2010, zoals gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 859/2011 van de Commissie (5). In beginsel is aanwijzing als ACC3 vereist voor alle vluchten waarmee vracht of post naar luchthavens in de EU/EER wordt vervoerd voor transfer, transit of lossing (6). De bevoegde autoriteiten van de lidstaten van de Europese Unie, IJsland, Noorwegen en Zwitserland zijn elk verantwoordelijk voor de aanwijzing van specifieke luchtvaartmaatschappijen als ACC3. De aanwijzing is gebaseerd op het beveiligingsprogramma van de luchtvaartmaatschappij en op een verificatie ter plaatse van de tenuitvoerlegging, overeenkomstig de doelstellingen die in deze valideringscontrolelijst zijn vermeld. De controlelijst is het instrument dat een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur gebruikt om het beveiligingsniveau te beoordelen dat door of onder de verantwoordelijkheid van de ACC3 of door een luchtvaartmaatschappij die ACC3-aanwijzing aanvraagt, wordt toegepast op luchtvracht- of post die voor de EU/EER is bestemd (7). Binnen een maand na de verificatie ter plaatse wordt een valideringsverslag verstrekt aan de aanwijzende bevoegde autoriteit en de gevalideerde entiteit. Het valideringsverslag bevat minstens de volgende integrerende delen:
De bladzijdenummering, de datum van de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering en de parafering van elke bladzijde door de validateur en de gevalideerde entiteit bewijzen de integriteit van het valideringsverslag. Het valideringsverslag wordt standaard in het Engels opgesteld. Deel 3 — Beveiligingsprogramma van de luchtvaartmaatschappij, deel 6 — Gegevensbank, deel 7 — Beveiligingsonderzoeken en deel 8 — Hoogrisicovracht of -post (HCRM) worden getoetst aan de eisen van de hoofdstukken 6.7 en 6.8 van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 185/2010. De basisnormen voor de andere delen zijn de normen en aanbevolen praktijken (SARPs) van bijlage 17 bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart en de richtsnoeren in de luchtvaartbeveiligingshandleiding van de ICAO (doc 8973-vertrouwelijk). Aanwijzingen voor het invullen:
DEEL 1 Identificatie van de gevalideerde entiteit en de validateur
DEEL 2 Organisatie en verantwoordelijkheden van de ACC3 op de luchthaven Doel: Alleen vracht of post die aan beveiligingscontroles is onderworpen, mag naar de EU/EER worden vervoerd. In de volgende delen van de controlelijst wordt nadere informatie verstrekt over deze beveiligingscontroles. De ACC3 mag geen vracht of post voor vervoer aan boord van een luchtvaartuig met de EU als bestemming aanvaarden tenzij een bij een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering gevalideerde erkende agent, een bij een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering gevalideerde bekende afzender of een vaste afzender van een bij een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering gevalideerde erkende agent bevestigt dat beveiligingsonderzoeken of andere beveiligingscontroles zijn uitgevoerd en daar de verantwoordelijkheid voor neemt, of tenzij dergelijke zendingen aan beveiligingsonderzoeken worden onderworpen overeenkomstig de EU-regelgeving. De ACC3 moet over een procedure beschikken om te garanderen dat passende beveiligingscontroles worden toegepast op alle luchtvracht en -post met bestemming EU/EER, tenzij hij volgens de EU-wetgeving van beveiligingsonderzoeken is vrijgesteld of de luchtvracht of -post na het beveiligingsonderzoek is beschermd tot hij in een luchtvaartuig wordt ingeladen. De beveiligingscontroles bestaan uit:
Referentie: punt 6.8.3
DEEL 3 Beveiligingsprogramma van de luchtvaartmaatschappij Doel: De ACC3 ziet erop toe dat zijn beveiligingsprogramma alle luchtvaartbeveiligingsmaatregelen omvat die relevant en afdoende zijn voor luchtvracht en -post die naar de EU worden vervoerd. Het beveiligingsprogramma en de bijbehorende documenten van de luchtvaartmaatschappij vormen de basis voor beveiligingscontroles die worden toegepast overeenkomstig de doelstellingen van deze controlelijst. Het is mogelijk dat de luchtvaartmaatschappij haar documenten vóór het bezoek ter plaatse aan de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur wenst te verstrekken om hem te helpen zich vertrouwd te maken met de bijzonderheden van de te bezoeken locaties. Referentie: punt 6.8.2.1 en aanhangsel 6-G Noot: De volgende punten van aanhangsel 6-G van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 185/2010 moeten aan bod komen:
DEEL 4 Indienstname en opleiding van personeel Doel: De ACC3 stelt verantwoordelijk en bevoegd personeel aan om te werken op het gebied van de beveiliging van luchtvracht of -post. Personeelsleden met toegang tot beveiligde luchtvracht beschikken over alle vaardigheden die vereist zijn om hun taken uit te voeren en worden op passende wijze opgeleid. De ACC3 beschikt over een procedure om te garanderen dat alle personeelsleden (permanent personeel, tijdelijk personeel, uitzendkrachten, chauffeurs enz.) met rechtstreekse en onbegeleide toegang tot luchtvracht/-post waarop beveiligingscontroles worden of zijn toegepast:
Referentie: punt 6.8.3.1 Noot:
DEEL 5 Aanvaardingsprocedures Doel: De ACC3 moet over een procedure beschikken om bij aanvaarding de beveiligingsstatus van een zending te beoordelen en na te trekken met betrekking tot eerdere controles. De procedure moet de volgende elementen omvatten:
Referentie: punt 6.8.3.1 Noot:
DEEL 6 Gegevensbank Doel: Als de ACC3 niet verplicht is luchtvracht of -post met bestemming EU/EER voor 100% aan beveiligingsonderzoeken te onderwerpen, ziet de ACC3 erop toe dat de vracht of post afkomstig is van een krachtens een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering gevalideerde erkende agent of bekende afzender of een vaste afzender van een erkende agent. Om toezicht te houden op het beveiligingsrelevante auditspoor, houdt de ACC3 een gegevensbank bij waarin de volgende informatie is opgeslagen voor elke entiteit of persoon van wie hij rechtstreeks vracht of post aanvaardt:
Als de ACC3 luchtvracht of -post ontvangt, moet hij de gegevensbank raadplegen om na te gaan of de entiteit erin is opgeslagen. Als de entiteit niet in de gegevensbank is opgeslagen, moet de door die entiteit geleverde luchtvracht of -post aan een beveiligingsonderzoek worden onderworpen alvorens te worden ingeladen. Referentie: punten 6.8.4.1 en 6.8.4.3
DEEL 7 Beveiligingsonderzoeken Doel: Als de ACC3 vracht en post aanvaardt van een entiteit die niet krachtens een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering is gevalideerd of als de ontvangen vracht niet beschermd is tegen manipulatie door onbevoegden vanaf het ogenblik dat de beveiligingscontroles zijn uitgevoerd, ziet de ACC3 erop toe dat deze luchtvracht of -post aan een beveiligingsonderzoek wordt onderworpen alvorens in een luchtvaartuig te worden geladen. De ACC3 moet over een procedure beschikken om te garanderen dat luchtvracht en -post met bestemming EU/EER voor transfer, transit of lossing op een EU-luchthaven aan een beveiligingsonderzoek wordt onderworpen volgens de middelen of methoden die in de EU-wetgeving zijn vermeld, overeenkomstig een norm die volstaat om redelijkerwijs te garanderen dat de vracht of post geen verboden voorwerpen bevat. Als de ACC3 de luchtvracht of -post niet zelf aan een beveiligingsonderzoek onderwerpt, ziet hij erop toe dat een passend beveiligingsonderzoek wordt uitgevoerd overeenkomstig de EU-eisen. Voor zover passend is in de procedures voor het beveiligingsonderzoek ook beschreven hoe vracht en post voor transfer/transit moet worden behandeld. Als het beveiligingsonderzoek van luchtvracht of -post wordt uitgevoerd door of namens de bevoegde autoriteit in het derde land, meldt de ACC3 die deze luchtvracht of -post van de entiteit ontvangt dit in zijn beveiligingsprogramma en specificeert hij hoe hij erop toeziet dat een passend beveiligingsonderzoek wordt uitgevoerd. Opmerking: Hoewel ACC3’s volgens punt 6.8.3.2 tot 30 juni 2014 als minimum de ICAO-normen mogen toepassen om de bepalingen van punt 6.8.3.1 ten uitvoer te leggen, wordt bij de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering rekening gehouden met de EU-eisen inzake beveiligingsonderzoeken, zelfs als de validering vóór 1 juli 2014 wordt uitgevoerd Referentie: punten 6.8.3.1, 6.8.3.2, 6.8.3.3
DEEL 8 Hoogrisicovracht en -post (HRCM) Doel: Zendingen die afkomstig zijn uit of die in transfer zijn in plaatsen die door de EU als hoogrisicogebieden worden beschouwd of zendingen die tekenen van ernstige manipulatie vertonen, worden als hoogrisicovracht en -post (HRCM) beschouwd. Dergelijke zendingen moeten aan een beveiligingsonderzoek worden onderworpen, overeenkomstig specifieke instructies. De bevoegde autoriteit uit de EU/EER die de ACC3 heeft aangewezen, bakent de hoogrisicogebieden af en stelt de instructies voor beveiligingsonderzoeken op. De ACC3 moet over een procedure beschikken om te garanderen dat HRCM met bestemming EU/EER wordt geïdentificeerd en aan passende controles wordt onderworpen, zoals gedefinieerd in de EU-wetgeving. De ACC3 blijft in contact met de bevoegde autoriteit die verantwoordelijk is voor de luchthavens in de EU/EER waar hij vracht naar vervoert, teneinde over de laatste informatie inzake hoogrisicogebieden te kunnen beschikken. De ACC3 past dezelfde maatregelen toe op hoogrisicovracht en -post die hij van een andere luchtvaartmaatschappij of via andere vervoerswijzen ontvangt. Referentie: punten 6.7 en 6.8.3.4 Noot: HRCM die is vrijgegeven voor vervoer naar de EU/EER krijgt de beveiligingsstatus „SHR”: veilig voor passagiers-, vracht- en postluchtvaartuigen, overeenkomstig de eisen voor hoogrisicovracht en -post.
DEEL 9 Bescherming Doel: De ACC3 moet over processen beschikken om te garanderen dat luchtvracht en/of -post met bestemming EU/EER beschermd wordt tegen manipulatie door onbevoegden vanaf het punt waarop beveiligingsonderzoeken of andere beveiligingscontroles worden toegepast of vanaf het punt van aanvaarding nadat de beveiligingsonderzoeken of beveiligingscontroles zijn toegepast, tot de luchtvracht en/of -post wordt ingeladen. De luchtvracht en/of -post kan met verschillende middelen worden beschermd, bijv. fysiek (afsluitingen, gesloten ruimten enz.), door mensen (patrouilles, opgeleid personeel enz.) of technologisch (CCTV, inbraakalarm enz.). Luchtvracht of -post met bestemming EU/EER moet worden gescheiden van luchtvracht of -post die niet is beveiligd. Referentie: punt 6.8.3
DEEL 10 Begeleidende documentatie Doel: De ACC3 moet garanderen dat:
Referentie: punten 6.3.2.6, onder d), 6.8.3.4 en 6.8.3.5 Noot: De volgende beveiligingsstatussen kunnen worden vermeld: — „SPX”: veilig voor passagiers-, vracht- en postluchtvaartuigen, of — „SCO”: veilig voor vracht- en postluchtvaartuigen, of — „SHR”: veilig voor passagiers-, vracht- en postluchtvaartuigen, overeenkomstig de eisen voor hoogrisicozendingen. Bij afwezigheid van een erkende agent mag de ACC3 of een luchtvaartmaatschappij die aankomt uit een derde land dat is vrijgesteld van de ACC3-regeling de verklaring van de beveiligingsstatus afgeven.
DEEL 11 Naleving Doel: Na de tien vorige delen van deze controlelijst te hebben gecontroleerd, concludeert de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur of zijn verificatie ter plaatse overeenstemt met de inhoud van het deel van het beveiligingsprogramma van de luchtvaartmaatschappij waarin de maatregelen voor luchtvracht/-post met bestemming EU/EER worden beschreven en of de doelstellingen van deze controlelijst voldoende ten uitvoer worden gelegd door de beveiligingscontroles. Voor uw conclusies moet u een onderscheid maken tussen vier mogelijke hoofdgevallen:
Naam van de validateur: Datum: Handtekening: BIJLAGE Lijst van bezochte en geïnterviewde personen en entiteiten Met vermelding van de naam van de entiteit, de naam van de contactpersoon en de datum van het bezoek of interview. |
D) |
Aanhangsel 6-F wordt vervangen door: „AANHANGSEL 6-F VRACHT EN POST 6-Fi DERDE LANDEN EN OVERZEESE LANDEN EN TERRITORIA DIE BIJZONDERE BETREKKINGEN MET DE UNIE ONDERHOUDEN OVEREENKOMSTIG HET VERDRAG BETREFFENDE DE WERKING VAN DE EUROPESE UNIE, WAAROP DE TITEL VERVOER VAN DAT VERDRAG NIET VAN TOEPASSING IS EN WAARVAN DE BEVEILIGINGSNORMEN ALS GELIJKWAARDIG AAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE BASISNORMEN WORDEN ERKEND 6-Fii DERDE LANDEN EN OVERZEESE LANDEN EN TERRITORIA DIE BIJZONDERE BETREKKINGEN MET DE UNIE ONDERHOUDEN OVEREENKOMSTIG HET VERDRAG BETREFFENDE DE WERKING VAN DE EUROPESE UNIE, WAAROP DE TITEL VERVOER VAN DAT VERDRAG NIET VAN TOEPASSING IS EN WAARVOOR AANWIJZING ALS ACC3 NIET IS VEREIST Derde landen en overzeese landen en territoria die bijzondere betrekkingen met de Unie onderhouden overeenkomstig het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie of het Verdrag betreffende de Europese Unie, waarvoor aanwijzing als ACC3 niet is vereist, worden vermeld in een afzonderlijk besluit van de Commissie. 6-Fiii VALIDERINGSACTIVITEITEN VAN DERDE LANDEN EN OVERZEESE LANDEN EN TERRITORIA DIE BIJZONDERE BETREKKINGEN MET DE UNIE ONDERHOUDEN OVEREENKOMSTIG HET VERDRAG BETREFFENDE DE WERKING VAN DE EUROPESE UNIE, WAAROP DE TITEL VERVOER VAN DAT VERDRAG NIET VAN TOEPASSING IS EN DIE ALS GELIJKWAARDIG AAN DE EU-LUCHTVAARTBEVEILIGINGSVALIDERING WORDEN ERKEND”. |
E) |
Het volgende aanhangsel wordt ingevoegd na aanhangsel 6-H: „AANHANGSEL 6-H1 VERBINTENISVERKLARING — KRACHTENS EEN EU-LUCHTVAARTBEVEILIGINGSVALIDERING GEVALIDEERDE ACC3 Namens [naam van de luchtvaartmaatschappij] neem ik nota van het volgende: In dit verslag wordt het beveiligingsniveau vastgesteld dat wordt toegepast op luchtvracht met bestemming EU/EER (8) ten opzichte van de beveiligingsnormen die in de controlelijst worden vermeld of waarnaar in de controlelijst wordt verwezen (9). [Naam van de luchtvaartmaatschappij] kan alleen als „luchtvaartmaatschappij die vracht of post vanuit een luchthaven in een derde land naar de Unie vervoert” (ACC3) worden aangewezen als een EU-valideringsverslag is ingediend bij en aanvaard door de bevoegde autoriteit van een lidstaat van de Europese Unie of IJsland, Noorwegen of Zwitserland, en als de gegevens van de ACC3 in de EU-gegevensbank van erkende agenten en bekende afzenders zijn opgenomen. Als in het verslag een inbreuk wordt vastgesteld op de beveiligingsmaatregelen waarnaar in het verslag wordt verwezen, kan dit leiden tot de intrekking van de reeds voor die luchthaven verkregen aanwijzing van [naam van de luchtvaartmaatschappij] als ACC3, waardoor [naam van de luchtvaartmaatschappij] geen luchtvracht of -post meer naar de EU/EER mag vervoeren vanop deze luchthaven. Het verslag is geldig gedurende vijf jaar en verstrijkt uiterlijk op._ Namens [naam van de luchtvaartmaatschappij] verklaar ik dat:
Namens [naam van de luchtvaartmaatschappij] aanvaard ik de volledige verantwoordelijkheid voor deze verklaring. Naam: Functie in het bedrijf: Datum: Handtekening: |
F) |
In punt 8.1.3.2, onder b), wordt „een onafhankelijke validateur” vervangen door „een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur”. |
G) |
In hoofdstuk 11 wordt punt 11.0.5 geschrapt. |
H) |
In hoofdstuk 11 worden de punten 11.5 en 11.6 vervangen door: „11.5 KWALIFICATIES VAN INSTRUCTEURS
11.6. EU-LUCHTVAARTBEVEILIGINGSVALIDERING 11.6.1. EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering is een gestandaardiseerd, gedocumenteerd, onpartijdig en objectief proces voor het verkrijgen en evalueren van bewijzen, teneinde na te gaan in welke mate de gevalideerde entiteit voldoet aan de eisen van Verordening (EG) nr. 300/2008 en de uitvoeringsbesluiten daarvan. 11.6.2. EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering
11.6.3. Eisen voor de goedkeuring van EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateurs
11.6.4. Erkenning en schrapping van EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateurs
11.6.5. Verslag van een EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering („het valideringsverslag”)
11.7 WEDERZIJDSE ERKENNING VAN OPLEIDING
AANHANGSEL 11-A ONAFHANKELIJKHEIDSVERKLARING — EU-LUCHTVAARTBEVEILIGINGSVALIDATEUR
Ik aanvaard de volledige verantwoordelijkheid voor het verslag van de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering. Naam van de persoon die de validering uitvoert: Naam van de EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateur: Datum: Handtekening: |
(1) PB L 219 van 22.8.2009, blz. 1.
(2) PB L 107 van 27.4.2011, blz. 1.
(3) PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32.”.
(4) De lidstaten van de Europese Unie: België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, het Verenigd Koninkrijk en Zweden.
(5) PB L 220 van 26.8.2011, blz. 9. Punt 6.8.1.1 van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 185/2010: Elke luchtvaartmaatschappij die vracht of post vervoert vanuit een luchthaven in een derde land dat niet is opgenomen in de lijst in aanhangsel 6-F, voor transfer, transit of lossing in elke luchthaven die onder het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 300/2008 valt, wordt als een „luchtvaartmaatschappij die vracht of post vanuit een luchthaven in een derde land naar de Unie vervoert” (ACC3) aangewezen.
(6) Dit geldt niet voor luchtvracht of -post die wordt vervoerd vanuit een klein aantal landen die zijn vrijgesteld van de ACC3-regeling.
(7) In deze valideringscontrolelijst is luchtvracht/luchtpost/luchtvaartuig met bestemming EU/EER gelijk aan luchtvracht/luchtpost/luchtvaartuig met bestemming EU, IJsland, Noorwegen en Zwitserland.”
(8) Luchthavens in België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, het Verenigd Koninkrijk, Zweden, IJsland, Noorwegen en Zwitserland.
(9) Verordening (EU) nr. 185/2010, zoals gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 859/2011.”