This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32012R0744
Commission Regulation (EU) No 744/2012 of 16 August 2012 amending Annexes I and II to Directive 2002/32/EC of the European Parliament and of the Council as regards maximum levels for arsenic, fluorine, lead, mercury, endosulfan, dioxins, Ambrosia spp., diclazuril and lasalocid A sodium and action thresholds for dioxins Text with EEA relevance
Verordening (EU) nr. 744/2012 van de Commissie van 16 augustus 2012 tot wijziging van de bijlagen I en II bij Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumgehalten voor arseen, fluor, lood, kwik, endosulfan, dioxinen, Ambrosia spp., diclazuril en lasalocide A natrium en actiedrempels voor dioxinen Voor de EER relevante tekst
Verordening (EU) nr. 744/2012 van de Commissie van 16 augustus 2012 tot wijziging van de bijlagen I en II bij Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumgehalten voor arseen, fluor, lood, kwik, endosulfan, dioxinen, Ambrosia spp., diclazuril en lasalocide A natrium en actiedrempels voor dioxinen Voor de EER relevante tekst
PB L 219 van 17.8.2012, p. 5–12
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(HR)
In force
17.8.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 219/5 |
VERORDENING (EU) Nr. 744/2012 VAN DE COMMISSIE
van 16 augustus 2012
tot wijziging van de bijlagen I en II bij Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumgehalten voor arseen, fluor, lood, kwik, endosulfan, dioxinen, Ambrosia spp., diclazuril en lasalocide A natrium en actiedrempels voor dioxinen
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 mei 2002 inzake ongewenste stoffen in diervoeding (1), en met name artikel 8, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Richtlijn 2002/32/EG verbiedt het gebruik van producten die bedoeld zijn voor het voederen van dieren en waarvan het gehalte aan ongewenste stoffen de in bijlage I bij die richtlijn vermelde maximumgehalten overschrijdt. Bijlage II bij die richtlijn stelt actiedrempels vast voor het verrichten van onderzoek in gevallen van verhoogde gehalten van deze stoffen. |
(2) |
Er zijn hogere maximumgehalten aan arseen, fluor, lood en kwik vastgesteld voor het voedermiddel calciumcarbonaat en hogere maximumgehalten aan arseen en fluor voor het voedermiddel magnesiumoxide maar niet voor het voedermiddel koolzure magnesiavoederkalk, wat het natuurlijke mengsel is van calciumcarbonaat en magnesiumcarbonaat. Omwille van de consistentie is het dienstig de maximumgehalten aan arseen, fluor, lood en kwik voor het voedermiddel koolzure magnesiavoederkalk gelijk te trekken met de bestaande maximumgehalten voor calciumcarbonaat. |
(3) |
De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in haar wetenschappelijk advies over de veiligheid en werkzaamheid van dikoperchloridetrihydroxide (tribasic copper chloride, TBCC) als toevoegingsmiddel voor diervoeding (2) geconcludeerd dat het maximumgehalte aan arseen voor dit toevoegingsmiddel gelijkgesteld zou moeten worden aan het maximumgehalte aan arseen voor koper(II)sulfaat-pentahydraat en koper(II)carbonaat. Het maximumgehalte arseen voor dikoperchloridetrihydroxide dient te worden aangepast. |
(4) |
Een aanzienlijk deel van de voedermiddelen van bepaalde mengvoeders voor gezelschapsdieren bestaat uit vis, andere waterdieren en daarvan afgeleide producten en/of gemalen gedroogd zeewier. Deze voedermiddelen bevatten een hoog totaalgehalte aan arseen. Het in deze voedermiddelen aanwezige arseen is echter voornamelijk organisch arseen, de minder toxische vorm. Het maximumgehalte aan arseen voor aanvullende en volledige voeding voor gezelschapsdieren die vis, andere waterdieren en daarvan afgeleide producten en/of gemalen gedroogd zeewier bevat, dient daarom te worden aangepast. |
(5) |
De twee zeolieten natroliet en clinoptiloliet zijn de actieve bestanddelen van natroliet-fonoliet (E 566) en clinoptiloliet van vulkanische oorsprong (E 567). Het verdient daarom aanbeveling hetzelfde maximumgehalte vast te stellen voor lood in natroliet-fonoliet (E 566) als al geldt voor clinoptiloliet van vulkanische oorsprong (E 567). |
(6) |
Met het oog op het duurzamer maken van de teelt van zalmachtigen wordt visolie geleidelijk vervangen door plantaardige oliën. Deze vervanging, die een heel gunstige uitwerking zal hebben op de duurzaamheid van het mariene milieu, is echter niet altijd mogelijk, vanwege de hele lage maxima voor endosulfan in volledig visvoeder. Op verzoek van de Commissie heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) een wetenschappelijk advies uitgebracht. In haar verklaring inzake de orale toxiciteit voor vissen (3) meldde EFSA dat er bij vissen (Atlantische zalm) in kooien in open zee die voeder kregen met maximaal 0,1 mg/kg endosulfan geen significante nadelige gevolgen zijn waargenomen, en dat er slechts geringe nadelige gevolgen zijn waargenomen bij zalmen in tanks die zijn blootgesteld aan hogere gehalten dan de huidige maximumgehalten in voeder. Een beperkte studie geeft aan dat blootstelling aan endosulfan via voeder in tanks nadelige gevolgen heeft voor de Nijltilapia. Daarom dient een hoger maximumgehalte aan endosulfan te worden aangehouden voor volledig voeder voor zalmachtigen, om aldus de duurzaamheid van visteelt te bevorderen zonder de gezondheid van vissen of mensen te benadelen. |
(7) |
Recente studies geven aan dat dioxinegehalten in schaaldiermeel, dat een nevenproduct is van voedselproductie en dat voornamelijk wordt gebruikt als bestanddeel (1 tot 3 %) van siervissenvoer, hoger zijn dan het huidige maximum. Om dit meel voor voer te kunnen gebruiken, en om voedselverspilling te verminderen zonder de gezondheid van mens of dier in gevaar te brengen, zouden de maximumgehalten aan dioxinen in schaaldiermeel enigszins moeten worden verhoogd. |
(8) |
Richtlijn 2002/32/EG heeft ook tot doel de verspreiding van levensvatbare zaden van Ambrosia spp. in het milieu te vermijden. Aangezien Ambrosia spp.-zaden na vermaling of verbrijzeling niet meer in staat zijn te ontkiemen, is het niet nodig om partijen granen en zaden waarvan het gehalte aan Ambrosia spp. hoger is dan de vastgestelde maxima vóór het malen of verbrijzelen daarvan te ontdoen, mits preventieve maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat Ambrosia spp.-zaden tijdens transport, opslag of verwerking in het milieu vrijkomen. |
(9) |
Wat betreft de coccidiostatica diclazuril en lasalocide A natrium zijn wijzigingen op hun plaats teneinde rekening te houden met de onlangs verleende vergunning voor deze stoffen, zoals bepaald in Verordening (EU) nr. 169/2011 van de Commissie van 23 februari 2011 tot verlening van een vergunning voor diclazuril als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor parelhoenders (vergunninghouder Janssen Pharmaceutica nv) (4), Uitvoeringsverordening (EU) nr. 888/2011 van de Commissie van 5 september 2011 tot verlening van een vergunning voor diclazuril als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkalkoenen (vergunninghouder Janssen Pharmaceutica nv) en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2430/1999 (5) en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 900/2011 van de Commissie van 7 september 2011 tot verlening van een vergunning voor lasalocide A natrium als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor fazanten, parelhoenders, kwartels en patrijzen, met uitzondering van legvogels (vergunninghouder Alpharma (Belgium) BVBA) (6). |
(10) |
Gezien het voorstel om het maximumgehalte aan dioxinen in schaaldiermeel te verhogen is het tevens raadzaam om de op schaaldiermeel van toepassing zijnde actiedrempel, zoals bepaald in bijlage II bij Richtlijn 2002/32/EG, naar rato te verhogen. |
(11) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, en het Europees Parlement noch de Raad heeft zich daartegen verzet, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlagen I en II bij Richtlijn 2002/32/EG worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 16 augustus 2012.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 140 van 30.5.2002, blz. 10.
(2) EFSA-panel voor toevoegingsmiddelen en producten of stoffen die in de diervoeding worden gebruikt (FEEDAP); Scientific Opinion on safety and efficacy of di copper chloride tri hydroxide (tribasic copper chloride, TBCC) as feed additive for all species. EFSA Journal 2011; 9(9):2355. (18 blz.). doi: 10.2903/j.efsa.2011.2355. Online beschikbaar: www.efsa.europa.eu/efsajournal.
(3) EFSA Journal 2011; 9(4):2131. Online te vinden op: www.efsa.europa.eu/efsajournal.
(4) PB L 49 van 24.2.2011, blz. 6.
(5) PB L 229 van 6.9.2011, blz. 9.
(6) PB L 231 van 8.9.2011, blz. 15.
BIJLAGE
1) |
Bijlage I bij Richtlijn 2002/32/EG wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
Punt 1, „Dioxinen [som van de polychloordibenzo-para-dioxinen (PCDD's) en de polychloordibenzofuranen (PCDF's), uitgedrukt in door de WHO (Wereldgezondheidsorganisatie) vastgestelde toxische equivalenten, waarbij gebruik wordt gemaakt van de WHO-TEF's (toxische-equivalentiefactoren van 2005)]” in de afdeling „Dioxinen en pcb's” van bijlage II bij Richtlijn 2002/32/EG wordt vervangen door:
|